No. 97. Woensdag 6 December 1905. 2e Jaargang Wees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Fraulein Papa. en - - - - Belastinghervorming. n. FEUILLETON. Verschijnt Woensdags en'-Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28 Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der adverteutiëu Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 Bij abonnement aanmerkelijke korting Waar dan 't geld van daan te halen? Wij willen bij de beantwoording dezer vraag alleerst overwegen die wetswijzi gingen, die aan te brengen zijn zonder dat aan 't Departement daarvoor lang durige voorbereiding en studie noodig is, omdat zooals de Minister betoogde, er direct in het tekort dient voorzien te worden. En dan komen de succesierecliten in de zijdlinie naar onze meening bet eerst aan de beurt. Welke bezwaren men tegen die belasting van een economisch standpunt ook moge aanvoeren, dit heeft zij vóór boven alle belastingen, dat zij betaald wordt op een oogenblik, dat het vermogen vermeerdert, dat bun druk dus in de meeste gevallen niet gevoeld wordt. Over de hervorming dier wet zullen wij later ons gevoelen ontwikkelen; thans geldt het alleen eeno verhooging zonder de techniek der wet te veranderen. Welnu het successierecht tusschen broeders en zusters bedraagt thans 4%i tenminste, wanneer niet meer verkregen wordt, dan waarop men krachtens de wet aanspraak maken kan; de belasting ver schuldigd, wanneer geërfd wordt van oom, oud-oom, tante en oud-tante bedraagt in 't zelfde geval 6%. Wij zien er geen bezwaar in die rechten respectievelijk te verhoogen tot 6% en 10%. Eenvoudiger wetswijziging dan het veranderen van twee cijfers in art. 41 der wet van 13 Mei 1859 Stbl. no. 30 zal moeilijk te vinden zijn. Langdurige beraadslagingen in de Kamer zijn niet te verwachten want priucipieele kwesties doen zich hierbij niet voor. Afgaande op de Statistiek van het Koninkrijk der Nederlanden (Bescheiden betreffende de geldmiddelen, 28e stuk) zou deze maatregel aan belasting op brengen 2% over ƒ27.1046.69 542.092 4% - 26.6100.37 =- 1.064.400 met 38 opcenten 1.606.492 610.467 ƒ2.116.959 Een tijdelijk karakter behoeft deze wijziging niet te dragen; en zoo heeft zij Er is niets verschrikkelgkers voor waarlijk brave vrouwen, dan dat, als men niets op haar gedrag weet af te wijzen, men haar figuur aantast. Schets uit het leven van een mijnwerker Uit het Duitsch door A. J. M. 2.) Op den derden dag zat het kind nog aan den ingang der mijn. „We moeten daar nu toch een eind aan maken," dacht de hoofdingenieur, ging naar haar toe en zei vriendelijk: ,\vecs nu verstandig, kleintje!" „Papa! Zoek Papa!" „Hij is, helaas, dood!" „Neen!" En dat „Neen" kwam er zóó heftig uit, dat de ingenieur er door getroffen werd. „Waarom niet?" „Hij heeft het me gezegd!" ook dit voordeel dat de Minister kalm kan overwegen in hoever ons belastingstelsel te hervormen is. Hervorming schijnt ons in de toekomst een dringende eisch. Wel onderschrijven wij de meening niet, dat de Nederland- sclie belastingen beginselloos geheven worden, er is eenig systeem in te ont dekken, en dat dit geconstateerd mag worden, danken we hoofdzakelijk aan den Minister Piorson. Een gebouw echter dat aan alle zijden scheuren en reten vertoont, waar de wind van alle kanten doorheen kan blazen is geen preferable woning, en dit beeld vertoont ons het Nederlandsch belastingwezen. Nagenoeg elke bron van inkomsten der schatkist is in een beter bed te leiden. Wij willen hier en Jaar een greep doen I. De Vermogensbelasting. De tegenkanting die deze belasting bij hare invoering dreigde te ondervinden heeft de regeering bewogen zeer ge matigd in de Kamer op te tredeu. Vrijgesteld zijn o. a. in art. 6: „voor werpen van kunst en wetenschap, goud „en zilverwerk, paarlcn en edelgesteenten, „geen handelsvoorraad zijnde". De Minister verdedigde die vrijstelling door er op te wijzen dat „het belasting plichtig vermogen niet te scherp be rekend moet worden, wil men komen „aan cene rente van 4% op welken voet „de wet is ontworpen en dat bovendien „hot beoefenen van kunsten en weten schappen in het algemeen belang be vorderd dient te worden." Zeker, maar niet bewezen is dat het hef fen van eene geringe belasting ad 5kwartjes van f 1000.die beoefening zou tegen werken. Welke liefhebber bijv. van schil derijen zal ophouden zijne verzameling te eompletecrcn of uittebreiden, omdat hij dit luttele bedrag in vergelijking der waarde moet opbrengen? Men vergete niet, dat het aanleggen van Kunstverzamelingen ook niet uit- sluiteud geschiedt om der wille van de Knust, maar door velen als eene zeer winstgevende kapitaalbelegging be schouwd wordt. Wij willeu, voordat wc van dit punt afstappen nog even ophalen eene vraag van liet overleden parlementslid Hut gors van Rozenburg„waarom het systeem „dezer wet het heffen ecner belasting „Arm kind!" mompelde de ingenieur en beduidde dat men haar weg moest brengen. Doch zij greep hem kramp achtig vast en riep: „Papa is niet dood, ik wil naar beneden. Ik wil hem vinden!'" Zij brachten haar weg en lieten haar op school onder goed toezicht. Een uur later was zij weer bij de „Bernard-mijn," klampte zich aan den Ingenieur vast en herhaalde voortdurend: „Ik wil naar beneden; ik zal hem vinden." De ingenieur was een gevoelig mensch, die zelf ook kinderen had. Hij had medelijden met het arme kind, nam haar in ziju armen, zette haar in de mand, en gaf het toeken van afdalen. Zij huiverde en haar geleider voelde haar handen in de zijne trillen en haar hoofdje drukte zij vaster tegen zijn ge laat, dat door haar warme tranen werd bevochtigd. Beneden maakte zij zich vrij en riep zoo hard zij kon: „Papa! Papa!" De ingenieur volgde haar met groote moeite en zocht haar nog eens duidelijk te maken, wat hij haar al zoo dikwijls had gezegd. Hij wees haar, hoe die ontploffingwas ontstaan, de verwoestingen die ze had aangebracht en hoe men de slachtoffers had teruggevonden. Maar het kind vroeg altijd meer en herhaalde telkens: „Ilij is niet dood; laten we maar zoeken." Evenals zij aan den ingang der mijn drie dagen was gebleven, zou dat nu „niet naar de werkelijke inkomsten, maar „naar die welke in billijkheid en met „veiligheid uit het vermogen kunnen „worden getrokken niet zou worden „toegepast op den verzamelaar van „schilderijen en andere kostbaar- bieden, die een groote waarde vertegen- „woordigen en door den eigenaar zijn „aangekocht misschien uit speculatie op „buiten of binnenlandschc ridderorden, „die dan de rente vertegenwoordigen „van den besteden schat en waarom „niet betaald zou worden van paarlen „en juweelen, waarmede een andere „rijkaard vrouw en dochters optuigt of „niet van het gouden en zilveren vuat- „werk, waarmede hij zijn tafel versiert". De vruchtgebruiker betaalt over van het vermogen waarvan hij de vruch ten geniet, de bloote eigenaar over niets, zoodat van een aanmerkelijk kapitaal, over 't geheele rijk genomen, onbelast blijft. In het oorspronkelijk ontwerp van wet kwaui deze bepaling niet voor, toen wilde men den blooten eigenaar laten betalen over de waarde van den vollen eigendom na aftrok van 20 maal het jaarlijks genot van den vruchtge bruiker. De wijziging in bovenstaanden zin aangebracht werd door de regeering verdedigd met de opmerking, dat zoolang de eigenaar geen voordeel van de goe deren kan trekken hij overeenkomstig den aard der belasting die als in komstenbelasting moet werken niet moest worden aangeslagen; dat de vrucht gebruiker slechts over \r, zou betalen werd geargumenteerd door er op te wijzen, dat diens positie niet zoo gunstig is als die van den eigenaar, dat hij do goederen niet vau bestemming mag veranderen, dat hij niet gebaat wordt door de stijging der verkoopwaarde enz. Deze geheele redeneering snijdt in de meeste gevallen geen hout. Was even- tueele stijging of daling der verkoop waarde een element waarmede de wet rekening moest houden? Ware het eeno belasting, die slecht ééns geheven werd, ware het eene kapitaalsbelasting, a la bonne heure, maar voor eene jaarlijks terugkeerende inkomstenbelasting is dit een factor, die buiten aanmerking blijft. Acht men dit echter wel billijk waarom dan alleen ten opzichte van den vrucht gebruiker en nergens anders in de wet rekening gehouden met de mogelijke fluctuatie der waarde? En wat de minder gunstige positie betreft van den ook het geval zijn geweest, als de ingenieur haar niet met geweld had meegenomen en weer naar boven had laten brengen. De ingenieur had afgesproken, dat zij weer naar school zou worden terug gebracht en daar goed onder toezicht blijven; ook zou men haar niet meer toestaan in de mijn te gaan, als ze zich weer bij den ingang zou vertoonen. Aan deze afspraken had men zich trouw gehouden, maar den volgenden dag, toen hij niet meer aan haar dacht, en de mijn inspecteerde, voelde de ingenieur zich onverwacht aan zijn jas trekken, liet was Fraulein Papa. Zij was voor de tweede keer uit de school ontsnapt. Daar niemand genegen was om harent wil een straf op te loopen, was ze in een leege transportkar gekropen en zoo in de mijn afgedaald. Dat vertelde ze dadelijk en haar werd vergeving geschon ken. Evenals den vorigen avond onderzocht zij mot de grootste nauwkeurigheid de wanden en spleten, ging wel twintigmaal dezelfde plaats voorbij, zonder den moed op te geven of moede te worden. De werklui keken niet meer naar haar om. Zij zagen haar slechts met mede lijden aan, haalden de schouders op en zeiden: „Arm Papaatje!" Maar „Papaatje" zocht altijd door. Plotseling zag men haar angstig, ontsteld, met bleek gelaat rondloopen. „Papa", riep ze, „Papa!" „Waar, waar vroeg een mijnwerker. vruchtgebruiker: waar is die aan te wijzen bij effecten, schuldvorderingen en contanten? Bij vaste goederen, wij stemmen het gaarne toe is zijn ge not dikwijls minder dan van den eigenaar, maar ook weer niet bij alle vaste goe deren. Wat de bewering aangaat, dat in 't kader der wet geene belasting van don blooten eigenaar gevorderd kan worden, omdat hij geen genotheeft, ook dit schijnt minder juist waar bloote eigendom waarde heeft en in vruchtdragend kapitaal om gezet kan worden door verkoop, en waar men in art 7 letter E iu de be lasting wel begrijpt rentelooze vord - ringen zonder onderscheid, zelfs al zijn zo niet opeischbaar. Wij zouden deze opmerkingen nog met verschillende kunnen vermeerderen, doch bepalen ons tot die welke een eenigszins belangrijke bate voor de schat kist kunnen leveren. Alleen nog eene enkele beschouwing over de wet op de navordering der vermogensbelasting. Hoewel zij nog tekort in werking is om over hare resultaten een goed oordeel te vellen en wij thans niet willen bespreken hare soms ongeluk kige redactie, wenschen wij wel de aandacht te vestigen op eene bedenke lijke leemte. De wet staat navordering toe bij te lage aangifte. Tegenover hem, die geen aangifte deed, omdat hem geen biljet werd uitgereikt, en door later feiten blijkt wel belastingplichtig te zijn, staat de fiscus machteloos: straffeloos kan door zoo iemand overtreden worden art. 16 lid 7 der wet: „Hij die, hoewel naar „deze wet belastingplichtig, geen biljet „heeft ontvangen is verplicht voor den „15 Juni van het belastingjaar of wel, „bij vestiging binnen het Kijk in den „loop van het belastingjaar, binnen twee „maanden na die vestiging aangifte te „doen." Dn bespreking der artikelen van de hand var prof. Treub in de Vragen des Tijds van Februari 1905, en het vroeger door ons geciteerde artikel van den heer Elias Schovel, beide pleidooien voor de samen smelting der vermogens- en bedrijfsbe lasting ligt niet in ons plan en zou ons te ver voeren. Op een enkel punt van des hoogleeraars verhandeling willen wij de aandacht vestigen. In de gemeente Amsterdam zoo „Zijn kiel!" „Waar dan?" Vande gezamenlijke werklui vergezeld, keerde ze terug, talmde bleef staan en keerde weerom. Zij kon de plaats niet weer terug vinden. Alle kolenblokken zagen er eender uit, alle spleten geleken op elkaar en alle mijngangen waren precies 't zelfde. En toch was zij overtuigd dat kleine stukje blauwe stof te hebben gezien. Waar zijn kiel wa9, daar moest hij ook zijn natuurlijk levend, maar zij kon het niet weer vinden. De werklui keerden de een na den ander weer naar hun werk terug; ze waren vast overtuigd dat de kleine door haar verdriet in de war was geraakt en vonden het verdere zoeken een on begonnen werk. Maar ze hadden amper den tijd schoffel of houweel ter hand te nemen of zij hoorde een vertwijfelde kreet. Het kleine meisje stond bevend met groote oogen en wijdgeopenden mond aan don wand geleund, uitroepende „Ik heb hem. Ik heb hem!" Ze trokken haar op zijde en tuurden in de smalle opening. Jawel! 't Was een stuk doek blauw doek. Lag daar een mensch? Ze gingen dadelijk aan het werk en spitten en groeven zoo hard zij konden. In een ommezien was er ruimte gemaakt en in een diepe holte zagen ze een man liggen. Hot zegt Iiij is in 18991900 vermogens- en bedrijfsbelasting geheven over een inkomen van f 97 millioen, terwijl daar tegen de plaatselijke inkomstenbelasting geheven is over f 122 inkomen. Uit deze cijfers ziet men dat alleen in de hoofdstad f 25 millioen inkomen door de rijksbelasting niet is getroffen en dat waar de rijksadministratie over zooveel uitgebreider en nauwkeuriger gegevens en controle middelen heeft te beschikken! Sprekender bewijs dat de techniek onzer gesplitste inkomstenbelasting ver betering behoeft, schijnt ons niet aan te voeren. II. De successierechten. Afgescheiden van den hierboven voor gestelden maatregel, zouden wij ook hier meer rekening willen houden met do draagkracht en met het meer of minder belang, dat de erfgenaam of legataris heeft bij eene kapitaalsvermeerdering. Dit zal medebrengen: le dat zooals thans reeds in de rechte nederdalende lijn geschiedt vrijgesteld moet worden eene vast te stellen minimum verkrijging van iederen boedelgerechtigde, en die vrijstelling niet meer mag afhangen van den boedel in zijn geheel. 2e dat ingevoerd worde eeno pro gressie. Wij zouden die van prof. Treub niet gaarne tot de onze maken, en wij betwijfelen of daarvoor in de Kamer wel cene meerderheid te krijgen zou zijn. Do door hem ontworpen tabellen wijzen eene meerdere belastingopbrengst aan van ongeveer f 3 millioen, doch zij dui den aan, dat de rechte lijn (waaronder do hoogleeraar ook kinderlooze echtge- nooten wil rangschikken) voortaan in de belasting zal bijdragen 3ïo/iooo der totale opbrengst tegen a7" 1000 onder de be staande regeling. Feitelijk wordt dus die lijn zwaarder belast en worden de zijverwanten verlicht. 3e. dat verband worde gelegd tus schen de successierechten en de ver mogensbelasting. De verkrijging toch ecner erfenis door hem, die reeds kapitaal bezit, kan in den regel zwaarder belast worden, dan hij die tot de metaalvrijen behoorde. De consequentie vordert tevens dat geheven moet worden in vorband met de gezinsgrootte van den verkrijger. 4e. dat ook de leeftijd van den was Michel Perron. Hij had daar drie dagen en drie nachten gelegen. Verward geschreeuw aan alle kanten en doordringender dan alle andere, klonk een gil van de lippen der kleine meid. Zij wierp zich op het lichaam, omvatte het met beide armen en riep voortdurend: „Papa, papa!" De arme Michel was er naar aan toe. Door gebrek aan lncht en voedsel in hooge mate verzwakt, kwam hij even bij, om terstond weer buiten kennis te raken; maar hij bleef in leven. Frfiulein Papa had waarheid gesproken. De gedachte aan zijn kind, dat hij had achtergelaten, had zijne krachten vertiendubbcld. Een maand later was hij weer op zijn post, mager maar gezond en weer in staat, om zijn werk te hervatten, 's Avonds voor den dag, dat hij weer in de mijn zou afdalen, werd ter eere van Fraulein Papa een groot feestmaal aangericht. Zij zat op de eereplaats. Een jubelend hoera en een toejuichend handgeklap deed zich hooren toen zij binnenkwam. Allen kusten haar en nog menig „Lang zal zij leven!" werd do kleine redster in den loop van den avond toegezongen. Menige brave jongen, die het huilen al lang had verleerd, wischte zich bij deze gelegenheid een traan weg!

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1