Allerlei. Stadsnieuws. 2e. De personeele belasting als rijks belasting vervalle en worde gemaakt tot ecne wier hefling goschiedt door het rijk doch ten bate der gemeente, volgens algcmeene regelB door de wet te stellen aan te vullen door tarieven, te maken door de gemeenteraden onder hoogcrc goedkeuring. Die belasting, ten doel hebbende de vertecring te treffen, eigent zich veel meer voor een gemeente- dan voor een rijksbelasting. Maar aan de gemeenten worde ontnomen de bevoegdheid zoo genaamde hoofdelijke omslagen of plaatselijke directe belastingen naar het inkomen te heffen. Bij gebrek aan behoorlijke gegevens, bij gebrek aan controlemiddelen zijn dit wel de treurigste heffingen, die de gemeenten mogen doen. Zij die mot de verschillende verordeningen, vooral ten plattclande, hebben kennis gemaakt, en weten hoe liet bij de vaststelling dei- kohieren daarmede gaat, zullen zeker deze uitdrukking niet te sterk vinden. 3e. Aan het Kijk en daaraan alleen worde de heffing eener inkomstenbe lasting overgelaten. De financieels gevolgen dezer, zeker ingrijpende maatregelen thans na te gaan voor de onderscheidene gemeenten of groepen, daarvoor ontbreken ons de noodigo gegevens. Wij moeten daarom onze beschouwingen eindigen en kunnen niet beloven hierop nader terug te komen, omdat wij wel weten waaruit de vereischte wetenschap in deze geput kan worden, doch geen kans zien die te bereiken. Wonderschapen met vijf pooien, won- dervarkens met een olifantensnuit, won- dcrkalveren met een honderug, kortom verscheidene zoogenoemde wonderdieren zijn van tijd tot tijd hier of daar voor den wectgierigen mensch te zien, marn oen wondermensch, een man met drie armen, die bovendien op klaarlichten dag op straat loopt, ja zelfs de eigen aardige neiging vertoont om tegen oude menschen aan te dringen, zoo'n mensch is zeer zeldzaam. Toch is er dezer dagen te Berlijn in de Friederichstrasse zoo'n jongmenscb door de politie opge merkt. Over zijn linkerarm hing een reisdeken, terwijl de rechterhand in den voorzak van den mooien pels russte. Tot zijn groote verbazing zag de agent nu plotseling tusscben den reisdeken nog een derde hand verschijnen en in den zak van een dame verdwijnen. De be langstelling van den politieman werd nu nog meer aan den man met de drie handen gewijd. Toon de driehandige nogmaals den zak van een andere dame bewerkte, werd het natuurwonder mee genomen. Op het bureau bleek, dat de arm met den reisdeken een houten arm was en dat de echte linkerarm onder den pels gebonden zat. Met den vrij gebleven onderarm maakte hij z'n zaken. In Beriijn zijn nog eens zaken te maken Zoo wordt daar nu al weer een ten toonstelling gehouden en wel van katten. Houderdvijttig exemplaren zitten in fraai ingerichte kooien met zijden kussens en allerlei andere weclden. In één kooi woont een kat mot een paar kanaries samen. Verder trekt de be roemde Dodo zeer de aandacht. Het is een Angora-kater, die zijn eigenaar al 19000 mark aan dekgeld opbracht. Zijn stamboom loopt terug tot het jaar 1794. liet was nu de militaire dokter Coliguou die in dat jaar de laatste mas ker-angora's meebracht uit Afrika. Dodo stamt van deze af, doch tengevolge van de incesstteelt schijnt het geslacht zijn goede eigenschappen te verliezen. De hoogbedaagde papa van Dodo leeft nog, hij is 30 jaar oud. Voor een kat, maar zeker voor een kater een bizonder lioogc leeftijd. 't Is te hopen, dat hem een eervoller begrafenis en een langduriger rust zal te beurt vallen, dan het varken, waar van het H. v. d. D. het volgende ver haalt Een boer op een dorp onder den rook van Amsterdam had een jong varken. Het beest werd ziek, stierf en werd begraven op een afgelegen plekje van het erf. Ecnige dagen daarna komt een vlcesch- venter uit een naburig dorp bij den boer. De treurige geschiedenis van het jonge varken werd verhaald. Jammer", zei de vlceschventer, „ik had 't wel willen hebben.' „'t Zit onder den grond ginds", merkte de boer op. „'k Geef er 'n kwartje voor", bood do slager. „Graaf 't maar op", bromde de boer. En de slager groef 't op en wierp 't op zijn kar en „Daar wordt de lekkerste worst van gemaakt", verklaarde de slager. Dit is dn ware geschiedenis van een jong varken, dat stierf, werd begraven en tóch worst werd. Ja, je beleeft rare dingen tegenwoor dig. Zoo weet de N. L. K. ons een geval mee te deelcn van een oplichter die zeker wel als een der sluwste onder zijn vakgenooten genoemd mag worden. Hij bracht een bezoek aan de ge meente Iloensbroek en gaf voor woon achtig te zijn te Vucht, gemeente Beek, en Penders te hcetcn. Het doel zijner reis was zijn broeder, die door den be komen schrik tengevolge van den val van een paard aan vallende ziekte leed, daarvan te genezen. Hij was te Heerler- hcide geweest en volgde nu de voor schriften ter core van den H. Cornelius. Te dien einde moest hij zooveel koren verzamelen, als het gewicht van den lijder bedroeg, of wel eene som gelds, gelijk aan de waarde van deze boeveel heid rogge. Hij nam laatstgenoemde taak op zich, omdat deze hem niet zoo zwaar viel. Daar men naderhand achterdocht kreeg, werden den volgende morgen bij den pastoor van lleerlerlieide informaties genomen. Hier bleek echter, dat alles slechts een verzinsel was en men door een bedrieger was beetgenomen. De persoon, die overigens een fatsoen lijk voorkomen had en goed gekleed was, wist met ware geslepenheid zijne bedrieglijke praktijk uit te oefenen. Oppassen is dus de boodschap, want wie weet of ook niet in ons liefdadig Amersfoort dergelijke individuen hun slag trachten te slaan. En voor dat men het weet, zijn ze geblazen Van blazen gesproken ,de langst blaas is, niet die van een giraffe of olifant of mammouth, maar van den IJmuidenschen misthoorn, die van de 108 uren, dat de mist duurde, er 100 achtereen geblazen heeft. En dan spreekt men nog van blaas ziekten! Kennisgeving. Inschrijving voor de Nationale Militie. BURGEMEESTER en ETHOUDERS dei- gemeente AMERSFOORT Gelet op art. 17 der Militiewet 1901 (Staats blad uo. 212 van 1901) Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, ter inschrijving voor de nationale militie van jongelingen, die in het jaar 1887 geboren zijn, voor deze gemeente zal worden zitting' gehouden op Maandag den Sen Januari 1900 en op Dinsdag don 9en Januari 1906, telkens van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur; en dat de bepalingen, vastgesteld bij hoofdstuk II der voormelde wet, ten opzichte van de i n s c h r ij ving voor de militie, luiden: Art. 13. Voor de militie wordt inge schreven lo. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie verblijf houdt, 2o. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het KoningrijK Belgie woonplaats heelt, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander, die binnen het Rijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Ne- derlander, zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een bij art. 16 omschre ven gevallen. Ingezetene is voor de toepassing van het bepaalde hierboven ouder -lo. A. de binnen liet Rijk verblijf houdende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langslevenden bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten's lands gevestigd; c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wette- lijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heelt, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf ge houden heeft: B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maan den in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A. ge houden, hij die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepas sing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij die meerderjarig is iu denzin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt ön zijn vader moeder of voogd aldaar woon plaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd: zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de ge meente, waar hij verblijf houdt; zoo hij door zijn vader of moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wette- lijkcn zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is. dat hij een voogd heeft iu de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk Belgie verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heelt binnen het rijk, in de gemeente dei- woonplaats van vader moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche rijk, in de gemeente Amsterdam is zij iu het Koningrijk Belgie, in de ge meente Rotterdam 3o. van hem bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o zoo hij woonplaats heeft binnen het rijk, in de gemeente zijner woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij zijn woonplaats heeft in het Koningrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam: 4o. A. van hem. bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig is: zOo hij verkeert in het geval, in de tweede zin snede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder, of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in het geval, in die zin snede onder Ab omschreven in de gemeente waar zijn voogd woonplaats heeft: is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waar de minderjarige verblijf houdt; zoo hij verkeert in een dor gevallen, in, evenbedoelcle zinsnede onder Ac omschreven in de gemeente waar hij verblijf houdt; B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o. indien hij meerderjarig is; in de gemeente waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij van hetjaar volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijven te .iin- sierdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderschei denlijk in het Duitsche rijk of in het Koning rijk Belgie. Art. 15. Voor de militie wordt niet inge schreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot eeu Staat, waar de Nederlanders n iet aan de verpligte krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van dc dienstpligt het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o, hij, die bewijst iu de koloniën of bezit tingen des rijks iu andere werelddeelen verblijf te houden ol woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woon plaats binnen het rijk. Art. 16. tlij, dio volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij burgemeester en wethouders dei- gemeente, waar volgens art. 14deinschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januarij van het jaar volgende op dat, waarin hij het 18 levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van heui, die zich tor inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de ver plichting tot het doen der aangifte: indien het eeu minderjarige betreft op zijn vader, moeder of voogd: indien het. een meerderjarige betreft, die onder curatele gesteld is op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het Kouingiijk Belgie woonplaats hoeft, Behoudens de uitzonderingen bij de volgen de zinsnede gemaakt, rost de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige: indien, zijn vader, moeder of voogd niet binnen het rijk, in het Duitsche rijk of i» het Koningrijk Belgie woonplaats heeft. indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke magt missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is; of indien hij ouderloos is of iu wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het uiet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeldt, ter inschrijving moet worden opgegeven of die iu dienst is bij de zec- magfc, dc marine-reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verpligt. Voor hem of haar, die tot het doen dei- aangifte verpligt Is, kan de aangifte ge schieden door een ander, daartoe schriltelijk gemachtigd. De volmagt blijft onder burge meester en wethoudors berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moot blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook in geschreven of wordt opnieuw ingeschreven: lo. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, die na den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat waarin hij het 18de levensjaar volbragt, en voor liet intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk. iu het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd heeft; 2o. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van diens 21 sic levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januarij vau het jaar, volgende op dat. waarin hij hot 18de levensjaar vol bragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo hij in oen der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader moeier of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven: 4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander, die na den lsten Januarij van het jaar. volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van liet 21ste levensjaar, zijne woonplaats binnen het rijk, iu het Duitsche rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd of er woon plaats verkregen heeft; 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar vol bragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander it» geworden, zoo hij in een der hier boven onder 4o, omschreven gevallen ver keert; 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander die na den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar vol bragt, on vóór het intreden van het 21sre levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verpligting- tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter in schrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terugerlangen van het Nederlanderschap of van het ingezeten schap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het Koningrijk België. De inschrijving geschiedt in het register betreflende de lig ting van hetjaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel be doelde persoon volgens zijn leeftijd behoort. Art. 166, Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de- overtreding van artt. 16, 18 en 22, Voorts wordt bekend gemaakt, dat van elk, die moet worden ingeschreven, de overleg ging van een uittreksel uit het geboorte register kan worden gevorderddat (lie uit treksels voor hen, die in deze gemeente in het jaar 1887 zijn geboren, bij de inschrijving zullen voorhanden zijn; en dat zij, die in een andere gemeente zijn geboren, zich gedurende den loop dezer maand dagelijks (Zou- en feestdagen uitgezonderd), van des voormiddags 10 tot 1 uur des na middags. kunnen vervoegen ter Gemeente- Secretarie, ten einde zoodanig uittreksel door tusschenkomst vau den Burgemeester te doen lanv ragen. Wordende de belanghebbenden verder ter bevordering van orde, verzocht om de boven bedoelde tijdsbepalingen in acht neiuen, als mede om bij cle aangifte mede te brengen een duidelijke opgave van de woonplaats, met aanduiding van wijk- en huisnummer, De eerste maal afgekondigd te Amersfoort den 2 December 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, WUIJTIERS, De Secretaris, J. G. STENFEllT KROESE. Tot regent van het gesticht „Dc armen dc Potli" is benoemd mr. J. Ileijligers. De rechtbank tc Utrecht heeft M. A. KI., 5(3 jaar, koopman te Amersfoort, die terecht heeft gestaan wegens mein eed in de strafzaak tegen II. H. vrijge sproken. Op de gebruikelijke wijze werd vóór het front van den troep, het kruis voor 15-jarigen Kederlandschen dienst als offi cier op plechtige wijze uitgereikt aan den kapitein W. F. N. von Hombracht, van het 5e reg. infanterie, eD aan de le luitenants G. J. A. A. baron Yan Heemstra, jhr. H. F. van Kinschot en G. J. Maris, van het eseadron ordon nansen. De generaalmajoor A. D. Petter, commandant der 4e divisie infanterie vergezeld van den majoor A. L. KI eik de Keus, chef van den staf is naar Assen vertrokken, tot het bijwonen van kader oefeningen op de kaart van de hoofd officieren en kapiteins van het le regiment infanterie. De le Luitenant-Kwartiermeester W. B. Slotboom, van het lie Reg. Inf. te den Helder, is overgeplaatst bij het le Rcg. Huzaren alhier in garnizoen. Bij dc Evang. Luth. gemeente alhier zijn tot diaken gekozen de heeren G. P. Ittmann Jr. en W. A. TI. Weber. Bij nader onderzoek is gebleken, dat de beklaagde, die destijds zekeren R alhier ernstig verwondde en opgegeven heeft, genaamd te zijn van E. uit Haarlem, eigenlijk is genaamd A. K. en ontvlucht is uit de Rijkswerkinrich ting Yeenhuizen. Hij is onmiddellijk gearresteerd en overgebracht naar Utrecht. De le luitenants der infanterie II. Zeeman en J. Kooiman, leerlingen van de Hoogere Krijgsschool, worden vau 1 April tot 1 October a.s. alhier ge detacheerd tot het bijwonen van practi- sche oefeningen; eerstgenoemde bij het lc regiment huzaren, laatstgenoemde bij een der batterijen van het le regiment vcld-artillerie. Opgave van onbestelbare poststukkeu over de laatste helft van de maand November. Brieven: Frank, Strilter, mej. C. Blom bergen, mej. A. Kok. Boas, adv. en proc., allen tc Amsterdam; mej. A. van Krimpena, Eemewoude; de Roos, Ermelo; B. Nijhuis, den Haag; mej. M. T. Perris, den Haag; Ecfaar Wijs, OschMiss Green, Soestdijk Briefkaarten: J. Rijken, Amersfoort; Betzy van Leeuwen, den Haag: van Dijk. Utrecht: 3 briefkaarten zonder adres; mej M. Vermeulen, Amersfoort: Walburg, den Haag; P. W. Bon. Leiden. Postwissels: J. Senhart, Neerbosch. Uit het buitenland terug: Madame van Roven, Milan, Raffoluck, Londres; R. T. C. Bentinck, Territet; H. Kuijken, London. 16 drukwerken. Dinsdagavond half acht geeft Toon kunst een uitvoering in Amic-itia, waarbij als solisten zullen optreden de dames: M. Loeber en C. van Dókkum en de heeren R. van Schaik, G. Zalsman en W. van Hilten. Verder de dames G. M., W. S. en II. M. en de heer W. P. Uitgevoerd zal worden: Scenen aus Goethes Faust van R. Schumann. Meineed. Door een misverstand is in ons vorig nummer een verslag ge plaatst van* de zitting van de Utrechtsche Rechtbank overgenomen uit het Utrechtsch Dagblad dat in dien v o r m niet in ons blad behoort. Voor lien die geregeld ons blad lezen is het natuurlijk overbodig ons leedwe zen te betuigen, daar z ij kunnen we ten, dat wij steeds gestreden hebben tegen alles, wat zweemt naar anti semitisme; daar zij weten kunnen, dat de Eenilander het ecnige blad geweest is, wier redactie zich beschikbaar stelde voor het ontvangen van giften voor dc Russische Joden. We plaatsen deze rectificatie evenwel daar 't ons bekend is, hoe gaarne men geneigd is fouten door een vergrootglas te bekijken. Hei 9 uur-sluiting-comité heeft de volgende circulaire verzonden: Bij deze veroorloven wij ons de vrij heid Uw onmisbaren steun in te roepen in zake het bevorderen van een ver voegd sluitingsuur voor winkels en ma gazijnen. Er is reeds eerder gezegd, dat wanneer het publiek besluit in 't vervolg na 9 uur niet meer inkoopen te zullen doen, behoudens natuurlijk uitzondering bij ziekte en buitengewone omstandigheden, bijv. vóór algemeene feestdagen, welke winkel zal dan nog open blijven na dit uur? Wij achten het in het belang, zoowel van patroons als van ondergeschikten, dat een werkdag van minstens 14 uren, met korte of in 't geheel geen rust tijden, worde ingkrompen. En wij ge- looven, dat U overtuigd zijt, na alles wat reeds is geschreven en gesproken over een vervroegde winkelsluiting, dat ons verzoek tot U recht van bestaan heeft en billijk is. Er zijn enkele bedrijven, die vermecnen nog niet tot de 9 uur-sluiting te kunnen overgaan.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2