No. 3.
Woensdag 10 Januari 1906.
3e Jaargang
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Onveilig.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Ouderöoms- en Invaliditeits
verzekering.
DE EEMLANDER.
Verschijnt:
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.'
Abonnementsprijs
Per jaarf 3-00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
In de laatste Raadszitting was het de
heer Gerritsen, die een klaagtoon aan
hief over de onveiligheid van den Soester-
weg. Hij had van verschillende zijden
vernomen, dat herhaaldelijk wielrijders
en automobilisten daar werden lastig
gevallen en deze meermalen moesten
kennis maken met keien en straatvuil,
door de lieftallige straatjeugd naar hunne
voertuigen geworpen. Bj wijze van
interruptie deelde dc heer Rolandus
Hagedoorn mede, dat hij den dag te
voren nog getuige was geweest van een
dergelijk onthaal van hier passeerende
vreemdelingen.
Wij gelooven, dat de heer Gerritsen
goed heeft gedaan, deze klacht eens in
den Raad onzer Gemeente te brengen.
Ze is, helaas, volstrekt niet nieuw.
Reeds jaren en jaren wordt er geklaagd
over de onveiligheid van dat stadsge
deelte en ons zijn wielrijdende stadge-
nooten bekend, die stelselmatig dien weg
mijden.
Verwonderen doet het ons dan ook
niet, dat er bij den Burgemeester als
hoofd der politie al eens ernstige klachten
zijn ingekomen. Toen een goede twee
maanden terug weder een klacht werd
ingediend is daarop verschenen een
waarschuwing van den commissaris van
politie van den volgenden inhoud:
In verband met verschillende klachten
over baldadigheden, gepleegd tegen auto
mobilisten in de omgeving van de
bebouwde kom der gemeente, vooral aan
den Soesterweg, door met steenen als
anderszins naar de voertuigen en inzitten
den te werpen, wijst ondergeteekende op
het gevaar, hetwelk daardoor ontstaan kan
en verzoekt een ieder beleefd, doch drin
geud zich van dergelijke baldadigheden
te onthouden, daar, bij ontdekking, de wet
met de meeste gestrengheid aal toegepast
worden.
Ouders, voogden, onderwijzers en in 't
algemeen zij, die eenigen invloed kunnen
uitoefen op de opvoeding der jeugd, worden
mede beleefd verzocht hunne medewerking
in dezen wel te willen verleenen.
Als je aan je zélven twijfelt sta je op
zwakke voeten.
H. Ibsen.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
EERSTE HOOFDSTUK.
„De gelukkigste man in Napels."
Toen kwamen zij aan eene heerlijke
vlakte, genaamd het Geluk, maar die
vlakte was zoo smal, dat zij hom
spoedig hadden overgestoken.
(Pelgrims Reize).
Haastig, het papier er af, laat kijken
hoe ze er uit zien! riep een frissche,
heldere stem.
Laat mij het doen, Signor! viel de
Napolitaanschc winkelier, die achter een
toonbank in de Toledo stond, in de
rede, en het pakje in de hand nemend,
sneed hij 'tmet zijn pennemes open en
Wij vinden zoo'n waarschuwing vol
strekt niet overbodig, en wenschen haar
waarde ook niet te onderschatten, maar
toch verwachten we momenteel er heel
weinig resultaat van.
Door de verbazende bouwwoede der
laatste jaren is het gedeelte over de
spoorlijn, gelegen aan den Soestcrweg,
a. h. w. een kleine voorstad geworden.
Een surveillance van een of meer
pohtiagenten is daar, vooral met het
oog op dat deel der bewoners, dat zich
juist aan de gewraakte straatschenderijen
schuldig maakt, beslist onvoldoende.
Daar moet aanhoudend, geregeld en
streng toezicht zijn. En dat kan o. i.
alleen dan worden verkregen, wanneer
verwezenlijkt wordt het plan, dat, naar
de Burgemeester meedeelde, reeds lang
overwogen is. Wij bedoelen het in dat
stadsgedeelte vestigen van een hulpbureau
van politie. En een voorstel daaromtrent
zou den Raad wellicht reeds hebben
bereikt, zoo B. en W. het niet achter
wege lieten met het oog op den finan-
cieelen toestand der gemeente. Dat
kunnen wij ons niet goed indenken,
liet is bekend dat wij den toestand
onzer financiën niet zoo donker inzien
als vele zuinigheidsapostclen. Wij wil-
willen echter voor een oogenblik aan
nemen, dat onze Gemeente er werkelijk
slecht voorstaat.
Haar dan willen we toch nog vragen
Is het verantwoordelijk, de
veiligheid in te boeten ter
wille van de zuinigheid.
Het antwoord hierop moet beslist
ontkennend luiden. En wij vertrouwen,
dat zij, die bij iederen nieuwen maat
regel die wat geld kost, belastingvcr-
hooging in het verschiet zien, liet met
ons eens zullen zijn, dat zorg voor de
veiligheid op de wegen oen eerste eisch
moet zijn, die niet mag worden ver
waarloosd, omdat de gemeentekas nu
eenmaal niet goed gevuld is. Waar
Burg. en Wethouders zich dan ook
daarom alleen wat huivrig toonen om in
trok er glimlachend een der visite
kaartjes uit, dat hij zijn klant overrijkte
zeggende: „Ziedaar, Signor, en mijne
hartelijke gelukwenschen er bij."
De jonge man blikte haastig op het
kaartje, waarop in koperdruk de naam
stond van
„Avvocato Carlo Poerio Donati."
Dit was voor hem het teeken en
zinnebeeld van den mannelijke» leeftijd,
van vrijheid, het gaf te kennen, dat hij
examens en lessen achter don rug had,
dat hij eindelijk zijne liefde mocht open
baren, die zoovele jaren dc grootste in
vloed op zijn leven had uitgeoefend.
„Ah Signor Pietro!" zeide hij, zich
tot den ouden winkelier wendend met
oen glimlach, die zijn gelaat verhelderde.
„Ik ben de gelukkigste man van Napels
van daag! Kom Enrico! jij zijt niet
half opgewonden genoeg!" zoo keerde
hij zich tot zijn vriend, die naast hem
stond en met goedige onverschilligheid
het tooneeltje aanschouwde, hij nam hem
een soortgelijk pakje uit de hand en
den omslag openscheurend, haalde hij
een kaartje er uit met don naam
„Avvocato Enrico Ritter."
Enrico was van Dnitschc afkomst,
maar de familie Ritier had reeds een
halve eeuw in Napels gewoond en was
er genaturaliseerd, docli in spijt van
zijne Ilaliaansche opvoeding bleef Enrico
deze kwestie met afdoende voorstellen
voor den dag te komen, hopen wij, dat
van uit den Raad zelve het initiatief
zal worden genomen om paal en perk
te stellen aan dit steeds voortwoekerende
kwaad. Of moeten eerst ernstiger on
gelukken gebeuren? Wij vertrouwen
dat dit niet noodig zal zijn. De thans
bestaande toestand cischt dringend ver
betering en wij zijn er ten volle van
overtuigd, dat liet overgroote meerendeel
van Amersfoorts inwoners het zal toe
juichen, wanneer maatregelen worden
genomen, waardoor het mogelijk wordt
voor goed een einde te maken aan een
kwaad, dat werkelijk ernstige afmetingen
is gaan aannemen.
Bij de algcmeene beraadslagingen over
de Staatsbegrooting onlangs in dc Tweede
Kamer gehouden zeide Minister Vccgens
in de vergadering van 8 Dec. over
bovenstaand onderwerp o. a. het volgende:
„Over den inhoud dezer regeling ware
een debat thans zeker voorbarig. Ik
hoop daarbij mijn eigen weg te gaan,
den weg, die mij ook bij nadere studie
de juiste voorkomt, in de hoop, dat de
Kamer mij daarop zal kunnen volgen.
Het geldt hier toch, evenals bij andere
onderwerpen, die aan de zorg van mijn
Derpartement zijn toevertrouwd aller
minst eene partijzaak, maar een groot
algemeen volksbelang. Slechts zou ik,
naar aanleiding van deze zaak aan den
geachten afgevaardigde uit Amsterdam
IH nog wel wenschen te vragen, hoe
hij er aan komt, dat volgens mededeeling
der Regeering het pensioen van de
arbeiders grootendeels door de arbeiders
zelf zal moeten worden betaald. De
Regeering heeft alleen verklaard, dat
naar hare meening, eene invaliditeits- en
ouderdomsverzekering zonder bijdragen
van de arbeiders zelf voor verwezen-
een Duitscher in hart en nieren en
toonde eene zonderlinge tegenstelling,
met zijn vriend en inodgezel.
„Waarom neem je die kaartjes, ze
beteekenen voor mij niet zooveel als
voor u," riep hij lachend uit. „Trouwens
Signor Pietro verwacht 'took niet om
mij vol extase op een stukje carton te
zien staren."
„O! gij practische Enrico! Waar is
je verbeelding?" antwoordde Carlo
lachend. „Kan het tooverwoord „Avvo
cato" in uwe Duitsche hersenen geen
visioenen voor de toekomst te voorschijn
roepen?"
„Visioenen" bromde Erico, met voor
gewende neerslachtigheid; „ja, visioenen
van heete gerechtshoven, langdurige
gevallen, kale toga's en schrale loonen."
Carlo en de winkelier begonnen harte
lijk te lachen om zijn droevig gelaat.
„Wel SigDor Pietro, het is nog altijd
dezelfde geschiedenis niet waar? Hij
is nu even prozaïsch als toen wij op
het gymnasium gingen, jaren geleden,
en wij inkt en pennen kwamen koopen
in 't voorbijgaan. Maar komaan, 't wordt
laat en ik moet weg, Enrico! Goeden
dag, Sigoor Pietro, en hartelijk dank
voor je gelukwenschen."
De twee vrienden verlieten den winkel
en wandelden door de drukke, volle
straten naar de Piazza del Plebiscito.
Verscheidene voorbijgangers keerden zich
om, om Carlo's schoon gelaat te zien,
lijking niet vatbaar ware. Het woord
grootendeels is hier door den geachten
afgevaardigde zelf zeer ten onrechte
tusschen gevoegd."
Omtrent een belangrijk hoofdbeginsel,
dai in de van dezen Minister te ver
wachten regeling der ouderdoms- en
invaliditeitsverzekering toepassing zal
vinden, bevatten boven aangehaalde
woorden eene zoo duidelijk mogelijke
verklaring: ook de verzekerden zelve
zullen voor het hun toe te kennen
ouderdoms- of invaliditeitspensioen, moe
ten bijdragen. Dat ook van Staat en
werkgevers daarvoor bijdragen zullen
worden gevorderd, spreekt zoo van zeil,
dat het ook zonder uitdrukkelijke ver
klaring zijnerzijds als in de bedoeling
des Ministers liggende mag worden aan
genomen.
En tegenover de oud-liberalen, èn
tegenover de sociaal-democraten wordt
aldus het standpunt gehandhaafd, dat
van de drie belanghebbenden, bij het
tot stand komen der ouderdoms- en
invaliditeits-verzekering n.l. de gemeen
schap, door den staat vertegenwoordigd,
de werkgevers en dc arbeiders de kosten
dier verzekering moeten gevorderd
worden.
De billijkheid van dat standpunt springt
in liet oog, wanneer men het belang van
elk der drie genoemde belanghebbenden
nader beschouwt.
Voor de gemeenschap is een tevreden,
voor de toekomst verzekerde, aan hare
instellingeu verknochte en door den
band vau rechter, en verplichtingen aan
haar gehechte arbeider een levensvoor
waarde. Veel van hem verlangend, moet
zij hem ook veel geven en wel niet
enkel de bescherming des rechts en
persoonlijke vrijheid, maar ook steun tor
verkrijging van de levensvoorwaarden,
zonder welke van hem geen tevreden
heid met zijn lot te verwachten is. Dat
die steun niet enkel bestaan kan in het
van staatswege openen der gelegenheid
tot het door eigen middelen verkrijgen
want te Napels zijn knappe men6chen
uitzondering en geen regel en onder
de donkere, morsige Napolitanen kon
't uict anders of zijn frissche bruinroode
kleur moest de aandacht trekken.
Het gelaat was bijzonder aantrekkelijk,
niet alleen door zijne schoone welge
maakte trekken, maar meer nog dooi
de zedige en zachte uitdrukking van zijne
heldere, donkere oogen. Hij zag er uit,
zooals hij zich zelf had genoemd, als
de gelukkigste man in Napels. Ais hem
in uiterlijk iets ontbrak, dan was het
lengte, doch wij kunnen niet allen helden
van 6 voet lang zijn, en hoewel Carlo
klein en tenger was, was hij zoo wel
gebouwd, zoo slank en levendig en zoo
vol van de bevalligheid die den meestcn
Italianen eigen is, dat het onmogelijk
was eenige verandering in hem te
wenschen. Op dien dag kon hij door
gaan voor het verpersoonlijkte optimisme
terwijl Enrico Ritter daarentegen een
ideaal voor het pessimisme zou geweest
zijn.
Enrico was op en top een Duitscher;
niemand kon zich er in vergissen, die
dat blonde, sluike haar en knevel, dat
licht gekleurde gelaat, die kleine, grijze
oogen, eerlijk en koud doch met een
goedmoedige uitdrukking er in, die de
cynische trek 0111 den mond weersprak,
aanschouwde. Wat deze twee, zoo ge
heel verschillende karakters bijeen had
gebracht, was onmogelijk te zeggen,
van eene verzekerde toekomst, heeft de
ervaring voldoende geleerd.
Niet minder groot is het belang der
werkgevers bij liet tot stand komen van
dezen socialen maatregel, maar op lien
rust ten deze een even grooto verplich
ting. Onhoudbaar is de toestand dat de
oud geworden of vroeg versloten arbeider,
wiens werkkracht geen loon meer waard
is, alleen van do liefdadigheid of het
plichtsgevoel der zijnen hulp kan ver
wachten.
Het bedrijf, waaraan hij zijne beste
jaren heeft gegeven, tot welks bloei
zijne krachten zijn gebruikt, behoort niet
onverschillig te blijven voor zijn lot na
hot einde der jaren van arbeid. En deze
verplichting door vele ondernemers ge
voeld, door sommigen daadwerkelijk
vervuld, kan toch eerst, door den wet
gever opgelegd en geregeld, tot volledigo
handhaving geraken.
Eindelijk de arbeidersklasse; niet
grootendeels maar zeker mede behoort
zij de kosten barer toekomstverzekering
te dragon, wat wel opmerkelijk, naar
onlangs de bladen berichtten, ook do
Fransche socialistenleider Jaurès heeft
betoogd. Niet alleen de onuitvoer
baarheid, blijkens boven aangehaalde
uitlating des Ministers, van eene verzeke
ring zonder bijdragen der arbeiders, stelt
aan hen don eisch zich daarvoor een
persoonlijk offer te getroosten ook hun
gevoel van eigenwaarde en zelfstandig
heid moet hen daartoe bereid doen
zijn.
Hopen wij, dat de wenscli door den
Minister geuit, dat de Kamer hem zal wil
len volgen op den weg, dien hij ter
behartiging van dit gewichtige volksbe
lang, zal kiezen, in vervulling moge
gaan. V. D.
mannen van wetenschap hadden wellicht
beweerd, dat 't voortkwam uit het feir
dat zij zoo beslist anders waren. Maai-
wat ook de oorzaak van hunne vriend
schap zijn mocht, vrienden waren zij in
den besten zin des woords en hunne
vriendschap had reeds een tiental jaren
pal gestaan.
Intusschen hadden zij de Piazza be
reikt, de namiddagzon scheen op de
roode muren van 't Palazzo reale, de
zware boogvensters van de San Carlo
verlichtend en glans gevend aan den
dom en de statige voorgevel van de
kerk van San Francesco di Paolo. Het
geleek een vreemde warboel van oud
en nieuw, belooverd door herinneringen
aan de wreedheden van koning Bomba,
betooverd door visioenen van Garibaldi
en Carlo Poerio, terwijl hier en daar
volle trams heengleden of een processie
van witgekleede monniken, zich langzaam
een weg baande door de, volgens de
laatste Parijsche mode geklcede menigte.
„Tien minuten tijd voor mijn paard
klaar is," zei Carlo op zijn horloge
kijkend. „Laat ons een kop koffie gaan
drinken." Aldus sprekend wandelde hij
naar 't dichstbijzijnd restaurant. Enrico
bleef even achter om een courant te
koopen en volgde toen zijn vriend.
De plaats was stampvol en er was
een verward gegons van stemmen, in 't
Fransch, Engelsch of Italiaansch.
Carlo was aan een der marmeren