Allerlei.
wij tot de zekerheid, dat onze onder
stelling, juist was.
Het bleek n.l. bij het opgraven van
den put, dat zich door voegen van het
zoogenaamde „gestapelde" metselwerk,
zuigwortels van de in de buurt staande
gewassen in groote hoeveelheid opge
hoopt hadden, nl. ter dikte van circa
meter. Deze waren gedeeltelijk in rot-
tenden toestand en deelden aan het
water, zooals bij scheikundig onderzoek
bleek, zeer belangrijke hoeveelheden
ammoniakverbindingen mede. Doch hoe
liet zich nu het loodgehalte vorklaren,
hetwelk de cene deskundige vond en de
andere niet?
Om tot een opheldering hiervan te
komen, werd het water onderzocht,
nadat het eenige uren in rust gelaten
was geworden in de looden buis, welke
van den put langs een horizontaal doch
ecnigszins hellend vlak naar het woon
huis liep. In dit water nu werd een
zeer duidelijke loodreactie geconstateerd.
Vervolgens werd geruimen tijd het water
opgepompt, ten einde dit direct uit den
bodem te verkrijgen, zonder vermengd
te zijn met water, hetwelk in de ooden
pijp gestaan had. Dit water nu was
wel zeer onzuiver en ammoniakhoudend,
doch geheel loodvrij, zooals trouwens te
vermoeden was.
De ammoniakverbindingen hebben,
zooals bekend is, een zeer oplossende
werking op lood en loodvel-bindingen;
vandaar dat, terwijl eene scheikundige,
zeer natuurlijk, lood constateerde in
water, hetwelk eenigen tijd in de looden
bui9 gestaan had, een ander deskundige
in een monster van hetzelfde water,
het antwoord. Hij drukte Carlo in eene
langdurige omhelzing aan zijn borst.
„Wel, vader, ik geloof dat gij spoedig
beter zult zijn!" riep de jongen vroolijk
uit, de sterke armen 0111 zich heen ge
voelend. Hij wist niet dat oen plotselinge
krachtsontwikkeling dikwijls de voorbode
van den dood is.
In een zin zooals hij ze niet meende,
bevatten zijne woorden waarheid, want
den volgenden morgen was Bruno
Donati in de rust der martelaren in
gegaan, en hij was er „beter."
Na dien tijd was Carlo's leven zonder
gebeurtenissen heen gegaan, de her
innering aan zijn vader bedroefde hem
niet, het verhief hem en stemde hem
ernstig. Voor een Italiaansche knaap
had hij een ongewoon vrij en gezond
leven geleid; zijne moeder kon nooit er
toe besluiten het landhuis te verlaten,
waar zij den zomer van 1862 had door
gebracht en waar haar echtgenoot ge
storven was. Zij woonden 't geheele jaar
op villa Bruno en een vriendelijke oude
priester te Pozzuoli gaf den knaap
onderricht tot hij oud genoeg was eiken
dag naar het gymnasium te Napels te
gaan.
Hier sloot hij zijn levenslange vriend
schap met Enrico Ritter en leerde veel
door zijn omgang met de Duitsche
familie, wier huis zijn voornaamste ver
blijfplaats was, als hij in Napels vertoefde.
De Ritters, die 't leven van den jongen
onder 10 leden vau den arbeiderspartij,
17 unionisten en 18 Iersche nationalisten.
De liberalen wonnen aldus 25 zetels,
die nog met enkele vermeerderd kunnen
worden. De beteekenis van de ver
kiezing van 10 arbeidersafgevaardigden
wordt in alle bladen gereleveerd.
Er kan aan toegevoegd worden dat
de krachtige samenwerking van democra
ten met liberalen van andere politieke
classificatie een feit van meer dan on
gewone beteekenis is. Door buitenland-
sche democraten is steeds beweerd dat
de Engcl6che arbeiders slechts zeilden
in het zog van de liberale partijen. En
ook bij deze gelegenheid kan deze op
merking gemaakt worden, doch vergeten
wordt vaak, daaraan toe te voegen dat
er wel een hechte reden moet zijn tot
zulk een tactiek, omdat het den Engel-
schen vakbonders overigens niet aan
zelfstandigheid ontbreekt. John Burns,
bovendien zitting hebbend in het
ministerie, dat steunt op deze verkiezin
gen, is er de man niet naar om zich
door de heeren op sleeptouw te laten
nemen. En zoo zijn voldoende waar
borgen daar, voor een oprechte arbeiders-
politiek ouder de sanctie van de liberale
meerderheid, die de dag van Zaterdag
heeft gebracht.
Een tweede markant feit is de neder
laag van Balfour te Manchester waar hij
4423 kreeg en zijn tegenstander de
liberaal Horridge met 6403 stemmen
gekozen werd. Balfour heeft 20 jaar
lang zitting gehad voor Oost-Manchester
en de wijze waarop de kiezers hun
afkeuring over de tariefpolitiek te ken
nen gaven is dus wel een duidelijke en
zuivere organische. Trouwens over het
algemeen kan de uitslag van deze ver
kiezing niet anders opgevat worden dan
als een duidelijk streven van de kiezers
als hoogste macht in den staat in te
grijpen in den gang van zaken. De
Zuid-Afrikaausche oorlog, de Chineezen
invoer, het gevaar voor een Europeeschen
oorlog waartegen het voorgaand mini
sterie niet voldoende waarborgen bood,
hebben den wensch naar een ander
regime doen ontstaan en het stembiljet
werd gebruikt als middel om dezen
wensch te manifesteeren. Er komt thans
weer meer overeenstemming tusschen
Engelands verleden en heden, tusschen
Engelands volk en Engelands regeering.
Het gewicht van dezen uitslag in ver
band met den Europeeschen vrede
werd indertijd al eens beschreven al
dus: De liberaal als orgaan van den
handel, de ontwikkelde industrie en den
arbeid is vredelievend, omdat het vooral
genoemde klassen zijn die de ellenden
van den oorlog direct en indirect betalen,
't zij met hun geld of met hun bloed!
Een derde gezichtspunt is dat van den
vrijhandel. In Engeland, na Nederland
het oudste terrein van den vrijen han
del, is deze thans weer geheel buiten
gevaar. Misschien dat dit herstel ook
op het continent beveiligend zal werken
tegen de neiging, om de te korteti op
de begrooting te dekken door middel
van verhoogde indirecte belastingen. De
neiging tot preferentieele tarieven in
Engeland was een oorlogsgevaar, omdat
ze een gevaar beteekende voor den
internationalen handel.
De uitslag van de verkiezingen, die
dit gevaar deed wijken, is dus een wel
daad aan den handel! Met dat al is
de toestand van Engeland niet beslist
gunstig en de taak van het liberalisme
zwaar. Duitsche concurrentie doet handel
en vooral industrie schade en de sociale
wetgeving drijft de begrootingen op.
De liberale regeering staat dus voor
de taak zonder dwangmaatregelen, zonder
eentonig vonden, noodigden hem meer
malen uit bij hen te blijven, terwijl zij
vroolijke partijtjes voor hem hielden.
Ofschoon in naam Luthersch waren de
waardige Duitschers materialisten en
twas voornamentlijk door zijn omgang
met hen dat Carlo voor 't eerst onvol
daan was over den godsdienst waarin
zijne moeder hem had opgevoed. Even
eens was hij niet tevreden met het
vormelijke aannemen van het christen
dom, en evenmin met het werkelijke
scepticisme, dat bij de Ritters heerschte.
Gedurende eenige jaren brak hij zich
't hoofd met die moeielijke zaak, toen
deed hij een beslissende stap hij besloot
niet meer naar de kerk te gaan. Dit
veroorzaakte veel verdriet aan zijn
moeder en aan zijn ouden vriend, Vader
Clnistoforo, en ofschoon Carlo zich
daarna geheel wijdde aan de aanbidding
van de natuur gevoelde hij een leegte
in zijn leven.
Kort te voren was een huis dicht bij
villa Bruno, dat langen tijd onbewoond
was geweest, gehuurd door een Engelsch-
man, kapitein Britton genaamd. Ilij
had kort te voren zijne vrouw verloren
en het huis te San Remo, waar zijne
kinderen geboren waren, en waar hij elk
jaar, als hij verlof had, gewoond had,
was hem ondragelijk geworden. Hij trok
zich uit den dienst terug en daar hij zich
aangetrokken gevoelde tot de omstre
ken van Napels, huurde liy Casa
storend ingrijpen in het organisme der
samenleving en in de richting van een
gezonde democratie door haar beleid de
Engelsche maatschappij weer op te heffen
tot meerderen bloei. Het zal een zwaar,
doch tevens uiterst belangrijk werk zijn,
dat als het gelukt, sociale wetgeving
mot de beginselen van het liberalisme
te vereenzelven, een oplossing zal be
vatten van moeilijkheden, waaraan thans
vele staten lijden doch die dan ook in
bijna alle staten zal passen.
Gehuwde vrouwelijke
amhteuaren.
Het bestuur van de Yereeniging tot
verbetering vau den maatschappelijken
en den rechtstoestand der vrouw in
Nederland" heeft zich met een adres
tot den Minister van Waterstaat, handel
en Nijverheid gericht, waarin hot eenige
bezwaren ontwikkelt tegen het Konin
klijk Besluit van 2 Maart 1904, waarbij
is bepaald dat in art. 11 van het K. B.
van 1900 onder vrouwen, die voor het
vervullen van betrekkingen bij den
Post- en Telegraafdienst kunnen worden
benoemd, zijn te verstaan ongehuwde
vrouwe n, en voorts dat aan vrouwe
lijke ambtenaren, die in 't huwelijk
treden, eervol ontslag uit den dienst zal
worden verleend.
Adr. wijst er op, dat, voor zoover
kan worden nagegaan eenig dienstbelang
niet betrokken is bij deze uitsluiting van
de gehuwde vrouw. Dat het huwelijk
op zichzelf ongeschikt zou maken voor
waarneming van eenige betrekking, acht
adr. niet vol te houden. De Post- en
Telegraafdienst zoo heet 't in het
adres stolt geen cischen, welke voor
dezen dienst een uitsluiting rechtvaar
digen, die bij geen anderen tak van
Staatsdienst wordt aangetroffen.
Ontkennend beantwoordt adr. ook de
vraag dat het algemeen belang of eenig
Staatsbelang de uitsluiting van gehuwde
vrouwen van dezen dienst noodig of
weuschelijk maakt.
Yormen niet de belangen van den
dienst, maar die van het huisgezin het
motief voor de uitsluiting, zoo meent
het bestuur, dat de bcoordeeling, wat
het belang van het huisgezin meebrengt
moet worden overgelaten aan de ge
huwden zeiven. De Staat kan hier
meent adr. zich veilig onthouden
van ongevraagde en ongewenschte in
menging.
Voorts voert adr. nog aan: dat het
K. B. een ongelijke behandeling schept
van den mannelijken en den vrouwelijken
ambtenaar, welke niet wordt gevorderd
of gerechtvaardigd door het verschil
tusschen man en vrouwdat het Konink
lijk Besluit niet alleen inbeginsel verkeerd,
maar bovendien in zijn gevolgen onge
meen hard is tegenover de vrouw en
ten slotte dat de bestaande bepalingen
ten aanzien van het pensioen van bur
gerlijke ambtenaren geen rekening
houden met hot weren van vrouwelijke
ambtenaren wegens huwelijk.
Op bovenstaande gronden verzoekthet
bestuur den Minister beleefdelijk, doch
mot aandraag aan Hare Majesteit de
Koningin de intrekkelijk voor te dragen
van het genoemd K. B. van 2 Maart 1904.
Rijksmiddelen 1905.
De voorspelling des Ministers, dat de
opbrengst der Rijksmiddelen in 1905
die van liet vorige jaar slechts met een
matig bedrag zou overschrijden is be
waarheid.
Bedroeg de meerdere opbrengst in
1903 bijna f 91/2 millioen, in 1904
f6 millioen, in 1905 bedraagt zij
Bella en besloot er de overige jaren
zijns levens te slijten. Hij had maar
twee kinderen Franceses een meisje,
ongeveer een jaar jonger dan Carlo, en zoo
genoemd naar een Italiaansche vriend
der familie, en Sybil, een kind als uit
een sprookje, en twee jaar oud. Miss
Clarcmont, Franccsca's gouvernante of
beter gezegd „Clare" zooals zij door
iedereen genoemd werd, bestuurde het
huishouden, en het was voornamentlijk
door haar toedoen, dat er eene groote
mate van vriendschap tusschen de beide
families ontstond.
Carlo en Francesca waren in 't eerst
niet op een leeftijd dat zij op elkaar
verliefd konden worden. Zij werden
spoedig vrienden en Carlo, met zijn
eentonig leven, was verrukt toen hij
bemerkte dat het Engelsche meisje een
groote vrijheid genoot. Zij was geheel
anders dan zijne zuster, die in een
klooster werd opgevoed, en thans nu
hare moeder ziekelijk was geworden
van tijd tot tijd thuis kwam.
Nita was een vrome kleine Katholiek,
die trachtte hem vau zijne dwalingen
terug te brengen. Zij zong als oen
ongel en was beeldschoon, maar al had
ze er den hemel mee kunnen verdienen,
zij kon niet met hem spelen. Ofschoon
Francesca in 't geheel geen heiden was,
was zij in spelen evenveel waard als
een jongen. Zij was er niet bang voor
om in een boom te klauteren of om
slechts f3,875,747, of f 153,450,008
tegen f149,574,261. De raming van
f 146,970,720 werd met f6,479,288
overtroffen, waardoor liet berekend
tekort van f 12,902,614 tot de helft
wordt teruggebracht.
Al is de toestand dus niet ongunstig,
juist blijkt wat de Minister zeide, dat de
tijden waarin de ontvangsten inet sprongen
vooruitgingen, voorloopig achter ons
liggen.
Tot het gunstig resultaat hebben de
meeste middelen meegewerkt, met uit
zondering van de accijnsen.
Minder leverden in het afgeloopen
jaar op: de suikeraccijns f522,000, het
gedistilleerd f 362,000, bier en azijn
f32,000, de registratierechten f 77,000,
de hypotheekrechten f 28,000, de
domijneu f 9000 en de Staatsloterij
f 10.000.
De opbrengst over de twaalf maanden
van 1905 was meer dan die over het
jaar 1904 voor de volgende middelen:
grondbelasting f206,000, perfoneel
f251.000, bedrijfsbelasting f651,000,
vermogensbelasting f112,000, rechtop
de mijnen f 9000, de invoerrechten
f 708,000, de wijnaccijns f 18,000, de
zoutaccijns f 14,000, de accijus op het
geslacht f 386,000, de belasting op
gouden en zilveren werken f 17,000, de
zegelrechten f 585,000, de successie
rechten f 730,000, de posterijen f 703,000,
de rijkstelegraaf f 300,000, de jacht- en
vischacten f4000 en de loodsgelden
f 183,000.
Bijen en kasplanten.
De heer Ed. v. d. Dussente
Rotterdam schrijft in Scmpcrvirens
het volgende:
Li Amerika meende men er iets op
gevonden te hebben om de bevruchting
van bloeiende kasplanten sneller en met
geringer moeite te doen plaats hebben
dan langs kunstmatigen weg.
Men meende dat bijen in kassen het
zelfde werk zouden verrichten als in de
vrije natuur, door, gaande van bloem tot
bloem, het stuifmeel van de ééne plant
naar de andere over te brengen.
Yol illusies en reeds berekenende hoe
veel tijd en werkloouen deze zoo ge-
wenschte hulp van een drom nijvere bijen,
zouden uitsparen, zette men heel behoed
zaam de bijenkorf met hare naarstige
bewoonsters aan de zuidzijde van eene
kas met bloeiende tomaten.
Yol verwachting zag men toe. Het
liet geen twijfel, meende men, of de bijen
zouden in deze kas evengoed arbeiden
als buiten. Immers hier waren bloemen
en alles wat een bijenhartje zoo al zou
kunnen wenschcn.
Daar vloog de eerste bij uit den korf,
een tweede, derde, tiende, vijftigste
Ze vlogen hoog op en bonsden met
hare kleine bijenkopjes tegen de glazen
kasramen, dan lieten zij zich weder vallen
om dan wederom de kopjes te stooten
als ze vol moed weer omhoog vlogen.
Met taaie volharding bombardeeren ze
tegen de ramen en gonsden, gonsden
van belang. Totdat er één een uitweg
vond door '11 half openstaande ventilator.
Vol vreugde vloog ze hoen, en zette zich
dan op deze bloem, dan op gene.
Daar volgden haar andere bijen, die
ook den weg tot de vrijheid gevonden
hadden. Meer, steeds meer vlogen door
den ventilator, niet lettende op de heer
lijke bloesems van de in bloei staande
planten. Zoo bleven er slechts enkele
achterblijfsters over, die onrustig rond
vlogen, totdat zij ook den uitgang ge
vonden hadden.
't Was een groote teleurstelling voor
't hardst te loopeu, en zelfs wijdde zij
hem in in de geheimen van cricket, terwijl
zij de diensten van Clara en de tuin
lieden prestte.
Toen hielp er niets aan of hij moest
haar leeren roeien, en vele gelukkige
uren brachten zij op zee door, somtijds
met Clare aan 't roer, somtijds met de
kleine Sybil en hare oppasster, of met
de ouden Florestano, den visscherman,
die zulke wonderlijke geschiedenissen
over heiligen, zeemeerminnen, en geesten,
waarin hij werkelijk geloofde, placht te
vertellen.
Dan weer gingen zij oesters vangen
in 't meer Fusaro of wel met Clare als
derde nieuwe ontdekkingen doen in de
Acropolis te Cumae. Op een anderen
tijd speelden zij wegkruipertje in de
Grotte della Face, of wel roovertje en
groeven in veld en wijngaard wellicht
tusschen de overblijfselen van een oude
Romeinsche villa of tempel, welke onder
een immer voortwoekerend groen tapijt
verborgen waren.
Dit waren gelukkige dagen voor hen
allen. Carlo gevoelde voor Miss Clarc
mont die eerbiedig half aanbiddende
vriendschap en bewondering, die niet
zeldzaam is bij jongens van zijn leeftijd
voor ecnigszins bejaarde dames.
En Clare wa6 een vriendin, waarop
men trotsch mocht zijn. Zij beheerschte
iemand voornamentlijk door hem lief te
hebben, zij gaf u nooit 't gevoel dat zij
de „uitvinders". Weg hun hoog ge
spannen verwachting; ze zagen zich ge
noodzaakt zelf den arbeid weder ter
hand te nemen.
Bekend is het, dat onze Hollandsche
jongens, speciaal de voetbalspelers nu
niet zoo heel mak zijn. In den trein, die
hen naar de een of andere match voert,
zoowel als in de stad, waar zij óf als
inwoners óf als gasten „den heer uit
hangen", weten zij niet alleen hun voeten,
maar ook hun mond soms duchtig te
roeren.
Dat echter hun maag ook voldoende
getraind wordt, en de woordeu „een
voudig dineetje" voor hen een eigen
aardig begrip vertegenwoordigen, blijkt
uit den volgenden brief door een café
houder te 's Hertogenbosch ontvangen.
Die brief luidt als volgt:
Mijnheer,
De voetbalclub wil tweemaal in do week
bij u komen dineeren. Ik ben President
daarvan, en weet dat uw vrouw goed
kan koken. Zoo hebben wij besloten met
10 voetballers, na afloop van den strijd,
bij u boven te komen dineeren.
U begrijpt allen goede gebruikers; na
twee of drie uur voetballen krijgt men
honger en toch willen wij een gewoon
dineetje hebben. Hoe meer personen des
te minder in prijs, dit weet u.
Ik zal u hot menu opgeven, hetwelk
zeer eenvoudig moet zijn naar mate de
prijzen.
Wij willen als volgt dineeren, zonder
omslag van heeren bedienden, maar
eenvoudig weg, zonder complimenten en
ter goeder trouw, gezellig onder elkander,
en het verlangde menu is als volgt:
No. 1. Soep (bouillon met ballen).
2. 2 vleezen, biefstuk en kalfs-
cotelet.
3. 2 groenten uit de bussen,
doperwten en asperges.
4. 5 kippen goed vet met appel
moes.
5. 1 halve flesch wijn per man.
6. Chinaasappelen.
7. Eenige trossen druiven.
8. Zoete amandelen.
9. Pudding, chocolaad of rhum
of zoo iets.
Dit is een gewoon dineetje en we
hebben onder elkander besloten, daar wij
10 in getal zijn en het dan heel wat
minder is, te betalen 60 cent per man,
ofschoon men eerst zeide 50.
Nu je kunt er rijk mede uit, want wij
komen 2 maal in de weck.
Ik kom Zaterdag van de volgende
week reeds het diner betalen, maar
's morgens moet ge de kippen halen, ik
kom eerst aan, laat de kippen maar staan
tot morgenavond vier, vijf, zes, dan vertel
ik u de rest.
De president.
Mij dunkt, dat die president wel goed
ter tale mag zijn, als hij den caféhouder
overtuigen zal van den eenvoud van dit
dineetje, waarop de kastelein zooveel
verdienen zal.
Hij mag wei een lesje gaan nemen
bij den handigen Engélsehen Kamer
kandidaat, vart wie het volgende ver
teld wordt.
Hij was kandidaat in een landelijke
gemeente, en sprak op een vergadering
met debat. Na zijn speech stond een
der boeren uit het gehoor op en zeide
tot den voorzitter, dat de geachte
kandidaat zich als landbouw-specialiteii
wilde laten afvaardigen, maar dat hij
daarvan volstrekt geen verstand had.
„Laat hem eens vertellen hoeveel pinten
melk een koe per dag geeft!" De
baas over u wilde spelen of uw zedelijk
of geestelijk wenschte te verbeteren.
Met Carlo besprak zij vele zaken en
zij luisterde belangstellend naar zijne
onrijpe denkbeelden met het grootste
geduld terwijl zij er evenmin aar. dacht
daarmee den spot te drijven, als een
moeder er aan denkt te spotten met de
wankele schreden van haar eersteling.
Clare gevoelde veel sympathie voor
de moeielijkheden van ziju toestand; zij
zag zeer goed in dat zijne diep gods
dienstige, Italiaansche aard zich in zijn
tegenwoordige positie nooit zou kunnen
schikken.
„Gevoelt ge nooit behoefte om iets
te aanbidden," vroeg zij hem eens.
„Ja," antwoordde hij, „maar 't i9
niet noodig dat tusschen vier muren te
doen, een boot op zee of een olijfboschje
eigent zich ei' even goed toe."
Juist in dien tijd was hij er ietwat
trotsch op, dat hij zich van de Roomsche
kerk had losgemaakt een feit, dat
Clare zeer goed bemerkte en haar toonde
hoe gevaarlijk zijn toestand was.
„En evenwel," vervolgde zij, „zou ik
gemeend hebben, dat juist gij een
navolger van Mazzini zeer sterk aan
Yereeuigingsleven moest gelooven."
Die woorden troffen doel, zij gaven
Carlo de onaangename overtuiging, dat
wat hij ijverig had nagejaagd en Vrijheid
had genoemd niet anders geweest was
dan Afzondering. Wordt vervolgd.
direct uit den bodem opgepompt, geen
spoor lood constateerde.
Voorwaar een overtuigend bewijs voor
de absolute noodzakelijkheid van locaal-
onderzoek bij drinkwaterquaestiën!
Uit het bovenstaande blijkt ten duide
lijkste, dat een eerste vereischte bij het
bouwen van drinkwaterputten is: het
bezigen van voor zuigwortels van planten
ondoordringbaar materiaal, ten einde te
voorkomen, dat plantaardige bestand-
deelen zich ophoopen, waardoor stoffen
•ntstaan, die een oplossende werking op
de metalen buizen (hetzij uit lood of
loodhoudende alliages vervaardigd) kun
nen uitoefenen en zoodoende aanleiding
tot loodvergiftiging bij het gebruik van
het water kunnen geven.
Het is gebiedend noodzakelijk, vooral
bij putten, welke in de onmiddellijke
nabijheid van boomen en struikgewassen
staan zelfs indien het water oorspron"
kelijk van zeer goede hoedanigheid was
nu en dan ammoniak-verbindingen
en lood te onderzoeken. Gevallen van
sleepcnde loodvergiftiging, zooals zich
nu reed6 voorgedaan hebben, zullen
anders onvermijdelijk zijn.
I>e doorslag.
De uitslag van de Engelsche ver
kiezingen, zooals hij eergisteravond door
de pers bekend werd gemaakt is als
volgt: Gekozen zijn 54 liberalen, waar-