No. 15.
Woensdag 21 Februari 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
Nieuwe vondst.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Uit het officieele
Raadsverslag.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Pauselijke Encycliek.
DE EEMLANDER.
Verschijnt I Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Waensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Vianden^raat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Het officieele Raadsverslag heeft dit
voor op dat der respectieve plaatselijke
bladen, dat het nauwkeurig weergeeft,
wat de Raadsleden bedoeld hebber, te
zeggen, daar zij zelf de drukproef cor-
rigeeren en zoodoende m de gelegen
heid zijn alle onjuistheden er uit te
verwijderen.
Bovendien is het door veel grooter
uitvoerigheid uit den aard der zaak
duidelijker.
Bij het doorlezen van het officieele
Raadsverslag van de Raadsvergadering
van 30 Januari jl. viel onze aandacht
op het door Dr. Jorissen gesprokene
naar aanleiding van wat door de heeren
Hagedoorn en Oerritsen werd opgemerkt
omtrent de afschaffing van de 7e en 8e
klasse aan de jongensschool en het am-
bulantisme.
De heer Jorissen zeide woordelijk het
volgende:
Mijnheer de voorzitterik ga zeer
gaarne mee met hel denkbeeld van den
heer Hagedoorn en onderstetin het door
den heer Oerritsen gezegde met te meer
genoegenomdat van die zijde nu wordt
erkenddat de financiën der gemeente
tamelijk benard zijn en dat de gemeente
door geen van particuliere zijde wordt
gedaanvan een groot deel der kosten
wordt ontheven. Het doet mij genoegen
dat dit ons door deze beide heeren
onder 't oog gebracht wordt, omdat ik
wel eens gemeend heb, dat zij dat niet
zoo inzagen. Er wordt nu door hen op
gewezen, dat een particuliere inrichting
van onderwijs aanleiding kan zijn, dat
de gemeente van het doen van uitgaven
wordt ontheven.
De heeren Gerritsen en Hagedoorn
bepleitten maatregelen, die leiden zullen
tot cenige bezuiniging; zij zijn van oor
deel, dat er geld uitgegeven wordt, zon
der dat daardoor de gemeentebelangen
Wie nederig spreekt van zichzelf wordt
hoos als ge hem gelooft, en woedend als ge
hem nazegt, wat-i-zegt.
Moltatuli.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
13.
„Ja, ja, ik ben blij, dat ge gekomen
zijt, maar wc moeten oppassen," zeide
Carlo,, afgetrokken door de gedachte
dat zij hem ophield en zeer verschrikt
als hij er aan dacht hoe bleek en uit
geput de zieke er uitzag. Daar ga nu
liggen, en rust wat uit tot etenstijd".
„Maar ik moet terugkeeren," snikte
Nita. „Nog niet, eerst moet ge eten.
En beloof mij nu te rusten. Ik kan
niet langer blijven; ik ben oen beetje
angstig; zij is niet sterk, weet ge."
Hij ging henen en keerde zoo snel
mogelijk naar 't salon terug. Zijn moeders
gelaat was verborgen, hij kon hare onder
drukte snikken hooren.
gebaat zijn en geven dus in over
weging aan B. en \V. om daarin ver
andering te brengen.
Wacht vrienden, zegt Dr. Jorissen,
nou heb ik je
„Vroeger wou jelui er niets van weten,
dat de gemeente-financiën in een be
narden toestand verkeeren, maar nu
erken je dit toch zelf."
Wat handige baas.
Geen van beide heeren heeft iets van
dien aard gezegd, 't Is maar een ge
volgtrekking van Dr. Jorissen.
Uit het feit, dat men geen uitgaven
wil voteeren voor zaken, die men niet
in het belang van de gemeente acht,
volgt toch nog niet, dat men pessimis
tisch deukt over de gemeente-financiën?
De meening van den heer Gerritsen
daarover, die steeds tamelijk optimistisch
was, behoeft volstrekt niet veranderd te
zijn.
Wat de denkbeelden des heeren Ha
gedoorn zijn over ons budget?
Ons is geen enkele uiting van dit
Raadslid bekend, waaruit men dit op
kan maken.
Aan Dr. Jorissen waarschijnlijk
evenmin.
Doch dat hindert niet.
„Van die zijde wordt erkend, dat
de gemeente-financiën benard zijn", ge-
volgtrekt de oolijke dokter er maar op
los.
Jammer, dat Dr. Jorissen niet doet
aan de groote politiek.
Dergelijke wijze van debatteeren slaat
in op volksvergaderingen.
Wenschelijk komt 't ons voor óók
uit het officieele verslag over te nemen
wat de heer Gerritsen gezegd heeft
over de wijze, waarop ambulante hoof
den hun taak vervullen.
Uit dit verslag kan blijken, dat ge
noemd raadslid niet de bedoeling gehad
heeft te generaliseeren.
In eerste instantie zeide hij o. a.
Nu de kwestie der benoeming van een nieuw
„Madre mia! riep hij en zijn stem
verried zijn angst, ohhoud goed.
Zij is tot ons teruggekomen, carina.
Alles kan goed worden als U maar op
U zelve past."
„Ik moet je vertellen snikte zij.
„Nu niet, zeide hij, „nu niet moeder.
Kom, gij moet bedaard zijn, of
„Ik moet spreken," zeide zij, „het
doet mij stervenIk moet nu spreken,
dan kunt ge mij beloven haar te redden".
„Van haar man?" vroeg hij angstig
om te weten, wat zij wist.
„Neen; neen; van iemand, die zij be
mint. Kijk niet zoo boos, Carlo haai
man was zoo koud en zoo wreed en
zij was bang voor hem, en en die
man was vriendelijk."
„Vriendelijk!" riep Carlo met niet te
beschrijven afkeer uit.
„Hij poogde haar altijd te beschermen,
voor haar man en dan, toen zij Amerika
verlieten, had zij schulden en hij leende
haar geld, en
„Genoeg, lieveling, genoeg, „zeide hij
met een teederheid die scherp afstak bij
zijn laatsten uitroep. „Zij kwam en
vertelde U alles, en nu kunnen wij haar
helpen. Als ge mij liefhebt, beproef dan
nu om te rusten."
Maar het was te laat. De schok en
de aandoening hadden een van de
hevigste aanvallen van signora's kwaal
ten gevolge. Carlo riep haastig een
dienstbode en zij kwamen allen in groote
hoofd ter sprake komt, wil ik met het oog op
de gemeente-financien nog iets anders onder de
aandacht brengen. Er is mij verzekerd, dat
hier openbare scholen zijn, waar het hoofd nooit
of althans zeer zelden, in de klasse komt. Wan
neer een onderwijzer ziek is, of als er eene
vacature is, dan wordt er hulp gevraagd oj er
worden twee klassen bij elkaar gevoegd. Dat
komt mij voor noch in het belang van de school
noch in dat van het hoofd, noch in dat van dc
gemeente-financien te zijn.
En in tweede instantie:
De heer Plomp meen t, dat ik de hoofden zou
willen afschaffen. Dat is echter niet juistin
tegendeel, ik wil, dat z'j zelf zullen doceeren
Dat zij dit niet doen, is voor mj het bezwaar.
Ik wit aannemen, dat gedurende alle schooluren
geen les kan gegeven worden door het hoofd.
Maar er zijn scholen waar het hoofd zelden of
noait les geeft. Dat vind ik heel erg, en ik
meen, dat dat zoo niet mag voortgaan.
Wij achtten het nuttig in verband met
het geschrijf over deze zaak hier even
op te wijzen.
Het zal langzamerhand tijd worden
eene prijsvraag uit te schrijven, luiden
de: Wie was de schuld van Dr. Kuy-
per's val?
Want de opvattingen daarover loopen
enorm uiteen. De heeren van Vlijmen
en Heemskerk weten bij de algemeene
beschouwiugon don val van den premier
aan de min nobele strijdwijze, en de
onjuiste voorstellingen van de propa
gandisten van links in den verkicziugs-
strjjd. Naïever kon het niet. Net alsof
zoo'n grootsche beweging, als Neder
land in de afgeloopeu Junimaand tegen
over het Kuyperrégime beleefde kuns t-
matig had kunnen worden opgewekt.
Van andere zijde werd Staalman met
zijne Christen-democraten de schuldigen
genoemd, zij hadden in meer dan één
district den evenaar naar links doen
overslaan; en bij alle narigheid in den
afgeloopcn zomer was het vele gemoe
delijken anti-revolutionairen toch een
niet geringe troost dat die gehate Staal
man, die pleizierbederver in dc coalitie,
verwarring aangeloopen. Maar de meiden
keken even naar het gelaat van hunne
meesteres en snelden henen, zij zouden
liever van hunne eigen betrekkingen
zijn weggeloopen dan in een kamer te
blijven waar de doodsengel was binnen
getreden.
Het was tijdens die vreeselijke, een
zame wie, dat Carlo den hemel dankto
dat Francesca eene Engelsche was. Om
den dokter was reeds gezonden, doch
hij verliet zijne moeder voor een oogen-
blik en haastte zich naar de groep
weenende vrouwen, die om Anita ver
zameld waren.
„We hebben om vader Christoforo
gezonden," zeide één van hen, hopende
op een waardeerend woord.
Maar Carlo sloeg er geen acht op,
ook werd zijn gelaat niet minder stroef.
„Een van u moet dadelijk Miss Britton
gaan halen," zeide hij.
Francesca wist weinig van ziekte af,
ook had zij de dood nooit aanschouwd,
maar zij had niet de angst aan de Ita
lianen eigen om een sterfbed te ont
vlieden, eigenlijk, werd elke gedachte
aan haar zelve te niet gedaan, doordat
eene groote verlangen om Carlo te kunnen
helpen, /onder verderte luisteren naai
de boodschap en beschrijving van den
treurigen toestand snelde zij blootshoofds
naar villa Bruno. Daar duwde zij de
groep meisjes, die haar wilden tegen
houden op zijde, klopte aan de deur
in den Helder gevallen was. Het is ons
menigmaal gebeurd, dat een anti-revo
lutionair daarover onbewinpeld zijne
satisfactie te kennen gaf, en dan schit
terden die Christelijke oogen van zeer
onchristelijke vreugd.
Men wist dus niet, waaraan zich te
houden. Wie had nu eigenlijk Kuyper
doen vallen? Er hadden toch slechts
drie districten eenen anderen uitslag
behoeven te geven, om Kuyper te behou
den, zij het dan ook een zeer geknot-
ten en zoo goed als vleugellam geslagen
Kuyper.
Thans komt de „Standaard" met eene
nieuwe vondst. In een van haar hoofd
artikelen schrijft zij:
„Ten onzent zou het radicale Kabinet
niet opgenomen zijn, indien niet allerlei
orthodoxe geloovigen zich hadden laten
misleiden."
Nu zullen wij ons maar niet ver
moeien, met er op te wijzen, dat dit
Kabinet geen radicaal Kabinet is. Die
voorstelling wordt door de eerlijke
„Standaard" alleen daarom gegeven
om diezelfde „orthodoxe geloovigen",
die doorgaans nogal conservatief aange
legd zijn, eens goed aan het schrikken
te maken, en hun de snoodheid van hun
bedrijf in de schrilste kleuren voor
oogen te stellen. Of diezelfde orthodoxe
geloovigen zich door deze bangmakerij
oenen volgenden keer zullen laten lij
men om eene coalitie te steunen, waar
in uit den aard der zaak dc Roomschen
aan het langste eind trekken, blijft voor
ons de vraag.
Hoe dit alles zij, de woorden van de
„Standaard" doen dc beide vroegere
onderstellingen te niet. Zal deze nieuwe
vondst nu inderdaad de laatste
vondst zijn? Wij vreezen van neen.
Want, zoodra de „Standaard" over Dr
Kuyper's val begint, raakt, ze toch al
niet over veel zelfhehecrsching beschik
kende haar stuur geheel kwijt, en her
innert ze maar al te veel aan den hoofd
persoon uit Molières Gierigaard, die in
arrenmoede over dc gestolen cassette
eischte, dat men alle inwoners van de
stad en van de voorsteden zou gevan
gen nemen.
Arme „Standaard"!
van het salon eu trad zachtjes de kamer
binnen, waar zij een paar dagen geleden
zoo'n aangenamen avond had doorge
bracht.
Een oogenblik stond zij verbaasd, niet
in staat aan iets anders dan aan dien
ramp te denken, die zoo korten tjjd
over hen gekomen was. Haar beminde
knielde naast het rustbed; hij zag er
tien jaren ouder uit dan 's morgens toen
zij scheidden. Dc signora, wier hoofd
op zijn arm rustte, zag er verwrongen
en bleek uit, terwjjl de onmiskenbare
trek van den naderenden dood scheen
teruggekaatst te worden in het jeugdige
gelaat, dat over haar heen was gebogen.
„Lieveling! kan ik iets voor je doen?"
zeide Franccsca, terwijl zij der stervende
het zweet van het voorhoofd wischte en
haar eerbiedig kuste.
„Niets", antwoordde hij. „Alleen bij
mij blijven. Gij zijt toch niet bang
Hij staarde haar vragend aan, zeker
reeds van haar antwoord.
„Oh neen zeide zij. „Ik ben zoo
blij dat je om mij zondt."
Een lange zucht ontsnapte hem, hij
trachtte hem in te houden opdat zijn
moeder niet zou worden gestoord, die
inet gesloten oogen nederlag. En toen
was het stil in kamer, zoo stil, dat Fran
cesca het tikken van haar eigen horloge
kon hooren, terwijl de kanarievogel in
zijn kooitje bij het raam, die in
zijne tralies pikte, zoo'n geraas scheen
In zijn encycliek aan de priesterschap
en het volk van Frankrijk, drukt de
Paus zijn bezorgdheid uit over de schei
ding van Kerk en Staat, die de kerk
in een beklagenswaardigen toestand brengt
ook doordat de kerkelijke politiek van
Frankrijk zich gedurende de laatste ja
ren achtereenvolgens op wisselende ba
nen bewoog. De Heilige Stoel liet niets
onbeproefd, om de rampen, daaruit voort
gevloeid, te kecren, maar zijn pogingen
bleven vergeefs. De stelling, dat de
scheiding een noodzakelijkheid was, is
beleedigend voor het Opperwezen, die
stichter en stcunsel is van alle mcnschc-
lijk bedrijf en recht heeft op openbare
vereering, en de Staat dient mede to
werken tot het veroveren van het hoogste
heil, daar bovendien de burgerlijke maat
schappij onmachtig is, godsdienstloos te
kunnen gedijen.
Bovenal betreurt dc Paus het, dat
Frankrijk, welks glorie altoos op innige
wijze verbonden geweest is aan de
praktijk der Christelijke deugden, den
weg der scheiding heeft ingeslagen.
Het concordaat, gaat de encycliek
verder, was als elk verdrag, een wedcr-
zijdsche verbintenis, die beide partijen
boudden Paus eenerzijds, het hoofd der
Fransche natie anderzijds. De Heilige
Stool is er immer op uit gewecBt, ge*
trouwelijk zijne verplichtingen na te
komen, eischend anderzijds de zelfde
getrouwheid. De Staat echter heeft
thans een plechtig aangegaan en heilig
bezworen overeenkomst geschonden, en
daarbij niet geaarzeld, flezen smaad den
Heiligen Stoel aan te doen, terwijl het
ernstige van de bclcediging nog ver
hoogd wordt door den vorm, welke aan
te maken, dat zjj dacht, dat het de sig
nora wellicht zou storen.
Eindelijk kwam er verandering in het
vervallen gelaat; de oogen opende zich
en dc signora keek Francesca glimlachend
aan. Misschien deed het schoone gelaat
van het meisje haar denken aan haar
eigen dochter, want de glimlach ver
anderde in een blik van angst toen zij
naar haar zoon keek. „Wil Nita niet
verzaken beloof mij haar te redden
- tracht haar te redden."
De woorden werden in een onbeschrij
felijke doodsangst uitgesproken. Maar
niet voor Carlo's antwoord was uitge
sproken, vloden de tranen uit France6ca's
oogen.
„Ik beloof het, madre mia; ik beloof
het'. Zijn gelaat was als het gelaat
van den Schepper, krachtig, edel en
zachtzinnig; zijn stem was vast en helder.
Iedereen moest vertrouwen in hem stellen.
Een blik van rust van hoop zelfs
kwaui^ over het gelaat van zijne
moeder. Zij lag een paar minuten stil
en keerde zich dan met een gelukkige
lach naar Francesca.
„Hij heeft mij in zijn heele leven
nooit een oogenblik verdriet aangedaan",
zeide zij. De woorden, die in latere
jaren zoet zouden zijn om aan te denken
en een glimlach op zijn lippen zouden
brengen bij het terugdenken aan zijne
moeder, war&, toen zij werden uitge
sproken meer, dan hij kon verdragen.