Woensdag 14 Maart 1906.
3e Jaargang.
Wees 11 Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
I O. 21.
Een weerstandsfonds - - -
- voor de Openbare School.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Een ingezonden stuk.
Verschijnt
hVoensdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bureau
Hendrik van Viandenistraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
i.
Niet onwaarschijnlijk lijkt 't ons dat
men vanwege de afdeeling Amersfoort
van de Maatschappij tot N. v. 't A. bij
als vrijzinnig bekend staande ingezetenen
hier ter stede de liefde voor hot open
baar onderwijs op een reëelen proef zal
stellen, door n.l. hun financieelen steun
te vragen voor het „Nieuwenhuisfonds",
dat door het H.B. van de Maatschappij
ontworpen, met enthousiasme door de
Algemeene Vergadering is gesticht.
Een enthousiasme, dat zich niet alleen
geuit heeft door handgeklap en bravo
geroep, doch dat zich ook in tastbaren
vorm gemanifesteerd heeft. Terwijl van
het kapitaal van het Nut de ronde som
van f 10.000 werd afgenomen, stonden
de afdeelingen Groningen, Amsterdam
en Rotterdam de belangrijke som van
f 1000 toe elk, terwijl er ook van andere
zijde toezeggingen gedaan werden.
Van particuliere zijde was reeds een
bedrag van circa f 20.000 toegezegd,
zoodat er ,met het fonds al een aardig
begin gemaakt is.
De grondslagen voor het gebouw zijn
gelegd en die zijn vrij stevig, doch
thans moet er gearbeid worden om een
llink gebouw op te trekken.
Laat ons de bedoelingen van het Nut
wat nader toelichten.
"Wat heeft het H.B. er toe gebracht
om met dit voorstel voor den dag te
komen?
In de eerste plaats de herziening van
de wetten op het hoogcr- en lager onder
wijs van 1905 doch vooral: „de begin
selen, welke bij die herziening door de
voorstanders van de bijzondere Christe
lijke scholen zijn uitgesproken.
Deze beginselen zjjn, dat men bij alle
onderwijs, lager-, middelbaar-, en liooger
onderwijs, zich plaatst op dogmatisch
standpunt, de geheele volksopvoeding
De menschen van de wereld onderhonden
zich niet over zulke kleinigheden alv het volk
maar het volk houdt zich niet op met zulke
beuzelarijen als de menschen van de wereld.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
van het openbaringsgeloof afhankelijk
wil maken; de vrije universiteiten en de
bijzondere lagere scholen wenscht te
binden aan het openbaringsgeloof, zooals
dit in verschillende kerkgenootschappen
tot uiting komt; en alzoo de vrije ont
wikkeling van het volk beperkt, terwijl
men, krachtens dit kerkelijk en dogma
tisch standpunt, veroordeelt de overtui
gingen en den daarop gegronden arbeid
in zake opvoeding en onderwijs van de
vrijzinnigen.
Tegenover deze beperkte en voor de
onderlinge verdraagzaamheid bedenke
lijke opvatting, dient de Maatschappij tot
nut van 't algemeen door daden,
krachtig uit te spreken: het steeds door
haar gehuldigde beginsel en het door
haar in zake het onderwijs ingenomen
standpunt, n.l. dat samengaan ook met
andersdenkenden, in zake onderwijs
mogelijk is en feitelijk behoort te geschie
den. Dit beginsel is van ethisch-paedago
gischen aard, het sluit niemand, om
redenen van geloof, buiten de bedoelde
samenwerking. Terwijl de individucele
levensopvatting en wereldbeschouwing
van ieder mensch moet worden beschouwd
als een persoonlijke aangelegenheid, kan
de z e d e 1 ij k e uiting daarvan in het
practische leven samen gaan met die van
anderen, welke in zake dat persoonlijke
denken en gelooven staan op verschillend
standpunt ziedaar de opvatting, welke
door de Maatschappij wordt gehuldigd.
Dit beginsel vereenigt; en wel allen,
welke ook hunne godsdienstige of wijs
gcerige denkbeelden zijn, die, onaf
hankelijk van e enige kerke-
lijke of staatkundige partij, het
algemeen volksgeluk willen
bevorderen. (Art. 2 der Wet).
Volgens dit beginsel, mag het onder
wijs niet geperst worden in het keurslijf
eener vooropgezette dogmatische opvat
ting. Daarom moet de Ma itschappij dit
haar v r ij zinnig beginsel in
zake de opvoeding des volk
plaatsen tegenover het zich steeds
19.
„Nu signor Donati, gij hebt mijn aanbod
gehoord en signor Piale keurt de voorwaar
den goed het staat nu aan u aan te nemen
of af te wijzen. Het ligt niet op mijn weg
u hierin raad te geven, doch volgens mijne
meening. zult gij, als gij goed werkt, een
der grootste zangers van den tegenwoor-
woordige tijd worden."
Piale's oogen schitterden, hij kon zich
nauwelijks bedwingen, aoo groot was zijne
opgewondenheid. Het stelde hem te leur,
dat die roemvolle toekomst niet de zwakste
glimp van blijdschap kon brengen op het
gelaat van zijn leerling. Hij wreef zijn
perkamenten wangen heftig een wijze
van doen, die hij had als iets hem verveelde
of als zijn geduld op de proef werd gesteld.
Eindelijk sprak Carlo.
„Ik ben u zeer verplicht, signor; voor uw
aanbod, inaar ge zult begrijpen, dat ik dat
maar niet zoo dadelijk kan aannemen. De
beslissing hangt af van anderen, aan wie-
ik even goed moet denken als aan mij
zeiven. Ik zal eerst met hen spreken, die
er betrekking bij hebben.''
„Nu goed dan," zeide Merliuo ongeduldig.
„Zoolang als gij de zaak geheim houdt en
zorgt, dat Comerio er niet van hoort, heb
ik daar niets tegen. Ik kan echter
Comerio niet opzeggen als ik van U niet
zeker ben."
,Ik beloof u geheimhouding," zeide Carlo,
„Wanneer wilt gij de beslissing weten?"
„Kom aanstaanden Woensdag in de Merca-
dante, of nog beter «als Signor Piale het
toestaat in dit huis, en ik zal het contract
gereed hebben. Gij hebt nu bijna een week
vóór U en ik hoop op een gunstig antwoord.
Ik zal intussschen van dit alles geen woord
aan mijne vrouw zeggen, die het natuurlijk
heerlijk vinden zal als gij deel van den troep
uitmaakt. Goeden dag, Signor, en laat deze
gelegenheid niet ontsnappen. Duizendmaal
dank Signor Piale, voor uwe beleefdheid en
nogmaals excuseer mijn ruw binnentreden."
Hij ging buigend weg.
Carlo keek hem na, toen hij de straat
afliep; keek hem na in een soort van ver
bijstering. Toen hij verdwenen was, viel
zijn blik op een zwaar beladen ezel, met
groene bladeren voor de oogen gebonden
om de vliegen te verdrijven; hij stapte ge
duldig voort, terwijl een luie jongen hem
met een hand bij den staart vasthield, een
groot stuk brood opetend, dat hij in de
andere haud had. Met een soort van jalouzio
beschouwde Carlo dien door de zon ver
branden jongen met zijn vredige kalmte
dat rust ige tooueeltje stak zoo scherp af bij
zijn eigen toestand. Piale verergerde die
storm in zijn binnenste nog door hevig, ja
bijna smeekiind aandringen, om toch de
aanbieding van Merliuo niet af te wijzen.
Met tranen in de oogen liep de oude rnuzi-
meei opdringend element van
de dogmatische li ristel ij ke bij-
z o n d e v e scholen; moet zij d o o r
daden duidelijk uitspreken, wat hare
opvatting is van de geheele opvoe
ding van het volk, door onder-
w ij s, en moet zij op hare wijze trachten
te bevredigen de behoeften aan onder
wijs, zooals deze zicli in den tegenwoor-
digen tijd doen gevoelen.
Zij wil, op ethisch-paedagogische
grondslagen, overeenkomstig de eischen
der praktijk, voor het kind, voor de
jonge menschen boven de schooljaren, en
ook voor de volwassenen, die daaraan
behoefte hebben, dat onderwijs beschik
baar stellen, dat hen maken kan tot
zelfstandige, zedelijk krachtige, zelf
denkende en zelf oordcelende leden der
samenleving, bekwaam en geschikt voor
de vervulling van de taak, welke zij in
die samenleving zich aangewezen zien."
Gaan wij thans na, op welke wijze
het H.-B. zich voorstelt deze beginselen
toe te passen in de practijk.
Naar het oordeel van genoemd bestuur,
zal het Nut krachtig moeten optreden
in drieledigen zin, en wel door:
1°. het openbaar lager onderwijs
te bevorderen, door alle haar ten dienste
staande middelen, met name in die plaat
sen, waar, met of zonder medewerking van
de betrokken gemeentebesturen, de open
bare school dreigt ontvolkt of opgeheven
te worden in de concurrentie met de nu
velerwcgen met het verhoogde subsidie
uit de Staatkas op te richten b ij z o n-
dere scholen, welke het karakter
verkrijgen van s e c t e-s c h o 1 e n, wegens
den bijzondcren, dogmatischcn grondslag
waarop zij zijn opgericht, zoodat soms
in één dorp drie onderscheidene scholen
verrijzen, die elk vertegenwoordigen een
eigenaardig geloofsstandpunt, waardoor
de verdeeldheid van het Nederlandschc
volk, ook bij de kinderen des volk6
wordt bevorderd;
2°. door naast deze bijzondere sec te-
kant heen en weer, hartstochtelijk pleitende
voor die heilige roeping en het Carlo's
plicht noemend om die voortreffelijke gaaf
niet ongebruikt te laten, en Carlo luisterde
naar hem mot oplettenden weerzin als iemand
die niet overtuigd wenscht te worden. Het
was al erg genoeg tegen zijn eigen over
tuiging te moeten strijden, hij had Piales
argumenten niet noodig om dien strijd nog
heviger te maken.
„Ik zeg U," riep de oude man uit, „dat
de Italiaansehe opera sterft, sterft uit gebrek
aan waardige zangers. Er is nauwelijks
iemand, die waard is, dat men naar hem
luistert, en ze kan nooit staande worden
gehouden door een paar prime donne. Gij
kunt ze doen herleven, en toch aarzelt ge!
Corpo di BaceoHet komt omdat ge uwe
gaven niet kent. Komt het wellicht voort
uit uwe te groote bescheidenheid dat ge uw
loopbaan wilt verwoesten en mijn hoop wilt
te niet doen? Luister naar mij het is de
zuivere waarheid, die ik je vertel en gij
weet heel goed, dat ik nooit iemand vlei.
Sinds jaren heeft Italië geen beroemde
tenor, bariton of bas voortgebracht, en als
ge goed werkt, zult ge de grootste zanger
van Europa worden. Italië heeft u voort
gebracht en toch wilt ge uwe gaven ver
bergen. Diavolo! dat is zelfs te veel voor
het geduld van een heilige!"
„Waarde Maestro!" zeide Carlo, „Wat kan
ik meer doen, dan beloven over het aanbod
te deuken? Hoe kondt gij verwachten, dat
ik dadelijk zou aannemen? Ah!" met
een zucht, dio hem tegen wil en dank ont
snapte „ziet ge dan niet in, wat er de
gevolgen van zullen zijn?
„He? Wat de gevolgen er van zullen
zijn? O! ja, nu begrijp ik u. Ge zult uw
huwelijk eenigen tijd moeten uitstellen. De
kunst vordert eenige opofferingen."
En met welk recht mag ik Francesca's
geluk opofferen Aan een plicht misschien
scholen, op te richtenbijzondere,
voor allen t o e g a n k e 1 ij k e N u t s-
sc li o le n op vrijzinnigen grond*
slag, waar het onderwijs wordt gegeven
met eerbiediging van ieders godsdienstige
begrippen; met name in die plaatsen in
Nederland, waar de openbare school,
wegens de bovengenoemde concurrentie,
toch wordi opgeheven of waar het
onderwijs, wegens ouvoldoend of onge
schikt personeel, gebrekkig leerplan of
gebrekkige, klasseindeeling, beneden
het peil van deugdol ij klager
onderwijs, in den geest van de
M a a 18 c h a p p ij, daalt;
3°. door te ijveren voor en mede te
werken aan de verbetering van de oplei
ding van de onderwijzers en onderwijze
ressen bij het lager onderwijs.
In een volgend artikel wcnschen wij
elk der drie genoemde punten nader toe
te lichten.
In de Vrijzinnig-Democraat, orgaan
van den Vrijzinnig-Democratischen Bond
van Vrijdag 9 Maart 1.1. komt het vol
gend ingezonden stuk van den voor
zitter van de Amersfoortsche afdeeling
van den V. D. B. voor:
„Amersfoort, 6 Maart 1906.
„Geachte Redactie)
„Beleefdelijk verzoek ik u in uw hoog
gewaardeerd blad, de navolgende vragen
te willen plaatsen.
le. Is een z.g. verspreid lid van den
Vrijziunig Democratischen Bond verplicht,
indien er in de plaats zijner inwoning
eene afdeeling wordt gesticht, zich, als
lid, daarbij aan te sluiten?
2e. Is het vergund dat leden eener
afdeeling van deu Vrijz.-Dera. Bond te
gelijkertijd lid zijn van eene andere ter
plaatse bestaande Vrijzinnige Vereeni
ging, welke laatste vereeniging van li
beraal in vrijzinnig is herdoopt, om
samenwerking te verkrijgen met andere
vrijzinnigen ter plaatse, in zake plaat
selijke belangen?
„Met de beantwoording dezer vragen
zult u ten zeerste verplichten.
Uw dw., Boukamp,
Voorz. Afd. Amersfoort V. D. B.
zou het kunnen, doch nooit aan eeu droom
om roem nooit!" Hij lachte het denk
beeld in woorden gebracht scheen hem zoo
bespottelijk toe.
„Dat het geluk verdoemd zij?" riep Piale
met gerechtigde verontwaardiging. „Ik moet
nog leeren dat Italië u alleen voortbracht,
en Engeland Miss Britton, om gelukkig te
zijn. En ken ik Miss Britton dan niet?
Moet ik soms een oogenblik droomen dat
zij u terug zal houden Neen, bij alle hei
ligen neen! Mijn beste jongen - ge zijl
jong heel ioug. Geloof mij, een meisje
is altijd bereid om te wachteu als het wel
zijn van haren beminde er mee gemoeid is.
En wat kapitein Britton betreft, die kan al
die jaren niet in Italië gewoond hebben en
al zijn pjriteinsche beginselen in al hunne
strengheid hebben bewaard. Hij zal in 't be
gin tegenwerpingen maken, doch toegeven
als hij al de bijzonderheden van de zaak
hoort. Moed, Carlo Mio! Voor een groote
zaak, een beetje opoffering voor 't oogen
blik!"
Wellicht waren het de woorden „voor
't oogenblik", die Carlo volmaakt lieten zien,
wat hij reeds eenigszins had begrepen, dat
Piale niets wist omtrent de onderhavige op
offering.
Ondanks zijne liefde voor den ouden man,
kon hij diens tegenwoordigheid niet langer
verdragen, en nam met eenige onsamen
hangende woorden over „tijd" en „overden
ken" haastig afscheid. Hij vlood voor den
ouden muziekmeester zooals een groot ver
driet altijd vlucht voor een praatjesmaker.
In de negentiende eeuw is dat gezeur eu
praatjesmaken nog even on verdragelij k als
het gelenter van Eliphaz, Bildnd en Zophar
was ten tijde van Job.
„Voor het oogenblik, inderdaad! Eene
opoffering voor het oogenblik." Die gedachte
maakte hem verontwaardigd en toch ook
medelijdend. Was die Piale dan niet langer
Het antwoord op dc eerste vraag ligt
voor de hand.
Voor den Y D. B. bestaat er geen
enkele reden om menschen, die door
het geven van een jaarlijksche bijdrage,
die van de personeele leden wordt ge
vorderd, den Bond wcnschen te steunen
te weren, al bestaan er voor hen ver
schillende redenen, die het hun onmoge
lijk maken, zich aan te sluiten bij eene
plaatselijke afdeeling.
Aan den anderen kant is het natuur
lijk te begrijpen, dat het II. B. van den
V. D. B. bijv. er op zal aandringen, dat
zulke personeele leden ook lid van de
afdeeling worden.
In 't algemeen zal het een uitzonde
ring zijn, dat men personeele leden
vindt op plaatsen, waar eene afdeeling
is gevestigd.
Trouwens die vraag concentreert zich
ten slotte in deze andere:
Wat zeggen de statuten omtrent deze
kwestie. Geven die daarop geen antwoord,
dan moet ieder voor zich zelf weten,
wat daaromtrent zijn plicht (in moreelen
zin) is.
Het antwoord op dc tweede vraag
hangt o.i. daarvan af, of do betrokken
afdeeling van den V. D. B. zich heeft
geconstitueerd als kiesvereeniging voor
plaatselijke verkiezingen. Men kan on
mogelijk van twee k iesv ereenigingen
te gelijk lid blijven, dat spreekt van
zelf. Is de afd. van den V. D. B. van plan
om als kiesvereeniging yoor den Gemeen
teraad op te treden, dan moet men
kiezen of deelen: of lid Yan de Vrijzin
nige kiesvereeniging of lid van de af
deeling van den Bond.
Besluit evenwel zulk een afdeeling
om als zoodanig geen deel te nemen
aan de plaatselijke verkiezingen, dan kan
niets den leden verbieden zich aan te
sluiten bij een vereeniging van vrijzin
nigen die zich daarmede wel inlaat.
Tenzij wat wij niet veronderstellen
de statuten van den Bond den leden
de verplichting opleggen ook aan ge
meentelijke verkiezingen deel te nemen.
Het antwoord van de Redactie van
de V. D. B. luidt aldus:
„Gaarne geven wij onze meeniug over
de gestelde vragen
Aansluiting van een personeel lid bij
een plaatselijke aangesloten vereeniging
schijnt ons, zoo al niet verplicht, dan
toch uiterst gewcnscht. Het verdient
aanbeveling, dan tevens personeel lid te
een man? Had hij zoo weinig begrip van
wat liefde is, dat hij zoo spreken kon? En
dan weer wilde hij zich indenken in d«
vervulling van 's Maestro's wensch, en hij
had een visioen, zich zolven ziende oud en
grijs, genietende van zijn wereldvermaarde
roem en aan de jeugd aanradend eveneens
de liefde en het geluk te verzaken.
Niet voordat hij op eeu reusachtig aan-
plakbillet de namen van mevrouw Merlino
en Comerio las. kwam hij weer tot waar
besef van de feiten. Dit was geen vraag
omtrent het verschil van gehuwd zijn of
een kunstenaarsleven, het was de vraag of
hij het geluk voor Francesea en zich zeiven
zou kiezen, of wel dat hij de mogelijkheid
om zijne zuster te redden daar boven
zou stellen. Het leven is vol van die
twijfelingen, eenige zijn zeer nietig,
andere zijn overstelpend groot maar allen
duren zij kort. Wij haten de gedachte
van te moeten kiezen, verlangen te winnen
zonder te verliezen, hopen te triompheoren
zonder opoffering en worstelen mei ijdele
pogingen om de on verbreekbare wet te
schenden, dat zij, die hun leven wenschen
te vinden het eerst moeten verliezen. Waar
lijk, de rneusch is niet meer geneigd het
leven van den gekruisigde te leiden."
Weer kwamen die woorden in Carlo's
gedachten, zij maakten nu zelfs meer indruk
op hem dan toen hij ze de eerste maal
hoorde misschien omdat hij, hoewel ze
niet ten volle verstaande toch iets vun hunne
strekking begon te begrijpen. Hij zag een
zwak, onsmakelijk beeld van zelfverlooche
ning, doch hij zag niet dat de ware zelf
verloochening die vrede gevende tegenwoor
digheid van den Eene aanbiedt in wieus
dienst wij verloochenen?
Terwijl hij door zyne innerlijke bezorgd
heid nog geheel verward en ontroerd was,
ontmoette nij den heer Ritter.
7 Waarheen?" riep de oude man vriende-