Stadsnieuws. Allerlei. Ingezonden. Genoemd wordt alleen het staangeld, dat ook hier natuurlijk als een nieuwig heid wordt voorgesteld, die ecret door dit ontwerp wordt ingevoerd. Mag ik den heer VI. en anderen die beweren, dat thans de arbeiders het „verdraaien" om staangeld toe te staan en alleen door het nieuwe ontwerp er toe gedwongen zullen worden, herinneren aan het feit, dat aan de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal te Amsterdam reeds sedert 3 jaren staan geld is ingevoerd, terwijl dit voorbeeld gemakkelijk met meerdere zou kunnen worden vermeerderd. Om in den stijl van Het Volk te blijven, de heer Vliegen „vergeet" dat beding van staangeld than9 volkomen wettig en praktisch on begrensd is toegelaten, terwijl het ont werp het zeer beperkt en met waarborgen omgeeft. De heer Vliegen zegt ook „een patroon mag naar willekeur iedere week van honderden arbeiders boeten heffen tot een dagloon in de week, zonder rechtskundig apparaat en zonder hooger beroep". Is dat nu eene juiste voorstel ling van het ontwerp of heeft de heer Vliegen „vergeten" dat de boeteregeling zeer uitvoerig in bijzonderheden geregle menteerd is, en dat tegen elke onrecht matige boeteheffing, hetzij op grond dat het feit niet gepleegd is waarvoor boete is opgelegd, hetzij dat liet niet in het reglement is omschreven, hetzij dat er door overmacht uitsluiting van schuld is, etc. beroep op den rechter met eene gemakkelijke procedure openstaat? Ik zou hier willen herinneren aan de uiting van Mr. Troelstra in de Kamerzitting van 29 Maart j.l. „Het regeeringsartikel (omtrent de boeten) bevat geen kwaad en het zal in enkele gevallen ecnig goed kunnen doen." In gewone taal omgezet beteekent dit, het artikel is een groote verbetering bij den bestaanden toestand en doet ons in geen enkel opzicht achteruitgaan. Wij vreezen dat op den heer Troelstra weder eens eene censuur voor weifelende houding zal worden toegepast, al zou die rechtmatig de gansche sociaal-democratische kamer- groep treffen. Immers, deze meening wordt namens de geheele groep geuit. Zegt men de aangehaalde staaltjes zijn reeds oud (wij leven snel) dan wil ik eindigen met er op te wijzen dat dezelfde „vergissingen* nog voorkomen in het jongste verweer van het agitatie comité. Daar wordt alsof er nog niets over geschreven was, opnieuw geleerd dat het staangeld in de nieuwe wet wordt gesanctioneerd, dat opzeggingstermijnen iets nieuws zijn, tevoren onbekend, dat staking zonder inachtneming van den opzeggingstermijn eerst dan onrechtmatig aal zijn, kortom, de geheele toonladder van valsche teksten wordt nog eens afgezongen. Gelukkig in de Kamer is de S. D. A. P. wat verstandiger. De groote massa wordt ook thans nog steeds misleid, de leiders in de Kamer wachten zich wel deze enormiteiten te verkondigen. Langzaam, te langzaam naar veler zin zeker, maar toch gelukkig gaat de be handeling daar voort, en het laat zich aanzien, dat het ontwerp met groote meerderheid wet zal worden. Wij zijn nieuwsgierig naar de houding, die de S. D. A P. bij de eindstemming zal aannemen voor het ontwerp zelf zal dit naar onze meening onverschillig zijn dit zal, wet geworden, door praktijk wel eindelijk de waarheid doen zege vieren en het leugenachtige der „kwaad aardige", oppositie aan het licht brengen. Het zal aan den vrijzinnigdemocraat mr. Drucker eene groote voldoening schen ken, wanneer door zijn arbeid in de eerste plaats, de rechtspositie van den arbeider eene belangrijke versterking zal ondergaan. De rustige zekerheid, waarmede deze loods met zoo duidelijk blijkende zaak kennis, het scheepje naar de veilige haven doet koersen, doet ons hopen, dat hij gesteund door den kapitein Mr. van Kaalte, het schip ook in die haven zal brengen. Wij mogen er trotsch op zijn dat onze partij een dergelijken leids man bezit. Y.' D. Het schijnt vrij moeilijk te zijn voor vele Nederlanders om in een advertentie goed uit te drukken, wat men zijn medeburgers wil meedeelen. Het streven bestaat bij ieder koopman, zijn adver tentie zoo kort mogelijk te maken, want anders komt het adverteeren hem wel wat te duur, en het is dus niet onmo gelijk, dat het vaak de kortheid is, die aan de duidelijkheid afbreuk doet. Hoe dit zij, of dat er andere oorzaken toe meewerken, een feit is het dat meer malen in de bladen annonce's prijken, die nu juist niet aanspraak kunnen maken op overgroote duidelijkheid. Reeds eenige malen heb ik den lezers daarvan exempels kunnen aanbieden, en thans vind ik in een advertentiekolom de volgende advertentie: „Opruiming van piano's, zoowel be speelde als nieuwe tegen inventaris prijs met garantie, vrij transport, gratis ondorwijs bij den tooper aan huis en studieboek (wegens ver bouwing). Ook op gemakkelijkste af- betalingsvoorwaarden zonder verhooging v. prijs. Bespeelde instrumenten worden zonder verlies weder tegen nieuw in geruild. Me willen niet gaan uitzoeken, wat er alzoo uit deze regelen te lezen is. Dit laten we liever aan onze lezers over, die er o.i. een aardig tijdverdrijf in kun nen vinden en mogelijk tot heel aardige ontdekkingen zullen komen. Moeilijk is dit werkje niet, want er staat geen woordje Grieksch of Latijn in; in dat geval, zouden we onzen lezers onze hoogst gewaardeerde voorlichting niet wenschen te onthoudeu. Want zoo gauw er de oude talen bij te pas komen, wordt het voor een Hollander, zonder gymnasiale opleiding wel een beetje lastig, zoo'n rebus te ontcijferen. Dat men nu echter juist niet het gymnasium behoeft te heb ben bezocht om iets van Latijn en Grieksch te snappen, bewijst de volgende geschiedenis, welke wordt meegedeeld door het „Dagblad voor Noord-Brabant! „Eenige gymnasiasten, nog met hun Grieksch en Latijn van dien dag in het hoofd, stonden te kijken naar de over strooming in Zeeland, en betoogden hoogwijs, dat „Boreas" 'm dat gelapt had. „Boreas" is een Grieksch en Latijnsch woord voor „Noordenwind". Ongelijk hadden de gymnasiasten dus niet, Er stond echter een „boertje" bij. Die knikte toestemmend. Tot verwondering van onze gymna siasten. Zou het „boertje" ook verstand heb ben van Grieksch en Latijn, en ook weten, dat „Boreas" noordenwind be- teekende? Boreas? Boreas? zeiden zij, en keken het boertje vragend aan. En ons boertje antwoordde: „Zeker, Boreas, dat die 't 'm gelapt heeft, wilde ik maar zeggen, want had ie Kraus niet naar Chili laten gaan, dan zouden we den minister nu hier gehad hebben bij onze gebroken dijken." „De Vaderlander", het orgaan van de fractie Goeman Borgesius c. s., beweerde onlangs, dat de plattelanders uit Zeeland hot met Borgesius naam nooit verder brachten dan „Borrius." Dat verklaart, waar het boertje zijn Latijn van daan haalt. En tevens leert ons de geschiedenis, dat Borgesius, bij het velo, dat hij reeds op zijn geweten heeft, nu ook de schuld zal dragen, dat gymnasiasten hun wijsheid niet meer behoeven te luchten in 't nabijzijn van Zeeuwsche boertjes. Dat die hoeren anders verwonderd stonden te kijken, valt te begrijpen. Wie zou nu in zoo'n boertje een latinist hebben gezien'? Ja je kunt soms vreemde onmoetingen hebben. Dat ondervond ook een heer te Parijs die dezer dagen bij een tand meester binnenliep. Hij had kiespijn en vroeg, of de tand meester hem een holle kies wilde trekken. Ik wil ze allemaal trekken, zei de tand meester. Meteen nam hij een revolver, mikte op het hoofd van den bezoeker, en riep: als je een vin verroert terwijl ik je kiezen trek ben je een kind des doods! De bezoeker had op dat oogenblik heelemaal geen behoefte moer aan kie zentrekker, want de kiespijn was van zelf al verdwenen bij den aanblik van het pistool. Daar hij zijn leven echter meer dan zijn tanden liefhad, verroerde hij zich niet en liet hij den tandmeester een voor een zijn kostelijke kiezen uit den mond rukken. Toen hij 8 kiezen getrokken had zei de tandmeester: Zoo is het genoeg, u hebt tl zeer goed gehouden. Een halve kroon als 't u belieft. De bezoeker wist niet hoe gauw hij betalen zou en de deur uithollen. Aan stonds waarschuwde hij de politie. Eenige agenten drongen daarop de spreekkamer van den krankzinnigen tandmeester bin nen om hein mee te nemen. Dat was gevaarlijk werk. De tandmeester schoot er op los met zijn revolver. Hij heeft een der agenten in den arm, een ander in het been getroffen, voor hij vermees- terd was. Het rooken in Turkije. Onder de verschillende tabaksoorten neemt de Turksche een voorname plaats in. Hoeveel Turksche sigaren worden er niet in ons land ingevoerd en ge rookt? Het rooken, dat nu in 't Rijk der Turken algemeen in gebruik is geko men, heeft in 't begin door de vele tegenstanders met moeilijkheden te kam pen gehad, doch de voorstanders hebben overwonnen. De tegenstand kwam hoofdzakelijk uit de godsdienstige dweepzucht voort. De Mohammedaansche wetgeleerden be schouwden de tababsrook als een damp die opsteeg uit de schoorsteenen der hel, of als den vergiftigden adem van den booze. Later mengden zich zelfs de Sultans in het geschil en zoo vaardigde bij voorbeeld Sultan Amurat IY een wet uit, waarbij de rookers verbannen wer den en zij, die op heeterdaad werden betrapt, moesten onthoofd worden, ter wijl hun hoofd zou worden tentoonge steld met 't voorwerp van de „vreeselijke misdaad", met de vervloekte chibouk," de pijp. In weerwil van dit alles nam het aantal rookers niet af. De dweep zucht hernieuwde voortdurend hare pogingen, doch deze bleven vruchteloos en nog in de 19e eeuw heeft Sultan Mahomed een verbod tegen 't tooken uitgevaardigd, maar zijne bevelen kon den niet uitgevoerd worden. De machtige Keizer der Osmanen heeft over zijne Janitsaren gezegevierd doch de pijp heeft hem weerstaan. Alle verbodsbepalingen en wreedheden hebben hun doel gemist, eer 't tegenoverge stelde bewerkt, namelijk dat 't rooken in 't Keizerrijk van den Koran algemeen is geworden. Menig looker, ook in ons land, zal den Turkschen dichter gelijk geven, die zegde: „De tabak is een zeker middel voor den mensch om zijn verdriet te verdrijven en wolken van zorgen met wolken van rook te ver drijven". PIM. Tabak cn oproer. Het was een Spanjaard, Fernandez de Toledo, die de tabak van het West- Indische eiland San Domingo naar zijn vaderland bracht. Daar wekte het kruid de belangstelling van den Franschen ge zant, Nicot. Hij nam het in 1560 mede naar Parijs, nadat hij reeds tabaksplanten aan den koning en de koningin-moeder Catharina de Medicis gezonden had. Naar hem werd de plant door de mannen der wetenschap „herba nicotiana" genoemd cn vereerders van die edele plant maakten van dien naam het anagram: „in bona charitate", wat beteekent: „in goede liefde". Nicot schreef aan het gebruik van tabak allerlei heilzame gevolgen toe en stond daarin niet alleen, wat over tuigend blijkt uit de woorden van een schrijver der zeventiende eeuw, „dat wij de tabak als een voortreffelijk kruid uioeten hoogschatten, evenals het brood. Wie het brood veracht, bezondigt zich en dat doet hij, die de tabak veracht." Op vele plaatsen dacht de Regeering er anders over en al spoedig verschenen er verbodsbepalingen. Ook in ons land werd het „toehacksuyghen", zooals men rooken noemde, meer dan eens met straf bedreigd. In Zwitserland ging men zelfs zoover, dat men het verbod van tabaksgebruik onder de tien geboden opnam. Ilct werd aan het zesde gebod toegevoegd. In de maand Juli van het jaar 1690 vaardigde het bestuur der stad Haar lem ecue keur uit, waarin den manne- lijken ingezetenen ter voorkoming van brand verboden werd langs den open haren weg eene pijp tabak te rooken, zoomede op gevaarlijke, plaatsen bin nenshuis en in alle vervoermiddelen, zooals wagens, sleden schuiten en schepen. Elke overtreding in deze zou voor de eerste maal met zes gulden boete worden bestraft. Men stoorde zich te Haarlem maar bitter weinig aan die politic-order en bleef trouw rooken. Dit ging zoo, eene enkele bekeuring uitgezonderd, ruim vier maanden goed. Toen besloot dp schout, Adriaan Bakker, met handhaving van de order en inning der boeten speciaal belast, eens door te tasten cn hij behoefde niet ver te zoeken. In den namiddag van den 23 October kwam bij een jongmensch tegeu, die er dapper op los rookte en ten overvloede bent nog zegevierend in het gelaat keek. Bakker hield den knaap aan, rukte hem de pijp uit den mond en eischte de gestelde boete. Toen de jongeling niet kon of niet wilde betalen, rukte hij hem de kleeren van 't lijf en nam die als onderpand mede. Dat was te veel voer de omstanders, die het tooneeltje hadden bijgewoond. Zij dwongen den schout den knaap zijne kleeren terug te geven. Daarmede was de zaak even wel nog niet uit. Het oploopje groeide tot een formeel oproer aan en de woningen van den schout en verschillende over heidspersonen moesten het ontgelden. Do schutterij, in het geweer geroepen, was niet bij machte den storm te keeren. Eerst aan een regiment voetknechten, 700 man sterk, en eene afdeeling ruiterij gelukte het in vereenigd optreden, den 26 October den schrik onder de rookende oproermakers te brengen. Twee der belhamels ondergingen op het schavot eene gceseling en een twaalftal andere deelnemers werd tot langdurige ge vangenisstraf verwezen. Le Fumeur. Aan belanghebbenden deelen wij mede, dat de Kiezerslijst ÏWOC 7 ter Secretarie ter inzage van een ieder is nedergelegd tot. en niet 31 April a.s. Wanneer men er niet op voor komt, kan men tol en niet 15 April a.s. op ongezegeld papier aan Burg. enWeth. verbetering der Kiezerslijst vragen. Een ieder, die iets voelt voor het kiesrecht, is verplicht, ter secretarie dezer gemeente zich te overtuigen of zijn naam op de lijst voorkomt. Zondagmorgen 10 uur zal in de Lu- therschc kerk ecu godsdienstoefening wor den gehouden, waarin Ds. J. L. F. de Meijere, de nieuwe lidmaten zal beves tigen. Aan de Rijks-Universiteit te Utrecht is bevorderd tot doctor in de rechtswe tenschap de heer H. W. L. de Bcauforf. Donderdagmorgen werd op de Vlas akkers voor het front van den troep ordonnansen, door majoor Teviss de Oranje-Nassauordc uitgereikt aan den ritmeester baron van Boecop, en de eere-medaille in zilver van die orde aan den opperwachtmeester Peters. De wachtmeester B. van Wamel, van het le Reg. Huzaren alhier, is benoemd tot opzichter van het Ger. Burgerweeshuis te Rotterdam en gaat dientengevolge het leger met pensioen verlaten. Het symphonie orkest „Jubal" zal ver moedelijk in het laatst dezer maand nog een concert geven voor de donateurs en een volksconcert. In den ouderdom van 62 jaren is te Nijmegen overleden de heer C. P. U" rij - linck die alhier gedurende vele jaren bewaarder der hypotheken was. liet vijfjarig bestaan van de Vereeni- ging Handel en Nijverheid wordt Woens dag 18 April feestelijk herdacht in de sociëteit De Vereeniging. Naar het zich laat aanzien belooft dit feest schitterend te zullen slagen, alios werkt samen om het vijfjarig bestaan werkelijk feestelijk t» doen herdenken. Het rijk voorziene programma luidt als volgt: Thalia marsch, voor piano. Rede van den Voorzitter. Koor uit „Schopfung", piano 6 handig. Bloemenhulde. Duo's voor mandoline en piano. Zonnekind, oorspr. tooncelspel in écu bedrijf. Kriegorsmarsch uit „Athalie". Hymne, vanJohan Verhulst, voor gem. koor. Repos de scha seurs, piano -1 handig. Een visioen. Dialoog tusschen de Stedem. van Amersfoort en Everard Meyster; en mo noloog van de Stedemaagd. Krausköpfchen, voor piano 6 handig. Hulde aan de Wetenschap. Cavalerie marsch, voor piano 4 handig. In politiek, blijspel van Von Kadclburg La Maehiche, voor piano. Lentezang, dames trio. Rhinoceros- ballade, mannen quartet. Steeple chase, voor piano. Huwelijksaanvraag, klucht in een bedrijf. Potpourri, voor piano Apotheose: Hulde aan H. N. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de zeer eigenaardige, maar niet minder belangrijke tentoonstelling welke van Zondag tot Woensdag a.s. in „Voor de Kunst" te Utrecht wordt gehouden. Mcj. Dr. C. C. v. d. Graft en Dr. A. Beets hebben n.l. uit alle oorden van ons land mooie „Palmpascheu" of zoo genaamde „pikhaantjes" bijeengebracht, die een overzicht zullen geven van de wijze, waarop het oud-Germaansche ge bruik van het loopen met versierde broodvogels zich nog tot op dezen tijd hoeft weten te handhaven. De tentoonstelling is geopend van 10 tot 5 uur; do toegangsprijs is 10 cent. De netto opbrengst van de uitvoering, don 31 en Maart j.l. gegeven door de korporaalsvereeniging „Wilhelmina" van het escadron Ordonnansen ter gelegen heid van het 25-jarig bestaan van het escadron, bedroeg f 30.92. Deze som i ter hand gesteld aan de commissie voor Kindervoeding. De le luitenant der veld-artillerie P. D. van Essen, die is ingedeeld geweest bij de proefbatterij, hield gisteren in de officiers-vtreenigingszaal van het 5e regi ment infanterie, een voordracht over het nieuw ingevoerde snelvuurgeschut voor verschillende hoofdofficieren van het garnizoen. De uitreiking van de getuigschriften aan de leerlingen der Ambachtsschool, die den cursus hebben doorloopen, zal plaats hebben op Vrijdag 13 April a.s., des nam. te '2 uur. Daarna wordt de tentoonstelling geopend van werkstukken en teekeningen, door de leerlingen ver vaardigd Deze tentoonstelling wordt gehouden tot en met 16 April, dagelijks van 10 tot 4 uur. Door den Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht zijn benoemd tot leden van de commissie belast met het afnemen van do eind-examens aan leerlingen der hoogere burgerscholen in do provincie Utrecht, voor het jaar 1906: A. G. van Os, J. M. Thiel, F. Wes- seling, B. D. Best, Dr. W. van Schot horst, I. M. J. Hoog, W. N. Cocnen, E. J. Beumer, Dr. P. K. Lulofs, allen leeraar aan de II. B. S. alhier; Dr. H. F. Jonkman, directeur van, en Dr. P. van Mourik, Dr. G. van der Waals, D. Aitton, Dr. J. L. Hoorweg, H. Kolde- wijn, Dr. J. E. Enklaar, W. Pik en J. Stibbe, leeraar aan de R. H. B. S. te Utrecht; Dr. A. J. Swart, Dr. A. Kijlstra, M. ten Bouwhuijs, Dr. J. A. Vreeswijk, Dr. A. J. van der Meulen, F. P. Visser en J. de Jong, allen leeraar aan de G. H. B. S. met 5 j. c. te Utrecht; Mr. S. Nanninga Uiterdijk en Dr. M. Woudstra, leeraar aan de H. B. S. te Kampen; Dr. G. Postma, leeraar aan de H. B. S. te Deventer en B. C. Brennan, leeraar aan de R H. B. S. te Zwolle. Tot voorzitter der commissie is be noemd Dr. J. W. Doyer Jzn., directeur van de G. II. B. S. te Utrecht, waar het mondeling examen zal worden afgo- nomen. Gisteren is door de recherche alhier aangehouden een persoon, die gesigna leerd stond in het algemeene Politieblad tot het ondergaan van gevangenisstraf. Op last van den Commissaris van Politie is hij naar Utrecht overgebracht en ter beschikking van de Justitie gesteld. Hedenmorgen tegen twaalf uur had aan den Leusderweg een hoogst droevig ongeval plaats. Terwijl een afdeeling veld-artilleristen huiswaarts keerde, sloeg het paard van den milicien-korporaal M. op hol. Juist waren de afsluitboomen gesloten daar de sneltrein naar Kestcren in aankomst was. Het paard sprong even wel over den boom heen, bij welke sprong de berijder van het paard werd geslingerd en midden tusschen de rails kwam te liggen, juist toen de trein passeerde, met het ongelukkig gevolg dat de man' in drie stukken werd ge reden en aanstonds een lijk was. Het paard holde den spoorweg over en bleef ongedeerd. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Geachte Redactie! Bij nader onderzoek blijkt mij dat de heer Vels-Heiju inderdaad niet is meegewcest naar Huizen om Ds. Vun- dering van Iïoogeveen te hooren spreken. Deze vergissing berust op een mijner zijds verkeerd begrijpen van ontvangen inlichtingen. Voor deze tot mijn leed wezen gemaakte vergissing bied ik den heer Vels-Heijn en de Red. mijne ver ontschuldiging aan. De heer Vels-Heijn acht het echter ook noodig te verklaren dat hij Ds. Vundering nooit heeft ge hoord en bij zijn weten ook nooit heeft gezien. Deze verklaring kon het vermoeden wekken dat mijn bericht feitelijk eiken grond van waarheid mist. Daartegen over stel ik, dat het al of niet meegaan van den heer Vels-Heijn naar Huizen niet de hoofdzaak is van mijn bericht. Hoofdzaak is dat enkele anti-rev. ge zinde leden van hot kiescollege van do hervormde kerk, pogingen hebben gedaan en nog doen om Ds. Vun dering van Iïoogeveen te doen be roepen voor de vacature van Aalst; cn dat deze heeren daarvoor zij het dan ook zonder den heer Vek-Heijn een reisje hebben gemaakt naar Huizen. Dit nu houd ik staande. Trouwens den heer Vels-Heijn, die toch geen vreemdeling is in het kerke lijk Jeruzalem, zal het, evenmin, als mij onbekend zijn, dat volgens sommige goede bekenden van den heer Vels- Heijn, Ds. Vundering wat te veel

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2