No. 34.
Zaterdag 28 April 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
I Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Waterleiding.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
n.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Raadsverslag.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.!
liureau
Hendrik vau Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post - 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlën
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Uit het rapport van B. en W. (zie
vorig nummer) blijkt, dat de plannen
ter verbetering van de waterleiding in
hoofdzaak hier op neerkomen, dat aan
den Leusderweg op het tegenwoordige
voetbalveld (eigendom van Mr. W. H.
de Beaufort van de Treek) een
prise d'eau met pompstation zal gebouwd
worden. Het water wordt dan door een
wijde buis naar de Varken6inarkt ge
voerd, van waar het zich in alle richtingen
door de stad kan verspreiden.
In ons vorig artikel hebben wij de
voorwaarden opgenoemd, waaraan vol
gens het oordeel van B. en W. op
grond van de ingewonnen adviezen -
moet worden voldaan.
Wij gelooven werkelijk, dat, wanneer
de Raad het besluit neemt, dat in
concept bij het rapport is gevoegd, er een
groote verbetering zal verkregen zijn.
Volkomen begrijpen we tevens, dat
B. en W., wijs geworden door wat er
gepasseerd is zich niet zoo heel ge
makkelijk tevreden laten stellen, zooals
blijkt uit het volgende, dat wij letterlijk
uit het rapport overnemen:
Alhoewel het niet waarschijnlijk is,
zoude het kunnen blijken, dat, ondanks
de verbetering, niet die resultaten ver
kregen zijn, welke men zich thans
voorstelt.
„Mocht dit het geval zijn, dan is dit
waarschijnlijk toe te schrijven aan de te
nauwe buiswijdte op sommige plaatsen,
met name van de buiB van het reservoir
naar de Varkensmarkt en de buis in
den Soesterweg en de onvoldoende cir
culatie, vooral door het ontbreken van
een leiding in den Vlassakkerweg en i
de wegen bij den Soesterweg.
„Als voorwaarde, zouden wij derhalve
aan de te verlcenen vergunning tevens
wenschen te verbinden:
dat de Maatschappij zich verbindt,
De haat is levendiger dan de vriendschap
maar minder levendig dan de liefde.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
32.
„Orsu!" riep Comerio ongeduldig uit.
„Dat had ik kunnen weten. Goed dan,
ik zal binnenkomen en wachten tot zij
terugkeeren.
Hij werd in een klein voorkamertje
gelaten, waar hij gedurende eenige
minuten op en neer liep, doch op eens
in de aangrenzende kamer iemand op
eentoonige wijze „La donna c mobile"
hoorende neurieën, trad hij die haastig
binnen en keek rond. Eerst zag hij
niets, maar na eenige oogenblikken ont
dekte hij den zanger, een kleine jongen,
ongeveer vier jaar oud, die, gezeten in
de vensterbank, door het gordijn half
verborgen was.
binnen ti maanden na schriftelijke aan
zegging van Burgemeester en Wethou
ders, de werken aan te leggen, omschre
ven bij het hierbijgaand concept-besluit.
„Voor den aanleg van deze leidingen
zullen dan dc bepaling van garantie en
de concessie niet van kracht zijn.
„Yoor de uitvoering van de werken is
een wijziging der concessie noodig, aan
gezien art. 2 de Maatschappij verplicht,
water te leveren van de Soesterlieide.
„Bij het besluit, waarbij deze afwijking
toegestaan wordt, kunnen dan de bespro-
keu voorwaarden gesteld worden.
„Uitdrukkelijk zal dan bepaald moeten
worden, dat, voorzoover het besluit niet
afwijkt van de bepalingen der concessie,
deze van kracht blijft."
Dc werken, waarop in het voren
staande gedoeld wordt, betreffen het
aanloggen en aansluiten aan dc uiteinden
van de thans aanwezige buizen van
waterleidingpijpen van doelmatige wijdte
tor beoordeeling aan B. on W.
op dc volgende plaatsen:
Princes Marie- en Van Campcnlaan, ge-
deelteVlasakkerwegenSoestcrdwarsstraat
en gedeelte van den Ouden Soesterweg.
We zulleu thans het gekeele concept-
niet laten afdrukken, waarin trouwens
slechts geformuleerd wordt wat in het
rapport van B. en W. voorkomt.
B. en W. besluiten hun zaakrijk
rapport als volgt:
„Ten slotte wenschen wij nog op het
volgende te wijzen.
„Zooals reeds in den aanhef van ons
rapport is vermeld, hadden wij den
vorigen zomer besprekingen gehouden
betreffende verandering van tarief en
concessie.
„Wij hebben den Directeur der Maat
schappij er met nadruk op gewezen, dat
de Gemeente, door aan deze werken
hare goedkeuring te geven, zich geens
zins bindt tot wijziging der concessie
over te gaan.
„Wij achten het evenwel gewenscht,
zoodra de nieuwe werken uitgevoerd
„Goeden morgen, Gigi," zeide hij
vriendelijk.
De kleine snaak rukte het gordijn
weg en scheen zeer verheugd den be
zoeker te zien.
„Goeden morgen, signor," zeide hij,
glimlachend tot zijn groezelig gezichtje
bijna lief werd. „Zijn er" hij keek
verlangend, doch aarzelend naar Comerio's
zakken „zijn er ook bonbons?"
Comerio maakte eene beweging van
zotte wanhoop.
„Wel, Gigi, hoe kon ik dat vergeten?
Ik beloofde je eenige marrons glacés,
maar 't slechte nieuws van vanmorgen
heeft mij in de war gebracht."
„Welk slecht nieuws?" zeide de kleine
jongen, met een angstigen blik, te oud
voor zijn leeftijd.
„Ik ga weg, Gigi; ik zal nooit meer
met je rondreizen. Er komt een nieuwe
bariton iemand, die je bepaald geen
marrons glacés zal geven of spelletjes
met je zal spelen, want hij gaat door
voor een heilige."
„Een heilige?" zeide het kind. „Wat
is dat? Ik dacht, dat het dingen waren,
die in de lucht wouen."
„Een heilige is iemand, die er van
houdt andere lieden te recht te zetten.
San Carlo zal in minder dau geen tijd
bemerkt hebben wat een ondeugende
aap ge zijt."
„Ik wilde wel, dat hij niet kwam,"
zeide 't kind op punt van te gaan huilen.
worden, de onderhandelingen weder aan
te knoopen. Bij eene cventueele con
cessie-wijziging zouden dan deze hoofd
punten behandeld worden:
„Tariefverlaging en het verleenen van
eene uitsluitende concessie, met recht
van naasting door de Gemeente op nader
vast te stellen voorwaarden."
Uit dit laatste deel van het rapport
blijkt dus, dat er kans bestaat, dat de
zeer hooge tarieven voor het drinkwater
verlaagd worden.
Do Maatschappij is natuurlijk gesteld
op een ,z.g. uitsluitende concessie,
dat is eene, waarbij z ij het monopolie
van dc waterleverantie heeft.
Terecht wenschen B. en W. den
Raad niet te biuden, door goed
keuring van dc werken, die zulleu onder
nomen worden.
't Komt ons voor, dat een u i t-
sluitende concessie alleen verleend
mag worden onder voorwaarde,
dat het tarief aanmerkelijk verlaagd
wordt.
Uit onze opmerkingen zal het den
lezer gebleken zijn, dat wjj van oordeel
zijn, dat B. en W. serieus werk geleverd
hebben. Maar toch mag de Raad zich
niet vau de zaak afmaken, alvorens
onderzocht te hebben, welke bezwaren
er zouden zijn tegen explotatic door de
gemeente. Vooral nu blijkt, dat in geval
van nood, de Gemeente het rech t
heeft tot het aanleggen van een water
leiding naast de bestaande, komt het
ons voor, dat er met de Utrcchtsche
Maatschappij wel te onderhandelen zal
zijn bij cventueele naasting.
Het rapport verspreidt omtrent de
bezwaren tegen eigen exploitatie door
de Gemeente niet het minste licht.
„Ik zie niet in waarom heiligen in opera's
moeten zingen, laat ze in den Hemel
blijven."
Comerio lachte.
„Groot gelijk, kleine, dat moesten ze
ook," zeide hij op Gigi's hoofd kloppend.
„Maar zie eens Gigi, wilt ge iets voor
uw ouden vriend doen, om hem voor
't laatst genoegen te doen?"
De knaap knikte en keek met ver
standige, heldere oogen in 't sluwe gelaat
van den bariton.
Comerio trok een brief te voorschijn
en gaf ze hem.
„Als je moeder thuis komt, loop haar
dan vlug naar hare kamer na en als
zij alleen is, geheel alleen, geef haar
dan dezen brief. Verstaat gc? Het is
een geheim, niemand mag het weten,
niemand."
„Ik weet het, ik weet het, ik kan
wel een geheim bewaren," riep Gigi
blij. „Mama en ik hebben dikwijls ge
heimen voor papa; dat leerde zij mij
zoodra ik van Salem kwam."
Comerio glimlachte cynisch.
„Denk er om dat ge het doet," zeide
hij dreigend. „Ik zal 't weten uit te
vinden als ge mij bedriegt. En zie
eens, kleine, daar hebt ge twee lire, en
ge kunt aan iedereen vertellen, dat
Comerio afscheid van je is komen nemen,
en ze je gegeven heeft om bij Caflisch
te verteren. Daar, nu moet ik heen
gaan, vergeet mij niet."
Tot onzen spijt konden we in ons
nummer van jl. Woensdag niet het gc-
heele verslag van de Raadszitting van
Dinsdag 24 September, plaatsen. De
discussie, over punt 7
Rapport en voorstel van Burgemeester
en Wethouders betreffende het afschaf
fen van de 7de en 8ste klasse van de
jongensschool en de opdracht van het
onderwijs in eene bepaalde klasse aan
het nieuw te benoemen hoofd der
jongensschool, laten we daarom thans
volgen
In hun advies omtrent deze kwesties
zeggen B. en W.:
In uwe vergadering van 3C Januari jl,
werden wij uitgenoodigd te willen over
wegen in hoeverre het wenschelijk geacht
kon worden:
1. de 7e en 8o klasse van de openbare
jongensschool le soort (Heereustraat) af te
schaffen;
2. aan het nieuw te benoemen schoolhoofd
het onderwijs in eene bepaalde klasse op
te dragen.
In uw vergadering van 27 Februari
kwam een adres in van de afdeeling Amers
foort van den „Boud van Nederlandsche
Onderwijzers" (bijl. 52) met verzoek te
breken met het stelsel van ambulante hoof
den en te beginnen met aan de school le
soort (jongens) het te benoemen schoolhoofd
het gehcele onderwijs in eene vaste klasse
op te dragen.
Wij hebben ten aanzien van beide onder
werpen de adviezen ingewonnen van den
districts- en den arrondisseuients-schooiop
ziener en van de commissie van toezicht op
het lager onderwijs.
Wat betreft de afschaffing van de 7e en
8e klasse, kunnen wij ons geheel en al
vereenigen, zoowel wat de motieven als
wat de conclusie betreft, met de adviezen
van den districtsschoolopziener en de com
missie van toezicht op het lager ouderwijs,
zoodat wij u op grond van de in die rap
porten medegedeelde overwegingen advi-
seereu, niet tot afschaffing van de bedoelde
klassen over te gaan.
Eveneens kunnen wij ons geheel ver
eenigen met de uitgebrachte adviezen van
beide schoolopzieners, voorzoover deze be
trekking hebben op de opdracht van het
onderwijs in eene bepaalde klasse aan het
hoofd der jongensschool.
De wensch vau de commissie van toezicht
in het reglement eene bepaling op te nemen,
waarbij aan het hoofd opgedragen wordt
aan iedere klas der school minstons gedu
rende één uur per maand onderwijs te
^even, kunnen wij niet bevorderen. Met
den schoolopziener zijn wij van oordeel,
dat andere en betere middelen dan het
voorgestelde het hoofd ten .dienste staan,
doch dat die betere middelen niet te re
glementeeren zijn.
Hij bukte zich en kuste het groezelige
gezichtje, toen nam hij haastig afscheid,
daar hij gezien had, dat de brief veilig
verstopt was in den zak van zijn
broek.
Gigi stak met nadenkenden blik zijn
dicht gekroesd hoofd uit het veuster en
keek Comerio na. Nauwelijks was hij
uit 't gezicht of een rijtuig met een heer
cr in, en koffers boven op, hield voor
de deur stil. Gigi trok snel zijn hoofd
terug en met een plotselingen angst
wikkelde hij zich in t gordijn.
„Ik geloof,zeide hij bij zich zelf,
't Engelsch. „Ik geloof dat daar
San Carlo is.u
Na een poosje hoorde hij de deur
van de voorkamer openen en de stem
van de meid, die zeide, dat de signora
spoedig van dc repetitie terug zou zijn;
waarop een zoo vriendelijke en heldere
stem, dat hij zich om zijn angst schaamde,
antwoordde: „Heel goed, dan zal ik hier
wachten."
De voetstappen kwamen naderbij.
Gigi beefde in zijne schoenen en ge
voelde toch een brandende begeerte, de
nieuweling te zien, dat gevreesde wezen,
dat altijd op de loer zou liggen en zijne
fouten zou uitvisschen.
De vreemdeling scheen bij de piano
te staan en de boeken in te zien, die
er op lagen; er heerschte zoo'n vol
maakte stilte, dat Gigi zeker wist dat
de vreemdeling zat te lezeq ea hij het
Op grond van de motieven, neergelegd in
de rapporton, geven wij u derhalve in
overweging, afwijzend te beschikken op
het verzoek van de afdeeling Amersfoort
van den „Nederlandsehen Bond van Ouder
wijzers".
Do hoer Gerritsen: Mijnheer do
Voorzitter, naar mijn gevoelen zullen
de discussies over de afschaffing der 7e
en 8c kl. zooveel mogelijk moeten ge
scheiden worden van die over de am
bulante hoofdon, anders vrees ik, dat er
verwarring zal ontstaan.
Dc Voorzitter heeft hiertegen geen
bezwaar.
De heer Gerritsen: B. en W.
hebben het voor mij erg gemakkelijk
gemaakt, daar zij het geheel eens zijn
met den districts-schoolopziener.
De heer Middelveld Vieisen begint de
vraag te stellen:
„Bestaat er in uwe Gemeente al of
niet genoegzame behoefte aan openbaar
Lager onderwij? in het Fransch, Engelsch,
Duitsch en de wiskunde?"
Hierop kan ik direct antwoorden, zeker
niet op de wijze zooals de zaak nu ge
regeld is.
De gcheele redeneering die dan volgt
had gevoegelijk achterwege kunnen
blijven. De heer Viersen blijkt nog zeer
weinig op dc hoogte te zijn van de
Amersf. schooltoestanden, en inplaats van
nu te zwijgen, geeft hij een theoretisch
advies, dat op den toestand aan de jongens
school niet alleen in 't geheel niet slaat,
maar ook als alle theorie vrijwel in de
lucht hangt.
Dat de behoefte werkelijk niet beBtaat,
bewijst het gering aantal leerlingen,
waarbij dan nog in 't oog moet worden
gehouden, dat de 7 en 8 klasse met
kunst en vliegwerk door het Hoofd der
School vaak van leerlingen is voorzien.
Wat er zoodoende van die klassen
terecht komt behoeft niet te worden
gevraagd. De juiste kwalificatie dezer
klassen vindt men dan ook in het ge
zegde van den heer Schendel, die er
jaren in gewerkt heeft, en ze betitelde
als: de vuilnisbak.
Dat woord zegt alles en veroordeelt
tevens de klassen.
We hebben nu een aantal jaren de
proef genomen die als mislukt is te be
schouwen.
Ik wensch dus van B. en W. de por-
tinente verklaring, of zij op deze wijze
denken voort te gaan. Willen zij met
het nieuw te benoemen hoofd nogmaals
waagdo van uit zijn schuilplaats naar
hem te gluren.
Hij zag, dat de bezoeker in een ge
makkelijke houding over de piano
leunde, zijn hoofd op zijn hand en zijne
oogen gevestigd op de partituur van
een of andere opera. Gigi kon
hem slechts en profil zien, doch dat
boeide hem en hij was niet langer be
vreesd. Hij wilde nu de aandacht van
den vreemdeling tot zich trekken, maar
hoewel hij 't gordijn bewoog, het baatte
niet, de nieuweling was geheel verdiept
in de muziek, die lig las. Eindelgk
be-loot Gigi hem aan te spreken.
„San Carlo!" zeide hij, zijn hoofd
bedeesd wat meer vooruit stekend.
De vreemdeling keek verwonderd op
en hij zag het bevreesde gezichtje van
achter 't gordijn xijken, hij kwam eenige
passen naderbij en staarde Gigi verbaasd
aan.
„Ik weet 't niet," zeide Gigi, maar ik
denk, dat ge de nieuwe bariton zijt."
Er was iets in deze toespraak, dat
den vreemdeling prikkelde, en deze be
gon te lachen. Zijn lach klonk zeer
aangenaam.
„Ge hebt goed geraden," zeide hjj I
„maar ik ben niet zoo slim en kan je
naam niet gissen."
Wordt vervolgd.