No. 38.
Zaterdag 12 Mei 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Theorie en praktijk.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
De vinger Gods.
DE
LANDER.
Verschijnt
lVéenadaga en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat '28
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0-75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentie»
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Terwijl het eerste jaar van het chris
telijk ministerie -vredig en kalm werd
doorgebracht en zelfs bij de oppositie een
soort berusting werd waargenomen, die
nauw verwant was aan tevredenheid, dat
het kabinet Pierson-Borgesius ter ziele
was geraakt, is in het eerste jaar van
het kabinet-De Meester de oppositie
bijzonder roerig.
We doelen nu niet op het ongelukkige
geval Kraus en natuurlijk evenmin op
de dreigende wolken, die boven de
oorlogsdepartementen blijven zweven,
omdat die met de politieke constellatie,
waarover wij thans spreken, niet in ver
band staan.
Dat voor leger en vloot vepl gevraagd
wordt, is bovendien geheel in de lijn
der rechterzijde en niet licht zal een
ministerie gevonden worden, dat in
toegefelijkheid aan militaire eischen het
kabinet Kuyper-Bergansius overtreft; op
dat gebied heeft de rechterzijde dus aan
den heer Goeman Borgcsius niets te
verwijten, maar niettegenstaande het
kabinet-De Meester zoo verzoeningsgezind
optreedt als het beloofd heeft, en de
democratische vlag blijft voeren, waarmee
het optrad, vindt het van de rechterzijde
reeds nu in meetings en geschriften
krasse bestrijding en wel het sterkst van
het democratische deel, dat nog steeds
maar het kostelijk christelijk kabinet
niet 6chijnt te kunnen vergeten.
Aan den volke wordt voorgehouden,
dat als het kiezersvolk Ivuyper maar
niet verdreven had van het Binnenhof,
tal van sociale maatregelen al bijna hun
beslag zouden hebben, terwijl het minis
terie-De Meester nog pas bezig is voor
de hervormingen, die het beloofde, de
voorbereidingen te treffen.
AVij zullen nu maar niet onderzoeken,
of de wetgevende arbeid van den heer
Kuypcr in de jaren 19011905 inder
daad grond geeft voor dat beweren
Schoonheiddie ons geluk niet draagt
kunnen icij zonder droefenis zien verwelken.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
36.
„Zijn 't meest Italianen bij den troep?'
„Oh, wij zijn een eigenaardig mengel
moes," zeide Sardoui. „Ik zal u op uw
toekomstig lot voorboreiden en je, „deze
troep gelukkige Pelgrims' getrouw be
schrijven. Laten wij hoffelijker zijn dan
de programma's en de dames eerst
nemen. Boven aan de lijst staat mevrouw
Morlino, die niet behoeft te worden be
schreven. Dan komt Mademoiselle Elise
de Caisne, een kleine Fransche coquette.
Dan de twee Mezzo's Mademoiselle
Lauriston, dito, dito, en Miss Robinson,
die van New-York komt, doch die onder
den naam van Duroc zingt; zij is een
Amerikaansch meisje van fatsoenlijke
er zouden onzes inziens redenen van
twijfel te over zijn aan te voeren, maar
er is iets anders waarop te wijzen valt.
Het schijnt nl. zonderling, dat juist
de democratische anti-revolutionairen met
dergelijke beweringen voor de kiezers
verschijnen, want voor hen moet toch
de uitslag van de verkiezingen in Juni
1905 een ware verademing zijn geweest.
Vast gesmeed aan het conservatieve
blok, waarop de lieer Kuyper moest
steunen, hadden zij van 19011905 wel
veel hooren redeneeren over democra
tische hervormingen, hadden zij wel
ecnige paradepaarden zien optuigen,
maar van democratisch rcgeeriugsbeleid
zagen zij niet veel en toch- waren
zij aan den gemeenen wortel des geloofs
schuldig om mede te blijven loopen in
het ministerieele gareel en moesten zij
om dor voorzichtigheidswille zelfs ver
zwijgen, wat daar opsteeg in hun gemoed.
Welk een opluchting, voor hun demo
cratisch hart moet het dus geweest zijn,
dat zij weer èn anti-revolutionair èn
democatisch kondon zijn, dat zij weer
konden getuigen van al wat daar leefde
in hun gemoed zonder te vreezeu door
een onvoorzichtig woord of een ver
keerd uitgebrachte stem schade te be
rokkenen aan het bloc, dat wèl christe
lijk, maar alles behalve democratisch
was! Dat zou men theoretisch zoo
denken, maar in do praktijk ging liet
anders.
Er zijn nl. provinciale verkiezingen
in het zicht in 1907 en voor die
verkiezingen zal alles wat tot liet
Kuyper-bloc behoorde, weer als een man
in liet vuur moeten om de christelijke
beginselen te doen zegevieren, dat wil
zeggen om de huidige Eerste Kamer te
behouden.
Arme democratische anti-revolutionnai-
ren, moeten zij zich daarvoor inspannen
om do theorie der eenheid van de rech
terzijde nog onaangetast te doen schijnen
- moeten zij daarvoor hunne demo
cratie ten offer brengen?
afkomst en zij kan wel aardig ziju, en
wat in haar voordeel spreekt
zij is zeer bevriend niet Domenica Borelli.
Mejuffrouw Borelli is een Malthesiaansche
dame, zij is een contrealt met wonderlijk
veel gevoel en een werkelijk goede
artiste, Marioni's liartlap, er bestaat een
platonische vriendschap tusschen hen.
Nu komen wij aan de tenors
„Met signor Sardoui aan 't hoofd,"
viel Carlo met een glimlach in.
„En dicht op mijn hielen volgen mijne
twee mededingers, Crevelli en Caffieri,
verschrikkelijk jaloersch op mij, ver
schrikkelijk maar wat eigenaardig is
niet op elkaar; nu lijken ze echter zoo
veel op elkander, dat ze niet uiteen zijn
te houden en wanneer de een geprezen
wordt, denkt de ander, dat het een
vergissing is en dat 't eigenlijk voor hem
is bestemd; het zijn twee bona fide
Italianen, en ze lijken op elkander als twee
erwten breed voorhoofd, sluik, zwart
haar, goed profiel, groote snor en brcede
wangen. Ge zult eenige moeite hebben ze
uit elkaar te kennen, doch ik heb voor
't gemak Crevelli bewogen, om zijn haar
een duim langer te dragen dan de
andere."
„Nu komen we aan de bassen en aan
uw schoonbroeder; we zullen maar niet
over hem spi eken. Hij wordt altijd goed
behandeld omdat ze allen doodsbang
voor hem zijn. Dan Gomez. Gomez
heeft ravenzwart haar en een droevig
Het moet hen daarbij dagelijks droever
te moede worden, want wat leert hun
de geschiedenis van eiken dag opnieuw,
nu de rechterzijde niet meer de regeering
voert en dus niet meer de omstandig
heid van tot de regeeringsmcerderheid
te belmoren, veel moet doen verzwijgen,
veel doet beschouwen in een ander
licht?
Bij de behandeling van het arbeids
contract in de Tweede Kamer kunnen
zij dagelijks ervaren, hoever de christe
lijk historischen van hen afstaan en
dezulken moeten zij aan den anderen
kant van het binnenhof de meerderheid
helpen behouden.
Theoretisch zullen zij derhalve demo
craten zijn, praktisch zullen zij de
democratie moeten helpen tegenhouden.
Dit is ook het lot geweest van hunnen
grooten voorganger.
De conservatieve partij heeft hij met
zijn zeldzaam talent van spreken en
schrijven weten uit elkander te slaan,
maar het resultaat van al zijn arbeiden
is op het oogenblik de triumf van het
conservatisme althans in de Eerste,
misschien ook tijdelijk in de Tweede
Kamer.
Gaan de anti-revolutionairen door
in de richting, die zij in do laatste
jaren hebben ingeslagen, dan zullen zij
niet kunnen ORtgaan het lot, dat de
oud-liberalen heeft getroffen, van nl.
het vertrouwen te verliezen van dat
deel des volks, dat thans nog achter
hen staat.
Tijdelijk mogen zij dan aan de reactie
de overwinning hebben bezorgd, dit zal
een triumf zijn in theorie, want de
vertegenwoordiging des volks moet op
den duur volgen wat daar leeft in het
gemoed van het volk en moet luisteren
naar de tcekenen der tgden, en hoe
sterke blokken ook gemaakt worden
om den vooruitgang tegen te houden,
de praktijk des levens stoort zich niet
aan deze voortbrengselen van de studeer
kamer. Als de tijd daar is, komt elke
gelaat. Hij komt van Sevilla en hecht
veel aan zijne waardigheid. Tannini
Alias Joshuo C. Tanner, is een vroolijke
yankee, die goed zijn eigenbelang in
't oog weet te honden. Tanner is een
heel practischc man, die u spoedig zal
vertellen, dat hij zoo'n dolend ridder
schap als van u niet kan begrijpen. Dan
komt Bauer een goed stuk mensch,
altijd present als er gegeten wordt, en
op ongelegen tijden duttend onbewust
van elke opera; op 't tooncel is hij
dikwijls buiten adem. Dan hebben we
Douali, de bariton, wiens karakter mij
nog niet voldoende bekend is; en Tasola,
een ellendig stuk mensch, die alleen
derde klas rollen kan spelen en dan
onze kapelmeester, de kleine Marioni,
die geheel aan de Muzen is gewijd en
zich de haren uitrukt, omdat hij hier
beneden de zaken niet krijgen kan zoo
als hij weii8cht. Piale spreekt met veel
lof over hem, zeide Carlo en dan zat
hij zwijgend te peinzen over de vreemde
beschrijving, die zijn mcdgezel van zijne
medeleden had gegeven, en hij ver
wonderde zich er over wat dit nieuwe
leven hem brengen zou.
„Was Comerio nog al bemind?" vroeg
hij eindelijk.
„Sommigen haatten hem, anderen hiel
den van hem; Dominica Borelli bijvoor
beeld sprak niet met hem."
„En toch reisden zij in dezelfde
troep?"
hervorming er. De praktijk des levens
zegeviert steeds over allo mogelijk
theoretische scheidingen.
De christen-democratische partij moge
nog een klein troepke zijn, haar ont
staan en uitbreiding docu zien, dat ook
onder hen, die tot de democratisch aan
gelegde anti-revolutionnairen belmoren,
iets woelt en gist, dat niet meer is te
kecren.
Het volk in al zijn geledingen begrijpt,
dat er iets gedaan moet worden, dat er
genoeg getheoretiseerd is.
Er is een nieuwe geest wakker ge
worden in geheel ons volk. Het weet
dat er voel gedaan kan worden om de
bestaande ongelijkheid, voor zoover die
niet uit de natuur voortvloeit, weg te
nemen.
In elke partij doet zich het verschijnsel
voor, dat men roept om Reaal-politiek
om practischc politiek, en elke partij
die het goed meent met land en volk,
zal dan ook wèl doen met niet meer te
hechten aan kunstmatige scheidingslijnen,
maar mede te werken aan klaarheid en
duidelijkheid in de nationale staatkunde,
opdat het volk kan zien, waarheen nier.
stuurt.
De sociaal-democraten hebben dit
blijkens hun congres, maar al te wel
begrepen.
"Voor de vrijzinnig-democraten is prak
tische politiek en vertrouwen in de natie
uitgangspunt van hun bestaan en richt
snoer voor hun beleid.
Wat zullen de democratische anti
revolutionairen moeten doen?
Y. D.
D.d. lazen we wij in het „Centrum"
het volgende, overgenomen uit de
„Nieuwe Koerier'
„Ontzettende rampen hebben de
laatste weken de volkeren getroffen.
Naast de ramp te Courières, die
wellicht door beter toezicht en meer
dere voorzichtigheid ware te voor
„Oh, dat is heel goed mogelijk! Ik
geloof dat zij niet tegen hem gesproken
heeft sedert wij in San Francisco waren,
een jaar geleden, maar natuurlijk moesten
zij met elkaar spelen. Borelli zal zeer
ingenomen zijn met de verandering van
bariton. Maar Gomez zal u haten, want
hij is Comerio's vriend, liet zou mij niet
verwonderen als hij een complot tegen
u smeedde."
Weer zweeg Carlohij keek de lange
schaduwrijke laan met sombere ilex
boomen af; hot vooruitzicht van zijn
nieuw leven had hem nooit te voren zoo
tegen gestaan en het gaf hem een gevoel
van verlichting toen hij Enrico Bitter
in 't oog kreeg, die met ziju gewone
groote stappen op hen afkwam. Enrico
was 't laatste lid dat hem aan zijn ver
leden bond en hij was blij hem aan
Sardoni te kunnen voorstellen.
„Ik heb zooven je oom ontmoet,"
zeide Enrico kortaf, terwijl hij naast
Carlo ging zitten.
„Dan weet ge natuurlijk alles?"
„Ja, en ik kan je heel mocielijk ver
geven," zeide Enrico.
„Vergeven?" herhaalde Carlo vragend.
„Ja, vergeven. Ge hebt mijn lieve-
lings-theorie omver geworpen," zeide de
cgoi6t. „Geef mij een van je kaartjes
en in een paar woorden zal ik zeggen
wat ik van u denk."
Carlo gaf hem een van de kaartjes
en hij herinnerde zich treurig hoe ver.
komen geweest, kwamen de ontketende
natuurkrachten, waartegen geon meu-
schenkracht bestand is, dood en
ontzetting brengen onder duizenden
en duizenden. Uitbarsting van den
Vesuvius, aardbeving te Formosa
(Japan) en de laatste dagen in Cali-
fornië, waar hehalve vele kleinere
plaatsen, een wereldstad als San
Francisco verwoest is.
Zullen wij hier spreken van de
straffende Hand Gods, die de aarde
treft wegens haar ongeloof en zeden
bederf
Neen, dat kunnen wij niet, wijl het
den mensch niet gegeven is, Gods
raadsbesluiten te doorgronden. Chris
tus leerde ons, dat niet iedere ramp
een straf is.
Maar wel mogen wij zeggen, dat
hier de vinger Gods duidelijk zicht
baar is, om den mensch te wijzen op
zijn nietigheid."
Thans leest men in de „Maasbode"
het volgende bericht:
„De pas gestichte missie van Mill
Ili II in Belgisch Congo ondergaat
een tweede beproeving. Na eerst zoo
spuedig haren overste verloren te
hebben, den zcercerw heer O. Grady,
werd zij nu op een andere wijze be
proefd. De eerw. paters Mijers,
Oomen en dc'Hanze hadden na een
arbeid van 7 maanden op Lulango
een missie gesticht, welker gebouwen
op eens door den bliksem verwoest
werden. Pater Meijers uit Utrecht is
lichtelijk door het hemelvuur getrof
fen, maar is nu gelukkig genezen".
Vraag: openbaart zich ook hierin de
„vinger Gods" en zoo ja, welke direkte
leering put de „N. K." daaruit?
Zou men niet beter doen het ijdelijk
gebruik van den naam Gods A la ds.
Laarman en „Nieuwe Koerier" achter
wege te laten? Een God, die Zeeland
met watervloed teistert wegens den val
van het Kabinet-Kuypcr, of van tijd tot
tijd het noodig oordeelt de natuurkrach-
heugd hij geweest was toen hij ze voor
't eerst ontving en hoe hij zich de ge
lukkigste man in Napels had genoemd.
Enrico schrapte het woord Avvocato
door en krabbelde er boven „Dolende
ridder."
Sardoni keek er glimlachend naai'.
„Gij kondt de zaak niet juister hebben
betiteld," zeide hij opstaande, daar hij
meende, dat de twee vrienden de zaak
liever alleen bespraken. Maar voor hij
ging, keek hij Carlo onderzoekend aan,
en weer werd hij getroffen door dien
blik, die hem reeds eer had verrast.
„Vindt de vent er hcuscli genoegen
in, zijn loopbaan voor die vrouw op te
offeren? dacht hij bij zich zeiven, terwijl
hij voortwandolde. „Er bestaat geen
alleilaagscher. minder belangwekkend
persoon dan Anita Morlino; zij zal niet
eens zoo beleefd zijn om hem er dank
baar voor te ziju."
Later, in den namiddag van den vol
genden dag, ontmoette Carlo, toen hij
van een langdurige les bij Piale terug
keerde, een Engelsch zeeman, wiens ge
zicht hem bekend voorkwam. Ilij keek
snel naar den naam, die op de ycrsy
cborduurd was en las liet woord.
„Pelgrim", met een smachtend ver
langen om iets van Francesca te ver
nemen, keerde hij om en sprak den
man aan.
Wordt vervolgd.