Gemengd.
Allerlei.
Bij het huwelijk houdt de macht dor
ouders op, op grond van het beginsel,
dat niemand twee hoeren kan dienen
n.l. den echtgenoot en de ouders, maar
voor de vrouw heelt slechts een ver
wisseling van meester plaats gehad
Ecu gehuwde vrouw mag nl. geen
naburige stad bezoeken zonder een pas
van haar echtgenoot, waarin zij lezen
kan, waarheen zij zich mag begeven en
hoe laat ze weer thuis moet zijn.
Voor de rechtbank mag de man wel
getuigen tegen zijn vrouw, maar de vrouw
niet tegen haar man, tengevolge waarvan
elke mishandeling ongestraft moet blijven.
Zijn de getuigenissen in een of andere
zaak van een man en van een vrouw
met elkander in tegenspraak, dan wordt
die dor vrouw niet aangenomen.
Men heeft in Rusland alleen het ker
kelijk huwelijk, dat, omdat het een sacra
ment is, ook niet kan worden ontbonden,
dan wanneer de man zijn burgerlijke
rechten verliest en in ballingschap wordt
gezonden.
Toch heeft men loopjes gevonden om,
wanneer de huwelijksband teveel knelt,
een scheiding gemakkelijker te maken.
Men maakt een kleine vergissing in den
datum of vergeet het geboortejaar in te
vullen, wat aanleiding kan geven tot
nietig verklaring. In klein-Rusland ge
beurt het, dat een der getuigen de bruid
een slag in 't aangezicht geeft bij de
voltrekking van het huwelijk om later
te kunnen zeggen, dat zij gedwongen
werd.
Gelukkig openbaart zich een streven
naar gezonde toestanden en wordt er
aangedrongen op een betere wetgeving
op liet huwelijk, maar wat zal die wet
geving baren, zoolang het Russische
volk bij gebrek aan voldoend onderwijs
zelf staat op zoo'n lage trap van ont
wikkeling?
Eerst dan, wanneer aan de onbeperkte
macht der ouders een einde wordt ge
maakt, wanneer aan de vrouw de vrij
heid wordt verleend te huwen dien zij
hef heeft; d# vrijheid om in eigen onder
houd te voorzien, eerst dan kan er een
begin komen van verandering.
I)o oostei'6che despotic moet wijken
voor de westersehe gelijkstelling.
Maar wanneer? Z. C.
De Orient-Express had Woensdag
morgen om 2.20 Constanza, de Rumoen-
sche haven aan de Zwarte Zee, verlaten
met de bestemming naar Parijs. Even
voor het vertrek was ecu 18-jarige jongen,
Dimitri Bonzilas genaamd, onder den res
tauratiewagen gekropen, gebruik maken
de van de duisternis, en had een plaats
gezocht in de „boggie". Dit is een bak,
die achter de treeplank onder den wagen
hangt en een breedte van ten hoogste
40 centimeter heeft, terwijl er twee
groote verwarmingsbuizen langs loopen.
De reiziger maakte zich een hoofdkussen
van zijn oude jas en de trein zette zich
in beweging naar Parijs, waar hij Vrij
dagmorgen om 7.33 aan het Ooster
station aankwam, na een reis van 53
uren. Al dien tijd bracht het jongmcnsch
zonder eten of drinken door, terwijl men
daar boven hem at en dronk naar harte
lust en hij hun spijze luiken kon, wat
zijn honger nog meer prikkelde. Toen
de trein aan het Oosterstation zijn rei
zigers had uitgelaten, werd hij naar de
remise van La Yillcttc gebracht en daar
nagezien, waarbij men den vreemdsoor-
tigen passagier vond. Zijn verschijning
veroorzaakte niet weinig schrik bij de
spoorbeambten. Hij zag er dau ook
vreeselijk uit, zoo zwart als een Moor
die het levcu werkelijk nauwkeurig be
studeert. Want om iets goed gade te slaan
moet ge er van houden en om er van
te houden, moet ge u zelf vergeten.
Carlo vond spoedig 't geluk dat een
arbeider vindt, die werkelijk \oor zijn
arbeid geschikt is. Hij leerde dankbaar
te zijn voor zijn nieuw gekozen beroep,
want het bracht hem uren van vergetel
heid, het stelde hem boven de atmos
feer van lage ellende, die in 't palazzo
forti scheen te heerschcn, liet gaf hem
de bewustheid dat hij dit leven niet
blindelings had gekozen, doch dat hij
gaven bezat, waarvoor hij aansprakelijk
was, gaven, die het leven van zanger
tot zijne ware roeping maakten.
In die dagen van smart werkte hij
uit alle macht en de groote moeite die
hij had om alles te onthouden, nood
zaakte hem zijn smart op een afstand
te houden.
Pialo zag met verlichting dat hij
waarschijnlijk in 't geheel niet zenuw
achtig was, zoodat hij in 't geheel niet
bang was niette zullen slagen, maar de oude
Maestro had te veel ondervinding om
zich te verbeelden, dat die kalmte zou
blijven duren.
„Go gaat naar je eerste optreden
met een geruster hart dan de meeste
debutanten", merkt hij eens op, zijn
leerling nieuwsgierig aanziende. -Maar
go licht wel reden om opgewekt te
zijD, want ge zult zeer zeker populair
en kon van zwakte niet op de boenen
staan. Toch had hij zijn „boggie" nog
gelukkig gekozen, namelijk de voorste.
Er hangt er nog een van achteren aan
den wagen en had hij die genomen,
dau zou hij 't heete en vuile water uit
den restaurant-keuken over liet lijf ge
kregen hebben. Men trachtte hem te
ondervragen, maar hij sprak geen woord
Fransch. Wél scheen hij die taal ccnigs-
zins te verstaan, want op een vraag
waar hij vandaan kwam en waar hij
heen wilde, antwoordde hij Constanze
en Bordeaux. Verder gaf hij te verstaan
dat hij w ijnbrouwer was en hoopte werk
te vinden in don omtrek van Bordeaux.
Alleen uit geldgebrek had hij de reis op
deze wijze gemaakt. Op het politiebureau
werd hem eten en drinken gegeven
maar nu zal tegen don armen drommel
nog een vervolging worden ingesteld,
omdat hij per spoor gereisd heeft zon
der plaatskaartje.
Een vèr-ziener? In liet Oos-
tenrijksch tijdschr. Rundschau" deelt dr.
Kareis een prospectus mede liem dooi
den heer Michiel Fliirschcim (den beken
den apostel der land nationalisatie) uitCoro-
nado (in California) gezonden over een
wonderbare uitvinding: een toestel dat in
staat stelt ver verwijderde zaken of per
sonen te zien, gelijk men door de tele-
phoon hoort. Men is bezig daarvoor te
San Diego in Californië een vennootschap
op te richten met 1 milliocn dollars ka
pitaal en van dit „televuc"-(vèrzien)-toe-
stel wordt o. a. in het prospectus ge
zegd, dat het op de telefoonleiding kan
worden gebruikt, en men dan door een
schijf om te draaien maken kan dat niet
in de verte gezien wordt. Met zulk een
toestel kan de spoorweg-telegrafist, die
er voor zit, alle treinen overzien; in de
zee neergelaten, kan het gezonken sche
pen en schatten zichtbaar maken; den
gang van wedrennen enz. kan ieder zien
terwijl hij in zijn kamer zit; liet hoofd
der politie kan uit zijn bureau de ver
richtingen der agenten en ook van mis
dadigers volgen; de koopman aan tafel
zijn bedienden pontroleeren; men kan van
wat vele mijlen ver voorvalt, ook afbeel
dingen in kleuren op doek verkrijgen,
enz. enz.
Om ongeloovigen te bekecren, wordt
er bijgevoegd, dat in liet eerst ook niemand
aan de telefoon wilde geloevcn. Ofschoon
nu de heer Fl. later nog heeft bericht, dat
hij een proefneming heeft bijgewoond en
toen een beeld van zijn eigen vrouw heeft
gezien, en prof. Kareis zelf toe geeft dat
ver-zien langs elcctrischen weg geenszins
tot de onmogelijkheden behoort, zal men
niet hem wol instemmen, dat ecnige twij
fel na liet lezen van liet veelbelovend
prospectus niet ongepast is.
l-'.t'ii groote gaMrabriek. Berlijn
heeft een nieuwe gasfabriek gekregen.
Zij is de grootste in Europa en haar
terrein beslaat in de voorstad Tegel een
oppervlakte van ÖO hectaren. Daar is
een fabrieksstad verrezen met tal van
gebouwen, straten, pleinen, bruggen, een
haven (aan het Tcgcler-nieer), een spoor
wegnet, waterleiding en krachtstation.
Elk zuiveringshuis beslaat een ruimte
als van het Bcrlijnsche stadhuis. Elk
retortenhuis is zoo groot als een der
reuzenbooten van de N. D. Lloyd. De
kolenbergplaats heeft een lengte van
574 en een breedte van 52 meter; zij
kan 13,000 wagenladingen opnemen.
Tot dusver is nog pas een derde deel
der inrichtingen in gebruik. Voor den
bouw daarvan zijn 12'/s millioen kilo
ijzer gebruikt Aangevoerd in 124G wa
gonladingen. I)e gashouder is 70 meter
zijn."
„Integendeel", zeide Carlo, glim
lachend.
„Men heeft mij verteld dat tien tegen
een Comerio een claque zal orgauiseeren
en trachten zal mij uit te fluiten. Ik
ben er niet zoo zeker van, dat ik
populair zal zijn, doch ik weet, dat ik
in elk geval een zanger moet worden."
„Daar spreekt de ware kunstenaar",
nep Piale met vuur. „Hoe dikwijls
heb ik u vroeger al niet verteld, dat
de natuur u daarvoor had bestemd?"
„Ja!" waarde Meastro," antwoordde
hij bedaard „en gij had gelijk en ik
ongelijk, zooals de gebeurtenissen hebben
bewezen."
Piale begreep niet geheel wat hij
meende, en hij keek hem weer aan met
dien langen, onderzoekenden, angstigen
blik, waarmede een schilder een laatste
oog op zijn voltooid schilderij werpt.
„Als uwe gezondheid dat leven maar
toelaat," riep hij uit met een zucht want
hij kon het niet ontkennen dat gedu
rende de laatste weken zijn leerling er
zeer zwak uitzag, wat slechts een
natuurlijke erfenis was voor den zoon
van Sign o ra Donati.-
Maar Carlo lachte lustig en stapte
over de vraag heen.
„Wel Maestro!" riep hij uit. „Ik
ben nog nooit in mijn leven ziek ge
weest en zeker toch, als mijne zuster
dat werk al dien tijd heeft kunnen
hoog en heeft een middellijn van 95
meterliij kan 140,000 kub. nieter gas
bevatten en de groote circus van Berlijn
(Buscli) zou er in geborgen kunnen
worden. Zooveel mogelijk wordt me
chanische kracht toegepast; o.a. kranen
voor het laden en lossen van kolen,
welke in écn greep 2000 kilo kolen of
35 hektoliter cokes kunnen pakken. In
gebruik zijn voorloopig 2 gaskrachtma-
chines, elk van 400 paardekracht, waar
uit een elektrische stroom naar alle
richtingen wordt overgebracht. Het bui
zennet in den bodem van deze gasstad
gelegd, heeft een gezamenlijke lengte
van ruim 30 kilometer.
Bij allo inrichtingen is in hoogemate
voor de gezondheid der werklieden en
beambten gezorgd. Elk werkman heeft
zijn eigen kast; regenbaden, waschka-
iners, schaftkamers zijn talrijk, ruim en
licht.
Als het werk geheel gereed is, zal
het eiken dag 1 millioen kub. meter
kolen- en watergas kunnen leveren. De
gezamenlijke kosten zijn op 60 millioen
mark geraamd, waarvan tot dusver 25
zijn besteed.
In Lotharingen hebben de boeren de
gewoonte de eieren der kippen door
kapoenen te laten uitbroeden. Zij
doen dit in de eerste plaats, omdat zij
liever hebben dat een kip legt dan dat
zij haar tijd verbeuzelt met broeden en
in de tweede plaats, omdat een kapoen,
schoon zwakker dan een haan, veel
sterker is dan een kip.
Omtrent de manier, waarop de Lo-
thariiigsclie boeren het aanleggen om
een kapoen aan het broeden te krijgen,
vonden we in een ouden jaargang het
volgende verhaal.
Men maakt den kapoen dronken, door
hein in wijn gedrenkt brood te voeren.
Als hij goed dronken is, plukt men hem
de buikveeren uit en zet hem op een
korf, waarin een zeker aantal eieren
naast elkander in hooi liggen.
Als de kapoen zijn roes lieeft uitge
slapen, voelt hij dat zijn buik als in
vuur staat; de koude gladde eieren
geven hem dan eenige verlichting en
zoo komt het, dat hij op eieren blijft
zitten en die ten laatste uitbroedt, ten
minste wanneer men maar zorg draagt
dat onder zijn bereik altijd gerst en
friscli water staat.
De Lotharingcrs verklaren dit feit
hieruit, dat de kapoen, gedurende zijn
roes, gedroomd heeft, dat hij het is, die
de eieren heeft gelegd.
Zijn eenmaal de kiekens uitgekomen,
dan handelt de kapoen met haar als
iedere hen, zelfs maakt hij zich de
eigenaardige geluiden eigen, die deze
doet liooren als zij haar broedsel roept
of het waarschuwt voor een dreigend
gevaar.
Een grappenmaker.
Den 6en April werd bij enkele can-
didaatstelling tot lid van den Gemeen
teraad van Nijmegen benoemd zekere
heer H. H. de Haan, die nog moet
geïnstalleerd worden.
Jongstleden Zaterdag, een kwartiertje
voor den aanvang van de Gemeente
raadszitting rijdt een keurig coupeetje
voor de woning des Raadslids in spe
voor, gevolgd door een tweede en een
derdetotdat liet getal tien bereikt
is. En aan alles was het te zien, dat
hier een zaak van groot gewicht te ge
beuren stond. De koetsjes waren speciaal
gereinigd, ja zelfs de hoeden van de
respectieve koetsiers hadden een extra
borsteltje gekregen en blonken dat het
verdragen, dan behoeft ge geen vrees te
koesteren voor zoo'n taaie kerel als
ik."
„Nu ik hoop, dat ge evengoed zorg
voor u zeiven zult dragen als mevrouw
Merlino dat doet", zeide Piale met eenige
twijfel.
Toen hij naar huis wandelde, zag
Carlo voor 't eerst de plakkaten, die
een tweede reeks opera's in de Merca-
dante aankondigden, te geven door
't gezelschap van Signor Morlino. Op
Dinsdagavond Gounod's Faust en daar
onder een lijst van de spelers Faust,
Signor Sardoni Mefistofeles, Signor
Merlino, "Valentino, Signor Carlo Donati,
Wagner, Signor Gomez, Margherita, Ma
dame Merlino, Siebel, Mademoiselle
Borelli, Martha, Mademoiselle Duroc.
Hierbij was een smalle strook geel
papier geplakt, dnt scherp bij 't roode
afstak, waarop in groote zwarte letters
was gedrukt.'
„Debutto di Signor Carlo Donati".
Hij was ontroerd en eenigszins beschaamd,
dat alleen 't lezen van deze aankondi
ging liem reeds van 't hoofd tot de
voeten deed beven. Bij de eerste ge
legenheid vroeg hij aan Sardoni.
„Hoe gevoelt men zich bij zijn eerste
optreden?" zeide hij met een nieuws
gierig gezicht, dat toch wel een beetje
angstig was.
„Oh!" zeide Sardoni met zijn zorge-
loozc lach, „eenige hebben 't gevoel of
'n lust was. En het belangstellend straat
publiek was wachtende de dingen die
komen zouden
Wat er geschied was? Een grappen
maker, met velen in de mecning, dat
Zaterdag de beëediging van den heer de
Haan zou plaats hebben, had aan alle
Nijmcegsche koetsiers ecu met den naam
des heeren de Haan prijkende briefkaart
doen toekomen, met verzoek om een
coupeetje op 't aangegeven uur, met
bovenstaand gevolg.
De beëediging heeft niet plaats gehad,
de koetsjes hebben dus vergeefs geblon
ken. Maar hot geval is spoedig de ge-
heele stad doorgegaan en er wordt braaf
om gelachen. (Arnli. Ct.)
Ook een prijsvraag. Voor enkele
weken werd door de maatschappij De
Volharding een prijsvraag uitgeschreven,
„wie zijn de trots der natie," de vijf
flinkste mannen en vrouwen?
Ingekomen zijn daarvoor 56245 stem
men), verdeeld over 916 levende Neder
landers.
Van de mannen verkregen de meeste
stemmen:
Dr. Abraham Kuyper 20.465
Jozef Israels 18.039
Louis Bouwmeester 14.257
Generaal Van Hcutsz 10.958
Van de overigen, die boven do 200
stemmen verkregen, nocmon wc de vol-
gendo
Mr. P. J. Troelstra 8960; prof. M.
W. F. Treub 6967; Van Hall 6391;
Domela Nicuwenhuis 6374; Daniël De
Lange 5S92; burgemeester Van Leeu
wen 4119; Henri Polak 3944; C. A. A.
Dudok de Wit 3422 Goeman Borgesius
3070; Minister Krans 2961; dr. J. Th.
De Visser 1251; P. Nolting 1182; H.
P. Berlagc 836; prof. II. Drucker 832;
Joh. Braakensiek 821; dR. Talma 806;
ds. II. Pierson 769; luitenant Christoffel
751; S. Van Houten 728; prof. Van
't Hof 667; mr. Van Gigcli 621; P. L.
Tak 613; Ch. Boissevain 577; Oscar
Carré 571; mr. A. F. De Savornin
Lobman 566; Joh. Zaagmans 562; J.
H. Schaper 061mr. Aalberse 478; gene
raal Vetter 465; G. v. d. Zwaag 446;
W. Ilovy 427; Willem Kloos 418; mr.
Heemskerk 412; Th. Ketelaar 410;
Idenburg 392; N. G. Pierson 381Jaap
Eden 327; D. Pauwels 311; Minister
Loeft 302; dr. H. Gorter 237; Minister
Lely 281; Keeltje Lokerse 280; J. A.
Tours 268; prof. Valeton 266; prof. Ba-
vinek 259.
Onder de vrouwen staat II. M. de
Koningin bovenaan, dan volgt Koningin
Emma, vervolgens mevrouw dr. Jacobs
en freule Anna De Savornin Lobman,
welke laatste nog 2763 stemmen kreeg.
Mevrouw Roland Holst haalde er 2724.
Op het politie-bureau Tik, tik,
komt een jonge man binnen. „Morgen,
heeren
„Goeie morgen." Bezoeker lacht, ziet
er zeer opgeruimd uit.
„Meneer, ik wou u eens even inlich
tingen komen vragen, m'n vrouw is
weggoloopen?"
„Zoo, wil je ze terug hebben."
„Neen, neen, laat ze maar wegblijven
(met afwerend gebaar). Maar ik wist
niet, of ik dat hier ook aan moest geven".
„Neon, hoor, daar hebben wij niets
mede te maken."
„Ja ziet u, ik wilde nu graag ver
huizen en ik ben met die zaken niet
zoo op de hoogte en dus.
„Ga je gang maar, hoor, datgaatons
niet aan. Als je haar terug wilt hebben,
moet je haar zelf maar terug halen."
zij naar 't schavot gaan, andere, alsof
zij voor de Inquisitie komen. Comerio
placht, geloof ik te zeggen, dat hij meer
leed toen hij ging trouwen en Bauer
beweert, dat 't lang zooveel niet be-
teekent als een bezoek bij een tand
arts."
„En gij?" vroeg Carlo. „Wat ge-
vocldet gij?"
Dat weet weet ik nauwelijks, boven
dien kunt ge u naar mij mij niet richten,
want wij verschillen evenveel als kalk
en kaas. Ik geloof, dat ik zoo over
moedig was om in 't geheel niets te ge
voelen."
Ik begrijp vandaag beter hoe Valentino
zich moet .hebben gevoeld voor zijn
eerste gevecht," zeide Carlo peinzend.
Sardoni lachte.
„Ik geloof, dat ge dag en nacht aan
uwe rol denkt!" riep hij uit.
„Ik ben bepaald een beetje bang van
je. Ge zult zoo in ernst zijn, dat ge in
staat zijt mij in de duelscène te dooden
en dat zou leelijk zijn. Hebt ge er op
tegen eens in 't geheim te repetecren?
Het is maar goed, dat ge met mij en
niet met Gomez moet vechten, want hij
haat u vergif en niets was gemak
kelijker dan u bij vergissing op 't too-
necl te doorsteken, en je zoodoende
voor zijn vriend uit den weg te ruimen".
„Ach niet u en Piale moet ik wel
bang worden", zeide Carlo.
„De maestro doet niets dan zuchten
„Neen, dank je, ik ben veel te blij,
dat ze weg is."
Bezoeker gierende van pret af.
(Arnh. Ct.)
Plaats der handeling is een dames
modemagazijn te Amsterdam in een
drukke straat, waar wegens vertimmering
uitverkoop gehouden wordt. Achter de
toonbank zijn twee winkeljuffrouwen en
de eigenaar der zaak, druk bezig aan
een twaalftal dames hun waren aan te
prijzen. Eensklaps wordt een der koopsters
doodsbleek; haar oogen onbewegelijk op
één plek gericht, gilt zij hartverscheurend
uit: „Een rot, een rot!"
En waarlijk, een dergelijk onguur
beest was den winkel binnengevlogen
en zat met venijn spuwende oogjes tus-
schen een paar doozen, niet wetende
waarheen verder te vluchten.
Op het ernstige gevaar opmerkzaam
gemaakt, begonnen ook de andere dames
angstkreten te slaken, zóó schrikwekkend,
dat een volksoploop voor het huis het
gevolg daarvan werd. Alles wat becnen
had in den winkel, vluchtte; de beide
winkeljuffrouwen stoven een ladder op;
onze koopman sprong, trots zijn jaren,
als een jongeling zoo vlug op een baal
manufacturen; vier of vijf der koopgrage
dames wipten als gymnasten op de toon
bank, terwijl de rest van onze Kenau's
met strak-saamgetrokken rokken eene
achterdeur uit en de keuken binnen
vloog, waar alles nog in artistieke ochtend
wanorde dooreen lag.
Straatjongens uitbundig in hun schik.
Daar komt een vroolijke zeeman het
terrein opnemen, vragende wat er aan
de hand is.
Een der dames op de ladder wijst op
de oorzaak van het schriktooncel, die
altijd nog tusschen de pakken zit.
„Is 't anders niet", zegt Janmaat,
„zulke zaakjes heb ik aan boord meer
opgeknapt; geef me maar een knuppel."
Met bevende handen reikt men van
uit de keuken onzen held een luiwagen
toe, en met een bewonderenswaardige
zekerheid en handigheid verplettert hij,
de moderne Thes.us, het ondier den
kop.
Men wil den redder uit deez' grooten
nood wel omhelzen, waarop hij echter
blijkbaar niet gesteld is; althans hij
wandelt de straat weer op, tamelijk luid
mompelende: „thuis vrij wat praats, dat
vrouwvolk, en voor zoo'n mormel ben
nen ze als hazen".
De dames nomen van dit compliment
geen nota; op verder lijfsbehoud be
dacht, rennen ze als schuwe hindeu de
deur uit, koopman en gedienstige
geesten achterlatende in nog niet be
komen ontzetting, terwijl door al het
geharrewar op de toonbank, strikjes en
plooiscltjes en lintjes wreedaardig ver
trapt tot op straat lagen.
En dat zijn dan de Amsterdamsche
vrouwtjes, die er voor bekend staan dat
ze voor geen klein geruchtje vervaard
zijn. Neen hoor, als dat al de flinkste
dames moeten zijn, dau zijn ze toch
verbazend hard achter uit gegaan. Dat
meenen we althans te mogen opmaken
uit het volgende grafschrift, dat in Indië
op een kerkhof wordt gevonden:
Ter nagedachtenis
van
Sergeant W. Bruin,
Eerste regiment artillerie,
Overleden 12 Mei 1826
en
Kanonnier J. de Goede
van dezelfde compagnie,
Overleden 27 September 1827.
over mijne gezondheid, en gij waar
schuwt mij altijd voor verborgen gevaren
van Comerio en zijne bondgenooten.
„Wij willen u alleen eene weinig voor
zichtig maken, tijdens uw dolende rid
derschap", zeide Sardoni.
Er was heel wat gepraat geweest over
de verandering der baritons in Merhno's
troep, en Carlo was sterk gecritisecrd,
terwijl hij verbijsterd door dat einde-
looze voorstellen, dacht dat hij ze nooit
uit elkaar zou kunnen houden. Het feit,
dat hij een broeder van mevrouw Merlino
was, was niet in zijn voordeel, want
Anita was niet geliefd en daar Carlo in
uiterlijk veel op haar gelijk was dit
reeds een vooroordeel. Bovendien be
schouwden zij hem als een soort
amateur en waren zij geneigd zijn plot
selinge beroepsverandering kwalijk te
nemen, terwijl hel onverwachte ontslag
van Comerio door sommigen onrechtvaar-
vaardig werd genoemd.
De moed ontzonk Carlo wel een wei
nig bij de gedachte, dat hij onder die
menschen zijn leven moest slijten; zelfs
Dominica Borelli stelde hem te leur,
zij leek hem koud, teruggetrokken en
buitengewoon; hij dacht dat dezelfde
hoedanigheden die hem terugstieten
Sardoni, met zijne Engelsche denkbeel
den, aantrokken.
Wordt vervolgd.