Gemengd. Allerlei. Bij het huwelijk houdt de macht dor ouders op, op grond van het beginsel, dat niemand twee hoeren kan dienen n.l. den echtgenoot en de ouders, maar voor de vrouw heelt slechts een ver wisseling van meester plaats gehad Ecu gehuwde vrouw mag nl. geen naburige stad bezoeken zonder een pas van haar echtgenoot, waarin zij lezen kan, waarheen zij zich mag begeven en hoe laat ze weer thuis moet zijn. Voor de rechtbank mag de man wel getuigen tegen zijn vrouw, maar de vrouw niet tegen haar man, tengevolge waarvan elke mishandeling ongestraft moet blijven. Zijn de getuigenissen in een of andere zaak van een man en van een vrouw met elkander in tegenspraak, dan wordt die dor vrouw niet aangenomen. Men heeft in Rusland alleen het ker kelijk huwelijk, dat, omdat het een sacra ment is, ook niet kan worden ontbonden, dan wanneer de man zijn burgerlijke rechten verliest en in ballingschap wordt gezonden. Toch heeft men loopjes gevonden om, wanneer de huwelijksband teveel knelt, een scheiding gemakkelijker te maken. Men maakt een kleine vergissing in den datum of vergeet het geboortejaar in te vullen, wat aanleiding kan geven tot nietig verklaring. In klein-Rusland ge beurt het, dat een der getuigen de bruid een slag in 't aangezicht geeft bij de voltrekking van het huwelijk om later te kunnen zeggen, dat zij gedwongen werd. Gelukkig openbaart zich een streven naar gezonde toestanden en wordt er aangedrongen op een betere wetgeving op liet huwelijk, maar wat zal die wet geving baren, zoolang het Russische volk bij gebrek aan voldoend onderwijs zelf staat op zoo'n lage trap van ont wikkeling? Eerst dan, wanneer aan de onbeperkte macht der ouders een einde wordt ge maakt, wanneer aan de vrouw de vrij heid wordt verleend te huwen dien zij hef heeft; d# vrijheid om in eigen onder houd te voorzien, eerst dan kan er een begin komen van verandering. I)o oostei'6che despotic moet wijken voor de westersehe gelijkstelling. Maar wanneer? Z. C. De Orient-Express had Woensdag morgen om 2.20 Constanza, de Rumoen- sche haven aan de Zwarte Zee, verlaten met de bestemming naar Parijs. Even voor het vertrek was ecu 18-jarige jongen, Dimitri Bonzilas genaamd, onder den res tauratiewagen gekropen, gebruik maken de van de duisternis, en had een plaats gezocht in de „boggie". Dit is een bak, die achter de treeplank onder den wagen hangt en een breedte van ten hoogste 40 centimeter heeft, terwijl er twee groote verwarmingsbuizen langs loopen. De reiziger maakte zich een hoofdkussen van zijn oude jas en de trein zette zich in beweging naar Parijs, waar hij Vrij dagmorgen om 7.33 aan het Ooster station aankwam, na een reis van 53 uren. Al dien tijd bracht het jongmcnsch zonder eten of drinken door, terwijl men daar boven hem at en dronk naar harte lust en hij hun spijze luiken kon, wat zijn honger nog meer prikkelde. Toen de trein aan het Oosterstation zijn rei zigers had uitgelaten, werd hij naar de remise van La Yillcttc gebracht en daar nagezien, waarbij men den vreemdsoor- tigen passagier vond. Zijn verschijning veroorzaakte niet weinig schrik bij de spoorbeambten. Hij zag er dau ook vreeselijk uit, zoo zwart als een Moor die het levcu werkelijk nauwkeurig be studeert. Want om iets goed gade te slaan moet ge er van houden en om er van te houden, moet ge u zelf vergeten. Carlo vond spoedig 't geluk dat een arbeider vindt, die werkelijk \oor zijn arbeid geschikt is. Hij leerde dankbaar te zijn voor zijn nieuw gekozen beroep, want het bracht hem uren van vergetel heid, het stelde hem boven de atmos feer van lage ellende, die in 't palazzo forti scheen te heerschcn, liet gaf hem de bewustheid dat hij dit leven niet blindelings had gekozen, doch dat hij gaven bezat, waarvoor hij aansprakelijk was, gaven, die het leven van zanger tot zijne ware roeping maakten. In die dagen van smart werkte hij uit alle macht en de groote moeite die hij had om alles te onthouden, nood zaakte hem zijn smart op een afstand te houden. Pialo zag met verlichting dat hij waarschijnlijk in 't geheel niet zenuw achtig was, zoodat hij in 't geheel niet bang was niette zullen slagen, maar de oude Maestro had te veel ondervinding om zich te verbeelden, dat die kalmte zou blijven duren. „Go gaat naar je eerste optreden met een geruster hart dan de meeste debutanten", merkt hij eens op, zijn leerling nieuwsgierig aanziende. -Maar go licht wel reden om opgewekt te zijD, want ge zult zeer zeker populair en kon van zwakte niet op de boenen staan. Toch had hij zijn „boggie" nog gelukkig gekozen, namelijk de voorste. Er hangt er nog een van achteren aan den wagen en had hij die genomen, dau zou hij 't heete en vuile water uit den restaurant-keuken over liet lijf ge kregen hebben. Men trachtte hem te ondervragen, maar hij sprak geen woord Fransch. Wél scheen hij die taal ccnigs- zins te verstaan, want op een vraag waar hij vandaan kwam en waar hij heen wilde, antwoordde hij Constanze en Bordeaux. Verder gaf hij te verstaan dat hij w ijnbrouwer was en hoopte werk te vinden in don omtrek van Bordeaux. Alleen uit geldgebrek had hij de reis op deze wijze gemaakt. Op het politiebureau werd hem eten en drinken gegeven maar nu zal tegen don armen drommel nog een vervolging worden ingesteld, omdat hij per spoor gereisd heeft zon der plaatskaartje. Een vèr-ziener? In liet Oos- tenrijksch tijdschr. Rundschau" deelt dr. Kareis een prospectus mede liem dooi den heer Michiel Fliirschcim (den beken den apostel der land nationalisatie) uitCoro- nado (in California) gezonden over een wonderbare uitvinding: een toestel dat in staat stelt ver verwijderde zaken of per sonen te zien, gelijk men door de tele- phoon hoort. Men is bezig daarvoor te San Diego in Californië een vennootschap op te richten met 1 milliocn dollars ka pitaal en van dit „televuc"-(vèrzien)-toe- stel wordt o. a. in het prospectus ge zegd, dat het op de telefoonleiding kan worden gebruikt, en men dan door een schijf om te draaien maken kan dat niet in de verte gezien wordt. Met zulk een toestel kan de spoorweg-telegrafist, die er voor zit, alle treinen overzien; in de zee neergelaten, kan het gezonken sche pen en schatten zichtbaar maken; den gang van wedrennen enz. kan ieder zien terwijl hij in zijn kamer zit; liet hoofd der politie kan uit zijn bureau de ver richtingen der agenten en ook van mis dadigers volgen; de koopman aan tafel zijn bedienden pontroleeren; men kan van wat vele mijlen ver voorvalt, ook afbeel dingen in kleuren op doek verkrijgen, enz. enz. Om ongeloovigen te bekecren, wordt er bijgevoegd, dat in liet eerst ook niemand aan de telefoon wilde geloevcn. Ofschoon nu de heer Fl. later nog heeft bericht, dat hij een proefneming heeft bijgewoond en toen een beeld van zijn eigen vrouw heeft gezien, en prof. Kareis zelf toe geeft dat ver-zien langs elcctrischen weg geenszins tot de onmogelijkheden behoort, zal men niet hem wol instemmen, dat ecnige twij fel na liet lezen van liet veelbelovend prospectus niet ongepast is. l-'.t'ii groote gaMrabriek. Berlijn heeft een nieuwe gasfabriek gekregen. Zij is de grootste in Europa en haar terrein beslaat in de voorstad Tegel een oppervlakte van ÖO hectaren. Daar is een fabrieksstad verrezen met tal van gebouwen, straten, pleinen, bruggen, een haven (aan het Tcgcler-nieer), een spoor wegnet, waterleiding en krachtstation. Elk zuiveringshuis beslaat een ruimte als van het Bcrlijnsche stadhuis. Elk retortenhuis is zoo groot als een der reuzenbooten van de N. D. Lloyd. De kolenbergplaats heeft een lengte van 574 en een breedte van 52 meter; zij kan 13,000 wagenladingen opnemen. Tot dusver is nog pas een derde deel der inrichtingen in gebruik. Voor den bouw daarvan zijn 12'/s millioen kilo ijzer gebruikt Aangevoerd in 124G wa gonladingen. I)e gashouder is 70 meter zijn." „Integendeel", zeide Carlo, glim lachend. „Men heeft mij verteld dat tien tegen een Comerio een claque zal orgauiseeren en trachten zal mij uit te fluiten. Ik ben er niet zoo zeker van, dat ik populair zal zijn, doch ik weet, dat ik in elk geval een zanger moet worden." „Daar spreekt de ware kunstenaar", nep Piale met vuur. „Hoe dikwijls heb ik u vroeger al niet verteld, dat de natuur u daarvoor had bestemd?" „Ja!" waarde Meastro," antwoordde hij bedaard „en gij had gelijk en ik ongelijk, zooals de gebeurtenissen hebben bewezen." Piale begreep niet geheel wat hij meende, en hij keek hem weer aan met dien langen, onderzoekenden, angstigen blik, waarmede een schilder een laatste oog op zijn voltooid schilderij werpt. „Als uwe gezondheid dat leven maar toelaat," riep hij uit met een zucht want hij kon het niet ontkennen dat gedu rende de laatste weken zijn leerling er zeer zwak uitzag, wat slechts een natuurlijke erfenis was voor den zoon van Sign o ra Donati.- Maar Carlo lachte lustig en stapte over de vraag heen. „Wel Maestro!" riep hij uit. „Ik ben nog nooit in mijn leven ziek ge weest en zeker toch, als mijne zuster dat werk al dien tijd heeft kunnen hoog en heeft een middellijn van 95 meterliij kan 140,000 kub. nieter gas bevatten en de groote circus van Berlijn (Buscli) zou er in geborgen kunnen worden. Zooveel mogelijk wordt me chanische kracht toegepast; o.a. kranen voor het laden en lossen van kolen, welke in écn greep 2000 kilo kolen of 35 hektoliter cokes kunnen pakken. In gebruik zijn voorloopig 2 gaskrachtma- chines, elk van 400 paardekracht, waar uit een elektrische stroom naar alle richtingen wordt overgebracht. Het bui zennet in den bodem van deze gasstad gelegd, heeft een gezamenlijke lengte van ruim 30 kilometer. Bij allo inrichtingen is in hoogemate voor de gezondheid der werklieden en beambten gezorgd. Elk werkman heeft zijn eigen kast; regenbaden, waschka- iners, schaftkamers zijn talrijk, ruim en licht. Als het werk geheel gereed is, zal het eiken dag 1 millioen kub. meter kolen- en watergas kunnen leveren. De gezamenlijke kosten zijn op 60 millioen mark geraamd, waarvan tot dusver 25 zijn besteed. In Lotharingen hebben de boeren de gewoonte de eieren der kippen door kapoenen te laten uitbroeden. Zij doen dit in de eerste plaats, omdat zij liever hebben dat een kip legt dan dat zij haar tijd verbeuzelt met broeden en in de tweede plaats, omdat een kapoen, schoon zwakker dan een haan, veel sterker is dan een kip. Omtrent de manier, waarop de Lo- thariiigsclie boeren het aanleggen om een kapoen aan het broeden te krijgen, vonden we in een ouden jaargang het volgende verhaal. Men maakt den kapoen dronken, door hein in wijn gedrenkt brood te voeren. Als hij goed dronken is, plukt men hem de buikveeren uit en zet hem op een korf, waarin een zeker aantal eieren naast elkander in hooi liggen. Als de kapoen zijn roes lieeft uitge slapen, voelt hij dat zijn buik als in vuur staat; de koude gladde eieren geven hem dan eenige verlichting en zoo komt het, dat hij op eieren blijft zitten en die ten laatste uitbroedt, ten minste wanneer men maar zorg draagt dat onder zijn bereik altijd gerst en friscli water staat. De Lotharingcrs verklaren dit feit hieruit, dat de kapoen, gedurende zijn roes, gedroomd heeft, dat hij het is, die de eieren heeft gelegd. Zijn eenmaal de kiekens uitgekomen, dan handelt de kapoen met haar als iedere hen, zelfs maakt hij zich de eigenaardige geluiden eigen, die deze doet liooren als zij haar broedsel roept of het waarschuwt voor een dreigend gevaar. Een grappenmaker. Den 6en April werd bij enkele can- didaatstelling tot lid van den Gemeen teraad van Nijmegen benoemd zekere heer H. H. de Haan, die nog moet geïnstalleerd worden. Jongstleden Zaterdag, een kwartiertje voor den aanvang van de Gemeente raadszitting rijdt een keurig coupeetje voor de woning des Raadslids in spe voor, gevolgd door een tweede en een derdetotdat liet getal tien bereikt is. En aan alles was het te zien, dat hier een zaak van groot gewicht te ge beuren stond. De koetsjes waren speciaal gereinigd, ja zelfs de hoeden van de respectieve koetsiers hadden een extra borsteltje gekregen en blonken dat het verdragen, dan behoeft ge geen vrees te koesteren voor zoo'n taaie kerel als ik." „Nu ik hoop, dat ge evengoed zorg voor u zeiven zult dragen als mevrouw Merlino dat doet", zeide Piale met eenige twijfel. Toen hij naar huis wandelde, zag Carlo voor 't eerst de plakkaten, die een tweede reeks opera's in de Merca- dante aankondigden, te geven door 't gezelschap van Signor Morlino. Op Dinsdagavond Gounod's Faust en daar onder een lijst van de spelers Faust, Signor Sardoni Mefistofeles, Signor Merlino, "Valentino, Signor Carlo Donati, Wagner, Signor Gomez, Margherita, Ma dame Merlino, Siebel, Mademoiselle Borelli, Martha, Mademoiselle Duroc. Hierbij was een smalle strook geel papier geplakt, dnt scherp bij 't roode afstak, waarop in groote zwarte letters was gedrukt.' „Debutto di Signor Carlo Donati". Hij was ontroerd en eenigszins beschaamd, dat alleen 't lezen van deze aankondi ging liem reeds van 't hoofd tot de voeten deed beven. Bij de eerste ge legenheid vroeg hij aan Sardoni. „Hoe gevoelt men zich bij zijn eerste optreden?" zeide hij met een nieuws gierig gezicht, dat toch wel een beetje angstig was. „Oh!" zeide Sardoni met zijn zorge- loozc lach, „eenige hebben 't gevoel of 'n lust was. En het belangstellend straat publiek was wachtende de dingen die komen zouden Wat er geschied was? Een grappen maker, met velen in de mecning, dat Zaterdag de beëediging van den heer de Haan zou plaats hebben, had aan alle Nijmcegsche koetsiers ecu met den naam des heeren de Haan prijkende briefkaart doen toekomen, met verzoek om een coupeetje op 't aangegeven uur, met bovenstaand gevolg. De beëediging heeft niet plaats gehad, de koetsjes hebben dus vergeefs geblon ken. Maar hot geval is spoedig de ge- heele stad doorgegaan en er wordt braaf om gelachen. (Arnli. Ct.) Ook een prijsvraag. Voor enkele weken werd door de maatschappij De Volharding een prijsvraag uitgeschreven, „wie zijn de trots der natie," de vijf flinkste mannen en vrouwen? Ingekomen zijn daarvoor 56245 stem men), verdeeld over 916 levende Neder landers. Van de mannen verkregen de meeste stemmen: Dr. Abraham Kuyper 20.465 Jozef Israels 18.039 Louis Bouwmeester 14.257 Generaal Van Hcutsz 10.958 Van de overigen, die boven do 200 stemmen verkregen, nocmon wc de vol- gendo Mr. P. J. Troelstra 8960; prof. M. W. F. Treub 6967; Van Hall 6391; Domela Nicuwenhuis 6374; Daniël De Lange 5S92; burgemeester Van Leeu wen 4119; Henri Polak 3944; C. A. A. Dudok de Wit 3422 Goeman Borgesius 3070; Minister Krans 2961; dr. J. Th. De Visser 1251; P. Nolting 1182; H. P. Berlagc 836; prof. II. Drucker 832; Joh. Braakensiek 821; dR. Talma 806; ds. II. Pierson 769; luitenant Christoffel 751; S. Van Houten 728; prof. Van 't Hof 667; mr. Van Gigcli 621; P. L. Tak 613; Ch. Boissevain 577; Oscar Carré 571; mr. A. F. De Savornin Lobman 566; Joh. Zaagmans 562; J. H. Schaper 061mr. Aalberse 478; gene raal Vetter 465; G. v. d. Zwaag 446; W. Ilovy 427; Willem Kloos 418; mr. Heemskerk 412; Th. Ketelaar 410; Idenburg 392; N. G. Pierson 381Jaap Eden 327; D. Pauwels 311; Minister Loeft 302; dr. H. Gorter 237; Minister Lely 281; Keeltje Lokerse 280; J. A. Tours 268; prof. Valeton 266; prof. Ba- vinek 259. Onder de vrouwen staat II. M. de Koningin bovenaan, dan volgt Koningin Emma, vervolgens mevrouw dr. Jacobs en freule Anna De Savornin Lobman, welke laatste nog 2763 stemmen kreeg. Mevrouw Roland Holst haalde er 2724. Op het politie-bureau Tik, tik, komt een jonge man binnen. „Morgen, heeren „Goeie morgen." Bezoeker lacht, ziet er zeer opgeruimd uit. „Meneer, ik wou u eens even inlich tingen komen vragen, m'n vrouw is weggoloopen?" „Zoo, wil je ze terug hebben." „Neen, neen, laat ze maar wegblijven (met afwerend gebaar). Maar ik wist niet, of ik dat hier ook aan moest geven". „Neon, hoor, daar hebben wij niets mede te maken." „Ja ziet u, ik wilde nu graag ver huizen en ik ben met die zaken niet zoo op de hoogte en dus. „Ga je gang maar, hoor, datgaatons niet aan. Als je haar terug wilt hebben, moet je haar zelf maar terug halen." zij naar 't schavot gaan, andere, alsof zij voor de Inquisitie komen. Comerio placht, geloof ik te zeggen, dat hij meer leed toen hij ging trouwen en Bauer beweert, dat 't lang zooveel niet be- teekent als een bezoek bij een tand arts." „En gij?" vroeg Carlo. „Wat ge- vocldet gij?" Dat weet weet ik nauwelijks, boven dien kunt ge u naar mij mij niet richten, want wij verschillen evenveel als kalk en kaas. Ik geloof, dat ik zoo over moedig was om in 't geheel niets te ge voelen." Ik begrijp vandaag beter hoe Valentino zich moet .hebben gevoeld voor zijn eerste gevecht," zeide Carlo peinzend. Sardoni lachte. „Ik geloof, dat ge dag en nacht aan uwe rol denkt!" riep hij uit. „Ik ben bepaald een beetje bang van je. Ge zult zoo in ernst zijn, dat ge in staat zijt mij in de duelscène te dooden en dat zou leelijk zijn. Hebt ge er op tegen eens in 't geheim te repetecren? Het is maar goed, dat ge met mij en niet met Gomez moet vechten, want hij haat u vergif en niets was gemak kelijker dan u bij vergissing op 't too- necl te doorsteken, en je zoodoende voor zijn vriend uit den weg te ruimen". „Ach niet u en Piale moet ik wel bang worden", zeide Carlo. „De maestro doet niets dan zuchten „Neen, dank je, ik ben veel te blij, dat ze weg is." Bezoeker gierende van pret af. (Arnh. Ct.) Plaats der handeling is een dames modemagazijn te Amsterdam in een drukke straat, waar wegens vertimmering uitverkoop gehouden wordt. Achter de toonbank zijn twee winkeljuffrouwen en de eigenaar der zaak, druk bezig aan een twaalftal dames hun waren aan te prijzen. Eensklaps wordt een der koopsters doodsbleek; haar oogen onbewegelijk op één plek gericht, gilt zij hartverscheurend uit: „Een rot, een rot!" En waarlijk, een dergelijk onguur beest was den winkel binnengevlogen en zat met venijn spuwende oogjes tus- schen een paar doozen, niet wetende waarheen verder te vluchten. Op het ernstige gevaar opmerkzaam gemaakt, begonnen ook de andere dames angstkreten te slaken, zóó schrikwekkend, dat een volksoploop voor het huis het gevolg daarvan werd. Alles wat becnen had in den winkel, vluchtte; de beide winkeljuffrouwen stoven een ladder op; onze koopman sprong, trots zijn jaren, als een jongeling zoo vlug op een baal manufacturen; vier of vijf der koopgrage dames wipten als gymnasten op de toon bank, terwijl de rest van onze Kenau's met strak-saamgetrokken rokken eene achterdeur uit en de keuken binnen vloog, waar alles nog in artistieke ochtend wanorde dooreen lag. Straatjongens uitbundig in hun schik. Daar komt een vroolijke zeeman het terrein opnemen, vragende wat er aan de hand is. Een der dames op de ladder wijst op de oorzaak van het schriktooncel, die altijd nog tusschen de pakken zit. „Is 't anders niet", zegt Janmaat, „zulke zaakjes heb ik aan boord meer opgeknapt; geef me maar een knuppel." Met bevende handen reikt men van uit de keuken onzen held een luiwagen toe, en met een bewonderenswaardige zekerheid en handigheid verplettert hij, de moderne Thes.us, het ondier den kop. Men wil den redder uit deez' grooten nood wel omhelzen, waarop hij echter blijkbaar niet gesteld is; althans hij wandelt de straat weer op, tamelijk luid mompelende: „thuis vrij wat praats, dat vrouwvolk, en voor zoo'n mormel ben nen ze als hazen". De dames nomen van dit compliment geen nota; op verder lijfsbehoud be dacht, rennen ze als schuwe hindeu de deur uit, koopman en gedienstige geesten achterlatende in nog niet be komen ontzetting, terwijl door al het geharrewar op de toonbank, strikjes en plooiscltjes en lintjes wreedaardig ver trapt tot op straat lagen. En dat zijn dan de Amsterdamsche vrouwtjes, die er voor bekend staan dat ze voor geen klein geruchtje vervaard zijn. Neen hoor, als dat al de flinkste dames moeten zijn, dau zijn ze toch verbazend hard achter uit gegaan. Dat meenen we althans te mogen opmaken uit het volgende grafschrift, dat in Indië op een kerkhof wordt gevonden: Ter nagedachtenis van Sergeant W. Bruin, Eerste regiment artillerie, Overleden 12 Mei 1826 en Kanonnier J. de Goede van dezelfde compagnie, Overleden 27 September 1827. over mijne gezondheid, en gij waar schuwt mij altijd voor verborgen gevaren van Comerio en zijne bondgenooten. „Wij willen u alleen eene weinig voor zichtig maken, tijdens uw dolende rid derschap", zeide Sardoni. Er was heel wat gepraat geweest over de verandering der baritons in Merhno's troep, en Carlo was sterk gecritisecrd, terwijl hij verbijsterd door dat einde- looze voorstellen, dacht dat hij ze nooit uit elkaar zou kunnen houden. Het feit, dat hij een broeder van mevrouw Merlino was, was niet in zijn voordeel, want Anita was niet geliefd en daar Carlo in uiterlijk veel op haar gelijk was dit reeds een vooroordeel. Bovendien be schouwden zij hem als een soort amateur en waren zij geneigd zijn plot selinge beroepsverandering kwalijk te nemen, terwijl hel onverwachte ontslag van Comerio door sommigen onrechtvaar- vaardig werd genoemd. De moed ontzonk Carlo wel een wei nig bij de gedachte, dat hij onder die menschen zijn leven moest slijten; zelfs Dominica Borelli stelde hem te leur, zij leek hem koud, teruggetrokken en buitengewoon; hij dacht dat dezelfde hoedanigheden die hem terugstieten Sardoni, met zijne Engelsche denkbeel den, aantrokken. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2