Allerlei.
Stadsnieuws,
PATER'CÊLESTINUS
Uit den mond van het Volk.
ben overboord te gooien. En zoodoende
zullen de arbeiders in steeds grooter
getale inzien dat geleidelijke verkorting
van den arbeidsdag en in 't algemeen
een betere inrichting van de maatschappij
het spoedigst te bereiken is door zich
aan te sluiten bij de eenige richting die
uitsluitend in positief hervormingswerk
haar kracht zoekt: de vrijzinnig-democratie.
"V. D.
Onze Laudiveer.
Van geachte zijde ontvangen wij
onderstaande bijdrage.
Zaterdag j.l. keerden de landweer
troepen na eeu verblijf van 6 dagen in
het Kamp van Zeist weder naar hunne
haardsteden terug.
Dat de dag van terugkeer voor velen
dezer landweermannen met blijdschap
werd begroef, laat zich begrijpen.
De meestcn hunner waren gehuwd
en vader van soms grootc gezinnen
welke laatsten voor een groot gedeelte
iir zorgvollen toestand waren achterge
laten.
Maar de wet roept hen, en hieraan
moet worden voldaan in het belang der
onafhankelijkheid van ons dierbaar vader
land.
Dat nu deze landweertroepen zeer
bruikbare elementen zijn, is bij deze
opkomst ten volle bewezen. Er kan dan
ook niet genoeg zorg worden besteed
aan die troepen, wil men s'lands weer
baarheid hiermede blijven verhoogen.
Was de houding dier troepen in één
woord kranig, de geest daarvan was in
de eerste dagen eenigszins gedrukt ten
gevolge van gebrekkige toestanden die
echter na opgedane ervaring stellig
zullen verdwijnen.
In de eerste plaats liet de voeding
vooral in de eerste dagen zeer veel te
wenschen over wat slechts is toe te
schrijven aan ongeschikt kcukenpersoneel
en de al te karig voorhanden zijnde ge
reedschappen.
Nu moet men wel voor oogen houden
dat deze opkomst voor de eerste maal
plaats had en dus alles met grootc
moeilijkheden gepaard ging.
Door het energieke optreden van den
Kamp-Detachements-Officier echter werd
spoedig een en ander verbeterd en had
deze officier dan ook geen gemakkelijke
taak en mag het een wonder genoemd
worden dat de tevredenheid van den
troep spoedig werd bereikt.
Ten opzichte van het keukenpersoneel
zij nog vermeld, dat dit ten ecnenmalc
ongeschikt was voor hun taak n. 1. om
het eten behoorlijk te bereiden.
De grondstoffen van het eten waren
van uitnemende kwaliteit, doch heeft
men aan bruine boouen zonder zont,
raapsteelen met stengels zoo dik als een
griffel en krooten die zich in hare volle
grootheid in de g e d c e 11 e 1 ij k ge
stampte aardappelen vertoonden, al zeer
weinig, zoodat een landweermaag daar
wel een weinig tegen op ziet. Of hierin
ook de geïmproviseerde etenstamper,
(dennen boomstam) die mij onwillekeurig
aan Schiller deed denken: „Nehmet
Holz vom Fichtenstamme" er iets toe
heeft bijgedragen, het is mogelijk.
Tevens hadden de aanwezigheid van
gamellen of lOmanskookketels zeergoede
diensten kunnen bewijzen; zij zouden
den met modderstraler. versierden ou-
ooglijken emmer die het servies van de
onderofficiers tafel voorstelde, spoedig
hebben verdrongen. In deze een woord
van lof aau den met onvermoeiden ijver
bezielden officier van het Detachement
die daarin spoedig verandering bracht.
Een ding echter van zeer groot be
lang is en blijft, den wenscli te vervul
len van vele landweermannen om de
toelage volgenb Wet aan de gezinnen toe
gekend tijdiger uit te keeren waardoor veel
armoede in die gezinnen wordt voor
komen. Zoo ook schijnen vele gemeente
besturen nog niet bewust te zijn van de
uitkeering van daggeld aan militie en
landweerplichtigen.
Maar nogmaals zij gezegd, alles was
nog niet volkomen geregeld, daarom aau
niemand eenig verwijt. Alles was niet
te voorzien zoo ook niet dat een land
weerman die te dik was geworden, zijn
wapenrok door middel van een touw,
a la keurslijf moest dicht sjorren of bij
een ander landsverdediger de schoen
zool op krulde waardoor eerstgenoemde
buiten gevecht moest gesteld worden.
Dat zijn nu allemaal dingen die lang
zamerhand verbeterd zullen worden.
Sneven naar verbetering is natuurlijk
de wensch van ieder weldenkend mensch
en twijfel ik er niet aan of de ver
moedelijk nog van Napoleon afkomstige
privaten (latrines) in het kamp zullen
spoedig in strijd zijn met de heden-
daagsche hygiëne en zedelijkheid.
Maar nu wil ik niet alles over den
balk werpen men kan moeilijk voor een
ieder een afzonderlijke privaat bouwen,
wel kan vermeden worden dat eene
dergelijke inrichting zooals die thans is
'ingericht, niet al te veel op eene blee-
kerij gelijkt wanneer men onverwacht
uit een boschrand komt of bij den Hoofd
ingang van het Kamp te veel rechts
aau houdt.
Nu ga ik nog eens even naar miju
landweermannen die bij al deze minder
aangename gewaarwordingen ten slotte
toch nog bezield waren met een goeden
geest ja zelfs blijk gaven van veel
humaniteit door voor twee gezinnen wier
hoofden noodzakelijk gestraft moesten
worden, geld in te zamelen waardoor deze
van armoede gevrijwaard bleven. Zoo
ziet men dat ouder het soldateukleed
een warm hart slaat en wil ik ten slotte
hopen dat onze landweertroepen eenmaal
mogen worden de steunblokken van het
leger en geweldige medewerkers van
Neerlands onafhankelijkheid.
Een opmerker.
De Protestant, uitgegeven door
dcEvangelischeMaatschappij, geeftbijzon-
derheden over het geruchtmakende geval
met den eerst Protestant geworden en
later weer tot het Katholicisme terugge
keerden Pater Oelestinus, waaraan wij
het volgende ontleencn:
„In het eind vau Februari 11. ontving
onze secretaris, dr. J. Herderschee, een
schrijven van den heer Foerster, predi
kant bij de Hervormde Gemeente te
Frankfort, met een brief van den geheim
raad dr. Crönert te Halle, lid van den
Zcntralvorstand desEvangelischen Bundes
für Wahrung der deutsch-protestanti-
schen Interessen. In dien brief werd om
inlichtingen gevraagd omtrent den heer
H. J. Van Vorst, tot nog toe Capucijuer-
pater (Celestinus), maar voorloopig op
kosten van den Bond te Frankfort onder
dak gebracht, daar hij zijn wensch had
te kennen gegeven tot het Protestantis
me over te gaan „wegens de daarin heer
schende vrijheid van onderzoek". Niet
zonder eenige moeite werden die inlich
tingen verstrekt, die in alle opzichten
voldoende waren.
Een paar weken later berichtte de
heer Foerster, dat het bestaan van v. V.
voor het oogeublik verzekerd was. Hij
zou op de Akademie voorSocial-Wissen-
schaftcn te Frankfort een jaar lang
theoretisch en praktisch worden opgeleid
en dan gemakkelijk een betrekking als
Arbeitssecretar of iets dergelijks kunnen
vinden. Intusschen wenschte hij in zijn
vaderland hij is uit N.-Brabant (te
Dioden bij Kavenstein) afkomstig op
te treden, om de redenen van zijn over
gang in het licht te stellen. Het zou
dun tevens blijken, of men van Roomsche
zijde iets op zijn zedelijk bedrag had
aan te merken. In een schrijven uit
Frankfort, dd, 19 Maart, verklaarde hij
zich bereid, op „meerdere" plaatsen, (zoo
als hem gevraagd was) zich te doen
hooren. Hij wenschte dat hoe eer hoe
liever te doen.
Zijn voordracht was klaar. „Geen
wonder", zegt hij; volle jaren heb ik op
alle mogelijke wijzen getracht mijn be
zwaren tegen het Katholicisme op te
lossen en zoodoende eigenlijk ook twee
jaren aan dat thema gearbeid..
Negen dagen later, '28 Maart, ontving
dr. Herderschee echter van hem een
briefje uit Keulen, waarin hij zegt,
dat hij „in volkomen kalmen toestand
inziet, in overspanning tot verkeerde
gevolgtrekkingen te zijn gekomen". Hij
herroept dus zijn vorig schrijven en ver
klaart „in geen betrekking tot eenige
niet-Katholicke gezindte te willen staan."
Dus in negen dagen de bezwaren van
twee jaren opgelost! Vergelijken wij nu
den brief van 19 Maart met het briefje
van den '28n, dan zouden wij uit het
schrift opmaken, dat veeleer de eerste
„in volkomen kalmen toestand" ge
schreven is dan het laatste.
Den 6n April las men in het Dagblad
van N. Brabrant: „Pater C. wilde zich
gaarne geheel .aan den socialen arbeid
wijden en meende daartoe meer ge
legenheid te hebben als seculier dan als
regulier-priester. Dientengevolge heeft
hij den Paus verlof gevraagd om voor
een jaar de Orde der Capu.' rijnen
te mogen verlaten. Dit is toegestaan.
Nu zoekt hij een plaats als leeraar aan
een Dnitsche college. Slaagt hij, dan
zal hij dispensatie vragen voor zijn
verder leven; zoo niet, dan zal het van
de omstandigheden afhangen, wat hij
verder doen zal. Van een oveigang tot
het Protestantisme is nooit het minste
gebleken."
In de N. R. Ct. van 5 April ver
klaarde baron Hugenpoth tot Aerdt, dat
er „alleen sprake was geweest van een
verplaatsing naar een andere provincie
zijner orde." In hoeverre deze beide
verklaringen van Roomsche zijde met
den brief van Van Vorst van 19 Maart,
en dus met de waarheid, in overeen
stemming zijn, kan de lezer zelf beoor-
deelen.
Daarenboven ligt voor mij een offici-
eele verklaring van den Kerkeraad der
Hervormde gemeente Frankfort a/M
omtrent den overgang van Ileinrich
Johann van Vorst geboren 26 Decem
ber 1867, tot die gemeente, den 18
Februari 1906, waarbij als getuigen
fungeerden: prof. dr. Frommershausen,
voorzitter, prof. dr. C. II. Muller,
lleh. Hugo Müller, dr. Grossman, dr.
Walter Hagens, terwijl de juistheid van
dit uittreksel bevestigd wordt door den
predikant Foerster.
Nog blijft de vraag wat er tusschen
19 en 28 Maart met Van Vorst is
gebeurd, en wat hij den 28n te Keulen
deed.
Den 27n Maart ontving de heer
Foerster een telegram uit Amsterdam
met betaald antwoord en verzoek om
het adres van v. V., geteekend Wind-
sant, Overtoom. De heer F. meende,
dat dit telegram afkomstig was van
iemand, die v. V. over zijn voordrach
ten wilde schrijven, en gaf het adres
op. Later is gebleken, dat de heer
Windsant een boekenverkoopertje aan
den Overtoom is, die als tusschenper-
soou dienst deed voor een kapelaan
van de Vondelskerk, ten einde het adres
van v. V. te weten te komen. De heer
Foerster had zich dus, zooals hij te laat
bemerkte, in een hem gespannen strik
laten vangen. Den 29n Maart gingen
hem de oogen open, toen ook hij een
brief van v. V. uit Keulen ontving, voor
een deel overeenkomende met diens
schrijven aan dr. Herderschee, maar met
de bijvoeging, dat hij tot volkomen „ge
nezing" (van zijn overspannen toestand!)
naar het Zuiden zou reizen, en met
dankzegging voor „zjjn zeer vriend
schappelijke behandeling." „Ik had eer
alles anders verwacht dan dit", zegt de
heer Foerster; „ten volle raadselachtig
is mij, vanwaar hij geld voor deze reis
heeft, daar hij geheel van middelen
ontbloot is."
liet antwoord op de laatste vraag
geeft een later schrijven van den heer
Foerster, van 20 April. Daaruit blijkt
dat een broeder van v. V., secretaris te
Eindhoven, den 26 Maart te Frankfort
kwam, daar zijn adres niet kennende en
hem niec vindende, naar Holland heeft
getelegrafeerd met den genoemden uit
slag. Den volgenden dag heeft de Capu-
cijner aan zijn hospita gezegd, dat hij
naar zijn doodzieke moeder ging, inaar
binnen 12 dagen of drie weken zou
terugkomen.
„Verlassen Sie sich drauf, er kommt
zu rück", voegde de broeder er bij.
Maar al zijn hebben en houden nam hij
mee, „auch die Kutte".
Den 15n April ontving nog de Cen
tralvorstand van den Ev. Bund van
een onbekend heer in Holland het ver
zoek om hem te berichten, of v. V.
werkelijk was overgegaan. Door de
ervaring geleerd, hoeft men dat verzoek
niet beantwoord.
De Frankforter predikant verzekert,
dat v. V. gedurende zijn verblijf aldaar
weken lang met vele aanzienlijke per
sonen heeft omgegaan, volkomen helder
van geest en kalm van gemoed, terwijl
hij met den hem geschonken werkkring
zeer tevreden was".
Ofschoon ik me liever niet op politiek
terrein wensch te begeven, moet ik daarop
voor ditmaal een uitzondering maken.
Niet om den lezer te overtuigen, dat ik
de alleenverkoop heb van de eenig ware
richting op staatkundig gebied, of om
hem aan 't verstand te brengen, dat ieder
die er niet zoo over denkt als ik, in
den grond van de zaak een bedrieger
en volksmisleider is. O neen, daar is
het me niet om te doen, dat laat ik
liever aan bekwamer pennen over dan
de mijne. Maar ik heb eenige stukjes
humor gevonden op de politieke markt,
die ik een plaatsje in mijn allerlei meen
te moeten afstaan. Do Engelsche regec-
ling heeft n.l. dezer dagen aangekondigd
dat zij een commissie zal benoemen om
onderzoek te doen naar het afbrokkelen
van de kust. In hot Lagerhuis vroeg nu
Maandag
Een Ier: Zal er een Ier in de Com
missie benoemd worden?
De eerste minister: Daar ben ik niet
zeker van.
De Ier: Waarom niet?
De eerste minister: Als het geachte
lid bedoelt, waarom ik er niet zeker
van ben, dan is het antwoord: omdat
ik het niet weet. De keuze van de
commissieleden berust niet in de eerste
plaats bij mijdaarom hoef ik 't op het
oogenblik nog niet te weton. Maar indien
het geachte lid wilde vragen, waarom er
geen Ier in de commissie benoemd zal
worden, dan is het antwoord, datikniet
gezegd heb dat er geen Ier in benoemd
zal worden.
Zoo zie je, hoe droog de politiek dan
ook gewoonlijk is, toch breekt er nog
wel eens een humoristisch straaltje door
zelfs in het Engelsche parlement. In ons
land gebeurt dat wel eens meer. Zoo
zullen de lezers zich herinneren, dat we
in Groningen ongeveer een jaar geleden
een verkiezingskomiek Blaauw hebben
gehad. En thans blijkt het, dat hij een vol
geling heeft gevon den. Dat blijkt althans
uit de Winschoter Courant, die een
verslag geeft van een lezing van den
lieer E. II. Sikkema, roethandelaar en
landbezitter te Groningen, waaraan we
het volgende ontleenen.
Onder luid applaus trad spr. de zaal
binnen, en begon eenige oogenblikken
daarna zijne improvisatie met te verklaren,
dat hij God dankte op zijn bloote knieën,
dat hij lezen noch schrijven had geleerd.
Zijns inziens komt van leeren niets anders
dan stelen. De openbare onderwijzers be
derven de kinderen; want een mensch
kan evenmin zonder God als een visch
zonder water. Wat geeft al die geleerd
heid? Spr. vroeg eens een directeur van
een landbouw proefstation wat stikstof is.
De geleerde man kon hierop geen be
vredigend antwoord geven. Dat kan alleen
iemand als spr., die 55 jaren door den
schoorsteen kroop; alleen door ervaring
komt men aan versland.
De wereld gaat harder achteruit, dan
een sneltrein vooruit. Bewijs: a. kocht
men vroeger op 20-jarigen leeftijd een
pak kleeren, dan kon men daarmee op
70-jarigen leeftijd nog netjes naar de kerk
gaan. Tegenwoordig echter koopt men,
althans in Groningen, voor f 10 a f 12
een nieuw pak.
Als men er evenwel mee in den regen
loopt heeft men wel 5 pakken in het
jaar noodig.
b. In 't ziekenhuis worden mannen
verpleegd door pleegzusters; die brengen
je ook in 't bad. Dat mag niet te pas
komen.
c. Die niet werkt, zal niet eten, zegt
de Bijbel, en zoo moest't zijn, doch wat
zien we?
De arbeiders, die den rijke nog rijker
maken, kunnen niet eens voldoende voedsel
krijgen. De rijke drinkt champagne; de
arbeider „majum" (water).
d. Te Groningeu bestaat een Hoogore
Burgerschool. Daar gaan de jonge heeren
een paar jaren naar toe om dan later
als directeur of opzichter op te treden.
En wat blijkt dan in de practijk? Dat
ze nergens verstand van hebben.
Spr. komt hierdoor tot de conclusie,
dat een loodje „masselbroche" beter is
dan 'n pond verstand. Hij wenscht
hierin verbetering te brengen door alle
arbeiders, die willen werken, f 3 per dag
te laten verdienen. Die niet willen wer
ken, moeten naar de Kolonies.
Harm Pel, veedrijver, begint het geklets
blijkbaar te ververvelen. Ilij roept: „Goa
moar noar hoes, Sikkema."
Op verzoek der aanwezigen behandelt
spr. hierna echter nog de Woningwet, het
onderzoek naar het vaderschap en andere
zaken.
Op een vraag van een der debaters
of de heer Sikkema, indien hij als lid
der Tweede Kamer mocht worden ver
kozen, zal zorgen voor een goeden ijs
kelder alhier om de visch voor bederf
te bewaren, antwoordde spr. bevestigend.
Verder kwam nog in het debat uit,
dat hij den arbeiders bij een half pond
vleesch per dag graag twee borrels toe
wil geven.
Vóór het sluiten der vergadering werd
de heer Sikkema, gezeten in een stoel,
geplaatst op een tafel, door de zaal
rondgedragen, eerbiedig naar rechts en
naar links buigende.
Met een „Er lebe hoch!" werd de
goed bezochte vergadering gesloten.
Wie kau ook alle dingen onthouden,
zei de boerin, en zij ging uit melken,
terwijl zij hare emmers vergeten had.
Wie biedt er geld voor? vroeg
Goosen, en hij bracht zijn wijf op het
erfhuis.
Zend de kat naar Engeland, en ze
zegt miaauw, als ze thuis komt.
Denk geen erg, zei de krokodil al
weenende tegen den man, en hij greep
hem aan.
Dat zal op de hazeuvangst gaan, zei
de boer, en hij haalde zijn ezel voor
den dag.
Ilij is van de familie van Van Kleef:
Liever van de heb dan van de geef.
Voort, hoornbeest, zei Frans, en hij
schopte een slak weg.
Ilij doet als de .Franschen: als hij
iets medeneenit, denkt hij, dat hij wat
vergeten heeft.
De dagen zijn kort, zei schipper
Geert, dat men alles niet onthcuden
kan en hij had zijn boodschap vergeten.
Het geluk is rond, zij het kind, en
toen vond het een knikker.
Agenda voor de Openbare vergadering van
den Ra'-nl der gemeente Amersfoort op Dins
dag 29 Mei 1906, des namiddags te half 2 ure.
1. Benoeming van een Hoofd derOpenbare-
jongensschool le soort (Heerenstraat)
Voorgedragen worden:
1. A. H. de Roos te Enschedé.
2. A. B. van Hattum te Noordwijk.
3. J. C. C. Rupp te Eibergen.
2. Benoeming van eene Regentes van liet
Burgeweeshuis.
Voorgedragen worden:
1. Mevrouw J. W. v.d.Noordaa-v. Wisselingh.
2. J- Gerritsen-Voorthuijsen.
3. Van Esveld-Mezger.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het stichten van een fonds tot onder
houd van door de gemeente overgenomen
wegen en straten.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der begrooting voor 1906,
in verband met onder 3 genoemde voorstel.
5. Voorstel vau Burgemeester en Wethou
ders tot benoeming van twee ty(lelijke leer
aren aan het Gymnasium voor cursus 1906,1907
in de gesehiedenis.
6. in de aardrijkskunde.
Aanbevolen worden voorde betrekking sub
a: A K. Hovens Gróve, tijdelijk buitenge
woon leeraar aan het Gymnasium te Amers
foort, voor de betrekking sub b:
1. S. de Vries, leeraar aan de H. B. S. te
Amersfoort.
2. F. K. A. Rombach, te Utrecht, (met
adviezen)-
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende de adressen van J. C.
van der Meer en O. Gorter tot toelating van
hunne dochters tot het toelatingsexamen voor
het Gymnasium, ('met adviezen).
7, Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot vaststelling van een minimum
aantal lesuren voor leeraren aan de H. B. S.
(met adviezen).
8. Vooorstel van Burgemeester en Wet
houders tot uitbreiding van de localen van
de openbare meisjesschool (le soort), (met
adviezen).
9 Voorstel van de Commissie van Wet
geving tot wijziging van de verordening be
treffende de straatpolitie in verband met de
motorwet.
10. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot overname van wegen en terrei
nen van de maatschappij: Amersfoort tot
Exploitatie van onroerende goederen te
Amersfoort, (mot adviezen)-
11 Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot aankoop van een perceel, ge
legen bij de Bloemendaalsch Poort.
12. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der begrooting voor
1906 in verband met het onder 11 genoemde
voorstel.
13. Voorstel van den Burgemeester tot
uitbreiding van de politie.
14. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende meubileering van het
stadhuis.
15. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der begrooting voor
190t, in verband met den aankoop van een
schrijfmachine.
16. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betrelfende het Weeshuis.
17. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot benaming van do nieuw aan
gelegde straat van den Appelweg naar den
Leusder weg.
18. Behandeling van reclames inzake
den aanslag in het vergunningsrecht (met
adviezen.)
19. Voorstel tot wijziging ,ran- en tot af-
en overschrijving van verschillende artikelen
van de begrooting voor 1905.
20. Vaststelling van een 3do aau vullings
kohier plaatselijke directe belasting naar
het inkomen.
21. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het verleenen van afschrijving-
van Plaatselijke Directe Belasting dienst 1905.
Voorbereidend Militair
Onderricht.
De Kolonel, Commandant van het 5de
Regiment Infanterie vestigt de aandacht op
de gelegenheid die bestaat tot het verkrij
gen van voorbereidend militair onderricht
voor alle mannelijke ingezetenen van Amers
foort, van 16—24 jarigen leeftijd, en in het
bijzonder voor hen die in aaumerking
wenschen te komen voor verkorten oefeninsrs-
tijd.
Het onderricht zal in den a.s. winter wor
den gegeven van 1 October -tot ultimo
Januari.
De aangifte voor de deelname kan ge
schieden tot uiterlijk 15 Juni a.s. op het
Regimentsbureel in de Intanteriekazeme
alhier.
Amersfoort, 23 Mei 1906.
Bij de godsdienstoefening, welke Zondag
27 Mei des morgens te half elf v. m.
in het Logegebouw van Persijnstraat 1,
voor den Doopsgezinden Kring wordt
gehouden, zal als spreker optreden Ds.
E. M. ten Gate van Apeldoorn.
De 2e luitenant G. Kuyper, van het
5e regiment infanterie, is 'voor den tijd
van 4 maanden gedetacheerd in het
schietkamp bij Harskamp.
De oefening voor personeel van den
geneeskundigen dienst der landmacht
wordt gehouden in de tweede helft van
de maand Augustns, in de omstreken
van Amersfoort.
In de commissie, belast met het af
nemen van het examen in de Engelsche
Taal L. O. is benoemd Dr. E. Kruisinga
leeraar aan de II. B. School alhier.
Dr. W. van Schothorst, leeraar aan
de II. B. S. alhier, wordt door Burg.
en Weth. van Den Haag als No. 1 aan
bevolen voor de benoeming van leeraar
in de Nederlandsche taal en letterkunde
aan de 3e H. B. S. met 5 jarigen cursus
aldaar.
Maar men ons meedeelt heeft het
voorgenomen bezoek van den Commis
saris der Koningin aan de school aan
de Puntenburgerlaan j.l Dindag niet
plaats gehad.
Onder leiding van den kolonel J.
Bruce, commt. van het le reg. inf. te