No. 65. Woensdag 15 Augustus 1906. 3e Jaargang. Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees U r De commissie voor vooroefeningen. FEUILLETON. Dolende Ridder. Verschijnt, Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 Bij abonnement aanmerkelijke korting) Wie een weerbaar volk wil, moet zorg dragen voor eene betere lichamelijke opvoeding der jeugd. Immers een volks leger is alleen mogelijk, waar de jonge lingschap door lichaamsoefeningen zoover mogelijk is voorbereid, om zware ver moeienissen en ontberingen te verdragen, alsmede om de verschillende exercitiën te kunnen leeren. Een krachtig volk levert krachtige soldaten. Haar ook wie beu is van de tegenwoordige sport in examens doen en liever gezonde krach tige mannen ziet, die energiek weten op te treden en te doen dan bleeke bijziende mannetjes, volgepropt met schoolwijsheid, doch vatbaar voor elk tochtje en niet in staat eenige lichame- lijke krachtsinspanning te doorstaan moet verbetering der lichamelijke opvoeding der jeugd toejuichen. Uit tweeërlei oog punt is het gewenscht, dat van overheids wege eindelijk ook eens voor de ont wikkeling van het lichaam wordt gedaan wat reeds lang voor die van den geest geschiedt. En voor den steeds zwaarder wordenden bestaansstrijd van .de kleine volken èn voor onze defensie is dit bitter noodig. Het was dan ook den voor standers der lichamelijke opvoeding uit het hart gegrepen, dat in de eerste troonrede van het Kabinet-de Meester werd medegedeeld, dat bepalingen be treffende de vooroefening der jeugd zullen worden ontworpen. Intusschen blijkt hier uit het „zullen" weer ter dege de toekomende tijd. Dezer dagen hebben de Ministers van Binnen- landsche Zaken en van Oorlog eene commissie ingesteld, om te onderzoeken „welke maatregelen genomen moeten worden om te bevorderen, dat de Ncder- landsche jongeling bij het bereiken van den dienstplichtigen leeftijd, zonder eene bijzondere opleiding te ontvangen, voldoe Edelmoedige naturen hebben altijd excuses klaar voor anderenen vinden er zelden een voor zich-zelf. Uit het Engelsch van EDNA LYALL. 62.) „Ik weet niet hoe ik 't zonder mu ziek zou stellen," zeide hij. „En 't is de muziek ook niet alleen, het is het zich bewegen in een andere wereld en in 't karakter van anderen, het gevoel de aandacht van anderen, bezig te houden en op hun gevoel te werken, en 't genoegen iemand vermaak te verschaffen." „Waart ge al van plan deze levens wijze te kiezen?" „Neen, maar Piale had mij er geheel voor opgeleid. Ik was advocaat, weet ge, doch had mij nog niet geves tigd." „En ik denk, dat ge wenschtet bij aan de voor verkorten eerste-oefeniugs- t(jd te stellen eischen van lichamelijke geoefendheid en die maatregelen in be paalde voorstellen te belichamen". Eene commissie, waarin naast het Tweede Kamerlid Verheij, die tevens voorzitter is en de bekende ijveraar voor lichamelijke opvoeding, de heer S. van Aken zitting hebben twee kolonels- regiments commandanten, de inspecteur der gymnasia, een der inspecteurs van het middelbaar onderwijs en een van het lager onderwijs. Het ligt in de bedoeling gelijk uit de benoeming duidelijk blijkt dat deze commissie met voorstellen omtrent de vooroefeningen der jeugd voor den dag komen zal. Wat het Kabinet voor zich zelf voor bijna eon jaar geleden in de troonrede schreef, staat nu te ge beuren, in de hoop althans, dat het de Commissie gelukt bepalingen betreffende de vooroefeningen der jeugd te ont werpen. Want het moet ons van het hart de Kegeering, die niet erg veel door zicht bij de benoeming van commissies schijut te hebben heeft eene com missie benoemd, wier leden met uitzon dering van de heeren Verhey en Van Aken ten aanzien van het vraagstuk op zijn best blanco staan. Voor zoover be kend zijn de beide kolonels baron Van Voorst tot Voorst en Buhlman - geen voorstander van den verkorten eerste-oefeningstijd en hebben weinig of niets met het volksleger op. Het is niet bekend, dat zij zich ooit met de voor oefeningen der jeugd hebben bezig ge houden, zoodat hunne benoeming wel licht, ook voor henzelf, oen verrassing was. De drie inspecteurs van het onder wijs zijn al «ven weinig bekend als voorstanders van volksweerbaarheid, Terwijl een der drie inspecteurs van het lager ouderwijs als oud-officier en onder voorzitter van de Vereeniging „Volks weerbaarheid" dc aangewezen man zou zijn, indien een inspecteur van het lagei uwe zuster te zijn, en daardoor uw beroepsverandering ontstond?" zeide zij. Hij was er verwonderd over en toch ook verlicht, dat zij zoo dc waarheid had gegist. „Het was mijn laatste belofte aan onze moeder," zeide hij. Doch hij zweeg over de opoffering, die hij voor dat beroep had gemaakt en Clare, die niet 't minste vermoeden had van zijn liefde voor Francesca, kon natuurlijk niet weten, wat 't voor hem geweest was. Zij twijfelde of zijn plan verstandig was geweest, en herinnerde zich de beschrijving van Mr. Britton van mevrouw Merlino en zijne overtuiging dat in dit geval ridderlijkheid niet zou helpen. „Ik weet, dat ge een tegenzin hebt voor 't tooneel," zeide hij. „Als ik geweten had, dat gij de zaak zoudt bekijken met 't zelfde oog als ik zou ik u geschreven hebben toen ik in Engeland kwam, want ik gevoelde mij toen zeer eenzaam." „Had 't toch gedaan," zeide zij vol warme sympathie, „en ik zou niet met u per brief hebben geredetwist. Dat wil ik nu ook niet doen. Ik kan er ook niet over oordeelen, ik weet zoo weinig van 't tooneel af." „En toch keurt ge 'tin uw binnenste af," zeide hij eenigszins treurig. Hij verlangde zoo zeer dat Clare zijn streven zou billijken. „Het komt mij voor, als kwaad doen onderwijs moest zitting nemen in de commissie, wordt zijn ambtgenoot be noemd, die voor zoover ons bekend, nimmer iets hoeft gepraesteerd op dit gebied. Ook de inspecteur der gymnasia en die van het middelbaar onderwijs zullen voor het eerst op dit terrein moeten werken. Instedo van deze in hunne betrekking wellicht zeer ver dienstelijke heeren had de Rcgeeriug toch heusch wel een paar onderwijs- specialiteiten kunnen vinden, die zich tevens ten aanzien van de lichamelijke opvoeding der jeugd verdienstelijk heb ben gemaakt. Mannen, die als de heer Yan Aken bekend zijn met het vraag stuk, al hebben zij misschien niet den rang van inspecteur. Het behoeft geen betoog, dat ook de be noeming der militaire leden een andere had moeten zijn. „Waar een der eerste werkzaamheden der commissie zal moeten zijn het formuleeren van de eischen van lichamelijke geoefendheid om voor ver korten oefeningstijd in aanmerking te komen, missen wij echter tot ons leed wezen als leden, in de eerste plaats een bekwaam officier van jongere generatic een onzer beste compagnies commandan ten b.v. die onmmiddellijk uit de prak tijd der soldatenopleiding zijn adviezen in de commissie ter tafel zou kunnen brengen en in de tweede plaats een medicus, vertrouwd met de eischen van het militaire handwerk en tevens in staat de grenzen te bepalen, welke bij de te stellen eischen van vooroefening op een bepaalden leeftijd niet straffeloos kunnen worden overschreden", schrijft de „Nieuwe Courant" te recht. Gerust kan men zeggen, dat een medicus in deze com missie niet had mogen ontbreken. Hot is voor de voorstanders van eene betere lichamelijke opvoeding der jeugd verdrietig, dat de Regeermg eerst nu ont waart, dat de bepalingen betreffende voor oefening der jeugd nog moeten worden opgespoord door eene commissie, maar dubbel verdrietig is het voor hen, dat de Regeeriug bij de samenstelling der com missie niet meer het doel in het oog hoeft gehouden en niet wat minder heeft gelet op standenaanzien der respectieve leden. Tot onzen spijt moeten wij twij fel opperen, of het dezer commissie wel moge gelukken het van haar verlangde werk te leveren. Y.D. Br. Kuyper verloochend door dr. Kuyper. om goed voort te brengen," zeide zij aarzelend. „Doch dat kan mijn Britscli vooroordeel wel zijn." En de droevige blik ziende, voegde zij er snel bij: Wat zeide kapitein Britton er van?" „Hij deeldein 't Britsche vooroordeel.' Een trek van zulke diepe smart gleed over zijn gelaat, dat haar 't hart week werd; zij had gesproken zonder nate- denken, geheel vergetend, dat Carlo nog verdriet gevoelde over den twist, waar van Mr. Britton gesproken had. Yan den waren staat van zaken had hij haar niets te vertellen en de beste vrienden kunnen 't niet helpen, dat zij elkaar soms onwetend wonden. „Toch ben ik," zeide zij op hare vrien delijke wijze een zeer onkundige op dat gebied. Ik ben nooit in een schouwburg geweest en nooit in aanraking gekomen met lieden, die in betrekking staan tot 't tooneel en ik twijfel dan ook niet, dat 't kwaad donkerder geteekend wordt, dan 't is. Ik zou inderdaad verheugd zijn als gij mij bekeeren kondt." „Laat dit dan de eerste stap tot uwe bekeering zijn," zeide hij glimlachend. „Kijk eens naar die twee dames, die wij aan de linkerkant voorbijgaan." Clare keek, Gigi maakte kushandjes en de dames bogen en glimlachten toen Carlo den hoed afnam. „Die lange hoeft een schoon gelaat," riep Clare uit. „Zoo waardig en zacht." De Haagsche briefschrijver van de „Zutphensche Courant", zet in zijn jongste correspondentie uiteen, hoe ken nelijk in het antirevolutionaire kamp een andere houding wordt aangenomen tegen de Friesch Christelijk-historischen, die in den verkiezingstijd heel wat hebben moeten hooren om hun zelfstan dige houding, nadat zij eerst vier jaren in de coalitie-schuit hadden meege varen. Het artikel zegt dan: De storm schijnt wat bekoeld, althans bij de geteisterde vrienden en reeds tast een hand schuchter en voorzichtig naar ds. Wagenaars bewegelijke rechter, dat die dan eindelijk stil houde! In dc vorige maand zijn twee merkwaardige stekjes door de „Standaard" geplant, twee hoofdartikelen; het eerste heet, „het Parellestelsel" en verraste ons den 9den Juli j.l., het andere draagt den titel „Christendom beneden geloofsver deeldheid" en toonde aan, dat er in de redactie van het anti-revolutionair hoofd orgaan met systeem wordt gearbeid. Gearbeid engesloopt. Wie herinnert zich niet dc mach tige rede den lOden December 1904 bij de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting gehouden? Hoe men ook over dr. Kuvpers politiek en over zijn bestuur mocht denken, die rede op zich zelf was eeu meesterstuk, en scheen een historisch monument voor onze po litieke geschiedenis te zullen blijven omdat dr. Kuyper er zijn dicpgevcstigde overtuiging in ontvouwde over de hou ding van den staat in zake de antithese. „Er is" zoo sprak dr. Kuyper dien ochtend „er is een staat, een overheid, een land, een volk en in den boezem van dit volk worstelen onder ling de twee richtingen die tegenover „Dat is Mademoiselle Borelli, onze contralto; zij is een der edelste vrouwen, die ik ken. De andere is Mademoiselle Duroc, hare beste vriendin." „Een lief gelaat, doch niet zoo tref fend als het andere," bemerkte Clare. „Nu Carlo, ik ben blij, dat ik zo heb gezien. Misschien kunt ge mij nog eens geheel bekeeren en maken dat ik den schouwburg goedkeur." Het gesprek liep over andere zaken en voor zij scheidden, deed Clare Carlo beloven, dat hij don volgenden namid dag naar Merlebank zou komeu en Gigi zou medebrengen. Vreemd genoeg echter zou de questie over schouwburgleven dien dag nog eens op 't tapijt komen en niet zoo kalm als met Clare. De kerk van St. Cyprian was op eenigen afstand van 't royal Hotel ge legen, doch Carlo, die een vervelende dienst in eene naburige kerk had bij gewoond, besloot er heen te gaan, te meer daar hij van Sardoni gehoord had, dat 't één der oudste en mooiste kerken van Engeland was. 'tls op zijn minst eeu mijl," zeide Sardoni. doch 't koor is waard om gehoord te worden en als ge er heen gaat, wil ik wel met je meegaan.' Zoo gingen zij beiden op weg en daar zij wat laat waren, moesten zij zich vergenoegen met banken achteraan in dc kerk. Carlo Yoclde zich zeer vermoeid, doch hij was gelukkig Clare elkander staan. Welke invloed moet nu de staat op die richtingen uitoefenen, op die worsteling trachten te verkrijgen? En dan zijn er vier mogelijkhe den" Dr. Kuyper ging ze alle vier na: de staatsonthouding, de staatspartijkeus, de neutrale schoolinrichting en eindelijk de vierde mogelijkheid, „dat de Staat zegt, ik kan die richtingen niet aan zich zelf overlaten, want zij hebben geen mid delen genoeg om zelf vooruit te komen, ik mag niet voor deze of gene partij kiezen, maar ik zal nemen het stelsel van het parallelisme, ik zal ze evenwijdig laten loopen, ik volg het stelsel van rechtsgelijkheid." Dat was de modaliteit van dr. Kuy per, het stelsel sinds 1889 door de christelijke partijen voorgestaan. Dat was het stelsel, waarin het Kabinet zou voortgaan, waarmee men zou komen waar men wezen moest Doch ziet, deze plechtige verklaring der coalitie-politiek is thans geslonken tot „eenvluchtigeministerieele improvisatie." De„ Standaard" leert het ons, en zegt er meteen de reden van zijn dcsappreciatio bij; immers op hot door dr. Kuyper gekozen stelsel „viel men toen aan en daaruit is toen het wapen gesmeed om het Kabinet, dat zulks aan dorst, te doen vallen!" Men ziet het: dat zal onzen anti revolutionairen leiders niet ten tweede male een struikelblok zijn. Dr. Kuyper improviseerde en scheen zoo slecht op dreef, dat hij bij ongeluk het vierde systeem in plaats van het tweede (dat der partijkeus door den Staat) aanbe val en als de basis zijner staatkunde toonde! Het doet niet aangenaam aan den grooten politicus aldus in zijn eigen orgaan gedesavoueerd te zien; te mer ken dat dr. Kuypers verre tocht hem bij zijn medestanders zoozeer heeft doen vergeten, ook al wordt naar deFriesch- Christelijk-Historische kiezers een liefe lijk compliment gezonden. Dan, „de Standaard" weet er wat anders op: „In één zijner pittige redevoeringen" luidt het in een volgend artikel „bij het debat over de Lager Onder wijswet, heeft Dr. de Visser heimwee geuit naar een plaatsen vau de openbare school op christelijken grondslag, en gelijk men weet, had ook Dr. Schok king aan het verlangen ten deze in en Mr. Britton te hebben ontmoet en hij was blij, dat Sardoni met hem mede- gegaan was. Hot schoone gebouw, de muziek en dc dienst, die in zijne gedachte altijd verbonden was met Francesca en Napels, zouden zelfs in hun aanblik reeds een verkwikking zijn geweest, en hij kreeg de rust, die hij zoo zeer behoefde, toen de preek begon en hem terug riep tot het heden. Want de predikant, gezeten in zijn landelijke pastorie, en bekend met alle landelijke vermaken, die de eenige schenen, die hem vermeldenswaard voorkwamen, had op zijn gelaat den stempel van weerzin tegen alle vermaken in steden en voor- namentlijk tegen 't gaan naar den schouwburg. Wellicht kwam 't niet bij hem op, dat leden van die verfoeielijke loopbaan onder zijn gehoor konden zijn, waarschijnlijk beschouwde hij ze allen als verworpelingen, want hij sprak in lang geen gematigde taal over hen en veroordeelde hun beroep als een on zalige betrekking. Carlo gevoelde zich door den aanval te smadelijker aange daan, wijl dc prediker klaarblijkelijk een man van veel ondervinding was, een goed, oprecht, eerlijk man, geen oppervlakkig beoordeelaar. Het was ook hard om de korte rust verbitterd te zien door zoo'n ontijdigen aanval. Hij beproefde er niet naar te luisteren, doch juist die wensch maakte dat hij aan niets anders kou denken, en willens

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1