No. 69.
Woensdag 29 Augustus 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Waarom?
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Men leert steeds.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Wöensdags en Zaterdags.
Burenn
Hendrik van Viandenstraat 28,
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der ndvertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
In de „Alblasserwaard en Vijf Heeren-
landen" vinden wij het volgende stukje,
dat wij onzen lezers niet willen onthouden:
„Iets mats ligt er over onze politiek.
Die matheid ontwaart ge ook onder
ons christenvolk. Wat mag er de oorzaak
van ziju?
Dat het nog do nawerking zijn zou
van Juni '05 wil er bij ons niet in. Dan
zouden we wel zéér verbasterd moeten
zijn van 't geslacht onzer vaderen! We
buigen wol even, als de storm te hard
woedt, maar we hebben geen veertien
maanden noodig, om ons weer op te
richten
Br is een andere oorzaak.
De vraag leeft, bewust in 't verstand
of onbewust op den bodem des harten:
Waarom mengen we ons eigenlijk in de
politiek?
Een halve eeuw lang was dat geen
Traag. Voor negen tienden onzer geest
verwanten was 't antwoord op dat
„Waarom": „Om den wille onzer christe
lijke school daarom!"
De schoolstrijd heeft ons in de politiek
getrokken. En omdat we begrepen, dat
de strijd om de school tenslotte op 't
Binnenhof zon beslist worden, wierpen
we ons in de politieke worsteling. Een
nieuwe chr. school ergens op een dorp,
was tegelijk een nieuw brandpunt van
politieke actie.
Haar nu is die schoolstrijd beëindigd.
Dit jaar tobben we nog wat met de
financiën, maar na Nieuwjaar komen we
in de ruimte. Wel is het dan zaak, te
houden, wat we hebben, maar bij een
aanval in dien geest, zijn we weer zóó
gemobiliseerd. Wel valt er nog veel te
doen voor onze scholen, maar dat valt
buiten den cirkel der politiek.
En zoo staan we dan nu als de man,
die al zijn land heeft omgeploegd, alom
'tzaad heeft gezaaid en nu met de armen
op de greep zijner spa, rondziet en
Tiaagt: Wat nu?
De beste wetten worden geboren uit
de gebruiken.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
66.)
„Ja, tot ik er bij neer val. Ik zal
vanavond een ellendige Figaro voor u
zijn, doch wellicht zult ge 't er wel mee
willen doen."
In zijne nederigheid lag iets wat haar
diep trof, waut zij wist hoe pijnlijk 't
voor zijn kuustenaarsgevoel zijn moest
een rol te moeten spelen, die hij niet
kon vervullen.
In elk geval zal ik spelen met een
dapper man," zeide zij. „Er is zeer
veel moed toe noodig om op te treden
voor toehoorders die men vooruit weet,
dat men niet kan voldoen.
Wellicht doet rust u goed en ik zal
u niet langer lastig vallen."
Zeker daar zijn nog andere kwes-
tiën. Sociale kwcstiën; financieelc kwes-
tiën, koloniale en zooveel meer.
Maarzullen we ons daar 't hoofd
mee hreken? Zoo vragen velen zich af.
De schoolstrijd daar zaten ze in. 't Ver
band tusschen hun school en de politieke
beginselen was hun helder. Haar nu
voelen ze zich wat vreemd. Gemakzucht
komt een woordje meespreken. Van links
vleit men, lispelend: „vorzoening". 't
Politieke gewoel is toch niet alles!
Kwelling des geestes, vaak. Waarom
zich er weer in te mengen? Waarom?
Sinds eenige jaren is daar nóg een
verkeerd insluipsel gekomen, 't Heeft
nog wel niet véél bedorven, maar toch
iets. Daar waren er, sinds 1901, die
op de vraag W a a r o m antwoorden
Om ons van de politieke macht meester
te maken. Daarom!
Deuk daarvan niet zoo ongunstig. Wij
doelen niet op menschen, die de politieke
macht gebruiken willen te eigen bate
of tot voordeel hunner vrienden en ver
wanten. Ook niet op hen, die deze
macht gebruiken willen, om tegenstanders
vijandig op den kop te vliegen. Zulke
duisterlingon, al loopt er misschien hier
en daar een onder, verdienen zelfs niet
genoemd te worden.
Wij doelen op hen, die 't zoo heerlijk
vinden, dat de politieke macht aan onze
zijde is, omdat dan de christelijke be
ginselen in ons regecringsbeleid tot hun
eere kunnen komen en invloed oefenen.
En, voorzeker! We zullen allerminst
beweren, dat dit doel niet mag worden
gesteld of dat het niet deugt.
Haar toch mag het niet het hoofddoel
zijn. Laat God het ons in den schoot
vallen, zooveel te beter. Haar indien
niet, ons werk mag niet verslappen.
Onze oude garde heeft vele jaren ge
streden, zonder dat zelfs het denkbeeld
van „politieke macht" in hun hoofd
opkwam.
Daar kunnen wij ook toe geroepen
worden.
„Ge weet niet hoeveel goed ge mij
hebt gedaan!" zeide hij dankbaar, ge
voelde dat hare belofte in geval hij ziek
werd hem een grootcn last van de
schouders had genomen.
Zij verliet hem om zich zoo goed hij
kon voor den avond voor te bereiden
en hij telde de kwartieren, die 't klok
kenspel speelde, zooals een gevangene
ze moet hebben geteld, die op zijn
vonnis wacht.
Geluid van straatrumoer verkondigde
hem dat de races voorbij waren en hij
verliet de zitkamer, niet in staat de
plagerijen van Gomez of de gesprekken
van zijne collega's te verdragen en klom
naar no. 62 waar Gigi hem na een
poosje vond.
„Wat! zoo vroeg naar bed, San
Carlo!" riep hij uit, met zijn vroolijk
gezichtje dichter bij komend, doch kin
derlijk ernstig toon de waarheid bij hem
opkwam. „Zijt ge nu beter?" vroeg hij
angstig.
„Ik rust alleen wat. Kijk niet zoo
verschrikt, mio caro."
„Zij zenden u wat bloemen," zeide
Gigi een lief bouquetje van sneeuw
klokjes en crocusjes op 't bed leggeud,
„en hier is een brief ook."
Carlo trachtte verheugd te schijnen
en belang te stellen in 't verhaal van
het kind en opende Clare's brief. Mr.
Britton zou 's morgens het gesloten
rijtuig overzenden en hoopte dat hij wel
Nooit mag er op die vraag: Waarom?
onder ons een ander antwoord gegeven
worden dan: Uit gehoorzaamheid aan
's Heeren wil.
„Ziende in het gebod; blind in de
toekomst" placht een oude vrome te
zoggen. Zoo moet het met ons zijn.
Is Christus onze Koning, dan kan het
voor ons geen vraag meer zijn, of we
op politiek terrein wel voor Zijne eere
zullen opkomen. Welk rechtgeaard
onderdaan, zal niet in den krijg de
Banier zijns Konings zoeken en zich met
zijn kleuren tooien?
Ziehier dus het eenige afdoende ant
woord.
Hem belijden voor de menschen; zie
daar onze roeping.
Die we op velerlei wijzen moeten
vervullen
Ook door in de politiek niet te
rusten, tot in 's lands wetgeving gerekend
wordt met Z ij n ordinatiën.
D a rom mogen we de politiek niet
aan anderen overlaten.
't Heeft ons altijd toegeschenen, dat
de schoolkwestie eigenlijk de eenige
positieve band was, die do Kerkelijken
samenbond.
En nu volgens dit Antirevolutionair
orgaan niet gezaghebbend, dit toege
geven er „matheid" heerscht onder
de „Christenen", komt 't ons voor, dat
dit een natuurljjk gevolg is van de oplos
sing dier kwestie op een voor hen be
vredigende wijze. Omtrent alle andere
gewichtige kwesties is er in het kamp
der Kerkdijken verschil van opinie,
evengoed als aan deze zijde. De „ordon
nantiën Gods" en wat dies meer zij,
kunnen blijkbaar geen richtsnoer zijn
bij het oplossen van economische en
politieke vraagstukken. Ware dit wol
het geval, ook daaromtrent zou men
overeenstemming moeten vinden. De
vermenging van godsdienst en politiek kan
nimmer ten goede komen aan den gods
dienst wél aan stembusoverwinningen.
genoeg zou zijn om afscheid te komen
nemen voor hij Ashborough verliet. De
vriendelijke woorden wekten hem op,
doch hij was veel te ziek om ver voor
uit te zien.
.Kom kleine, ge moet beneden gaan
eten," zeide hij na een poosje, waarin
Gigi hem met groote plechtigen blik zat
aan te staren. Als iemand vraagt waar
om ik niet kom, zeg dan, dat ik zware
hoofdpijn heb en wil rusten tot het tijd
voor den schouwburg is."
De uren gingen voorbij en Gigi keerde
niet terug. Carlo dacht dat Domenica
Borelli hem bij zich had gehouden en
was er haar dankbaar voor.
De klok sloeg zeven, hij bad in korte,
onsamenhangendezinnen, dat hij instaat
mocht zijn, zijn taak te volvoeren en
dat er geen ramp over Anita komen
zou. Weer speelde het kwartier, zij
gingen voorbij met een snelheid, die
hem verschrikte, hij beproefde aan
figaro te denken, zong een paar strop
pen van „Ziti, Ziti," en gevoelde dat
hij alles zou willen geven als hij ontsla
gen kon worden van de uitvoering van
dien avond.
Zou hij nu nog den raad van Domenica
Borelli opvolgen en om een dokter
sturen? Het was nog tijd. Gedurende
een oogenblik kon hij nauwelijks aan
t denkbeeld weerstand bieden. Maar
toen weer dacht hij er aan hoe men
schen, die nooit ziek waren geweest,
Als trouwe lezer van de Indische pers,
vcrkcordcn wij in de, thans onjuist ge
bleken, meening, dat de Indische pers
mannen, hoe verschillend overigens van
zienswijze omtrent nagenoeg alles, toch
één waren omtrent dit cene: afschaffing
van het Drukpersreglcment.
Onder de suggestie dezer dwaling
drukten wij den wensch uit dat de Minis
ter van Koloniën door de lezing van het
geschrift van den heer Zaalberg zie
ons no. van 19 Aug.aangespoord zou
worden om zijn invloed aan te wenden,
teneinde bet bestaande muilkorfstelsel,
door ons met groote naïviteit een schande
voor het Nederlandsche Bestuur in Indië
genoemd, afgeschaft te krijgen.
De „Nieuwe Cour.komt ons van die
dwaling genezen. Naar aanleiding vau
ons artikel schrijft het geachte Haagsche
blad:
„Het „Gewrocht der Duisternis" is als
de goedige, oude, aftandsche draak uit
Lafargue'sHoralitésLégendaires
waarmede de guitige Indische Pers
Andromeda veilig kiekeboe speelt
Vroeger, b.v. onder den gouv.-generaal
Van Rees, heeft het monster nijdig om
zich heen gebeten, maar sedert diens
aftreden is het wat kindsch geworden
en de Indische pers kan de stoutste en
dolste streken vlak onder zijn neus uit
halen, zonder dat het boos wordt. Wie,
onbekend met het bestaan van het
reglement, de Indische bladen leest en
wat zij over regeeriug en ambtenaren
schrijven, zou weinig bevroeden, dat zij
onder zoo strenge bewaking stonden.
„Op het „monster" hakken is dan ook
tegenwoordig niet veel meer dan een
onschuldig vermaak geworden, waaraan
sommigen onzer Indische collega's zich
bij gebrek aan stof overgeven, iets als
het produceeren van onze „zeeslang" in
den komkommertijd."
.Moeilijk kan de voorstelling van een
muilkorfstelsel, waaraan de Indische
altijd dachten, dat zij bijna dood waren,
als er niets aan scheelde en als hij 't
nu opgaf, zou Comerio zich wel dadelijk
aanbieden om de vacature te vervullen.
Neen, vechten moest hij tot den laatsten
ademtocht. Het half uur sloeg toen hij
dit besluit nam en met moeite wierp hij
de dekens en jassen, die over hem heen
lagen weg, stond wankelend op eu stak
't gas aan. Voor den spiegel staand,
nam hij een vau figaro's karakteristieke
houdingen aan en zong eenige regels
van Largo al Factotum.
't Schikt nog al, als ik 't maar uit
kan houden," dacht hij bij zichzel-
vcn.
„En bovendien ben ik niet de eerste,
die vroolijkheid verspreidde en zong,
terwijl hij zelf leed. Was hij Grimaldi
of Liston, die 't gehoor deed lachen tot
zij tranen in de oogen kregen, ter
wijl hij ondregclijkc pijnen onder-
ging?"
Hij ging naar de zitkamer om te zien
of Sardoni er was, doch hoorde, dat
deze al weg was. Herlino voegde zich
morrend bij hem en Gigi kwam hem
goeden nacht zeggen en toen als in een
droom, liep hij de straat in tusschen
slecht uitziende voorbijgangers, zooals
er altijd in een stad zijn, waar do races
worden gehouden. De weg naar den
schouwburg was kort, doch vanavond
scheen hij hem eindeloos en met moeite
kon hij Herlino bijhouden en toen hij
regecring zou vasthouden worden gehand
haalfd. Zij moge, in het algemeen
gesproken, wat heel geheimzinnig zijn
uitgevallen, niet gaarne zien, dat men
op haar schrijftafel snuffelt, van een
muilkorven der pers mag zij niet worden
beschuldigd."
Zooals men ziet, onschuldiger kan het
niet. Wat wij voor ernstig gemeend
hielden, was slechts een komkommer-
Blaadje, opgedisclu als degelijker schotel
ontbreekt. Voor een Indischen journa
list, is 0:11 met Henri Monnicrs's M
Prudhomme te spreken, „Het Gewrocht"
eigenlijk Ic plus beau jour de sa vie, een
monster van papier maché, waarmee hij
kiekeboe speelt, tot groot vermaak van
de galerij.
Wij hebben indertijd een dergelijk
kiekeboe-spelen gekend; het was toen
Henri Rochefort eerst in de „Figaro",
daarna in zijn „Lanterne" zijn brutaal
spel speelde met het Fransche „drukpers-
reglement" onder het Tweede Keizerrijk.
Een gevaarlijk spelletje; minder even
wel voor den journalist, die „de opge
legde straffen blijmoedig aanvaarde" als
oen kostelijke reclame,, het meest echter
voor de aangevallen regeering en hare
ambtenaren.
Zou de redactie van het Haagsche
blad inderdaad meencn, dat al is het
monster thans „wat kindsch geworden"
en al haalt de Indische pers de stoutste
en dolste streken vlak onder zijn neus
uit, dit kan geschieden zonder schade
voor die pers, zonder schade bovenal
voor het prestige van het Gouvernement?
Wij voor ons zijn overtuigd van het
tegendeel en vinden steun bij den hoofd
redacteur van de „N. Soer. Ct.", wien
het niet aan ervaring op dit punt ont
breekt en wiens aangehaald artikel geen
komkommerstemming verraadt.
De „N. Ct." beroept zich op den
hoofdredacteur van het „Soerab. Hbl.",
die schreef dat „het Drukpersrcglement
niet het ergste is voor den Indischen
dagbladschrijver. Een vervolging, recht-
zijn kleedkamer bereikte, kon hij zich
niet meer staande houden.
„Ge zijt ziek, Sir, zeide Sebastiano
de costumier, angstig.
't Schikt nog al, ik zal een oogen
blikje uitrusten," zeide hij ademloos.
Waar is Siguor Sardoni?"
„Iu de foyer, Signor, hij kleedde zich
vroeger dan gewoonlijk. Wil ik hem
roepen?"
„Neen, neen," zeide Carlo snel. „'t
Is beter dat ik alleen blijf."
En zoo was 't wellicht ook, maar
toch smartte hem Sardoni's ontwijking
zijn vriend had hem den gcheelen
dag met opzet vermeden. De costumier
stelde alle geneesmiddelen voor en Carlo
hoorde gedul lig diens goedgemeend
gebabbel aan tot hij geheel in zijn
Spaansch costuum was gedost, hij ver
zocht toen alleen gelaten te worden tot
't laatste oogenblik en zat bij 't vuurtje
terwijl hij het bekende geluid hoorde
van de ouverture en de kooren die er
op volgden.
Eindelijk werd 't zijn tijd.
„Hoog tijd, Signor," zeide Sebastiaan,
op de deur kloppend. Hij wierp hem
open en ging langzaam door de smalle
gang en bekwam juist tusschen de
coulissen toen het koor van 't tooneel
afkwam. Er was iets van zijne ziekte
bekend geworden en er worden veel
goede wcnschen en ondervragen gedaan
op de vlugge, stille Italiaansclie wijze