No. 94. Zaterdag 24 November 1906. 3e Jaargang. Wees 11 Zelf! versewjn* Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER' Water- en - - - - - - Vuurnering. FEUILLETON. Dolende Ridder. Sluit de gelederen. Een nieuwe Hoogere Burgerschool, DE EEMLANDER. Woensdags en Zaterclags. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28 Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertenties! Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Onder den titel „De Water-en Vuur nering van den Staat dor Nederlanden" Open Brief aan mr. D. van Blom, Hoofdredacteur van „Het Vaderland" is door den heer L. L. C. M. vau Out- hoorn, lid van den Algcmeenen Raad der Vereeniging „Onze Vloot", een brochure in het licht gegeven, welke, naar hot schijnt, de strekking heeft te betoogen, dat niets den Nederlandscheu goavan- ceerden „kan weerhouden de vlootbe- weging te steunen niet alle macht". „Naar 't schijnt", schreven wij; want met den besten wel is het ons niet ge lukt iets te vinden wat op een dergelijk betoog gelijkt. Ontdaan van de would- be geestigheden, in 't bijzonder gericht tegen de „geavanceerden" komt de inhoud ongeveer hierop neer: De lijst van het 40-tal „notabelen", deel uitmakend van den Algem. Raad van „Onze Vloot" bewijst niet dat men een partijzaak beoogt, of dat de leden tot de „dolle behoudskliek" mogen wor den gerekend. „Geen behoud juist, maar verbete ring, geen stelselloos opgebruiken van ter beschikking staande doode en levende weermiddelen, maar hot ver krijgen eener „naar de mate onzer krachten sterke vloot", geen af- doenertje, maar een, uit 't ontwaakte nationaal bewustzijn opgekomen, alles zins daadwerkelijke weerbaarheid, zietdaar wat wij beoogen". Wat evenwel verstaan moet worden onder een „naar de mate onzer krach ten sterke vloot" verneemt men niet. Een glimp krijgt men, waar verwezen wordt naar Zweden, welks regeering „zich niet verantwoord acht, tenzij haai de noodige gelden worden toegestaan Uit het Engelsch van EDNA LYALL. 91). Lionbruno schudde het hoofd. „Vergiftigd misschien, of opgehangen Weer maakte de jonge roover een ontkennend gebaar en met onmiskenbare bedoeling trok hij zijn mes en haalde het langs zijn strot, den gevangene vcelbeteekend aanziende. Carlo had een te levendige verbeelding om hem niet te begrijpen en hij rilde, doch met alle wilskracht bedwong hij zich, en bracht 't gesprek weer op de afgebroken gesehiodenis. „En zoo ontsnapte ge van school? Dat moet in 't begin heerlijk zijn geweest." „Dio! Dat zou ik meencn, riep de knaap. „Nacht en dag buiten, in 't bosch en 8 nieuwe pantserschepen, 8 torpedojagers, 12 onderzccvaartuigcn". En wanneer we dan nog de vraag: Is de finaucieele draagkracht van Zwe den soms grootcr dan de onze?„ beant woordt zien met: „In de verste verte nietdan weet men zoo ongeveer wat voor don schrijver als een minimum geldt. Immers Nederland geeft het lut tele" sommetje uit van f 20.000.00U, dat is met „de bevolking der koloniën er bij slechts f 0.G0 per hoofd d. bevolking, tegen Zweden f 2.80". Er moeten dus nog heel wat pantserschepeu gebouwd, vóór we op één lijn komen te staan met Zweden, temeer daar de bevolking van Java alléén jaarlijks met oen':a millioen toeneemt! Eikend wordt dat er aan onze Zee defensie eigenlijk alles hapert. „Wij sukkelen nu al jaren met een Zeeonmacht. En nog wel een heel dure. Doch wat er gedaan kan worden om aan die on macht een afdoend einde te maken, wordt niet meegedeeld. Want zelfs acht nieuwe pantserschepen zouden niet vermogen daarin verbetering te brengen, tenzij men het onzinnige denkbeeld koesterde te willen wedijveren met de „Dread nought's" enz. En dat „de geest, onder het personeel, van alle rangen", welke nu volgens den schr. het „ergste doet vermoeden", er dan op zou verbeteren, wagen wij te betwijfelen. De oorzaken van dien „mopperenden geest" zijn van geheel andoren aard. Men denkc aan het oproer onder de marine-stokers te Portsmouth, aan den geest onder het Fransche marine-personeel, aan het op roer op de Russische vloot, ondanks de grootere schepen. „Zou het niet langzamerhand tijd be ginnen te worden, dat wij het brengen van nuttelooze offers staakten?" vraagt do schrijver. En wij antwoorden volmon dig „ja"méér dan tijd. Doch niet om daarna nog grootere nuttelooze offers te brengen; met om ons nog meer op te ecu leven vol avonturen, het was als een paradijs." „Ik dacht dat alle bandieten gevangen waren ten tijde van de groote uitroeiing," zei Carlo, LioDbruno keek donker. „Die tijd heeft ons een slag gegeven die wij nooit te boven kunnen komen," zeide hij. „Maar mijn vader was te slim om ontdekt te worden en zal de Italiaansche politie ook altijd te vlug af zijn. Niets dan verraad zou hem in hun handen kunnen doen vallen en geen van de bende zal hem verraden al bood men hem zijn gewicht in diamanten." „Ik kan mij begrijpen dat ieder hem gehoorzaamt," zeide Carlo, zich den hoofdman voorstellend. „Overal zou hij koning zijn," zei Lionbruno trotsch en nu de wereld hem niet wil, moet hij wel rooverkoning zijn. Hebt ge van de straatrooverijen op Corsica gehoord, één of twee maanden geleden? Zij waren beraamd en uitge voerd door Brancaleon. Herinnert ge U, hoe graaf Feroni in Sicilië werd op gelicht en gevangen werd gehouden in de bergen, tot 't losgeld werd betaald? Dat was ook door Brancaleone. Eu de groote juweel diefstaf te Napels werd ook door onze bende verricht. Wij zijn als de bliksem, hier. daar en overal, snel wordt ons werk afgedaan en we zijn verdwenen, terwijl niemand ons kan vinden." blazen; niet om groote spiegelruiten te zetten in ons „water- en vuurnerinkje", omdat ook de grootere concurrenten dat doen. Nederland heeft, luisterend naar het advies zijner deskundige Marine-minis ters, gepoogd met zijn tijd mee te gaan, door gedurende dc laatste 15 jaren jaar lijks f 3l'a millioen te besteden voor aanbouw van schepen, mot het resultaat dat de huidige Minister nagenoeg alles onbruikbaar verklaart, en de notabelen van „Onze Vloot" de gedane uitgaven bestempelen met den naam van „nutte loos geldverspillcn". Meent de heer Van Outhoorn dat de meerderheid der natie, voldoende inge licht, nu nogmaals het oor zal leenen aan hen, die deze uitgaven wellicht zouden willen verdubbelen, verzekerend dat het resultaat dan anders zal zijn? „Onze Vloot" kan werkelijk een goed en nuttig werk doen, nl. door propa ganda te maken voor het deukeeld, dat onze zecdefensie niet gezocht moet wor den in een grooter of kleiner aantal tot niets-nutte pautserschepen, maar in de uitbreiding van het „kleine" materieel, dat past bij onze beperkte kracht. Voor kikvorsch hebben we nu lang genoeg gespeeld! N. A. Ct. Van de hand van den bekenden pro pagaudist Hans is ouder boyenstaanden titel een lijvige brochure van een 150 tal bladzijden verschenen, die kostelijk materiaal bevat voor hem, die de vrij zinnige zaak iu woord en geschrift wil voorstaan. Het werkje is dan ook hoofd zakelijk voor propagaudaelubs. net vangt aan met een pleidooi voor het goed recht dor clubs, terwijl uiteenge zet wordt van hoe groot belang de ver- eenigingen van jonge liberalen voor de verbreiding der vrijzinnige idee zijn, Op het hoofdstuk, waarin dit wordt uit eengezet, volgt een vlot geschreven „Ik herinnor mij nu die zaak van graaf Feroni. Weet ge wat 't gevolg van uw werk was? Het doodde de moeder van den graaf, zij stierf vóór zijn terug komst door den schrik." „Ebbene! We sterven allen vroeger of later" zeide Lionbruno koeltjes. De verontwaardiging, die in Carlo's oogen lichtte, maakte den jongen Corsi- caan onrustig. „Eu wat iB 't eind van uw werk van gisteren," „niet alleen moord, doch 't zal harten breken en levens verwoesten Kunt ge trotsch zijn op zulk duivelachtig werk? „Men moet leven," „En wreed zijn we niet, die tijd is voorbij. Wij zijn ook beschaafder geworden en meer zeker van den goeden uitslag nu wij de telegraaf ten onzen dienst hebben?" „Bedoelt ge daarmee, dat 't telegram, dat ik gisteren ontving uw werk was? Was het een valstrik?" Lionbruno lachte en wreef zich de handen. „Was 't niet slim? Eerst dachten we aan een briefje, maar zaten in de war over het schrift. Het denkbeeld van een telegram was van mij, hoewel ik nog wel wat jong ben voor zulk werk. Dio! wat een tijd van opgewondenheid!Eerst 't bewaken van 't jacht, toen't naspeuren van uw doen en laten, daarna die snelle rit naar Porzuoli om 't telegram te ver zenden en de angst, dat ge de uitnoodi- ging zoudt afslaan. Hoe gelukkig was schets van don grooten Thorbccke en van hetgeen hij voor do vrijzinnige beginselen heeft gedaan. Uit den aard der zaak bekuopt geeft dit hoofdstuk niettemin een uitstekenden kijk op dezen onovertroffen leider. De schrijver bakent tevens hot liberale standpunt tegen over de clericaien en de sociaaldemocraten scherp af. Hoofdstuk V over de vrij zinnigen en de godsdienst betoogt hij allereerst dat de Staat neutraal moet zijn en geen bepaalde geloofsbelijdenis tot basis mag nemen en zet met een groot aantal citaten uit kerkelijke bronnen geput uiteen tot welke treurige toe standen men zou komen, als aan de overheid een dogma word opgedrougeu. Natuurlijk laat de schrijver niet na, helder aan te toouen, dat het laster is van onze tegenstanders, als zij ons als vijanden van den godsdienst trachten voor te stellen. In de volgende hoofdstukken worden de groote politieke kwestie's, die ons volk beroeren, zeer populair besproken zonder dat dit het grondige van het be toog schaadt. In het laatste hoofdstuk levert de schrijver een warm geschreven pleidooi voor concentratie vandaar de titel zijner brochure: „Sluit de gelederen!" „Waar tegenover ons staat een vijand, een machtige vijand, die aaneengesloten stand houdt, moeten wij daar in afzonderlijke legergroepen tegenover postvatten? Moe ten wij daar, die groote beginselen ge meen hebben, verdeeld blijven? Vrij zinnigen van Nederland, ver- ccnigt UI Getrennt marchieren, vereint schlageu. Tegenover dc clericale politiek past een krachtige, zelfbewuste vrijzin nige." „Een verbond tusschen alle vrijzinnigen waarbij de democratie gedeeltelijk wordt prijsgegeven, kan ons geen duurzaam succes aanbrengen, slechts democratie moet onze leidsvrouw zijn." „Willen wij die ook hier den clericaien stroom hebben gestuit, het vertrouwen in onze ik, toen ik U bij den grot van Posilipo zag! En ge zaagt er ook.gelukkig uit! Wel ik zal nooit meer zoo iets in mijn leven beleveu." Carlo sidderde; die koele bekentenis deed hem terug deinzen als van een hclsche zaak. Hij zeide niets, doch Lionbruno zag de uitdrukking van zijn gelaat en vergat ze nooit. „Kom", zeide hij, op anderen toon „ik kan 't hier den heclcn dag niet uit houden. Laten we eens gaan zien wat de anderen uitvoeren." „Kan ik niet hier blijven?" vroeg Carlo. Maar Lionbruno was onverbiddelijk. Eeu gevangene moest dag en nacht worden bewaakt en Carlo moest in ledig heid de lange uren van den dag door brengen terwijl zijn jonge medgezel den tijd verdreef met kaartspelen en schert sen met de andere mannen van dc bende. Eindelijk viel de avond en gingen zij terug naar de cel. Lionbruno, die over dag nu en 'dan geslapen had, vatte zijn houtkerverij weer op en Carlo sterkte zich vermoeid op de hoop krullen uit. „Miju laatste nacht," peinsde hij, en zich tot den jongen Corsikaan wendend, vroeg hij hoelaat hij dacht, dat de bode zou aankomen. „Waarschijnlijk niet voor middernacht." antwoordde Lionbruno, „doch om elf uur zult ge worden voorgebracht, en hoewel ik U als een duivel voorkom, beginselen, ook bij de massa dos volks, bevestigen en versterken, dan dienen we te zijn niet alleen vrijzinnigmaar ook democraat." Deze aanhalingen toouen, hoe de schrijver de concentratie opvat. En iu dien zin zijn wij er dadelijk voor te vinden, dat standpunt hebben wij steeds ingenomen. Wij gaan zelfs nog verder en zeggen: zoolang de clericaien aan de verfoeilijke antithese vasthouden, stemmen wij zelfs den oudliberaal bo ven eiken clericaal. Omdat de laatste mee moet met zijn coalitie, die conser vatief en reactionair is gebleken, omdat we van twee kwaden het minst erge verkiezen. De brochure bevat voort6 zeer veel, bruikbaar strijdmateriaal en verdient iu handen te komen van allen, die zich voor de politieke zaken interesseeren Wij bevelen het boekje gaarne dringend aan. Kiesvereenigiugeu vooral mogen niet nalaten zich ecnigo exemplaren aan te schaffen. De prijs (60 ct.) behoeft zeker geen bezwaar te zijn. V. Reeds maandenlang hadden er ge ruchten gcloopen, dat bij de Gemeente plannen bestonden tot het bouwen van een nieuwe Burgerschool. Maar alles wat daaromtrent, onder de diepste Amersfoortsche geheimhouding, van A aan B, van B aan C tot Z toe werd verteld, leek te weinig betrouwbaar, om daaraan publiciteit te geven. Thans is Donderdagavond op de Ledenvergadering van 'tNut, waarvan het verslag in dit blad voorkomt, niet alleen een tip, maar bijna de gchecle sluier opgeheven. Burgemeester en Wethouders hebben besloten aan den Gemeente-' raad voortestelleu een nieuwe Burgerschool te bonwen. Dat wij ons hartelijk over dit feit verheugen, behoeft wel niet te worden gezegd. Bij elke gelegenheid hebben wij er op gewezen, dat niets deu bloei van wil ik toch niet dat ge ter dood gebracht wordt." „Zoo komt ge mij niet voor," zeide Carlo, op een toon, die zijn gezel in verbazing bracht. „Het is jammer dat ge zooveel van dit werk houdt, want ge houd iets heel anders voortbrengen." „Ik ineen alleen met geweld, wat do wereld mij niet vrijwillig geeft," zeide Lionbruno norsch. „Als alles gelijk verdeeld wa6, zouden er geen bandieten zijn. Wat uw duivel aangaat, ik geloof niet aan hem, noch aan God, en ook dat," op 't crucifix wijzend, „is maar een fabel! Als 'twaar was, dan zou iedereen aan een kruis willen sterven in plaats van honderd lire voor zoo'n beeldje te betalen." Carlo zweeg en de lange uren kropen voorbij, terwijl de lasterwoorden, die t laatst door de cel hadden geklonken, nog in zijne ooren gonsden. Hoe meer hij zich zijn toestand indacht, hoe meer alles hem voorkwam als iu een droom. De woorden van zijn medegezel deden hem diep medelijden met deze gevoelen. Dc trekken van den jongen Corsikaan hadden nog niet dat spoor van koude wreedheid, waarmee die van Brancaleone gestempeld waren, het was nog te jong en kinderlijk, doch dit leven zou hem een nieuwe en halstarriger roover maken dan zijn vader. „Ge slaapt niet, signor!" merkte

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1