No. g6.
Zaterdag i December 1906.
3e Jaargang.
Loopgraven.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U Zelf!
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Allerlei.
DE EEMLANDER.
Verschijn»
Woeaadaga en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Aangemoedigd door het échec, den
Ministers van Koloniën en Marine toe
gebracht met behulp van de hulptroepen
der linkerzijde en het succes bij de
Leidsche Stembus behaald, bereidt de
kerkelijke Coalitie den aanval voor op
bet Regeeringskasteel.
De candidatuur van ds. De Visser,
welke als proeve moest dienen voor
de soliditeit van het rechter blok, heelt
aan de verwachting beantwoord. De
Katholieke mrs. Aalberse en Van Wijn
bergen hebben zich niet minder beijverd
voor diens verkiezing als ,de Standaard"
en „de Nederlander"; de kerkelijke
kiezers van allerlei couleur lieten zich
tot den gewenschten graad van verkie
zingsijver aanwakkeren en men weet nu,
dat meer nog dan in 1901, op weder-
zijdschen steun valt te rekenen.
De rechterzijde voelt zich thans sterk,
zoowel door eigen kracht, als door de
zwakheid van den tegenstander.
Het voorloopig verslag op de Staatsbe-
grooting voor 1907 toch luidt, volgens
„de Tijd", allesbehalve rooskleurig voor
het huidige Kabinet; het komt er dus
slechts op aan de meest zwakke punten
op te sporen, waartegen de aanval met
de meeste kans op welslagen kan wor
den gericht. De „Standaard" deed kond-
schapsdienst en gaf het wachtwoord: de
achterstelling der invaliditeitsverzekering;
de financiëele plannen van Minister De
Meester: de defensie. Hiertegen moeten
in de eerste plaats loopgraven gelegd en
de aanval gericht worden.
En met roerende eenstemmigheid
heeft nagenoeg de geheele kerkelijke
pers, dit wachtwoord overnemend, zich
aan 't werk gcBteld en de corste loop
graven gericht tegen den Minister van
Oorlog, eens hot troetelkind der rechter
zijde. Reeds weet het „Huisgezin" te
vertellen, dat de diagnose der politieke
doctoren aan de rechterzijde vooral voor
Er schijnt in 't erkennen van onkunde'n
beleediging te liggen voor de velendie
met half-weten tevreden zijn.
Multatuli.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
93).
Een poosje wast 't doodstil in de cel.
Eindelijk hoorde men een stem in de
verte, die 't wachtwoord gaf. Carlo stond
rechtop. Brancaleone stond voor hem
met één hand op zijn schouder en 't mes
in de andere. Lionbruno keek vol angst
van 't slachtoffer naar de deur en van
de deur naar 't slachtoffer. De voetstap
pen kwamen nader, de bode kwam de
hoek om, 't toortslicht viel op 't teeken
in zijn hand, was 't wit of rood?
Met een zucht van verlichting sprong
Lionbruno op en greep de zakdoek, hem
vroolijk in de lucht wuivend; terwijl de
bode naar Brancaleone kwam, die zijn
mes afwendde, en hem een verzegeld
pakje gaf.
den M. v. O. hoogst ongunstig luidt; en
„De Tijd" voegt daarbij de mededeeling
dat, wanneer aangaande de landsver
dediging niet geruststellende verklaringen
worden gegeven en geen voldoende
beloften worden gedaan, een votum van
wantrouwen niet onwaarschijnlijk is to
achten.
Indachtig aan het standpunt voorheen
steeds door de Katholieke Staatspartij
tegenover de militaire uitgaven ingeno
men; aan een zekere motio gericht tegen
de Legerwet-Bergansiu8 en de houding
van de meerderheid der katholieke afge
vaardigden tegenover het Kabinet Mackay
aangenomen, ligt het vermoeden voor
de hand dat ook dit votum van wan
trouwen gericht tegen den minister van
Oorlog, bedoeld wordt als protest tegen
te hooge militaire uitgaven en onvol
doende bezuiniging.
Maar juist het tegenovergestelde is 't
geval. „De Tijd", waaraan nog immer
de naam van dr. Vermeulen verbonden
is, de man die indertijd voorstelde de
Legerwet-Bergansius niet voor de vor-
kiezingen te behandelen, wat beteekende
haar ad calendas Graeoas te verschuiven,
„De Tijd" heeft thans twee grieven
tegen den minister: het meegeven der
geweren aan de landweer en de voor
genomen verminderiug van het blijvend
gedeelte.
De eerste grieve is natuurlijk van
ondergeschikten aard; de tweede daaren
tegen is gericht tegen het in de be
grooting voor 1907 aangekondigde
voornemen, om bij de bereden korpsen
geen miliciens voor het blijvend gedeelte
onder de wapenen te houden en bij de
onbereden korpsen het blijvend gedeelte
met rond 3900 man te verminderen,
waardoor een bezuiniging wordt verkre
gen van f 159,408.
liet votum van wantrouwen aange
kondigd dooi- het kathol, orgaan is dus
gericht tegen de poging des Ministers
om voldoende aan den wcnsch van de
overgroote meerderheid der bevolking,
„Ge zijt vrij, signor!" zeide hij ernstig.
„Nita is verloren! Ik heb gefaald!"
dacht Carlo.
De heftigste smart trof hem en zonder
een woord te spreken, viel hij op den
grond.
„Diavolo!" riept de hoofdman. „Ik
heb dikwijls iemand in zwijm zien vallen
bij zijn doodvonnis, doch nooit als hij
vrijgesproken werd."
Vol tegenstrijdige gevoelens keek Lion
bruno naar 't welbekende gelaat. Per
quanto e vero Dio?" bemerkte hij met
een beweging vol uitdrukking, „hij gaf
dan werkelijk meer om de eer van zijn
zuster dan om zijn eigen leven."
ZEVENENDERTIGSTE HOOFDSTUK
In 't palaszo Fobti.
Op dien Maandagavond, toen Carlo
naar Casa Bella was gegaan, dineerde
Nita alleen, terwijl Gigi om haar heen
sprong en hapjes van haar aannam als
een hondje. Na den eten ging zij voor
de piano zitten en fantaseerde een weinig.
„Ik begin nu een nieuw leven," zoo
dacht ze, „het is wel aangenaam om
goed te zijn en ook niet zoo moeielijk
als ik dacht. De dagen op 't yacht met
de Brittons waren heel prettig en niet
vervelend. Het was zoo vredig, zoo
ru6tig. Ik geloof dat ik genoeg heb van
de ondeugd en nu zal 't iets nieuws
voor mg zgn om als te Carlo te wezen."
de militaire lasten zooveel mogelijk te
verlichten en die bezuinigingen aan te
brengen welke kunnen worden toegepast,
zonder de weerkracht te benadeelen.
Zoo zal men zich kunnen voorbereiden
op het zeer eigenaardig schouwspel, dat
de katholieke afgevaardigden, gehoor
zaam aan het wachtwoord van de „Stan
daard", den Minister helpen ten val
brengen, die handelt in den geest van
de bekende katholieke motie.
Wat zullen de schimmen van een
mr. Bahlman, een mr. Travaglino zich
ergeren
Trouwens, een dergelgk votum gericht
tegen de bezuinigingszucht van den
Minister, is geheel in de lijn door de
rechterzijde sinds 1901 gevolgd. Onder
het Kabmet-Kuyper zag men de uitgaven
van het Depart, van (Oorlog gestadig
aangroeien van f 22.844.315 in 1901, tot
f 29.013.009 in 1904. Het is dus volkomen
logisch dat een minister, die thans voor
1907 een bedrag van f26.055.631 aan
vraagt, dus f 3 millioen minder dan in
1904 werd uitgegeven, op dien grond
moet vallen.
En do kiezers? Och, naar hun oordeel
behoeft niet gevraagd. Zij hebben im
mers, zooals thans weder te Leiden,
voldingend bewezen er geen eigen oor
deel op na te houden en gehoorzaam
te loopen aan den leiband hunner voor
lichters.
Dat het aaugekondigde voornemen
van den Minister om het blijvend ge
deelte te verminderen, tevens beteekent
een vermindering van het aantal dag
taken in dwangarbeid aan onze lotelingen
geheel noodeloos opgelegd tot liet ver
richten van huiselijke kazernebezigheden,
welke met hunne militaire opleiding niets
te maken hebben, deze integendeel
schaden; die maatregel niet enkel als
bezuiniging aanbeveling verdient, maar
ook uit een oogpunt van billijkheid
tegenover de jongelieden, die men nu
onnoodig lang in de kazerne houdt,
terwijl hunne arbeidskrachten thuis zoo
Zij werd gestoord door 't binnenkomen
van de meid met een visitekaartje.
Achteloos nam zij 't aan, doch verschrikte
vreeselijk toen zij den naam van
Comerio las.
„Zeg dat ik hem niet kan ontvangen
van avond, dat ik niet wel ben," zeide
zij ademloos.
De meid ging heen, doch kwam dade
lijk terug met 't kaartje waarop Comorio
geschreven had:
„Ge moet mij ontvangen wegens een
zaak van leven en dood."
Nita werd beurtelings bleek en rood,
doch nu kon zij niet weigeren en 't vol
gende oogenblik was zij alleen met kaar
minnaar.
En toch, hield zij van hem of haatte
zij hem?
Zij was zich slechts een diug bewust,
dat zij hem vreesde en dat hij een
vreemden invloed op haar uitoefende.
„Hoe durft ge hier te komen?" riep
zij driftig.
Heb ik niet gezegd, dat ik je niet
meer zien wil?"
Comerio glimlachte.
„Ik kom, omdat ik je bemin, omdat
ik weet dat ge die bedreiging niet meent.
Nooit zal ik je opgeven. Ik heb al drie
jaren op je gewacht.
Nita, doch nu zijt ge de mijne."
„Nooit!" riep zij heftig en zij trachtte
hem voorbij te snellen en de deur te
bereiken.
noode gemist kunnen worden, zie daar
aan storen de kiezers zich niet. Zij
zullen blijven stemmen zooals hun dit
wordt voorgezegd; en met deze zeker
heid kunnen hunne leiders de loopgraaf
maken, die met springstof gevuld, op
't wenschte tijdstip den Minister moet
doen vallen.
De aanval op den Minister van Oorlog
gericht, getuigt van groot taktisck be
leid.
Men weet toch, dat al mochten
enkele van de eigen politieke geest
verwanten weigeren mee te doen, er
gerekend mag worden op den steun
van overloopers uit het linker kamp.
Want terwijl ook daar worden gevonden,
die uit vrees voor verzwakking van ons
weervermogen, de vermindering en even-
tueele afschaffing van het blijvend ge
deelte ongewenscht achten, meent men
op grond van het begrootingsdebat van
het vorige jaar, er op te kunnen rekenen
dat meer dan een groep van links zich
niet voldaan zal toonen over de aan
gebrachte en voorgestelde bezuinigingen
en uit dien hoofde een afkeurend votum
zal steunen.
't Is waar, de stemming zal alsdan
niet zuiver zijn, maar het hoofddoel
wordt bereikt: do Minister zal gedwongen
worden af te treden en de eerste bres
is gemaakt.
Men praat wel eens van het donkere
Zuiden, daarmee allesbehalve goeds be
doelende voor het land bezuiden den
Moerdijk. Maar ieder die korter of
langer tijd in datzelfde donkere zuiden
heeft vertoefd weet, dat het daar nog
lang niet zoo'n treurig boeltje is. Nu
ja, de menschen zijn er vreeselijk stijf
en ingetogen, en zitten 't liefst met een
gezicht te kijken als een echte Kuype
liaan, wanneer de collcctezak hem pas
seert, d. w. z. de autoriteiten willen dat
zoo doen voorkomen, maar in waarheid
is het heel anders.
Daar heb je Speenhoff! De menschen
in Amersfoort loopen hard om hem te
Spreek met te haastig," zijde hij, ham-
in den weg tredend, „ge zijt geheel in
mijn macht. Uw broeder heeft mij lang
in den weg geweest, doch nu is 't mijn
beurt. Als ge wenscht dat hij vermoord
wordt, moet ge weigeren met mij mee
te gaan. Als ge hem wilt redden gaat
ge van avond met mij mee naar Australië
en beginnen wij een nieuw leven.'
„Oh, 't is niet waar, 't kan niet waar
zijn, dat Carlo in uw macht is," snikte
Nita.
„Niet waar?" zeide Comerio, met een
spottende lach. „Het ie zoowaar als
't evangelie. Denkt ge dat de weg naar
Poszuoli, zoo druk begaan wordt, dat
ik hem niet kon doen oplichten? Ik zeg
U zijn lot is in je handen.
Nu, kies!"
„Ge moet een duivel zijn!" snikte
Nita „alleen een duivel kan zoo iets
bedenken."
„Een duivel of een minnaar," zeide
Comerio. „Alles is goed, wat uit liefde
geschied, Nita, en ik heb je lief en wil
je hebben. Gij zult mij niet verstooten."
Weer kwam de oude bekoring over
Nita en in een half uur had Comerio
alle bezwaren weggepraat. Wat gaf 't ook
of zij met Comerio mede ging en boven
dien zou zij Carlo redden. Carlo,
van wien zij werkelijk hield. Ja. zij
wilde hem redden tot eiken prijs, zij
zou ook zich zelf opofferen en hem van
den dood redden.
hooien, maar in Brabant hoort die man
niet thuis, dat strijdt met de zeden.
Dat vond tenminste de Burgemeester
van Helmond, die geen toestemming
wenschte to verleenen voor Specnhoff's
optreden. Maar S. deed het toch en
de menschen kwamen ook. Maar Hel-
uiond's burgervader had verboden en
bleef verbieden, zoodat S. weer naar
huis kon gaan zonder zijn liedjes te
hebben gezongen. Zie dat is waken, voor
het heil der menschen. Maar nu moet
je niet meenen, dat in Brabant de men
schen Speenhoff niet kennen. Waarachtig
wel.
Daar beb je de menschen in Bergen-
op-Zoom, die niet erg tevreden zijn op
hun afgevaardigde ter Tweede Kamer.
Zoo schreef De Zoomeen krant die daar
verschijnt het volgende:
„Met alle respekt voor den persoon
van den heer de Ram, vragen wij toch
den afgevaaidigde De Ram in geinocde
af, of hij zelf niet inziet dat het tijd
wordt om op te staan, opdat het distrikt
Bergen-op-Zoom, eindelijk, na jaren,
weer eens een heusche afgevaardigde
erlange".
En wat doen de Kiezers? Die bron
gen in vervulling het versje van Speen
hoff:
„Die kiezers in z'n boerenlandje,
Die brulden van kwaadaardigheid,
Omdat-ic in de Tweede Kamer
Nog nooit 'n stom woord had gezeid...'
Dat is niet prettig en trouwens in
hooge mate ondankbaar. Want de heel
de Ram, heeft zich als de man van
Mindrinetti toch een zekere vermaardheid
verworven. Maar, bovendien het ergste
kan nu nog komen, want als de Ram
nu in de Kamer gaat spreken, dan gaat
men Spcenhoff's liedje zingen met een
kleine wijziging en wel aldus:
Die kiezers in zijn boerenlandje,
Die brulden van kwaadaardigheid,
Omdat-ie in de Tweede Kamer,
Zulke stommiteiten had gezeid.
Laten we hopen, dat hot zoover niet
zal komen, want we beleven tegenwoor
dig toch al zulke vreemde dingen. Stel
je voor nu is ook aan de Rijks- Land
bouwschool te Wageniugen al een chris
telijke vereeniging opgericht van stu
denten.
De 11 ageninger steekt als volgt de
draak met de oprichting daarvan.
„De oprichting dezer vereeniging zal
niet onwaarschijnlijk eenige verrassende
Alles was spoedig voorbij en toon
was zij weer alleen met een paar uren
voor zich om toebereidselen te maken,
want Comerio had beloofd, dat haar een
rijtuig om twaalf uur zou wachten en
was heengegaan om verder zijn plannen
uit te voeren. Hij had een vol ver
trouwen in den macht, die hij over haar
had, doch er was nog een Macht, die
hij vergeten had een Macht, die hij
niet kon opsluiten zooals Carlo.
„Hij zal niet sterven om mijnentwil!"
snikte Nita, bij zich zelf. „Ik zal hem
redden en toch zal hij 't verkeerd
noemen! Oh wat moet ik doen, wat
moet ik doen?"
Terwijl zij zoo wanhopig heen en weer
liep, trof haar plotseling een denkbeeld.
Comerio had zich iets laten ontvallen
van den weg naar Pozzuoli. Waarom
zou zij niet naar Casa Bella gaan, om
hem te waarschuwen niet terug te keeren.
Zij wierp een dichte sluier om 't hoofd
en sloop naar beneden. De concierge
was zoo verdiept in La Campana, dat hij
haar niet zag.
Zij was nu op straat. „Heilige Maagd,
help mij," bad zij en zij liep voort te
verschrikt om een plan te vormen. Zij
wenkte een rijtuig, de koetsier zag haar
wantrouwend aan.
„Snel naar Pozzuoli!" zeide zij. „Naar
Casa Bella!"
Vervolg o/> het Bijvoegsel.)