No. 97.
Wees U Zelf!
Woensdag 5 December 1906.
3e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Raadsoverzicht.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
De wraak van de uniform.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
In de laatste raadszitting viel betrek
kelijk weinig voor, dat der moeite van
een overzicht loont. "Ware het niet, dat
er een vrij warme discussie ontstond
over den metselcursus aan de Ambachts
school alhier, dan had het overzicht
achterwege kunnen blijven.
Den meesten onzer lezers zal deze
kwestie niet duidelijk geworden zijn.
Aan de hand van de ofticiocle ver
slagen van de raadsvergaderingen van
28 Juni, en van 30 October 1906
meenen wij daarover eenig licht te
kunnen verspreiden.
In de eerstgenoemde zitting was een
adres ingekomen van het Bestuur dei-
Ambachtsschool, inhoudende het verzoek
om een jaarlijksch Bubsidie van 1500
en een leening ten bedrage van f 4000,
ten behoeve van een op te richten
metselcursus aan de Ambachtsschool
alhier. B. en W. adviseerden toen tot
afwijzing van dat verzoek.
De heer Gerritsen kon zich daar
mede niet vereenigen en drong er
sterk op aan, dat de Raad in zou gaan
op het verzoek van het Bestuur dei-
Ambachtsschool.
Dit Raadslid zinspeelde daarbij op
een correspondentie tusschen den Inspec
teur van het Ambachtsonderwijs en het
D. B., tusschen wie blijkbaar een kwestie
gerezen was van vrij ernstigen aard.
Uit de bestrijding van het voorstel
Gerritsen door den heer Plomp, blijkt
dat er eenig verband bestaat tusschen
het verleenen vau ontheffing van de
oprichting van een Burgerdagschool en
genoemd subsidie voor de uitbreiding
van het ambachtsonderwijs.
Althans de heer Plomp wenschte
eerst te weten of die ontheffing zou
worden verleend, alvorens het adres van
het Bestuur van de Ambachtsschool in
behandeling te nemen.
De heer C e 1 o s s e scheen toen zeer
Voor hemdie zeker is van zichzelven
bestaat de beste diplomatie in openhartig
heid.
Uit het Engclsch
van
EDNA LYALL.
94).
De zon was nog niet op, een heerlijke
geur vervulde de lucht, alleB was nat
bedauwd. Alles was stil en vredig en
kalmeerde ook haar. Voetstappen op den
weg van Napels trokken nauwelijks
haar aandacht. De oogen, zonder hoop,
opslaande keek zij vermoeid in de richting
er van. Doch plotseling slaakte zij een
kreet en snelde vooruit.
„Carlo! Carlo!" snikte zij. „Zijt ge
eindelijk gekomen?".
Zij klemde zich aan hem vast en ver
gat een oogenblik alles, doch dadelijk
daarop dacht zij aan Nita en zeide:
„Carlino, tracht je voor te bereiden
op wat ik je te zeggen heb."
„Ik ben op alles voortbereid," zeide
gebeten op den Inspecteur van het
Ambachtsonderwijs. De wethouder
van Onderwijs stelde in het licht,
dat de Inspecteur zijdelings gedreigd
had met het opleggen van de verplich
ting van de stichting van een Burger
dagschool indien niet te gemoet gekomen
werd aan zijne eischen betreffende de
inrichting van het onderwijs aan de
Burgeravondschool.
De heer Gerritsen wilde den metsel
cursus afgescheiden houden van de kwes
tie met den Inspecteur en werd daarin
gesteund door den heer Heyligers.
Het eind van het lied was toen, dat
aangenomen werd een voorstel van den
heer Plomp om het adres pas in behan
deling te nemen, nadat men zou weten
of er al of niet opnieuw ontheffing zou
verleend worden van de oprichting van
een Burgerdagschool.
Bij de begrootingsvergadering bracht
de heer Gerritsen de zaak op nieuw
ter sprake, waarbij door den heer
C e 1 o 6 s e aan het voorgevallene in de
bovengenoemde vergadering werd her
innerd en tevens de toezegging gegeven
werd namens B. en W. om de aanvrage
om vrijstelling van een Burgerdag
school met bekwamen spoed ter hand
te nemen.
Met dit voorstel, n.l. met het adres
aan de Koningin om verlenging van
den termijn van ontheffing van het
stichten van een Burgerdagschool, kwa
men B. en W. in de vergadering van
Dinsdag 27 November voor den dag
en daarover ontspon zich een discussie
naar aanleiding van hot feit, dat de
heer Gerritsen ten derden malen de
gelegenheid aangreep om te pleiten voor
een subsidie van f 500 en het toestaan
van de af te lossen leening ad f 4000.
Hij stond toen o. i. eenigszins sterker,
omdat de zekerheid verkregen was, dat
de regeering bereid was, de subsidie
aan de ambachtsschool met een bedrag
van f 1500 te verhoogen ten behoeve
van den op te richten metselcursus.
hij neerslachtig als iemand, die weet, dat
zijn werk vernietigd is."
„Wie kunt ge dan ontmoet hebben
zoo vroeg? Oh Carlo we hebben beproefd
voor haar te zorgen, maar zij is stervend.
Zij is ziek geweest sinds dien Maandag
avond."
„Meent ge dat Nita hier, dat zij veilig
is?" riep hij met hoopvolle blik. Dau,
toen zij hem alles gezegd had, straalde
zjjn gelaat alB nooit te voren.
„God is zeer goed voor ons geweest,"
zeide hij eenvoudig.
Met een paar woorden vertelde hij
haar zijn wedervaren en toen, terwijl zij
Nita ging voorbereiden, ontving hij de
hartelijke gelukwenschen van den kapi
tein. Hij vertelde hom zijn gevangen
neming en dankte hem met tranen in de
oogen voor 'tgeeu hij aan zijn zuster
had gedaan.
„Bedankt ge voor wat w ij hebben
gedaan?" riep de kapitein. „Ik wilde
wel dat 'tmeer had kunnen zijn!"
Bij de gedachte aan de beleedigingen,
die hij jaren geleden, den Italiaan had
toegevoegd, bloosde hij en alles wilde
hij doen om 't weer goed te maken.
Op dit oogenblik kwam Francesca
Carlo naar de ziekenkamer roepen en
deze was verheugd aan de gelukwenschen
van den kapitein te kunnen ontsnappen.
Hij trad de kamer binnen, 't bed stond bij
't raam, doch hij kon Anita niet zien, daar
vader Christoforo over haar gebogen was.
Een blijk van welwillendheid van de
zijde der regeering.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de
heer Plomp er tegen in verzet kwam,
omdat hij formeel gelijk heeft door te
beweren, dat de Raad besloten had af
te wachten of de gemeente gedwongen
zou worden een Burgerdagschool op te
richten.
Intusschen is dit slechts een kwestie
van vorm, waarvan het ambachtsonder
wijs de dupe zal worden.
Het eind van discussio was, dat dooi
den heer Gerritsen een voorstel werd
ingediend om de kwestie van de metsel
cursus te behandelen geheel afgeschei
den van die van de Burgerdagschool.
En ofschoon de heer Plomp vol
komen gelijk heeft, indien hij beweert,
dat aldus de Raad terugkomt op een
eenmaal aangenomen voorstel, waartegen
natuurlijk altijd bezwaren zijn in te
brengen, komt het ons voor om ver
schillende redenen, dat de Raad goed
zal doen voor ditmaal daar niet tegen
op te zien.
In de eerste plaats omdat het nog
een geheelen tijd duren kan, alvorens
het besluit van het verleenen van ont
heffing zal zijn gearriveerd.
In de tweede plaats, omdat daardoor
het subsidie van het Rijk voor dit jaar
dreigt verloren te gaan en het altijd
nog onzeker is of de minister van
Binnenlandsche Zaken een volgend jaar
opnieuw dien post op de begrooting zal
willen brengen. Wie weet trouwens, wat
voor een ministerie we het volgend jaar
zullen hebben.
En is eenmaal zoo'n verhoogde sub
sidie verkregen, dan bestaat er weinig
gevaar, dat die een volgend jaar zal
worden verminderd.
En wat betreft de rechtstreeksche of
zijdelingsche bedreiging van den Inspec
teur van het Ambachtsonderwijs?
We gelooven, dat zoo'n bedreiging
minstens genomen zeer onvoorzichtig is,
want dat zal nu toch zoo héél gemak-
„Mijne dochter," zeide de oude man
op bedarenden toon. „Onze gebeden zijn
verhoord.
Neem die vreugde bedaard op als een
bewijs van vergiffenis."
Toen ging hij op zijde en zijn ouden
leerling vol liefde aanziende, wenkte hij
hem zijn plaats in te nemen.
Een blik op Anita's gelaat toonde
Carlo, dat zij stervende was. Ilij vatte
hare handen, boog zich over haar en
kuste haar. Zij was stervende, doch
't bewustzijn, dat hij gered was, over
trof alles.
Langen tijd was 't stil, eindelijk sprak
Nita zwakjes.
„Wel ik vond 't prettig op hut yacht,"
zeide zij, „ge waart allen zoo goed, er
was geen verleiding. Ik wilde ook wel
goed zijn, maar 'twas me te moeielijk."
Uitgeput en bevreesd; gevoelde zij die
gehechtheid aan 't leven niet, die bij
Carlo zoo sterk was geweest.
„Ik heb 't nooit zoo begrepen," zeide
zij naar ,t crucifix starend, dat vader
Christoforo vasthield, „doch nu begrijp
ik alles en gij hebt het mij gcleerj,
Carlino."
Zijn oogen vulden zich met tranen en
hij kuste haar.
„Ge zult toch bij 't tooneel blijven,"
zeide zij na een poosje. „Laat me ten
minste weten, dat ik dat voor 't beroep
heb gedaan, waarvan ik zelf geen sieraad
ben geweest; maar gij Carlino, kwam
kelijk niet gaan, om der gemeente hier
een verplichting op te leggen, die men
voor zoover ons bekend is aan geen
enkele andere gemeente in ons land
wordt opgelegd.
Wil de inspecteur dat gedaan krijgen,
dan zal hij er toch eerst in moeten
slagen aan te toonon, dat de omstandig
heden, waaronder jaar in jaar uit ont
heffing van een Burgerdagschool werd
verleend geheel zijn gewijzigd en dat
er van verwaarloozing van het onderwijs
aan do Burgeravondschool sprake is.
Ons dunkt de Raad kon dit gerust
er op wagen en het voorstel tot het
verleenen van dio f 500 subsidie aan
nemen geheel afgezien van een kwestie,
die er toch feitelijk geheel buiten staat.
De .kosten van den metselcursus zijn
betrekkelijk niet hoog en men moet
wel overwegen, dat al gaat er dan ook
f 500 per jaar uit de gemeentekas meer
oen verhoogd subsidie van het Rijk
gedeeltelijk ook aan de gemeente ten
goede komt.
Maar geheel afgezien daarvan, men
diene te bedenken, dat het een onaf
wijsbare eisch des tijds is voor de ge
meenten het vakonderwijs te bevorderen.
De heer C e 1 o s s e wees er op in
een vroegere raadszitting in antwoord
op een bezwaar van den heer J o r i s s e n,
die meende, dat het een argument van
eenige waarde was, de Ambachtsschool
een particuliere inrichting te noemen.
Wij hebben van ganscher harte hot
initiatief van B. en W. toegejuicht om
onze gemeente een nieuwe H. B. S.
te bezorgen. Zelfs al ware het gevolg
daarvan, dat er een geringe belasting-
verhooging, (of wijziging) hot gevolg
zou zijn, nog zouden we van ganscher
harte het D. B. in zijne plannen steunen.
Het ligt in de lijn van de Vrijzinnige
richting om elke verbetering in het
onderwijs krachtig te steunen.
Maar het komt ons wel eens voor,
dat het meer moeite kost om een dub
beltje los te krijgen voor het onderwijs
er bij voor mij en zij zullen je eeren.
Gij zult 't tooneel toch niet verlaten:"
„Neen!" zeide hij, „ik zal 't niet ver
laten."
„Ik had zoo gaarne nog eens met je
gezongen," mompelde zij droomerig.
„Als ge mij zoo vast houdt, gevoel
ik mij als Gilda. Ik trachtte je van de
wijs te brengen toen wij het de laatste
maal zongen. Het was te New York,
op Sardonis benefiet en ik was verstoord
omdat ik verf aan mijn wit satijnen
japon had gekregen."
„Mijne dochter," zeide vader Cristo-
foro.
„Het praten zal je te veel vermoeien."
„'tKomt er niet opaan," zeide zij met
een ongeduldige beweging. „Ik ben
stervend, en ik wil sterven zoo als ik
wil. "Waar is Gigi? Ik wil van Gigi af
scheid nemen."
Francesca ging hem halen en bracht
hem binnen in zijn nachthemd. Zij had
hem gezegd, dat zijne moedor erg ziek
was en dat hij heel stil moest zijn, doch
toen hij bij 't binnen komen Carlo zag,
sprong hij met den kreet „Mio caro"
maar 'tbed. Carlo nam hem in zijne
armen en kuste hem, terwijl Nita hen
droevig aankeek.
„Och 't is natuurlijk genoeg, dat hij
van je houdt en niet van mij,"zeide zij
zuchtend. „Ik wilde nooit last van hem
hebben
„Neen, neen," zeide Carlo snel, „Hij
van minder gegoeden, dan een gulden
voor hen, dio toch al in vele opzichten
bevoorrecht zijn. Moge een flink besluit
van den Raad ons hieromtrent logen
straffen.
AVat er nog meer belaugryks voorviel
in den Raad?
We zullen niet gaan boomen over de
boomen, dat heeft de Raad al gedaan.
„Moge God u de kracht geven ook
deze vier jaar te doorstaan", zei de
goedmoedige president van de Bcrlijn-
sche rechtbank, toen deze het vonnis
had uitgesproken over schoenmaker
Yoigt.
Het werd gezegd met een zweempje
vau die onvoorzichtigheid, die eigen is
aan mcnschen, wier dagelijksch werk het
is jaren en jaren tuchthuis toe to dienen:
tegenover iemand, die 24 jaar tuchthuis
heeft doorstaan klonk het bijna naief.
Toch waren de woorden van den presi
dent slechts het concludecrcnd uitvloeisel
van de groote welwillendheid, die de
gansche behandeling van deze zaak heeft
begeleid.
Ging het den rechters als do gendar
men, waarvan Victor Hugo vertelt, die
glimlachend vuurde op Gavroche toen
hij, vlug als een aap, over de Parijscke
barricades klom om uit do patroontas-
schen van de duoden de munitie te
halen, die de verdedigers van de barricade
noodig hadden om hun verzet nog wat
te rekken?
En zagen ze in Voigt don socialen
clown, de belichaming van de comische
boosdoenerij, als hoedanig de schoen
maker van Köpenick door de massa
reeds in zoo hooge mate is gewaar
deerd?
Het is moeilijk aan te nemen. Hot
is misschien een van de groote gebreken
van do Duitsche justitie, van de Duitsche
beroepsvechters in het bijzonder, dat ze
zich zoo weinig gemeenzaam maakt met
houdt wel van je, maar hij weet niet
wat ziekte is," en 't kind op 't bed zet
tend, leide hij de kleine, warme handen
in de koude, magere van de zieke. Gigi
keek met dwalenden blik naar zijne
moeder.
„Gelooft ge dat hij stem heeft?" vroeg
zij. Hij zal zingen, hoop ik. Maar laat
Merlino hem niet onvriendelijk behan
delen, beloof mij altijd voor hem te
zorgen."
- „Altijd, om uwentwil," zeide Carlo.
Francesca boog zich over haar en kuste
haar, en 't kind, datnu bemerkte, dat iets
niet goed was, luisterde treurig.
„Ik ben eene slechte vrouw en eene
slechte moeder geweest," steunde zij.
„Oh Gigi, mijn Gigi, wordt niet zoo
als ik!
Ge moet goed worden, carino, goed!"
„Ja mama!" zeide 'tkind eenvoudig.
Met een snik richtte zij zich op en
omhelsde hem, doch weer viel zij in
eene flauwte.
Francesca bracht Gigi bij Sibijl en
toen zij terugkeerde, was Anita weer
bijgekomen. Vader Christoforo had
't venster wijd opengezet, en zij ging er
bij staan, nu eens luisterend naar de
stem van den ouden priester, dan weor
naar 't gezang van de vogels en 't ge-
ruisch van de zee. Toen de plechtigheid
van 't Heilig Sacrcment waren afgeloopen,
werd niets gehoord tot eindelijk Anita,s
zwakke etem de stilte verbrak.