Kee. Advertentiën. - Pianolessen. - J. W de Vaal, WIK TERA V OK DEEKOT. Mevrouw VAN DER MEER, Dienstbode. A. C. Busquet, DiplomaNed.Toonkunst Vereenging. Huis-, Rijtuig- en Decoratieschilder en Kamerbehanger. Saucijsenbroodjes. Pasteitjes, Kalfsragöut broodjes. Appelbollen, Sneeuwballen, Friesche boter drabbel koeken. VAN ZALINGEN, heid, zooals te Leiden, Hilversum en Enschedé is geschied. De heer v. d. Tempel beweert in zijn repliek dat de r.-k. vakorganisatiën geen vrije beweging hebben, ontkent de mede werking van die partij bij de stakingen te Leiden en Hilversum en beschuldigt zelfs er van dat zij onderkrniperij bij die gelegenheden hebben gepleegd. Ten slotte dringt deze spreker er bij de werklieden op aan zich aan te sluiten bij de neutrale vakvereenigingen, die zich met geen godsdienst ophouden en wijst er op, dat de 17000 goed-georgani- seerde schildersgezellen den strijd aan binden tegen de 'heerschappij van de patroons, om langs ordelijken weg ver- hooging van loon te krijgen. Ten slotte krijgt de heer Van Lent nogmaals het woord, die betoogt, dat de r.-k. werkliedenvereenigingen ook lotsverbetering betrachten, en hij spoort, van zijn standpunt, de r.-k. werklieden aan om uit een principieel oogpunt zich in eene christelijke organisatie te laten opnemen. Hierna werd de vergadering, waarin af en toe sterk geapplaudiseerd werd, in de beste orde gesloten. Aan de deur werd eene collecte ge houden voor de stakers te llijssen welke f3.041', opbracht. A. D. Tournée Speenliolfde la Har. Het was 10 November van dit jaar, dat Het V r ij e T o o n e e 1 alhier voor de eerste maal in dit seizoen een voor stelling gaf en nu, een goede maand later, kregen we reeds een tweede. En dat in een tijd, dat er in Amersfoort op zoo velerlei gebied werkelijk zeer veel geboden wordt! Dat de heereu Speenhoff en de la Mar echter de uoodige inensehenkennis wel bezitten, bewijst, dat zij den durf hadden reeds zoo spoedig aan een tweede op treden te denken. De vorige maai was de zaal zoo overvol en was de ontvangst zoo hartelijk en enthousiastisch, dat het te voorzien was, dat velen naar een reprise uitzagen. En dat de hecren zich daarin niet vergist hebben, bleek Zater dag '22 December, toen de zaal, nu ja misschien niet zóó vol was als vorig keer, maar dan toch zeer goed bezet mag genoemd worden. We kregen ditmaal geen tooneelstukjes van den heer Speenhoff zelf, maar een tweetal samenspraken van den heer en mevrouw de la MarKlopper en van den heer en mevrouw SpeenhoffPrinz. Verder de liedjes van den Dichter-Zauger en diens echtgenoote en humoristische voordrachten van Nap. Mevrouw de la MarKleij, die vorig maal door haar goed spel zoo veel tot het succes bijdroeg heeft Hot V r ij e T o o n e e 1 verlaten en is met het ge zelschapBouwmeester Dinsdag 11 dezer naar Indië vertrokken. De hoofdschotel van dozen avond werd ons na de pauze opgediend in den vorm van een oorspronkelijk satarische schets in één bedrijf, getiteld; Z ij u E d el- achtbare, of „Het Vrije Toneel in Duizend Vreezen." De geschiedenis is bekend. Speenhoff en de la Mar maken een tournee door ons land en geen wonder dus, dat zij ook onze landgenooten beneden den Moer dijk eens wilden doen genieten van hun kunst. Zij hadden echter buiten den waard, of te wel den burgemeester Yan Helmond gerekend. Deze, als een goed burgervader, wakende over het zieleheil zijner kinderen,' had van uit Eindhoven, waar Speenhoff en de la Mar ook ge weest waren, gehoord, dat de liedjes van Speenhoff laag en onzedelijk waren, dus moest hij zorg dragen dat zijn gemeente naren niet in keunis daarmee kwamen. Ilij verbood dus kort en goed de voor stelling. Nu weten we allen wel, en anders had het verbieden van de opvoering van Heijerman's Allerzielen door den burge meester van Leiden het ons kunnen leeren, dat er geen betere reclame voor een of ander, op het tooneel betrekking hebbende is, dan een verbod van opvoering of optreding door een autoriteit. „Verboden vruchten zijn het lekkerst", gaat op dit terrein voorzeker door. Wanneer daarenboven zoo iets weder vaart handige menschen als van het Vrije Tooneel, dan kan men er zeker van zijn, dat uit zoo'n verbod munt, ook klinkende, wordt geslagen. De satire op „Zijn Edelachtbare" is dan ook verbazend leuk in elkaar gezet door den heer A. Smits en wordt ver toond door 3 dames en 4 heereu. Nap de la Mar is „Zijn Edelachtbare", terwijl de heer Smits als lid van de vereeniging „Eer en deugd" hem als geestelijk advi seur ter zijde staat. Onnoodig te zeggen, dat de heer de la Mar ons een type te zien geeft, waarom men reeds schaterlacht als hij, aangekondigd door den veldwachter, de zaal binnentreedt. Hij neemt, met zijn adviseur, plaats op een verhooging voor het toeneel en deelt „de burgers en burgerressen van deuzé stad", mee, dat hij niet wil hebben dat „die'n Speen hoff" z'n gemeene liedjes zingt, waarom hij ze aanraadt maar naar huis te gaan. „Eer en deugd" doet hier een woordje bij en leest een strooibiljet voor, waarin tegen het optreden van „J. H. Speen hoff" wordt gewaarschuwd. Maar als het publiek geen aanstalten maakt om te vertrekken, noch instemt met de kreet van „Eer en deugd" van „Leve zijn Edelachtbare", besluiten ze toch eens nader met „die'n Speenhoff," kennis te maken om te hooren of zijn liedjes werkelijk zoo gemeen zijn. Én dac krijgen we het optreden van Speen hoff en zijn vrouw met hun liedjes, terwijl mevrouw de la Mar als Isadora Duncan optreedt. Zooals we reeds zeiden „Zijn Edel achtbare" is een kostelijk type, misschien wel wat te veel een caricatuur van een dorpsburgemeester maar anders in alle opzichten prachtig. En zijn spel zoo vol humor, houdt zóó aanhoudend de lach spieren in beweging, dat velen in de zaal hem niet meer konden aanzien, daar zij anders niet tot bedaren konden komen, w ant, wat zijn woorden deden bewerkte in, nog veel hoogere mate ook zijn gezicht. „Eer en deugd" is een extra uitgave van een president eener gereformeerde „jonchelingenvereeniging." Het uitge streken type werd door den heer Smits uitstekend weergegeven. Als de heer Speenhoff zijn liedjes zingt, kan „Zijn Edelachtbare" maar niet vinden wat voor laags er in zit, terwijl bij in zijn „plattelands eenvoud," be kend, toch wel eens wat gemeens wil hooren. Ja „do bedstede van de meid," in dat diep-gevoelde liedje „Opoe" is niet ge heel in den haak en het bloote been van Isadora Duncan kan er heelemaal niet mee door, maar als er zoo gauw niet iets anders voor dat been kan ge vonden worden, moet het maar blijven staan, want zonder dat boen klinkt hét nog veel gekker. Ondertusschen is „Ziju Edelachtbare" al zoover bekeerd, dat hij het refrein: „I-sa-do-ra Dun-can tierelierelicr" rnee- nenriët, tot schrik van „Eer ondeugd." Als ook de liedjes vau mevrouw Speen hoff, „dat meisje dat maar op moet passen, dat ze niks in d'er broek doet," als ze gaat rooken, hem nog al mee vallen en ten slotte Isadora Duncan verschijnt, raakt „Zijn Edelachtbare" zoo onder de bekoring, dat hij op zijn stoel gaat staan om toch niets van het gezicht te verliezen en eindelijk is hij met zijn adviseur op het tooneel en eindigt de klucht met een algemeenen dans. Ontzettend is er gelacheu. En geen wonder. Het stukje vloeit over van scherts en humor er al komt het wel eens te dicht aan 't kantje, och wie zoo preutsch is dat niet te kunnen hooren, blijve bij Speenhoff maar liever thuis. Het overgroote deel van het pu bliek, ook van de dames, kan dat gerust wel verduwen. Hulde aan deu heer de la Mar voor zijn voortrckkelijk spel en zijn kostelijk type en aan den heerSmits voor zijn rake typeering vau de opvatting van sommige burgemeesters van eer en deugd De eerste samenspraak tusschen Frans Voldcss (de la Mar) en ziju nichtje Emma (mevr. de la Mar) werd vlot af gespeeld. De brave Zondagschoolonder wijzer, die slechts eens in zijn leven een avontuurtje heeft gehad mot het meisje van den koekenbakker uit de Hartenstraat te Amsterdam, werd kluchtig weergegeven, terwijl nichtje Emma haar tooneelspel met oompje uitstekend er afbracht. De kluchtige samenspraak „De ja 1 o e r s c h e vrouw" tusschen mevrouw Speenhoff en haar man beviel ons min der, én omdat we den opzet te sober vonden, én omdat we Speenhoff liever niet als acteur zien. De liedjes van Speenhoff vonden weel een ongemeenen bijval. Een volgende maal hopen wc echter verschoond te blijven van „Een brief vau een moeder aan haar zoon, die in de nor", zit. We erkennen graag het mooie in dit lied, maar hooren het toch liever niet bij elke voorstelling en dan nog wel als extra gevraagd nummertje. De oorspronkelijke begaafdheid, des hecren Sp. is onmiskenbaar in al zijn liedjes, terwijl de droog-monotone zang die eigenaardige bekoring heeft, die zoo geheel apart van hem alleen uitgaat. Dat zelfs in de meest komische liede ren toch een weemoedige ondergrond schuilt, wijst op een intensief zieleleven van dezen dichter zanger. Ook waar hij zijn vrouw secundeert, zooals in dat iu- mooie liedje van „Het kind van de zor.de". hoort men dien weemoedigen opklank. Mevrouw Speenhoff, innemend daar lief en gracieus optreden en scbalksch trekken van haar mondje zong o.a. „De twee bedelaars" en droeg een „Lente idylle" voor. Overigens zong ze dezelfde liedjes als vorig maal. Nap de la Mar legde veel eer in met de weergave zijner zenuwachtige stem ming toen hij papa moest worden, be haalde echter moor succes met zijn „Droom" waarin Mozes zoo handig de ecnige scheepsbeschuit verdroomde, maar zette de kroon op alles met zijn parodie op do Italiaansche opera. Zoo iets voor te dragen en dat op een wijze, dat geen oogenblik do spanning van het publiek verloren gaat, is ongetwijfeld kunstwerk, (reen wonder dat hij daverend werd toegejuicht. Het is een genot hem op de planken te zien, te meer waar het type van beschaafd-humorist, waarop de heer de la Mar aanspraak mag maken, in ons land niet zoo overvloedig te vinden is. Geheel den avond door is er harte lijk gelachen en het zal velen goed gedaan hebben de levor eens flink te hebben doen schudden. Het succes was dan ook enorm, en alle medespelenden verheugden zich in stormachtigen bijval. Eén werd echter weer vergeten, en wel de pianist. Hij vervult bij zoo'n gezel schap, waar zich alles concentreert om do spelers op de planken, een onaan gename taak. Zijn spel was echter hoogst verdienstelijk, zoodat hij zeker, op wat meer waardeering aanspraak mag maken. Gaarne brengen wij hem dan ook, evenals vorig maal, een woord van hulde. Naar het A. D. meedeelt komt het gezelschap op 12 Februari 1907 nog maals terug met nieuwe coupletten en met een nieuwe attractie. Er ligt me iets op het hart en ik wil het nu eens uitzeggen. 'tls geen litteraire fantasie was het dat maar 't ie rauwe, wreede werkelijkheid. Dat ik het vertel, ligt hierin, dat De Trouw gelezen wordt mecrendeels door vrouwen, misschien zijn er ouder, die raad kunnen geven of helpen. Ik zal kort zijn in 't verhaal van Kee, die al eenige jaren mijn dienstmeisje isen waar ik me, in die jaren, sterk aan gehecht heb om haar trouwe, zorgzame hartelijkheid in tijden van ziekte en rarigheid. 't Arme kuid kwam bij me, toen ze zoowat een half jaar geleden, bevallen was, de vader van 't kind was wat geen Amersfoorter verbazen zal een huzaar, die nog eenige jaren te dienen had. Toch was Kee allerminst lichtzinnig of gemeen ze „liep" reeds 'n paar jaar met hem, vóór de geboorte van 't kind, en heeft na dien tijd zich ook nooit om andere mannen bekommerd. „'t Kind moet haar eigen vader hebben, zei ze altijd maar weer en de vader kwam prompt alle avonden na zijn dienst tijd bij haar ouders, speelde met het kind, en na diensttijd zou er getrouwd worden. Kee was gek op 't kind ze kwam er telkens mee hier ze wist wel, dat we 't haar hier niet aanreken den als „schande" 't was anders een heole zorgin 't ouderlijk huis was het ook armoe troef, vader doorloopend werkloos óf, als hij werk had, ver dronk hij de opbrengst, en, als de man, die anders niet kwaad geaard was, een borrel ophad, dreigde 't al gauw „donder op met je jong". Moeder, een fatsoenlijke, eerlijke vrouw, had al genoeg te stellen zonder 't kind van Kee, met „een man, die drinkt" is er geen enkele officiëele instelling, die je te hulp komt, en de menschen waren niet van 't hout gestie den, om te gaan „schooien." 't Was er dus arm, heel armKee verdiende hier, voor halve dagen, f 1.50 en volle kost zo was niet sterk genoeg, om zwaardere dienst en op zich te nemen, en bovendien had ze nu tijd om moeder nog te helpen, en op 't kind te passen Dol was ze op 't kind ze kón het afstaan maar daérvoor is ze te veel moeder, 't Was altijd „'tlcind' en nog eens „'tkind." Onder die omstandigheden zagen wij allen uit naar 't afloopen van den dienst tijd, dat Kee zou kunnen trouwen, en 't met haar kind beter krijgen dan in 't armoedig thuis Na 't verstrijken van den diensttijd kwam de vrijer „aan 't spoor" in Arnhem, en eenmaal uit Amersfoort begint de man vreemd te doen, liet soms maan den-lang niets van zich hooren. om zich dan met allerlei smoesjes van zijn ver plichting af te maken. „Kee, zei 'k laat uie vent loopen," maar redeneeren hielp niet. „Och, mevrouw 'k heb nou al zooveel jaren niet hem gegaanen 't kind mot toch d'r eigen vader hebben, dan komt ze meteen op „het echte boek." Dat „echte boek" heeft de stakkerd wat door 't hoofd gespeeld. „Corrie" mocht niet als minderwaardig bij „echte" kinderen aangezien worden. Ze is dan getrouwd, mede door al lerlei bemoeiingen van onze kant.... de toestand in 't ouderlijke huis werd er niet schitterend op. Stralend kwam ze, na ondertrouw, met haar vrijer bij ons, en 'k moot zeggen, we hadden alle reden om onze aanvankelijk ongunstige opinio te wijzigen, en de raadselachtige houding van 't laatste jaar, door den bruigom aangenomen, uit misverstand te vorklaren; de informaties bij chef en inspecteur der 8.S. waren ook gunstig dus dat liet zich goed aanzien.... Kee is 5 maanden getrouwd ge weest.... toen kwam zo hier terug, ma ger, bleek als een lijk; en 't kind in een miserablen toestand. Ze had nooit willen klagen, maar al die 5 maanden luid ze niets dan mis handeling gekend, en was de kerel, buiten diensttijd, doorloopend dronken. Niets dan vloeken, verwenschingen, schoppen en slaan heeft 't schepsel gehad, bitter gebrek geleden, want 't tractement ging aan jenever. En, dat alles zou ze nog verdragen hebben zoo ze niet op 'n dag oen brief in handen gekregen had van een andere meid, waaruit bleek dat. die meid óók aanspraken op haar man had, en waarin aangedrongen werd om samen naar Amerika te gaan. Ik bezit dien brief; woordelijk staat er: „Je hent wel getrouwd, maar dat geeft niet, ik heb geld overgespaard, laten wc naar Amerika gaan." Toen werd 't Kee te krasze ver kocht zooveel van haar inboedel als noo- dig was voor reisgeld en kwam weer hier. Nu na drie maanden heeft de man niets van zich laten hooren, niet de min ste pogiug gedaan haar te winnen. Wat nu nu begint de vroegere misère weer, al hebben de ouders haar weer opgenomen met het kind. Maaruo. 2 is óók op komst. Natuurlijk is ze weer bij ons, maar wij hooren ook allesbehalve tot de „be zitters"; wat ze bij ons verdient, is op geen stukken na voldoende. Na haar bevalling wil ze echtscheidin aanvragen; maar al krijgt ze, door het overleggen van dien bewusten brief 't grootste gelijk van de wereld eu die vent gaat ondertusschen met vrouw no. 2 naar Amerika wat zal 't haar dan nog veel helpen? Bij de officieële lief dadigheid zal ze niet hebben aan te kloppen, die helpen evenmin vrouwen, die van hun man wegloopen, als vrou wen, die 't ongeluk treft, een dronkaard tot man te hebben. Maar wat dan wél? Helpt „Onderlinge Vrouwenbescherming" ook getrouwde vrouwen? Er moet toch iets gebeuren voor 't arme schepsel, en.... zij verdient het. 't Is een moederom respect voor te hebben, maar ze gaat nu gebogen onder ie zwaren last. Als dat tweede kind ook uog geboren wordt, wat dan? Voor werkvrouw is ze niet Merk genoeg nu zeker niet. Zoo iemand me zou kunnen helpen aan kleertjes, 't zij voor kleine, 't zij voor de luiermand, aan een gebruikte wagen of wieg, 't zij aan kleeren voor Kee zelf, zou ik, terwillo van haar, al zeer dank baar zijn want aan alles is gebrek. Wat zo verdient, is natuurlijk voor kostgeld aan moeder. Wie kan helpen, of wie kan ine raad en inlichtingen geven? Amersfoort. Jeannktte WinkNijhuis. Met verwijzing naar bovenstaand tra gisch geval, hetwelk ik in „De Yrouw" las, heb ik deze zaak onderzocht, en is alles geheel naar waarheid weerge geven. Voor luiermand en kleeren wordtV. zorgd, maar wie kan me heipon aan ttn wieg en wagen? Mevr. I). Gerritsen, Soesterwcg 9. Burgerlijke Staiul. van 21 tot en met 25 Doe. GEBOIIEN: Gerdina, d. van Everar- dus Nicolaas Everscn en Anthonia van der Valk Cecilia, d. van Abraham Verhoeff en Cecilia Hartogsveld. Arie, z. van Arie Vonk en Hesselina Vai enkamp. 388c Staatsloterij. Derde klasse. Trekking van 24 December 1906. (750 loten). Ten kantore van den Collecteur A. C. 11. O. Leiiiwobor te Amersfoort (Breg- destraat 22) zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijs van f 100. op No. 15722. Prijzen van f 45. 1714 1725 1739 3084 3099 8001 8002 9092 9095 9107 13029 10878 15701 15702 16083 16103 17042 17056 18354 18379. Te zamen 21 prijzen. Heden overleed na lang durig en smartelijk lijden onze geliefde Echtgenoote en Moeder llelciic Elisabeth Vermeulen, in den ouderdom van ruim 49 jaar. G. F. G. DE BllUIJN. J. G. W. DE BllUIJN. C. F. A. DE BllUIJN. II. L. E. DE BllUIJN. G. F. G. DE BllUIJN. H. J. G. DE BRUÏJN. Amersfoort, 24 Dec. 1906. van Ascli van Wijckstraat 3 9, vraagt 1 I^clirïBarï een nette - Arnh.weg 27, Amersfoort. - beveelt zich aan tot het geven van KAMPSTRAAT 56. Apgtcllicigiiets, aitibezriibeigncts. .tbrirozenbriguets. - Amundiiirs. Bcrlincrlinllrn. LANGE STRAAT 1, Hoek Varkens'markt. Er is eon nieuw gezelschapsspel in den handel gebracht, genaamd PUNTA, Dit aangenaam Gezelschapsspel kost f 0.90, doch de boekhandelaar W. M. HEUL geeft het Cadeau aan een ieder, die onderstaand Pakket bestelt. Die een Postwissel van f 1.zendt, zal er verbaasd van staan over het mooie en vele wat Hij daarvoor ontvangt. Voor KEN CIIEI>EN ontvangt men: l. Een rijk geïllustreerd Prachtwerk, met zeer boeiende ver leden, waaronder „Blank tegen Geel", niet 500 platen en 228 bladzijden. '2. Twee mooie Kinder-Prentenboeken. 3. Het Portret van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen drik, in passepartout. 4. Een Wedrenspcl. 5. Een Landkaart van Nederland, groot 85 bij 71 Centimeter, met plan van droogmaking der Zuiderzee. 0. Een kaart vau Europa, groot 90 bij 70 centimeter. Zend een Postwissel van f 1.waarop staat „WinterayOiidgenot", aan den Boekbandelaar W. M. HEIJL, te Utrecht, en men ontvangt het Pakket franco thuis.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 3