Woensdag 2 Januari 1907.
4e Jaargang.
No. i.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U
A
De winter in 1872.
t
De Vereeniging
„Liefdadigheid"
FEUILLETO
Kaleidoscoop.
DE
LANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zatordags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post - 0.90
l'rljs der adrertentlën
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Het doel der vereeniging is:
le. de armoede te Amersfoofc in omvang,
aard en oorzaken te leereL kennen door
een nauwgezet, herhaald hi^sbezoek, ten
einde zedelijke en stoffelijke middelen te
beramen en toe te passen |om het pau
perisme te bestrijden en t< voorkomen.
en met het
Diakonieön,
>rg en wèlda
giften gelijk
2e. Samenwerking te verkrij
Burgerlijk Armbestuur, d<
vereenigingen voor armen:
dige particulieren, om de
matiger te verdeelen dan onder samen
werking mogelijk is.
Be. Nauwkeurige aanteekenin^n te houden
van den toestand der arme gezinnen en
personen, om aan weldoéide instellin
genen particulieren inlichtingen tegeven.
4e. Waar andere krachten te lort schieten,
in den nood van ongelukkigen tijdelijk
te voorzien.
In de eerste plaats konen daarvoor
in aanmerking gezinnenfen personen,
die door tijdelijke hulp tcdm verval tot
armoede behoed kunnen worden, alsmede
zulke, van wie aan de vereniging be
kend is, welken steun zij var Diakonieën
en Instellingen van liefqidigheid ont-
Uit het Jaarverslag 190+—1906.
Ten vorige jare werd lesloten, het
Jaarverslag over 1904 in meer uitge-
breiden vorm te doen verswijnen, daar
noodig was gebleken, den werekring dezer
vereeniging in ruimer kriiif bekend te
maken.
Daarbij werd de hoop utgesproken,
dat velen, die meenen weldtdig te zijn
door op eigen gelegenheid jeld aan de
armen te geven, tot inker zouden
komen en zouden bedenke^ dat ware
armoede niet bedelt, niet aai de deur
vraagt, maar afwacht tot lilp aange
boden wordt.
Ten overvloede werd in dei loop van
het jaar een geschrift van de Land van
den "Voorzitter uitgegeven, *iarin op
De gloed van hooger geestdrift wódt
[g Hoofd,
Als Hieven één kamp is met het U/e,
En uitstel van bezwijken hoogste \rijs?
MULTATiüI
En is dit nu een ouderwetsche wiior?
"Wij durven het niet beslissen en ou
den gaarne zelve een antwoord heUjen
op die vraag. Want de winters inVle
laatste jaren, die met nadruk door 1c
deskundigen voor niet-ouderwetsch W6-
den uitgegeven, uitgemaakt met orab
schrijfelijkc geringschatting uitgekrete|,
hadden, dit moeten wij erkennen, iep
bijzonder onaangenaams. Zij waren d
grilligheid en karakterloosheid, zelve. O.
zij kwamen zóo vroeg, reeds in t laats
van November, dat geen liefhebbers var
schaatsenrijden op hunne standvastigheid
durfde, geen deskundige daarop wilde
vertrouwen, en gingen na een paar
weken „kvvakkelens" zonder naam of
gedachtenis weer heen. Of zij kwamen
zoó laat aansukkelen, dat zij tegen de
Februari-zonnestralen niet meer bestand
waren, en, met hunne houding te midden
overtuigende wijze werd aangetoond, dat
het hedcndaagsch bedelen niet anders
is dan een beroep, dat uitgeoefend wordt
alleen door hen, die te lui en te gemak
zuchtig zijn om op andore wijze hun
brood te verdienen.
Een beroep dus, dat zooveel mogelijk
bestreden moet worden en tot welks
bestrijding als krachtig middel kan dienen
het steunen eencr vereeniging, die tracht,
door eene systematische wijze van werken
en na nauwkeurig onderzoek, te steunen,
daar, waar inderdaad armoede geleden
wordt of dreigt geleden te worden.
Door beide uitgaven in ruimen kring
te verspreiden, werd de hoop gekoesterd,
dat liet aantal der ledeu in meer even
redige verhouding zou komen tot het
aantal ingezetenen, dat geacht wordt in
de termen te vallen van financieele
medewerking tot het bereiken van ons
doel.
Wanneer het resultaat van heide
pogingen wordt nagegaan, kan niet
anders geconstateerd worden, dan dat dit
resultaat bedroevend is. Iloewel dank
baar herdenkend hen, die buiten
hunne contributie door ruime extra
bijdragen of op andere wijze van liunne
sympathie voor „Liefdadigheid" deden
blijken, zijn de pogingen om vele stad-
genooten tot beter inzicht te brengen
als niot-geslaagd te beschouwen, terwijl
een blik op den ledenlijst wederom aan.
toont, dat zoovolen ontbreken, die daarop
behoorden voor te komen, en bovendien
het totaal aantal vaste contribuanten in
geen verhouding staat tot liet aantal in
woners dezer Gemeente.
Te meer teleurstellend is zulks, wan
neer tevens geconstateerd moet worden,
dat de weinige medewerking niet toe
geschreven kan worden aan financieel
onvermogen.
De oorzaak is meer te zoeken in de
moeite, die het kost, om te breken met
„oude sleur" de sleur om aan de
deur te geven 0111 te breken dus met
de wijze van weldoen, zooals onze voor
der lengende dagen verlogen, spoedig
maar weer rechtsomkeert maakten, door
niemand meer begeerd, door niemand be
treurd. Iu den regel schenen de winters
gedurende de laatste jaren ons te ver
geten en lieten ous arm vaderland aan
eene zes maanden lange Novembermaand
over, donker, mistig, eentonig en mod
derig. De vrees kwam zelfs hij ernstige
mcnsclieii op of ons jonger geslacht, de
hoop des vaderlands, de heilige overle
veringen der schaats wel ooit zou leeren
om die aan volgende generaties onge
schonden over te laveren, en of wij niet
weldra den laatstcn echten schaatsenrij
den te midden vanuit eene nakomeling
schap van krukken, van hartzeer be
zweken, ten grave zouden moeten
dragen Kwam er dan al eens een
winter, op tijd en onder de gunstigste
verwachtingen, dan vergezelden hem bij
zijne komst zooveel storm, of sneeuw
maakte dc wateren tot zoo onbruikbare
pap of verstopte gedurig zoo volkomen
alle banen datneenhet toch alweer
het rechte niet was.
De kennismaking met een echten,
ouderwetsclien, vaderlandschen winter
,vas dringend, was broodnoodig geworden.
Maar of dit nu oen ouderwetscho winter
durven wij om verschillende redenen
(et beslissen.
Vooreerst hebben wij aan den titel
vfc ouderwctschen winter van der jeugd
vaderen die uitoefenden. Echter geeft
juist deze oorzaak hoop, dat eenmaal de
tijd zal aanbreken, dat algemeen wordt
ingezien, dat deze wijze van wel
doen het geven zonder onderzoek
hoe gemotiveerd ook in vroegere eeuwen,
thans „uit den tijd" is. Ditn zullen de
tallooze centen, die dagelijks en vooral
des Donderdags hier aan de deur worden
gegeven en meestal in verkeerde handen
komen, in de kas van „Liefdadigheid"
vloeien; din zal het niet-voorkonien,
dat zooals dit jaar geschiedde
„Liefdadigheid" op een gegeven oogen-
blik het ontmoedigend besluit moet
nemen om haar liefdewerk tijdelijk to
staken uit gebrek aan contanten.
Laten we iu dc hoop, dat deze tijd
spoedig moge aanbreken, 0113 werk voor
don aanstaanden winter aanvangen.
Hierop laat bet jaarverslag eenige
mededeelingen volgen omtrent mutatiën
in net Bestuur enz. gevolgd door enkele
mededeelingen, waarop wij dc aandacht
even willen vestigen.
Een zeer goede maatregel lijkt 't ons
dat aan de twee als wijkverpleegsters
fungeerendc zusters eene aanstelling is
gegeven als Algemeen Departements
hoofd. Tiet Bestuur van Liefdadigheid
beeft terecht begrepen, dat deze zusters
heel wat ervaring opdoen, die voor
„Liefdadigheid" van groot nut kan zijn.
Een vermelding omtrent de .Spijs-
kaartjes" door velen aan den heer
v. d. Stadl, Kleine Haag 7, toe
gezonden, lijkt ons ook niet onbelangrijk.
Terecht zegt ons verslag, dat men zoo
doende kans heeft, dat de kaartjes in
goede handen komen.
Nog om een andere reden willen we
op dit middel om zich op een gemakke
lijke en goede manier van zijn Spijs-
kaartjes te ontdoen, de aandacht vestigen.
Er zijn monschen, die de spijskaartjes
maar weggeven aan de eerste de beste,
om er maar af te zijn. Maar er zijn
er ook, die öf uit nonchalance, öf omdat
ze er geen raad mee weten: de spijs-
afaan de gedachte aan iets zoo groots
en eerbiedwaardigs leeren verbinden, en
wij zullen dien niet lichtvaardig weg
schenken aan de eerste de beste vorst
van vier weken, die zich vertoont.
Voorts, was hot de wijze Solon niet,
die den rijken, door eene halve wereld
benijden, voorsgoedigon Koning Croesus
weigerde voor den gelukkigsten mensch
te houden, voordat een gelukkig sterven
/.ijn vredigen stempel op het gelukkig
leven had gedrukt? Zoo behooren wij
ook van dezen voorspoedigcu winter het
einde af te wachten, eer wij uitspraak
doen.
Eu komt dit dan ons nog wel toe en
nu reeds? „Ouderwetsche winter" dc
heiligverklaring, die in deze woorden
ligt, schijnt eerst vele jaren 11a zijn ver
scheiden door den afgestorvene verkregen
te kunnen worden, als menig latei-
sneeuwkleed van zijn graf opgerold is
door de machtige hand des tijds. Ja, liet
kwam ons wel eens voor maar wij
erkennen tei stond, dat deze gedachte
hoogst ongepast was alsof die oudjes
van dagen, die met zooveel opgewonden
heid ons plachten te verhalen van den
ouderwetsclien winter van 't jaar zóóveel
en 'tjaar zooveel, hot gerinkel der narre-
sleden, het krassen hunner vlugge schaats
op het prachtige ijs van toen en het
klapperen der vlaggen daarom zoo liefe
lijk door het rooskleurig winterueveltje
hunner herinnering hoorden klinken,
kaartjes aan niemand, geven en ze, nadat
ze verloopen zijn naar de papiermand
of naar de kachel doen verhuizen.
Of er velen zoo doen?
Dat is ons onbekend.
Wij kennen van hèèl, hèèl dichtbij
één zoo'n slordig exemplaar van het
menschenras.
Als bij en zijn medeplichtigen, misschien
toevallig deze regelen mocht lezen, laat
hij dan even dit adres noteeren: den
heer N. G. v. d. 81 a d t, Kleine Haag 7,
vlak naast de drukkerij van do „Eem-
lander."
Thans volgt oen medodeeling omtrent
het „Kleedingfonds," dat onder beheer
staal van Mevrouw Tromp van Holst
en dat een 540 tal klccdingstukken van
verschillenden aard heeft uitgedeeld cu
zeer nuttig werkt.
Het aantal leden bedraagt slechts
232.
Schande voor onze stad!
Wilt ge nog eens goed weten hoe
Liefdadigheid werkt? Lees dan het
volgende met aandacht:
Als bijlage volge enkele voorbeelden
die een indruk zullen geven van dc
ondervinding, die in enkele gezinnen
wordt opgedaan en van de wijze, waarop
deze geholpen worden.
1. Voor eene arme weduwe, die met
moeite in haar levensonderhond voorziet
en die in hare schamele woning geen
kachel bleek te hebben, wordt eon kachel
gekocht en in bruikleen verstrekt.
2. Een man, vader van een groot
gezin, wordt wegens ernstige ziekte in
liet Ziekenhuis verpleegd. De kinderen
zijn te jong 0111 zelf te verdienen, zoodat
het gezin aan nijpende armoede is bloot
gesteld. Aan het gezin word eene onder
steuning verstrekt, tot de vader hersteld
was en zijuc werkzaamheden kon her
vatten.
omdat dat wintel-neveltje hen in den
vollen bloei van jeugd e1i levenslust
voort had zien zwieren op dc vlakte,
terwijl liefste „voorreed" en schuchter
vertrouwen in de „opgelegde" hand aan
haakte omdat er, met één woord,
vroeger noch later voor hen zulk een
rooskleurig wintel-neveltje en zulk een
dag van bloei geweest was
Eindelijk, deze winter heeft ongetwij
feld eigenschappen, die in later dagen
als aanspraken op ouderwetscliheid zullen
kunnen gelden. Hij is op den gewensch-
ten tijd gekomen; in den tijd der lange
nachten vóór Kersttijd, als het anders
bij somber w-eêr en gedekte lucht een
ganschen dag niet licht wordt, is hij
gekomen met zijn heldere, vriendelijke
dagen; de modderwegen, op het punt
van grondeloos te worden, heeft b"
hard gemaakt, de straten der
steden, altijd nat en glibberig, o|>",.00„d
In die dagen, omstreeks K«^eest ziet
ieder vriend van den w* n&al. dcn
hemel op, of hij zijne bodcn ook
bespeurt, en rekent in a)manak den
stand der maan ...U gn die
dagen is hij gekomcA 1)q te
keorendo hoop op r Ke,6tf(.ost
heeft hij van zijn k" jnt lansrijk vervuld.
Ziine komst was al
J. s die van een „ouuei-
wetsche" behoort een ernstig
optreden t as goj QJ 'cdu,.- dralen,
geen behaagziek vau beloven en
uitstellen, maar enB« van den
3. Een huisvader, die voor do zijnen
het brood verdient, door met een hand
wagen nering uit te oefenen word;
geholpen, door aan zijn wagen, die
onbruikbaarwas geworden, nieuwe veeree,
wielen en assen te doen aanbrengen.
4. Aan een behoeftige kraamvrouw
worden gedurende den tijd barer zwakte,
de noodige eieren en melk verstrekt.
5. In een arm gezin voor hetwelk de
hulp der Yereeniging werd ingeroepen,
blijkt het noodzakelijk een der kinderen
in eene andere omgeving te plaatsen.
Door bemiddeling der Yereeniging wordt
het opgenomen door de Maatschapijij
voor halfverweesde en verlaten kinderen.
6. Een arme weduwe heeft twee
blinde kinderen. Door bemiddeling der
Yereeniging wordt een dier kinderen^
geplaatst in eene blinden-inrichting te
Utrecht 0111 aldaar het mandenvlechten
te leeren, ten einde later op deze wijze
in eigen onderhoud te kunnen voorzien.
7. Eene weduwe, die niet in staat is
door handenarbeid haai brood te ver
dienen, wordt door het Hoofd van haar
Departement opgezocht. Door zijne be
middeling gelukt het, haar als huis-
houdster in een deftig gezin te AniBterda
geplaatst te krijgen. 'ter,
8. Aan enkele huismoeders, die in de
gelegenheid zijn door naaien de in
komsten van het gezin te vermeerderen,
doch wien de middelen ontbreken on,
eene naaimachine aan te schaffen, wordt
eene dergelijke machine in bruikleen
verstrekt.
ét
DOOK
II. v. L.
Wanneer ik mij, uit mijne jeugd, het
genot in de herinnering roep, dat mij
de kaleidoscoop verschafte, dan doorleef
ik weer dc wondere verbazing, die ik
als kind gevoelde, wanneer ik bij het
langzaam ronddraaien telkens en telkens
de bonte glaasjes een veelkleurig fi
guur zag vormen, dat, bij de geringste
aanvang af. Op een mooicn morgen bleek
het, dat hij beslag gelegd had op alle
meren, plassen en vlieten, en ze met
zijn zegel had verzegeldreeds ston
den de kraaien er op en geen half uur
later, dat ziende, de jongens ook. En
meenens is het gebleven, nu vier weken
lang, ernst, doorzettende, maar vriende
lijke ernst. De maan mocht wisselen en,
naar de meening der geleerden of der
schippers, al of geen invloed trachten
te oefenen, de wind mocht afdwalen van
Oost naar West, soms mocht het een
halvcn dag dooien, een half uur regenen
zelfs, de winter bleef er. maakte zich
elke gelegenheid ten nutte om alle
banen effoner en ^Yauder te maken. Hij
liet nir'j mccv sneeuw overkomen dan
't gerief en 't fatsoen der baan
vegers noodig was, weelde zorgvuldig
allen barden wind van de schaatsen--;
dors en zorgde ak 't kon voor et,
zonnetje!
Yoorwaar, verdiensten genoeg!
Maar „ouderwetsch"? Wij weifelen
Ouderwetsche winters hadden het ijs ter
dikte van een „verreis" botervat in het
water. Kraaien en musschen vielen plotse
ling dood uit de stille lncbt neder. De
Zuiderzee was een bevroren plas en d'-oeg
paard on wagen. Op liet einde vertoonde
haast niemand zich op straat. Zelfs de
lust tot schaatsenrijden was vergaan en
(de ijsbaan verlaten Men vond de, ten,e
(gevolge van zooveel pretjes reddeloos,^