No. 34.
Zaterdag 27 April 1907.
4e Jaargang.
Directeur Werlhelm.
verschijn* i Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Wees 11 Zelf!
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER'
VETO.
FEUILLETON.
Uit de Pers,
DE EEMLAHDER.
Woensdags en Zaterdags.!
Bureau
Kortegraelit 1.
Abonnementsprijs
Per jaaxf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der ndverteutiëii
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
De geesten der leden van de Fransche
Nationale Vergadering, die van uit de
gereserveerde loges, waartoe zij als oud
afgevaardigden toegang hebben, de zit
ting der Tweede Kamer van gisteren
misschien bijwoonden, zullen zich bij
het aanhooren der rede van den heer
de Savomin Lobman, weder verplaatst
gewaand hebben naar dien tijd van 1791
tot '92, toen ook zij zich zoo druk
maakten over het koninklijk recht van
.veto".
Wellicht zijn er onder hen geweest,
die later, gedreven door de droeve
ervaring toen opgedaan, ook na don
heer Troelstra gehoord te hebben, den
geachten afgevaardigde van Goes er aan
hebben herinnerd, dat zij die vooriuim
honderd jaren zoo krachtig optraden
voor het veto-recht en de verdere rech
ten van het koningschap, waaraan niet
getornd en waarvan geen titel of jota
gewijzigd mocht worden, niet gebleken
zijn de verstandigste verdedigers dor
Kroon te zijn geweest. Zij zullen hem
misschien den 20 Juni 1792 in herinne
ring brengen, toen de leuze „Geen veto!"
de kreet was van het opgewonden ge
meen, dat do Tuiteriën binnendrong.
Dat alles, wij weten het te goed, is
hier te lande niet te duchten, en het
antwoord van rar. Troelstra, door den
heer Lobman ten onrechte vereenzelvigd
met de volksvleiers, is daarvan wel het
beste bewijs.
Maar handelt de rechterzijde wel voor
zichtig en verstandig door een zeer recht
matig en volkomen constitutioneel ver
zoek door het demissionaire Kabinet tot
de Kroon gericht, op te blazen tot een
aantasting van hare rechten, een ont
kenning van haar veto-reclit, om daaraan
te verbinden een verheerlijking van het
Koningschap, welke in 1792 beter op
hare plaats was dan thans?
Acht men het werkelijk politiek goed
gezien de rechterzijde voor te stellen als
Verschaf a Zeiven werkhet is beter
daa wat gij u door het werk verschaft.
El. Browning.
Vrij naar 't Duits.'h
VAN
MORITZ VAN REICHENBACH.
Ik was toen ter tijd in Parijs ik
weet dat je zeer gevierd werd maar
nu laat ik het maar zeggen, ik
schaamde mij bij de gedachten dat do
Diva, wier galante avontuurtjes men in
de cafe's besprak, mijn zuster was. Toen
voelde ik mij los van je."
Inplaats van mij op tezoeken
inplaats van mij zelf te hooren, wat waar
heid en wat verdichting was in al die
onzinnige praatjes, die de nijd van mijn
collega's en de kletszucht van de groote
massa in omloop brachten over iedere
vrouw die uit het enge huiselijk leven
de verdedigster der Kroon, tegenover
de aanvallen der linkerzijde en dus,
naast de reeds bestaande, een nieuwe
antithese in 't leven te roepen. Verstan
dig om dus de persoon der Koningin
in het debat te betrekken op de wijze
als zulks door den heer Lohman ge
schiedde?
Zeker, niemand ontzegt, aan de
draagster der Kroon het recht, er een
eigene meening op na te houden; maar
hoogelijk te betreuren zou het zijn,
indien zij, omringd als zij is door per
sonen, die feitelijk staan buiten het
gewone maatschappelijke en volksleven,
en die dus gevaar loopt eenzijdig te
worden ingelicht, hare persoonlijke
meening van invloed zou (willen doen
zijn op hare politieke daden.
Men stelle zich de vraag, en trachte
deze te beantwoorden, hoevele er onder
die adellijke titeldragers zijn, welke de
naaste omgeving van het Hoofd van
den Staat uitmaken en als een barrière
dienen tegen alle burgerlijke invloeden,
die door hun verleden of hun heden
geacht kunnen worden voeling te houden
met de natie in haar geheel. Het ant
woord kan niet twijfelachtig zijn. En
zou men nu willen beweren, dat de
invloed dezer, hurer naaste omgeving,
zich niet doet gelden?
liet parlementaire spreekmolenrad
heeft gedurende cenige dagen weder
onverpoosd gedraaid. Het resultaat was
een duel, gelukkig bleef het bij woorden,
tusschen dc heereu v. Nispen en Thom-
sou; een verloochening van de „Stan
daard" als het orgaan der rechterzijde
door de heeren Lohman en Kolkman;
de heer De Meester thans door den
heer Lohman op één lijn gesteld met
een bode van een departement, die aan
het sleutelgat luistert en geheimen ver
klapt; de verklaring van Minister De
Meester, dat de brief van den heer
Schimmelpenninck mei diens voorkennis
trad! Kijk, Oskar, dat je toen zoo
hartvochtig, zoo liefdeloos mij, zon
der me te hooren kon veroordeelen
is moeilijk voor me te slikken erg moei
lijk. En toch ik heb het overwonnen.
Ik heb in mijzolve gezegd, ik heb
niemand die mij verdedigeu kan; hij
moet 't van mg zelf hooren. En daarom
ben ik gekomen en ik bid je, Oskar,
laat het verleden nu tusschen ons be
graven zijn, en geloof me, ik ben beter
dan men denkt! Zou anders een man
van eer als Ardeck mij tot zijn vrouw
hebben gemaakt? En nadat alles, zijn
jaren verloopen, mijn mau hoeft mij op
de handen gedragen, ons huis was een
der meest bezochte en geachte van
Parijs, en nu sta ik alleen en verga in
mijn hart te midden van al mijn rijk
dom! Ebba is mijn eenige kind geble
ven laat me weer leven voor haar.
Terwijl zij sprak was het bolwerk,
dat Oskar Werkholm tegen haar wilde
oprichten in zijn fondamenten aangetast.
Inplaats van aangeklaagde was Meta
aanklaagster geworden, en Werkholm
gewend aan een streng zelfonderzoek,
kon zich er niet van vrij pleiten dat
hij liefdeloos en overijld gehandeld had,
zoo als zij hem verweet.
Toen zij zweeg, bleef hem niets over
dan te vragen.
Hoe denk je je dat leven?
In Meta's oogen flikkerde een blik
van voldoening, omdat hij, direct bij
is publiek gemaakt; eindelijk de volgende
mededeeling des Ministers,
dat generaal Staal van den beginne
af een ernstig bezwaar heeft gemaakt
om aan te blijven. Aanvaukelijk was er
nog geen aanleiding voor hieromtrent
een beslissende decisie te nemen. Toen
echter dat oogenblik kwam, zeide de
heer Staal: Ik blijf pertinent bij mijn
ontslagaanvraag. Men mag, zoo zeide
bij treffend, wol een persoon opofferen
aan een beginsel, maar men mag niet
de aanneming van een beginsel in de
waagschaal stellen, ter wille van een
bepaald persoon.
Aan het belang der zaak meende hij
zich te moeten ten offer te brengen.
Karakterlooze menschen zouden wij
overigens geweest zijn als wij het be
ginsel hadden prijsgegeven, maar onzen
wensch om met generaal Staal terug
te komen, is door de macht der feiten
uit de hand geslagen. Als verstandige
Staatslieden is het ook beter niet met
het hoofd tegen den muur te loopen,
doch met een afzonderlijk wetsontwerp
te komen.
En nu de verheerlijking van het
Koningschap door mr. Lohman. Deze
zeide ongeveer en o. m. het volgende:
De heer Troelstra acht de fout der
rechterzijde dat zij de opinie der Konin
gin in het licht heeft gesteld. De rech
terzijde vereert de Koningin echter
niet slechts als draagster van het
hoogste gezag, niet slechts als persoon,
maar tevens als draagster van het monar
chaal gezag. Dat is geen quaestio van
gevoel, maar van gezond verstand, en
nu meent spr. dat de voortdurende aan
raking van dc Kroon met haar staats
lieden een positie geeft die geen maat
schappelijke kring en geen autoriteit
ooit bereiken kan. Spr. verheugt zich
daarom er in dat we zulk een persoon
hebben aan ons hoofd.
Het was volkomen correct dat de
Koningin vroeg hoe de rechterzijde over
de zaak dacht. Maar men heeft het voor-
het begin van hun onderhoud de bil
lijkheid van haar wensch erkende.
Maar terstond sloeg zij de oogen neer
en met zachte stem sprak ze
Nu, dat is nogal eenvoudig. We
gaan als broer en zuster met elkaar om,
ik kom bij jullie en jullie bij mij
Maar Ebba is hier ce midden van
een groote werkkring, die zij moeilijk
verlaten kan" voerde hij tegen. „Sinds
den dood van mijn vrouw is zij mijn huis
houdster, de moederlijke vriendin van
mijn volk, zooals mijn vrouw dat was
ik zelf zit altijd in zaken de zaak
breidde zich van jaar tot jaar uit.
Eerst had Meta vol verbazing de
wenkbrauwen op getrokken, daarna
speelde een lachje om haar mond.
Nu, iedereen gaat er toch wel eens
uit, neemt wel eens vacantie om nieuwe
kracht voor het werk te verzamelen!
En vooral een jong meisje! Hoor eens,
ik geloof, dat we ook wel eens eenige
rozen op haar weg van plichten mogen
strooiën.
Ebba was bij haar tegenwoordige
levenswijze gelukkig," wierp hij tegen,
maar Meta schudde glimlachend het
hoofd.
Hoor eens Oskar, ik ben een pro
letariër kind, net als jij, ik heb voorzeker
alle respect voor je werken en zijn ge
volg; ik heb er eerbied voor dat Ebba
nog zoo jong al zulk een gewichtige plicht
op haar schouders draagt, en ik schat
gesteld alsof dc Kroon geen opinie heb
ben mag. Dit is nu echter de grondfout
van het liberalisme.
De volksvrienden zeggen tot het volk:
bewaart uw vrijheid en uw onafhanke
lijkheid. Dat zeggen zij in de eerste
plaats in het belang der mingegoeden.
Komt een land onder vreemde heer
schappij, dan weten de gegoede standen
in de eerste plaats goede betrekkingen
te krijgen maar het volk voelt den
druk. Wij wenschen daarom de macht
te handhaven van de Kroon, omdat het
volk ook in de Kroon ziet zijn geschie
denis, zijn verschijning. Maar bovenal
wenschen wij de Kroon te handhaven
in al haar rechten omdat wij er inzien
een heilzame instelling.
De Kroon moet altijd bevoegd zijn
haar ministers weg te zenden, tenzij er
geen anderen zijn te krijgen. Dat is de
eenige beperking.
Maar als men de voorwaarde stelt die
deze regeering stelde, dan zet men een
voudig de Koningin op zijde, dan vraagt
men een belofte van Haar, zonder dat
Zij een ontwerp kent of de mcening
daarover van deu Raad vanState.
Nu zegt men: ik mag bij mijn op
treden toch voorwaarden stellen. Zeker
men mag de Koningin, als voorwaarde
voorstellen in een bijzonder geval,
zóó of zóó te handelen.
Maar men mag de Koningin geen be
lofte afdwingen.
Waarop de heer Troelstra ongeveer
het volgende antwoordde:
Het lesje in het Staatsrecht van den
heer Lohman en diens dithyrambe op
het Koningschap had deze zich kunnen
besparen. Men miste er overigens in de
leer der goddelijkheid van het koning
schap.
Of dat lesje genade zal vinden bij dr.
Kuyper, is dus de vraag, en evenzeer of
dc Calvinistische vrienden van den heer
1) Zeer juist, zooals de geschiedenis van
Nederland onder de Fransche overheersching
voldingend heeft bewezen. Eu daarna dien
den zij even fortuinlijk de eigen regeering.
de waarde van al die ernstige degelijk
heid niet te gering. Maar we zijn maar
eenmaal jong en de jeugd heeft recht
op vroolijkheid. Een zoo streng opge
voed meisje als Ebba ondervindt dat
misschien nu niet, maar, geloof me, dat
recht op vroolijkheid, dat een eigendom
is van de jeugd, wreekt zich later. Den
een of anderen dag worden Ebba's
oogen droevig, zal haar houding als van
een vermoeide zijn, en al zegt ze 't je
dan niet, dan zal je 't toch bij je zelf
zeggen: haar jeugd miste de zonne
schijn en de rozen der vreugde, daarom
verwelkt ze voor haar tijd. O, ik heb
daar zoodikwijls aan gedacht in mijn
eenzaamheid ik heb mij Ebba net
zoo voorgesteld als ik haar gevonden
heb, en ik heb bij mijzelf gezegdOskar
heeft geen tijd met zijn werkzaam leven
om op Ebba te letten maar als mijn
hartowensch vervuld wordt als wij
weerals broeder en zuster omgaan, dan
zal ik hem smeeken: toe, laat het aan
mij over Ebba's leven op te vroolijken,
terwijl jij de ernstige, vaste leiding van
dat leven in de hand houdt."
Meta zweeg en Werkholm zuchtte,
want wat zij gezegd had, was meer
malen bij hem opgekomen; maar hij had
den moed niet gehad het onder woorden
te brengen. Tot nu toe had Ebba slechts
den ernst des levens gekend. In huis
was zij opgevoed, was in den eersten
tijd zwak geweest, zoodat zjj ontzien
Lohman niet zullen zeggen dat hij op
los oeverzand heeft gebouwd. Men be
hoeft echter geen sociaal-democraat te
zijn om in de beschouwingen van deu
heer Lohman omtrent het Koningschap
een groote leemte te vinden.
De heer Lohman ziet zelfs in de op
voeding van de Koningin, in Haar om
gang met staatslieden een waarborg voor
bui tengewoon helder inzicht in politieke
zaken. Meent de heer Lohman dat in
ernst? Er zijn andere stautkuudige krin
gen dan waarin de staatslieden verkeeren
die omgang hebben met dc Koningin.
Staatkunde is ten slotte een stuk van het
maatschappelijk leven en het is juist een
gevolg van de eigenaardige positie van
monarch, dat hij niet in contact staat
met het maatschappelijk leven.
En wat komt er in het systeem van
den heer Lobman terecht van de per
soonlijke waardigheid der Staatslieden
van dc Kroon? Wat is de Minister, die
door de Kroom wordt gemachtigd oen
wetsontwerp in te dienen en als dat*
ontwerp dan vrijwel onveranderd bij de
Kroon terugkomt, moot hooren dat de
Kroon van haar recht van veto gebruik
maakt? Met een dergelijke opvatting zal
men nooit mannen van karakter kunnen
vinden die zich bereid verklaren voor
gek te spelen tegenover de Kamer
Spr. houdt vol dat de heer Lohman
met deze geheele quaestio geen dienst
aiui de Kroon heeft bewezen.
Wat wij volkomen met hem eens zyn.
In de anti-revolutionnaire partij wordt
na het échec bij de crisisdebatten moei
en meer behoefte gevoeld aan wat krach
tiger leiding.
Daarbij komt ook nog een groote
dosis dankbaarheid tegenover den zoo
jammerlijk gepasseerden leider, zoodat
het niet te verwonderen is, dat van ver
schillende zijden geroepen wordt om
Dr. Kuyper.
moest worden, en toen zij later krachtig
opgroeide was haar pleegmoeder begin
nen te sukkelen. Daardoor kwam het dat
Ebba op haar twintigste jaar nog nooit
op een bal was geweest en geen intieme
vriendschap met meisjes van haar jaien^,.
gesloten had, niettegenstaande Werk-
holnis connecties schitterend genoemd
konden worden en zijn spaarzaamheid
hem niet van gezellige vrienden be- r
roofde.
Ik zal over hetgeen je daar zei-
nadenken" zeide Werkholm eindelijk.
Dat is ook alles, Wat ik je voor
loopig vragen kan," antwoordde zij op
staande.
Nu, Oskar, als je wilt laat mij dan
je inrichting eens zien, wil je?"
Hij pruttelde tegen, meende dat het
haar niet zou interesseeren; maar zij -
overtuigde hem van het tegendeel, ter
wijl zij allerlei kleinigheden vertelde die
zij ir. de couranten had gelezen, want
juist in den laatstcn tijd hadden deze
zich mee de model inrichting van de btvt-
ten van Werkholm bezig gehouden:**
Toen Ebba een halfuur later beneden
kwam, vond zij de woonkamer leeg. Er
lag alleen nog een zwarte waaier die
Ebba met een mengeling van belang
stelling en schroom in de hand nam.
(Wordt vervolgd).