No. 43.
Woensdag 29 Mei 1907.
4e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Directeur WerShelm.
De antithese.
FEUILLETON.
De Zuiderzeevisscherij in 1906.
Ambachtsschool.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Bnrean
Kortegraclit 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der ad verten tien
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer 0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Het „Vaderland" schrijft:
Onze tegenstanders ran rechts, die
altijd bij monde ran dr. Kuyper hebben
geklaagd, en nog klagen, dat zij achter-
afgezet, als „achterlijken" behandeld, als
passagiers met de „nachtschuit" be
schouwd worden, gaan de rollen radicaal
outkeeren. Quasi verdrongenen, begeeren
zij nu verdringers te worden.
Zij hebben de oudste rechten, en de
vrijzinnigen zijn maar geïmporleeid
goedje. „Wij" zegt dr. ICuyper
waren er het eerst", en de vrijzinnigheid
is een uit Frankrijk, in de dagen der
groote revolutie, hier geïmporteerd niet
nationaal artikel.
Weliswaar worden de liboralisten nog,
niet, als do inoresco's onder Filips II,
met uitzetting buiten de grenzen be
dreigd, maar wat niet is, kan nog komen.
Hoewel erkend moet worden, dat dit
reageeren tegen den vrijen invoer van
geestelijk goed een uiterste consequentie
is van het protectiestelsel, dat aan de
rechterzijde zoovele bewonderaars telt, is
het standpunt van „Wij waren er liet
eerst", toch wel wat zonderling, ook
wanneer het, zooala dr. Kuiper nader
toelicht, chronologisch bedoeld wordt.
Wie ziju die „wij"?
De Calvinisten en Katholieken.
Nu behoort er inderdaad eenige vrij
heid van opvatting toe, om het Calvinisme
te rekenen tot de niet-goïmporteerdc
geestelijke goederen.
Calvijn waseen Franschuian-
En liet godsdienstig zoowel als het
staatkundig Calvinisme stamt uit
Getiève.
Maar het Katholicisme dan?
De eerste Christenpredikers hier te
lande waren Monniken uitIerland,
liet Christendom zelf ontstond (_iede,-
wcet het) in Palestina.
En wie waren er „het eerst"?
Onze heidensche voorouders, die
Bij vele menschen is hel rerzenmaken
een ontwilikelingszickte van den mensche-
lijken geest.
Fry naar t Duitseh
VAN
MORITZ V>N REICHENBACH.
13
Nu zag hij haar weer oplettender aan.
U denkt groote genoegens zijn
zeldzaam, daarom moet men zich zoo
veel mogelijk kleine verschaffen. Uit het
oogpunt van Uw salonleven kunt U
gelijk hebben. Maar als een bergman in
de diepte der aarde wil indringen om
verborgen schatten van het licht te bren
gen, dan let hij weinig op de gladheid
van de steeuen waarop hij staat en let
er meer op een flink stuk werk te
leveren.
En U gelooft dat het salonleven,
zooals U 't noemt zich niet laat verceni-
Wodan, Thor en Freya als goden ver
eerden en den zwarten Loki als den
duivel ontzagen.
Afgezien van het bekrompen stand
punt, dat in zake geestelijke goederen
moet gehandeld worden als bij het in
bezit nemen van een woest stuk grond,
waarop alleen de eerst aangekomene
recht heeft, is dus de gansche opzet
van dit „er het eerst geweest zijn"
foutief.
Wil men de consequentie van die fout
niettemin aanvaarden, dan is het logisch
dat de Calvinisten plaats maken voor de
Katholieken, want die waren er vóór
hen, en dat deze op hun beurt het veld
ruimen voor het Germaanschc heiden
dom.
Dit laatste stuit op practische moeilijk
heden, want het Christendom heeft bij
zijn inticde in deze landen de vereer
ders van de Gcruiaansche goden met
het zwaard „bekeerd", en het ras is
uitgestorven.
Maar dr. Kuyper en de zijnen zouden
alvast kunnen beginnen met plaats te
maken voor de Katholieke kerk, en zich
door haar te laten behandelen als import
nit Genéve.
De „eersten" zullen, als men het over
dien boeg wendt, in elk geval de
„laatsten" blijken te zijn.
Wij vreezen evenwel, dat de uitvinder
deze consequentie niet aandurft, en
inderdaad zij leidt tot het meer dan
belachelijke.
Maar daarmee is dan ook veroordeeld
een beschouwingswijze, die, na getracht
te hebben de helft der bevolking als
„paganisten" beneden de andere te
stellen, het nu probeert met hun hot
stempel „made in France" op te drukken.
Dr. II. C. Redeke, waarnemend weten-
schappelijk-adviseur 111 visscherijzaken,
schrijft in de „Medcdeolingeii over vissche-
gen met een standpunt waarop men
ernstig werk vordert!"
Hij haalde de schouders op.
Donk eens aan de leelijke vlek
ken die een bergwerker op Uw tapijten
zou maken.
Lachend schudde zij met het hoofd.
Als hij dat doet, dan is dat niet
de schuld van het tapijt, maar van den
weiknian die zijn voeten niet geveegd
hooft voor hij binnen kwam."
Nu lachte hij ook.
Daar is wat waars in, wat U daar
zegt, maar 't zijn toch twee verschillende
werelden."
De wereld waar U en ik in thuis
zijn? antwoordde zij snel. „Nu tot Uw
vak behoort het een ingenier te zijn
welnu bouwt U de brug en wacht
dan af of ik er niet overheen kan komen,
voordat U mij en mijn kring met een
trotsch. „Wij wilden zijn toch betere
menschen" afwijst!"
Ilka was warm geworden. Die man
prikkelde haar, zij vergat Meta en Ebba
haast bij haar gesprek met hem, en deze
beiden die samen zachtjes hadden ge
sproken, luisterden nu toe.
Dat klinkt als een uitdaging tus-
schen U, riep Meta, heeft Vulcanus zich
als een wilde doen kennen, Ilka
Dat komt geloof ik dichter bij mij
als het Grieksche godendom" verklaarde
Wcrkholm en een licht verlegen trek
lag op zijn gelaat. Daarop beijverde hij
rij het volgende over de uitkomsten der
Zuiderzce-visscherij.
De visscherij op de Zuiderzee heeft
het afgeloopen jaar meer dan twee
millioen gulden opgebracht!
Dit is in de vijftienjarige periode,
waarvan betrouwbare statistieken voor
ons liggen, nog slechts éénmaal voor
gekomen en wel in het gezegende
jaar 1898.
Bijna de helft van het totaalbedrag
is, als gewoonlijk in goede jaren, op
rekening van de ansjovis te stellen. De
circa 50.000 boven water gebrachte
ankers hebben den visschors een be
drag van ruim een millioen gulden
ingebracht.
Naast de ansjovis heeft ook de haring
er in 1900 het zijne toe bijgedragen
om de totaal-uitkomst der Zuiderzee
visscherij op een zoo heuglijk hoog
niveau te brengen. Wel was volgens
onze statistiek de gevangen hoeveelheid
niet onaanzienlijk minder dan in de
laatstelijk voorafgaande jaren, maar daar
staat tegenover dat do doorsneeprijs per
tal, vooral ten gevolge van de verzending
naar Duitschland, zoo ongewoon hoog
viel, dat de gezamenlijke opbrengst van
dezelfde orde was als in 1904 en 1905
en het gemiddelde der twaalf daaraan
voorafgaande jaren belangrijk overtrof.
Ook de uitkomsten der spiering-
visscherij waren niet slecht. Wel werden
minder kilogrammen aangevoerd dan in
het voor deze visscherij bijzonder gun
stige voorafgaande jaar, maar de qualiteit
en dientengevolge ook de prijs waren
aanzienlijk beter, zoodat de gehecle
opbrengst verre boven de gemiddelde
was.
Bijzonder goed heeft de bot het ge
maakt. Allerwegen vernamen wij in
het afgeloopen jaar op de Zuiderzee,
dat de vangst van deze visch alle reden
tot tevredenheid gaf en inderdaad toont
de statistiek aan, dat niet alleen de
totale hoeveelheid kilogrammen, maar
ook de opbrengst der aangevoerde
zich een zoo vriendelijke gastheer te zijn,
als hij maar kon zijn.
Na het ontbijt wandelden zij te zamen
naar het weik en weer kwam het als
van zelf dat Werkholin met Ilka voor
uitliep terwijl Meta en Ebba volgde.
Tusschen een dwaalhof van gebouwen
en machines wier doel Ilka niet begreep,
en voorbij een berg opgestapelde
ijzermassa's gingen zij verder temidden
van het geraas der machines naar een
ruimte waar het volk aan het werk was.
Het brommen en stampen der machines,
de rook, die dan hier, dan daar uit on
begrepen openingen te voorschijn kwam,
dat alles maakte op Ilka een onplczicri-
gen indruk, zoodat zij onwillekeurig iets
dichter naast haar begeleider voortging
terwijl hij zich, voorloopig te vergeefs,
de moeite gaf haar te verklaren wat zij
zag. Waar zij ook heen zag, zag zij iets
nieuws en overstelpt van dat vreemde
zag zij van dit vreemde samenstel
dat haar omgaf naar de arbeiders,
wier werkzaamheden zij niet vatte. Ten
slotte werd haar slechts dit duidelijk,
de man die naast haar ging, bcheerschte
die geheele, haar vreemde, wereld; hij
kende elke schroef in die machine-
massa's en eiken greep die de werklieden
moesten doeu, hij kende ook al die
mannen bij den naam, bijstond te midden
van die schijnbare chaos, zooals Meta
zeide, rustig en van zich zelfbewust als
een koning, die aan de spits van zijn
visch ver boven hot gemiddelde zijn
geweest.
Hetzelfde geldt voor de aal. Wel is
voor deze visscherij de aanvoer lager
dan in de beide voorafgaande jaren,
doch de opbrengst was hoogcr dan in
1905 en veel hooger dan gemiddeld in
1892 -1903. Er is dan ook geen tweede
visch in de geheele Zuiderzee, waarvan
de opbrengst per kilogram een zoo
regelmatige stijging vertoont als de aal.
En nu eindelijk de garnaal. Ook van
dit, voor de Zuiderzeevisschers geenszins
te versmaden schaaldier zijn de vangst
eu de opbrengst beide verblijdend groot
geweest. De cersle heeft bijna, do laat
ste ruim tweemaal zooveel bedragen als
de gemiddelde, men mag bijna zeggen
normale aanvoer placht te zijn.
De visscherij op de Zuiderzee heeft
in het afgeloopen jaar meer dan twee
millioen gulden opgebracht! Dat zijn
zeven ton meer dan normaal. Dat is
niet alleen het gevolg van de goede
uitkomsten der ansjovis-visscherij gelijk
uit het overzicht blijkt. Dat is boven
dien een minimum, omdat gelijk reeds
herhaaldelijk dezerzijds is betoogd, onze
statistieken den gcheelen aanvoer niet
omvatten, niet kunnen omvatten, daa
b.v. alles wat in de groote stad Amster
dam wordt aangebracht, aan onze waar
neming ontsnapt. Dat is eigenlijk het
geen den visschors daarvoor is uitbetaald
wie zal zeggen hoeveel den vischhande-
laren daarenboven in handen is ge
komen.
De geheele visscherij op de Zuiderzee
heeft in liet afgeloopen jaar meer dan
twee millioen gulden opgebracht! Let
terlijk van alle visscherijen kan gezegd
worden, dat zij beter zijn geweest, dan
in jaren is voorgekomen. Het gaat
natuurlijk niet aan, om naar de uit
komsten van een enkel jaar, ook al is
dit nog zoo gunstig, de gesteldheid van
een zoo wisselvallige visscherij als die
in de Zuiderzee te beoordeelen. Toch
moet men na ieder jaar opnieuw de
vraag stellen: hoe gaat het nu met
deze visscherij? En als men dan ziet,
dat ondauks de scherpe bevissching,
ondanks het niet te loochenen feit, dat
jaarlyks een groot gedeelte der jong
geboren visch wordt weggevangen, van
een regelmatige daling in de opbrengst
dier visscherij geen sprake is, dat veel
eer, behoudens natuurlijke schomme
lingen, waaraan elke zeevisschcrij in
meerdere of mindere mate is onderwor
pen, de productie der Zuiderzee jaar in
jaar uit vrijwel constant blijft, dan
vraagt men zich af, hoe het mogelijk
is, dat er nog lieden zijn, die bij de
Zuiderzee van „uitmoorden" spreken en
zou iemand de lust kunnen bekruipen,
dezen lieden te verzoeken, nu eindelijk
ook eens met behoorlijke cijfers aan
te toonen, dat men hier van een „uit
moorden", dat is, van een regelmatigcn
teruggang van de opbrengst der visscherij
raag spreken.
goed geoefende troepen vuur, water,
lucht en aardo tot onderdaan had ge
maakt en de elementaire krachten naai
zijn wil regeerde. Er was geen spoor
meer van onbehagelijkheid in ziju ge
zicht, ernstige goedheid en vreugde lag
er in. Meer en meer werd zijn belang
stelling in de zaak duidelijker. De
woorden: ijzer, staal en andere, meer
technische zweefden voorbij Ilka's ooien.
Zij hield het niet langer uit.
Och" riep zij opeens, haar hand
vertrouwelijk op zijn arm leggend" dat
begrijp ik nu toch nog niet, maar ik
begrijp dat het een ernstige, krachtige
geest is die door deze zaal gaat, waar
zich zoovele krachten vereenigen om
één doel te bereiken!" Zij haperde
dat doel verdween nog onbegrijpelijk in
de rookwolken die hen omgaven, doch
Werkliolm sprak het uit.
Ja, de overwinning van de stof
door den menschelijkcn geest, tot nut
van de menschheid en hoe meer dat
gelukt, destc grooterc schreden maakt
de beschaving, en al die goeie jongens
om ons heen zijn voor dien vooruitgang
even noodig als de schroeven aan de
machine ieder weet zijn plaats, is
nuttig en noodig voor het geheel."
Ilka zag hem nu ten volle aan.
Ja, dat was het ongeveer wat ik
voelde zooals U dat daar hebt gezegd."
Een welwillend lachje dat hem goed
stond speelde hem even om de lippen.
We ontvangen het jaarverslag over
1906 van de Vereeniging „Ambachts
school voor Amersfoort on omstreken",
waarbij eenige bijlagen zijn gevoegd.
Het verslag luidt als volgt:
Vereeniginq. De Vereeniging werd
opgericht 10 November 1899. De Sta
tuten werden goedgekeurd bij Koninkl.
Besluit van 6 Maart 1900, No. Ui.
Leden Het aantal der leden en der
werkliedenvereenigingen, die tot het lid
maatschap zijn toegetreden, bedroeg op
31 December 1906: 198, het aantal
donateurs 4, tegen 183 en 5 aan het
einde van het vorige jaar.
Ledenvergaderingen. De gewone leden
vergaderingen werden gehouden op
Woensdag 28 Februari en op Woensdag
26 September 1906, terwijl eene buiten
gewone ledenvergadering plaats had op
Vrijdag 26 Januari 1906.
Nu als U dat gevoelt behoef ik
U al die technische verklaringen niet te
geven mijn werker zal U toch wel
niet willen worden en dan kunnen wij
elkaar ook zonder dat begrijpen."
„Een oogenblikkclijke aandrang vol
gend, greep hij haar hand en kuste die;
en Ilka was getroffen, overstelpt alsof
zij iets buitengewoons beleefde zij,
die een handkus anders voor de meest
dagelijksche van alle beleefdheden hield.
Werkliolm keek om. Nu eerst dacht hij
er aan dat hij Meta en Ebba geheel
had vergeten.
Waar blijven zij nu?" vroeg hij.
Voor den ingang van de zaal zaten
Meta en Ebba dicht naast elkander op
eenige balken hout en Ebba bekende
juist haar moeder:
Acht dagen geleden zag ik er nog
tegen op naar Iioditz te gaan, maar
nu verlang ik er zoo naar, dat ik ge
loof dat I'apa inij zal laten gaan,hy
is zoo goed."
Op dat oogenblik kwamen Werk
liolm en Ilka weer naar buiten en bij hen.
Waar blijven jullie toch!" iïcd
Werkholm.
Ebba wou haar witte japon niet
vuil maken en daarbinnen was me te
veel rook" zei Meta.
Bij deze woorden stond zij op en
legde haar arm in die van haar broeder.
Nu zullen wij Ilka en Ebba eens aan
elkander overlaten," zeide zij „je zou