No. 53. Woensdag 3 Juli 1907. 4e Jaargang. Liberaal Orgaan voor Amersf oort en Omstreken. Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees U êebreE: aan discipline. Directeur Werfihelm. FEUILLETON. Geloofs- wortel als fundament van politiek program. DE EEMLANDER. VersclUjut Woensdags en Zaterslngs. Bureau Kortegraclit 1. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentlën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) l)e stemming voor den Ge meenteraad /.al plaats liebbeu Maandag 8 Juli. Be vrij/, innige Candidaten zijn: in district I M. li. Celosse en B. Gerritsen; in distriet II 31. I.. Celosse en H. Kiuit; In distriet III II. Bonker en J. v. d. Wal K/.ii. 3Iet den uieesteu aandrang bevelen wij deze candidaten aan. Ieder vrijzinnige zorge er voor, dat hij vóór den dag der stemming minstens eeuige kiezers overtuigd hceit, op deze candidaten te stemmen. Eon van de eigenschappen, waarin de vrijzinnige partij, of vele zich vrijzinnig noemende individuen uitmunten is: ge brek aan discipline. De vrijzinnige partij heeft in hooge mate de gebreken barer deugden. Te ver gedreven vrijheidszucht ontaardt in vrijheidsziekte en een ernstige uiting van deze kwaal zien wij bij de huidige gemeenteraadsverkiezing voor den dag komen. Er is een groepje personen hier ter stede, niel-roomschen en niet-autirevolu- tionaireu, niet-leden van de liberale of vrijzinnig-democratische kiesverceniging, die wars van alles, wat lijkt op een georganiseerd optreden tegen de kerke- lijken, één hunner, dus een nict-kerke- lijke en uièt-lid van een kiesverceniging bereid gevonden hebben om hunne ons onbekende politieke overtuiging of beter misschien hun inzichten omtrent gemeentebelangen te vertegenwoordigen Wie zich zelf goed kentkan spoedig alle andere menschen leeren kennen. Vrij naar t Duitsrh VAN MORITZ VAN REICHENBACH. 23 En dat het geen ander doel had den tijd te dooden, dat zij overal het bewust zijn had, dat haar vertrek geen leegte veroorzaakte, dat zij nergens noodig, overal een salonstuk was, dat alles drukte haar en ontnam haar de levendigheid die zij vroeger bij regen en zonneschijn over zich had. Meer dan eens had zij de pen in de hand genomen om eens iets aan Ebba te schrijven. Een onoverwinbare schaamte in den Raad en gevolg te geven aan hun verzoek om als hun specialen kan didaat voor den Raad te figureeren. We bedoelen met den kandidaat den heer Jebbink, inot de malcontente poli tiekers, de menschen, die zijn candida- tuur hebben gesteld. Zij, die den heer Jebbink candidaat gesteld hebben zijn ernstige menschen. De heer Jebbink is ook ongetwijfeld een ernstig man. Er loopt een gerucht in de stad, dat ook doorgedrongen is tot de bureaux van onze redactie, dat de geheele kan didatuur eigenlijk meer als een grap bedoeld zou zijn. Wc kunnen dit tegenspreken. De candidatuur vun den heer Jebbink is niet gesteld door cenige overmoedige jongelui, maar door ernstige mannen, mannen van leeftijd, mannen van positie, mannen van zaken, die niets anders ge daan hebben, dan na gezette overweging gebruik te maken van het recht hun verleend bij de wet. Maar met eer- beid voor den moed die er toe benoodigd is, voor den heer Jebbink om zich te stellen tegenover de organisatie van een partij waartoe hij ongetwijfeld be hoort, al kan hij er natuurlijk niet bij aangesloten zijn voor de menschen, die deze protest kandidatuur tegenover de heeren Donker en van de Wal heb ben gesteld hier komt toch een kwaal bloot, de kanker van de vrijzinnige pai tij de oorzaak van tal van nederlagen vrij heidsziekte, gebrek aan discipline. En waarvoor was deze protest kandidatuur noodig! Wij weten het niet en men heeft het recht te verwachten van lien, die op de weikkracht van den heer Jebbink als raadslid een zoo groot vertrouwen stellen, dat zo op gevaar af, neen met de zeker heid bijna, zoodoende in alle op zichten in de kaart der kerkelijke par tijen te spelen, dat zij op openbare wijze de gronden uiteenzetten, 'waarop deze protest-kandidatuur rust. Wanneer een corporatie of eeuige per sonen, die zich daartoe, zij het dan ook weerhield haar telkens. Langen tijd was zij in Weenen ge weest eu na kerstmis wilde zij haar jongste zuster die in Berlijn getrouwd was, op gaan zoeken. In de herfstdagen kreeg zij een brief, die na lang omzwerven haar eindelijk bereikte. Hij kwam van de Arminiushut, van Ebba. Zij schreef. Misschien bent U mij vergeten, lieve Ilka, maar als ik goed aan je denk, dau kan ik dat niet gelooven en dan is 't mij als of je zeidet: kom tot mij Ebba, ik ben onveranderd. En omdat ik dit in den grond van mijn hart geloof, kom ik nu tot je. Ik voel me zoo een zaam en treurig en jij was altijd zoo goed voor mij. O Ilka, die zomer ligt alseen droom achter mij en als ik er aan terugdenk is 't mij alsof ik het niet ben geweest, die zich daar onder al die vreemde, elegante menschen, bewoog, maar was het iemand die ik heelemaal niet ken. En nu ik weer hier in de Arminiushut ben onder eigen volkje, voel ik mij weer de oude Ebba, maar toch kan ik mijn dubbelgangster die op Roditz lachte en zich mooi maakte niet vergeten en zoo rustig en tevreden als vroeger kan ik niet meer zijn. Dat komt ook omdat Papa zoo veranderd is. Ik tijdelijk, vercenigd hebben, een kandi daat voor een regeerings-lichaam stellen, dan zijn zij aan hun kandidaat verplicht, voor hem te werken. Geschiedt dit niet, dan is dit kandidaatstellcn o.i. een be- lcediging, dan wordt het min of meer jongenswerk. Maar in afwachting van do gewichtige motieven, die de zonder ccni- gen twijfel ernstige heeren er toe ge bracht hebben, aldus roet in het eten te werpen, willen we toch voorshands als onze uiecning uitspreken, dat wij den gcvolgden weg niet aanbevelenswaardig, maar zeer desorganiscereud vinden. Ilecft de heer Jebbink en nog eens, we zijn voorloopig gedwongen dit te gelooven werkelijk zulke groote verdiensten, dan waren er twee andere wegen geweest om hem kandidaat te stollen. Men had als lid der liberale of vrijzinnig-demokratische kiesvereeniging diens kandidatuur kunnen bepleiten of wilde men dat niet en had men gegronde redenen oui beiden ver- eenigingen zijn vertrouwen te ontzeg gen, men had een zelfstandige organi satie kunnen slichten cu met beide vercenigingeu kunnen onderhandelen. Dan had de heer Jebbink niet tegen over maar naast den heer Van der Wal of Donker gesteld kunnen worden. Dit ware stellig gelukt iu aanmerking ge nomen, de groote verdiensten die de heer Jebbink boven genoemde heeren zeker moet hebben volgens de menschen, die hem gekandideerd hebben. Op de aangegeven wijze, ware de huidige manier overbodig geweest en had men niet, door gebrek aan discipline der kerkdijken een mooie troefkaart in handen gespeeld. We hopen, dat de b c w u s tvrijzinni gen zich niet zullen laten bewegen van de door de organisatie aangewezen weg af te wijken maar dat zij in district lij alleen hunne stemmen uitbrengen op de heeren: J. VAN DER WAL Kzn. en II. DONKER. probeer als vroeger zijn belangstelling te deelen, we gaan samen naar de mijnen en de arbeiders en de zieken maar ik voel dat hein dat niet bevredigt zooals vroeger; hij is bizonder werkzaam en hij heeft me niet meer zoo alleen lief als toen 't is altijd of er iets tusschen ons staat en ons scheidt. Ik geloof dat hij mij niet vergeven kan dat ik meende met Sonthciin te kunnen trouwen. Jij bent de eenige met wie ik over dat alles praten kan, Ilka, en mijn hart is zoo vol want ik voel dat ik bij Papa de rechte toon niet meer tref en 't is niet prettig om 't te zeggen maar 'tis zoo: hy is voor mij niet meer, wat hij vroeger was. Ik geloof dat Rodiitz tusschen ons staat. Hij spreekt er nooit van en als er een brief van Mama komt dan geeft hij me die zouder een woord te zeggen. Eenigen tijd geleden vroeg Mama of ik weer bij haar kwam. Toen zei hij alleen, ik heb je maar een, een enkel verzoek te doen en dat is: ga niet. Natuurlijk bedankte ik en nu is Mama op reis gegaan. De groote vreemde wereld die zij nog niet leerde kennen, trok haar aan, schreef ze. Zo maakt een reis om de wereld en verbeeldje Graaf Sontheiin is meegegaan. Hij had zeker groot ge- lyk, wij pasten niet by elkaar, en ik ben erg blij dat wij elkaar in jaren niet kunnen ontmoeten. Sinds dien tyd is Zelden is de onhoudbaarheid van de stelling, dat de zoogenaamde gemeen schappelijke geloofswortel de inzichten op politiek terrein min of meer afba kent, duidelijker aan het licht gekomen, dan by de behandeling van de wet op het vaderschap. Wat was het geval? De hees Lohman wilde uitdrukkelijk in de wet opgenomen zien, dat een man niet kan aangesproken worden voor het onderhoud van een door hem verwekt kind, indien de moeder wist, dat zij gehuwd was, toen zij met hem gemeenschap had. Zender opname daarvan is, zoo sprak de heer Lohman, mijn grief, „dat het door de wet aanlokkelijker wordt ge maakt voor de vrouw, om ook wan neer zij weet, dat haar kinde ren nooit kunnen worden ge wettigd, er maar gerust op los te zondigen, aangezien zij de zekerheid heeft, dat haar kinderen, waarvoor toch in de eerste plaats zij zelf aansprakelijk js, krachtons de wet zullen worden verzorgd door den man, ook al is zij niet met dezen gehuwd. Yooits dat op den duur de menschen de voorkeur zullen geven aan het niet-huwelijk, zeer ten nadeelc van liet kind in het algemeen. Daardoor bevordert men niet alleen de ontucht, maar benadeelt men in hooge mate het huwelijk; men pro voceert het concubinaat, men voert het concubinaat naast het huwelijk in. En ten slotte zei de heer Lohman: „Ik kan het niet anders in zien en kan daarom niet be g r ijp e n, d a t er aan d ezc z ijd e der Kamer één lid is, dat stemt vóór dit wetsontwerp, indien daarin erkend wordt, dat het geoorloofd is, vooruit in de wet te schrijveu: ook de over spelige kinderen zullen ge du rende het li u w o 1 ij k tegen den Papa's onrustigheid en ongestadigheid nog grootcr geworden. Laatst vroeg hij mij of ik iets van jou wist. Dat deed mij genoegen want ik dacht nu is dn ban opgeheven en we kunnen weer over het verleden praten. Maar zoodra hij wist dat ik geen bericht van je had, brak hij het gesprek af en was outoe gankelijk als altijd. Halve nachten zat hij te werken en over dag is hij zoo rusteloos dat de dokter laatst zei dat hij dat op den duur niet kon uithouden. Nu hebben ze hem nog voor de kamer ge kozen en na kerstmis komen we in Berlijn. Kan je daar dan ook niet komeu, Ilkalief? Het zou me zoo goeddoen mijn hart eens te kunnen uitstorten en ik denk altijd dat als iemand invloed op Papa kan hebben om hem weder toe gankelijker te maken, jij 't bent! O Ilka, toe kom nu naar Berlijn! Papa heeft hier een goede plaatsvervanger want met kerstmis komt Karl Rellnitz van zijn reis terug. Ach dat is waar, je weet in 't geheel niet wie dat is! Vreemd dat we nooit van hem spraken. Hy was, voor hij op reis ging, Papa's rechterhand zooals men dat noemt. En als hij niet veranderd is zal hij dat weer zijn. Maar wie weet of zoo'u jonge man onveranderd blijft? Nu, wees niet boos, dat ik jo een boek schryf, inplaats van een brief; overspelligen man recht heb ben, krachtens de wet, op op voeding en onderhoud. Dat kan ik niet anders noemen dan een schandaal. Men zou zoo zeggen, dat na zoo kras&e uitspraak van den heer Lohman de geheele rechtcrzyde het amendement dat aan de wenschen van een zoo ge zaghebbend man van de coalitie, zete lende op denzclfden geloofswortel, tege moet kwam, zou hebben gesteund. Het gold hier toch niet eene zaak, liggende iu de eene of andere neutrale zóne, het gold hier de opvatting omtrent het huwelijk, zoo nauw samenhangende met iomauds godsdienstige overtuiging. Toch deed de rechterzijde dat aller minst. Dr. de Visser, eigen partijgenoot van den heer Lohman bestreed het amendement, dat slecht 14 van de 69 stemmen kreeg. Onder de 55 tegenstemmers waren 9 Katholieken, 9 anti-revolutionairen, en den Christclijk-Historischen Dr. de Vis ser. En dezen stemden tegen, niettegen staande do heer Lohman in tweeden termijn verklaard had, dat als dit wets ontwerp werd aangenomen, zonder het genoemde amendement, de rechter- zijde niet meer zou kunnen be weren li e t C li r i s t c 1 ij k-H i s t o r i- sche recht van li et Nederland sche volk te handhaven. Een woord om te onthouden. De lieer Lohman heeft na verwerping \an het amendement aan de discussies over het wetsontwerp geen deel meer geno. men. Is de gissing gewaagd, dat het uit verontwaardiging was? Maar wij vragen: Sloeg de gemeen schappelijke geloofswortel als fundament van politiek program ooit droeviger faillissement, dau op dien gedenkwaar- digen 18den Juni? inaar ik kon niet anders. Zeg uic nu eens dat je nog niet de kleine vriendin vergeten bent Je Ebba. 't Was op een snijdend koude winter avond dat Karl Rellnitz weer op de Arminiushut kwam. De tuin van het directie gebouw lag onder sneeuw be graven en het licht dat door de ramen van de woonkamer drong, gleed er zacht overheen. Met kloppend hart zag Karl Rellnitz dat licht, maar geen schaduw die zich voor het venster bewoog, nie mand stond naar den thuiskomende uittekijkeu. In huis trad Wcrkholm hem te gemoet. „Ik heb je hier heel wat gemist" zei- de hij hem met zich in de huiskamef - trekkend. Ebba was er niet en Wcrkholm sprak van Ka ris reis, van de zaken, over hou- derd andere dingen, maar niet over haar. Het lamplicht viel volop op zijn gezicht en Karl vond hem veranderd, oud ge worden, meer neerslachtig. Juffrouw Ebba is toch niet ziek? vroeg Karl eindelijk steeds ongeruster geworden. O neen ze heeft voor zoo veel din gen te zorgen." Op hetzelfde oogenblik ging de deur open en kwam Ebba binnen, goed inge pakt. Haar wangen gloeiden, toen zij

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1