Stadsnieuws.
Raadsverslag.
onder ook liet driejarig dochtertje Tan
den kapper Senst. Tc half drie kwam
een man van ongeveer 20 jaar voorbjj,
die het meisje door beloften meelokte
binnen huis. Een kolenhandelaar hoorde
het kind gillen en snelde toe; het kind
leunde tegen een muur, met het hoofdje
voorovergebogen. Hij droeg het naar de
moeder; de geroepen geneesheer con
stateerde dat het vijf wonden in de heup
had en het onderlijf opengesneden was,
zoodat de ingewanden zichtbaar waren.
Volgens de kinderen had de vreemde
man zich kalm, alsof er niets gebeurd
was, verwijderd in de richting der Prens
lauer Allee.
Een korte poos daarna verbreidde zich
de vrcesclijke mare, dat in deze Allee,
in het huis no. 25 een meisje op gruwe
lijko wijze was verwond door een man
van ongeveer 20 jaar. Daar had hij
aan het vijfjarig dochtertje van den siga
renhandelaar Kncspl gevraagd hem te
wijzen waar een zekere Schulze woonde
en tenslotte het kind door beloften mee
getroond. Achter do deur bracht hij
het arme schepseltje oen, gelukkig niet
diepe, snede toe in het onderlijf. Voor
hij een tweede wonde kon toebrengen,
werd hij gestoord door een dienstmeisje
hetwelk de (rap afkwam en het kind
hoorde gillen. De dader verwijderde
zich ijlings in de richting van de Rijke-
straat. Evenals het eerste, werd ook
dat kleine slachtoffer, na door een ge
neesheer verbonden te zijn, nuar het
zelfde ziekenhuis vervoerd.
Er bestaat hoop, de beide kleinen in
het leven te houden.
Nog was men geheel onder den indruk
dezer vreeselijke voorvallen, toen de tij
ding vernomen werd, dat in de ltijkc-
straat een kind vermoord was.
liet bleek maar al te waar. Het vier
jarig dochtertje van het echtpaar Bra-
witz had voor haar moeder rijst gehaald
uit een nabijzijnden winkel. Zij wilde
juist de ouderlijke woning binnengaan,
toen zij door een onbekenden man werd
gelokt naar het portaal van het voorhuis.
Hier bracht hij de ongelukkige diepe
steken in het onderlijf en in de borst toe,
waarbij het hart getroffen werd, zoodat
zij onmiddelijk dood bleef. De moorde
naar verwijderde zich, zonder dat iemand
acht op hem sloeg. Toen even later
iemand het huis wilde binnentreden, be
proefde hij eerst tevergeefs de deur te
openen; toen dit eindelijk gelukt was,
vond hij het lijk van het kind temidden
van rijstkorrels. De geroepen geneesheer
stelde den dood vast.
Het gerucht, dat nog twee audcre
aanslagen zijn gepleegd, werd niet be
vestigd.
De verklaringen der spelende kinde
ren, die den man gezien hebben, loopen
zeer uiteen. De politie heeft het vol
gende sigualement opgemaakt: tusschen
25 en 2" jaar oud; 1.70 tot 1.72 meter;
donker haar; kleine, omhoog gedraaide,
donkere knevel, jaequetkostuum, hoofd
bedekking onzeker. Een belooning van
10U0 Mark is uitgeloofd voor het geven
van aanwijzingen.
Vermoed wordt, dat de moordenaar
een krankzinnige is en dat de wonden
zijn toegebracht met een werktuig het
welk een breede rug en een scherpe
snede heeft, wellicht de helft van een
schaar. Dit vermoeden wordt versterkt
door een brief, welke kort na de twee
de misdaad gevonden werd in de Prenz
lauer Allee. Deze brief, waarop in een
hoek een doodskop met twee knoken
en het woord Gift staat, was op een
bank gehecht met de eene helft van
een schaar, liet groote, onbeholpen
letters vond men met potlood geschreven
de woorden: „Wijk, wijk, in vijf mi
nuten een lijk. Hier in de nabijheid
bevindt zich een kinderroover. Dezen
brief afgeven bij de politie. Ik heb een
kind in de Belforterstraat, de Prenz-
lauer Allee en Heinersdorferstraat ge
roofd."
Een schriftkundige verklaarde dezen
brief door een krankzinnige geschreven.
Uit ecu onderzoek ingesteld in de
verschillende gestichten voor gcestes-
kranken, is gebleken dat uit het Stede
lijk Krankzinnigengesticht Horzberge is
ontvlucht de verpleegde August Krönig,
doch dat uien dezen niet voor den ver
moedelijken dader houdt.
Door krankzinnigen artsen wordt het
vermoeden geuit, dat de dader iemand
is die geruimen tijd in gevangenissen
heeft doorgebracht en na zijne vrijlating
door geslachtswaanzin werd aangetast.
Slechts een dergelijke waanzinnige, zoo
beweren zij, zou de physioke kracht be
zitten om drie moordaanslagen achtereen
en met steeds toenemende wreedheid te
plegen.
Intusschen zoekt men den dader nog
tevergeefs en werden reeds tal van 011-
schuldigen gepaki.
In de Wörtherslrasse was een oude
zwaar beschonken man bezig, lekker
nijen en klapbessen onder kinderen te
verdeelen. Dat moet de moordenaar zijn
riepen een paar lieden en dadelijk vloog
do menigte op hem aan, om hem te
lynchen. De politic was ternauwernood
bij machte hem tegen de volkswoede te
beschermen. Voor de beide kleinen in
het ziekenhuis gebracht, gaven deze
evenwel door hoofdschudden zij waren
te zwak om te spreken te kennen
dat hij niet de dader was.
Uit de laatste berichten blijkt, dat de
dader nog immer onbekend is. Het ver
moeden dat de wonden met een been
van een schaar zijn toegebracht, schijnt
onjuist. Het onderzoek heeft uitgemaakt
dat een smal, scherp voorwerp is ge
bruikt, wat een scharenslijper ten goede
komt, die zich in de laatste dagen in
deze wijk had opgehouden en nu voor
den moordenaar werd gehouden. De
omstandigheden dat Zaterdag een 25-
jarige man beproefde een acht jarig
meisje met zich mee te lokken, terwijl
zijn signalement overeenstemt met dat
van den vermoedelijkcn dader, doet
vreezen voor eene herhaling. De politie
bewaakt dan ook alle speelplaatsen voor
kinderen.
Bij Attendorn, in Westfalen, heeft
men bij het laten springen van rotsblok
ken in een kalksteengroeve, onverwachts
een druipsteengrot ontdekt die, volgens
het eerste oppervlakkige onderzoek, alle
totnutoe in Duitschland bekende grotten
van die sooit in schoonheid en grootte
overtreft.
De ontdekkers kwamen door de opening
in een ruime hal waarin prachtige gor
dijnen van sneeuwwitten druipsteen en
ter dikte van nog geen centimeter hingen.
Andere gordijnen fonkelden in alle kleu
ren van den regenboog. De oprijzende
zuilen zijn ook fraai, er zijn er bij die
tot 5 M. hoog zijn. Verschillende beekjes
ruischen van een hoogte van 15 M. om
laag en storten zich, in schitterend wit
schuim, in een diepere grot die nog niet
onderzocht is. Het aantal nissen, kansels,
koren en kapellen bedraagt tusschen de
50 en 00. Zij zijn meerendeels schitterend
wit en bij het rondwandelen hoort men
onafgebroken het geheimzinnig geluid
van de omlaag schietende beekjes.
In de zijgangen heeft men nog niet
kunnen doordringen, maar het is niet
onmogelijk dat men daardoor nieuwe
hallen zal hebben.
New-York lijdt nu al tien dagen
onder een ondragelijke hitte, liet is niet
uit te houden in de stad. Er slapen eiken
nacht 90,000 mcnschen buiten in parken
of aan het strand van het Coneyeiland.
Moorden en zelfmoorden nemen toe.
Een rijke zijdefabrikant uit Lyon, Ernest
Surion, schoot zich voor het hoofd, na
aan zijn compagnon hel volgende briefje
te hebben geschreven: „Mijnheer, de hitte
maakt mij gek", en eenige menschen
hebben hem dit nagedaan. De aanrandin
gen van vrouwen en kinderen nemen ook
toe.
In de Volksstem verschijnt thans een
Afrikaanschc vertaling van de toespraken
van Brutus en Antonius bij het lijk van
Caesar, uit Shakespeare's drama Julius
Ceasar.
Hieronder volgt een fragment:
Burgers: Iioera voor Brutus, leve
Brutus.
Eerste Burger: Breng ons hem in tri-
omflog huistoc!
Twede Burger: Geef hem 'n standbeeld
bij sijn vaders.
Derde Burger: Laat hem Cesar word!
Vierde Burger: Cesar's beste deel
word so gekroond in Brutus.
Eerste Burger: Kom breng hem huis
toe met hoera-gejuig.
Brutus: Landgenote
Twede Burger: Stil, stilte, Brutus
praat!
Eerste Burger: Stil daar!
Brutus: Waarde Burgers, laat mij
alléén vertrek,
en blijf u hier, om mijnentwil, bij Tonie;
eerbiedig de' lijk van Cesar, en
veréer die spiets tot Cesar's lof, wat
Mark Autoon
nou hier gaat hou met ons verlof.
Ik bid jul: laat mij alléén vertrek,
blijf hier
totdat Antonius klaar gepraat het.
(af)
Eerste Burger: Kom blijf, en laat ons
Mark Antonius hoor.
Derde Burger: Laat 'm op die pu
blieke platform kliin,
Ons sal luister; ee'dle Antonius, klimop.
Antonius: Om Brutus' wil is 'k jul
baje dankbaar.
Vierde Burger: Wat sê hij daar van
Brutus?
Derde Burger: Nee, hij seg om Bru
tus' wil, is hij ons alaial dankbaar.
Vierde Burger: O, hij moenie hier
van Brutus praat nie!
Eerste Burger: Die Cesar was'n tiran,
Derde Burger: Ja-nee, dis sekerlik 'n
seën dat Rome nou van hèm verlos is.
Twede Burger: Stil tog en hoor wat
Mark Autoon kan sê.
Antonius: Eed'le Romeine
Burgers: Stil nou, la' ons hooi!
Zedrtijkheidszwendel. Men meldde
d. d. uit Wccnen, dat de Weensclie po
litie een kunsthandelaar last gegeven
had, drie onzedelijke prenten, waaraan
brave menschen zich geërgerd hadden,
uit zijn uitstalling te verwijderen. Hei
bleken te zijn de rustende Venus en de
roof van de dochter van Leukippos van
Rubens, en de Dame van Titiaan. De
firma is tegen het bevel van de politie
in verzet gekomen. Het publiek laclu
druk om het geval.
Het blijkt nu evenwel, dat men te
vroeg gelachen en men hier te doen
heeft niet met| een handeling van een
al te ijverigen agent, maar met een
stelselmatig optreden der politie op grond
van een oude, lang vergeten wetsbepa
ling. Tal van firma's werd last gegeven
uit hunne etalages de afbeeldingen van
beroemde schilderijen van oude en mo
derne meesters te verwijderen. Zoo de
„Yenus' van Kranach, Corrcggio'c „Da-
uac", reprodukties van stukken van Tin
toretto, Titiaan, Van Dijck, Abbi
enz. Vele der handelaren werden be
boet. Die beweging gaat uit van een
comitée van christelijk-sociale dames,
onder leiding van niemand anders als
prinses Pauline Metternich, weduwe van
den vroegeren gezant aan het hof van
Napoleon III, de vriendin van keizerin
Eugenie, wier liefde voor het „naakt'
in dien tijd zelfs den Keizer deed blo
zen. Bekend is hoe zij aan 't hof op
trad als navolgster van de befaamde
tingeltangelzangeres Thérèse. Op ham
ouden dag schijnt zij nu aan „zedelijk
heid' te doen. Zij bevestigt het be
kende gezegde omtrent oud geworden
Venusdiertjes.
Keniiisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersfoort
brengen ter algemeene kennis dat de
prijzen der Cokes met ingang van 1 Aug.
1907 nader zijn vastgesteld:
Geklopte Cokes 65 cents per hectoliter.
Grof gemeten id. 60
Parel Cokes 60
bij afhaling aan de gasfabriek.
Voor de verzending aan huis wordt 5
cents per Hectoliter meer gerekend.
Amersfoort, 29 Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
De Burgemeester,
WUYTIERS.
De Secretaris,
J. C. STENFERT KKOESE.
Verkiezing van:
LEDEN-PATROONS
5 LEDEN-WERKLIEDEN
van de Kamer van Arbeid voor de Bouw
bedrijven te Amersfoort.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersloort.
Gezien de beschikking van den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel van
den 25 Juli 1907, No. 3120 Afd. A.
Brengen ter algemeene kennis, dat boven
bedoelde verkiezing* zal plaats hebben, ter
vervulling van de op 9 December 1907
open zijnde plaatsen, op Maandag, den
26 Augustus aanstaande en de eventuecle
herstemming op Woensdag, den 4en Sept.
daaraanvolgende.
Het stembureau zal zitting houden in het
Raadhuis, van des voormiddags acht tot
des namiddags drie uur.
Amersioort 26 Juli 1907,
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester.
WUIJTJERS.
De fd. Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Gisterenmiddag half twee vergaderde
de Raad onzer Gemeente onder voor
zitterschap van den burgemeester.
Aanwezig waren 12 leden en de
secretaris.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Gerritsen, \an Eek, Van Beek en Tromp
van Holst. Verder de heer Van Voorst
Vader.
De Voorzitter opent de vergadering.
Geen der leden heeft bezwaar tegen de
notulen die ter visie hebben gelegen,
waarna de Voorzitter uiededceling doet
van de ingekomen stukken.
Ingekomen zijn
van den Minisier van Binnonlandsche
Zaken bericht, dat togen de benoeming
van den heer Stokvis, tot vast lecraar en
van de heeren Hovens Grève, de Vries
en Pulle tot tijdelijk leeraaren geen be
zwaar beslaat;
van Gedeputeerde Staten goedkeu
ring van bet Raadsbesluit tot aangaan
eencr geldleening groot 40000 gld.
van Ged. Staten goedkeuring van liet
Raadsbesluit tot wijziging der begroo
ting 1907;
Van Ged. Staten bericht, onder toe
zending van het Kon. Besluit van 29
Juni 1907, tot goedkeuring van de hef
fing van leges gelden der secretarie;
van Ged. Staten goedkeuring van liet
Raadsbesluit strekkende tot onderband
sche verpachting van de staanplaats voor
een stoomcarroussel voor do jaren 1907,
1908 en 1909;
proces-verbaal van do opname van de
kas en de bockeu van den gemeente
ontvanger; ter inzage van de leden;
de rekening van bet fonds van over
genomen straten; in handen van de com
missie voor ilc getneenterekening;
de rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur over 1907; als voren;
verzoek van de afdeeling Amersfoort
van den Behangers-, Stoffeerders- en
Bcddenmakersbond om 40 gld. subsidie
voor een te houden cursus ter verhoo
ging van de vakkenis; in handen van
B. en W. om praeadvies;
een verzoek van den Commissaris van
Politie om verhooging zijner jaarwedde;
als voren;
bericht van deu lieer S. dc Vries, dal
hij zijn benoeming aan het Gymnasium
aanneemt;
bericht vau Mej. Wolbers te Kampen,
dat zij hare benoeming tot onderwijzeres
aan de Meisjesschool niet aanneemt;
bericht van den heer Aardema, dat
hij zijn benoeming aan de school Pun
tnnburgerlaan aauneemt;
een schrijven van den ritmeester
Grondhout, inhoudende een klacht over
handelingen van den controleur der
Gemeentebelastingen; ter inzage van de
leden;
een verzoek van de firma Wolter en
Dros 0111 wijziging der rooilijn in de
Korte Beekstraat; om praeadvies.
Agenda
1. Onderzoek geloofsbrieven van nieuw
gekozen leden van den Gemeenteraad.
De Voorzitter stelt voor de ge
loofsbrieven tc stellen in handen ecner
commissie bestaande uit de heeren Visser,
Hamers en Rolandus Hagedoorn. Tijdens
het onderzoek wordt de vergadering ge
schorst.
Bij monde van den lieer Visser brengt
hierna de commissie rapport uit. Ze stelt
voor tot toelating van de heeren Celosse,
Gerritsen, van Kalken, Kroes, Ruys en
Salomons, waartegen geen bezwaar wordt
gemaakt,
De voorzitter dankt de commissie.
2. Verzoek van A. W. Boerman om eer
vol ontslag als onderwijzer aan dc openbare
lagere school in de Beekstraat, met advies.
liet ontslag wordt met ingang van 1
September verleend. Dc heer Boerman
is benoemd te Viancn.
3. Verzoek van Mej. J. M. de Bruyn om
ontheffing van hei geven van handwerk-
onderwijs aan de openbare lagere school 2de
soort, met advies.
Ontheffing wordt verleend tot 1 Au
gustus 1908.
4. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders omtrent periodieke verkoogiugen
van jaarwedden van leeraren aan de. Hoogere
Burgerschool.
De Voorzitter, liet voorstel strekt
tet bet toekennen der periodieke ver-
hoogiug niet ingang vm 1 Sept. a. s.
aan de leeraren van Os en Weevers.
De heer J o r r i s s e n. Mijnheer de
Voorzitter, ik zou wel graag naar aan
leiding van dat voorstel iets in het mid
den willen brengen, maar geloof dat het
niet raadszaam is, dit in openbare zit
ting te doen.
De Voorzitter. Ik heb daartegen
geen bezwaar en stel "dan voor het
voorstel te verplaatsen naar het eind
van de agenda.
De heer J o r i s s e n. We kunnen het
wel dadelijk doen.
De Voorzitter. Ik heb daartegen
geen bezwaar en heb ook nog iets an
ders te bespreken. Ik stol dus voor de
deuren te sluiten.
Hierna gaat de Raad over tot een
zitting niet gesloten deuren welke on
geveer 50 minuten duurt. Heropend
zijnde wordt het voorstel van B. en W.
zonder discussie aangenomen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders m zake benoeming eenor tijdelijke
onderwijzeres aan de openbare lagere school
in de Beekstraat
Het voorstel strekt tot aanstelling
ecner tijdelijke onderwijzeres gedurende
het verlof van 4 maanden van Mej. W.
Akkerman-Bakker.
G. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot splitsing der zesde klasse aan
de jongensschool en benoeming lijdelijke
onderwijzer aan die school.
Het voorstel strekt tot splitsing der
zesde klasse van de Jougensschool
waarin meer dan 30 leerlingen zitten.
De heer J o r i s s e n. Mijnbeer de
Voorzitter, ik vind het motief, waarop
de splitsing wordt aangevraagd, dat de
zesde klasse van de Jongensschool moet
voorbereiden voor bet toelatingsexamen
van dc II. B. school, en bet Gymnasium
wel wat zwak. Mij dunkt dat hot on
derwijs wel zoo mag zijn, dat de leer
lingen die de 6 klassen hebben door-
loopen, examen kunnen doen. Nu laat
ik nog geheel in het midden of het
getal van 33 nu wel zoo groot is.
Onbillijk vind ik het tegenover de
andere scholen, waar de klassen veel
grootcr zijn. Bovendien vind ik het
ook niet consequent van B. en W. Als
de splitsing zoo noodig is, waarom dan
ook niet aan de scholen 2de eu 3de
soort de klassen gesplitst. Wanneer nicu
daarmee begint, dan moet men het ook
doorvoeren voor alle scholen. De onbil
lijkheid moet men niet bestendigen.
De heer Celosse De zaak is hier
al meermalen behandeld en steeds is
het verzoek toegestaan. De heer J o-
rissen moet liet onderwijs iu dc zesde
klasse niet onderschatten. In de ge
meente zijn wel ouders komen wonen
voor de Iloogere Burgerschool. Nu moet
men de Ce klasse niet zoo gaan inrich
tingen dat die kinderen daar worden
achtergesteld. Wanneer de klas niet
groot is kan hot onderwijs toch veel
beter tot zijn recht komen. En nu zegt
de heer Jorissen, dan moeten wc ook
op de andere scholen splitsen. Welnu,
als de heer Jorissen er niet tegen opziet
op dc andere scholen ook klassen te
vormen vau 25 en 30 leerlingen, en
wanneer de heer Jorissen er dan tevens
niet tegen opziet een dubbel aantal
scholen te bouwen, dan kunnen we zien
of we klassen van 30 leerlingen kunnen
vol men.
Dc heer Jorissen. Ik weet even
goed als de heer Celosse, dat dit niet
voor de eerste maal hier behandeld
wordt. Ook de vorige keer heb ik ge
zegd wat thans door mij in het midden
is gebracht Maar de heer Celosse moet
nu niet meer uit mijn woorden halen
dan er in zit.
Van mij moet uien zoo'n voorstel
met verwachten. B. en W. moeten
daarmee komen, die moeten consequent
zijn. Ik wijs slechts op bun inconsequentie.
Maar haal nu Diet meer uit mijn
dc stad op hun gemak met een bakkie
naar 't bovenhuisje brengeu.
't Was een aanbiddelijk meisje van
tien maanden. De woorden stokten licm
in de keel, toen hij't zag; en zijn vrouw
schreide voor 't eerst van haar leven. De
jouge moeder huilde ook. Overigens wer
den zij liet makkelijk eens.
Toen bij wegging was hij ziju aandoe
ning- schijnbaar weer geheel meester.
„Dus we hebben elkaar goed begre
pen", zei hij ijzig koel en met nadruk tot
liet ongelukkige meisje, dat hartstochte
lijk snikkend tegen haar moeder aanlag,
„u doet volkomen afstand van het
kind. We zullen natuurlijk een acte er
van opmaken, ik adopteer 'tkind ook
voor de wet; maar 'tis goed, dat u
't nu toch zoovast weet: U zult niet de
minste rechten ooit meer op laten gel
den. U zult ons nooit lastig vallen, noch
ooit iets van u laten hooi en. Het kind is
gestorven voor u en wij ook bestaan
even min voor u als we een maand gele
den voor u bestonden."
Het moedertje huilde hartstochtelijker.
Zij dreigde flauw te vallen. De oude
vrouw wenkte van nu weg te gaan.
„U hebt me góed begrepen?" drong hij
nog eens.
„Ja!" snikte zij uit.
Nu werd bun leven gelukkig en har
monisch en haast normaal. Het was een
onuitputtelijke verrukking, die eerste da
gen, het kindje, bun kindje ze hadden
er immers voor betaald tc voeden en
te zorgen, aan- en uit te kleeden en
te wassclieu. De kleine kleertjes, de de
kontjes maakten heil weer jong van blijd
schap. Verwijtend keek zij hom aan, als
zijn bottine kiaakte, wanneer liet kindje
sliep. En als een leeuwin bij haar wel
pen, zoo plaatste zij zich voor het bedje,
wamieer hij 's avonds nog een laatsten
blik op hun slapend engeltje wou wer
pen. 't Was een wedstrijd tusschen hen
van dolheid met 't kleine meisje. Den
eersten nacht konden beiden geen oog toe
doen, ofschoon 't kindje sliep zonder een
kik te geven. De volgende nachten werd
vaak een van hen wakker, omdat de an
der uit het bed stapte en naar 't kleine
ijzeren ledikantjc sloop. Dan stonden ze
naast elkaar, hun adem inhoudend, eu ze
wezen elkaar, glimlachend, met geruisch-
looze gebaren, hoe 't keeltje op en neer
ging hoe 't rood op de wangetjes wel
wat donker leek. Dan beduidden ze el
kaar: kom, ga nou weer naar bedMaar
geen van beiden wou de eerste zijn.
Den vierden avond dat 't nu in huis
was, toen 't kleintje al lang rustig sliep
en zij zich ook bereiden naar bed te
gaan, werd er gebeld. Zij schrokken en
keken elkaar aan, bevreemd. Er was nog
nooit na de post van negenen bij hen
gebeld.
De man ging open doen. Zijn vrouw
stond luisterend achter oen kier van de
voorkamerdeur. „Zachtjes! Zachtjes!"
fluisterde zij hem na.
En toen hoorde zij opeens een luide,
beestachtig builende vrouwestem, en zij
werd doodsbleek van woede eu van
schrik
„Ocbgotl Ochgot! meneer! Laat we
haar nog één keer zien! Eén oogenblikje
maar! Ik heb gisterennacht gedroomd dat
ze ziek was! Toen bcn ik komen lóópen!
Me moeder heeft 't gold en die wou me
niet laten gaan! Laat me baar even zien,
meneer, voor 't laatst! Dan ben ik ge
rust! Ochgot! OchgotOchg.
Dc auder fluisterde wat, kalmeerend,
sussend. Toen liet hij haar er in, deed
de deur zachtjes achter haar dicht.