Vrijzinnig' Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. OOM WILLY. No. 77. DINSDAG 17 SEPTEMBER 1907. 4e JAARGANG Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB". Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. De Troonrede. FEUILLETON. BUITENLAND. DE EEMLANDEB Directeur R. G. RIJKEN S. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAA.T 20. Telsfoon Interc. 62. Prijs der Advertentlën: Van '1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (By abonnement belangrijke korting.) H. M. de Koningin heeft heden de zitting der Staten-Generaal geopend met het uitspreken van de volgende rede: Mijne Heeren!! Ik waardeer het ook thans uwe zitting in persoon te kunnen openen. Uwe vereenigde vergadering vindt ditmaal niet in de grafelijke zalen plaats, teneinde stoornis te vermijden in den loop der beraadslagingen van de tweede Vredesconferentie. Den ge- wichtigen arbeid dier conferentie volg Ik met onverdeelde belangstellingvoor haar welslagen koester Ik de beste wenschen. In menig opzicht stemt de Alge- meene toestand van het land, en van de koloniën tot dankbare tevredenheid. Ook dit jaar kan op het voortduren der meest vriendschappelijke betrek kingen met de buitenlandsche mogend heden worden gewezen. Ondanks den koelen zomer zijn de uitkomsten van den landbouw over het geheel vrij gunstig, die van den tuin bouw, in de belangrijkste tuinbouw streken, beter dan in jaren het geval was. Voor de veehouderij zijn de voor uitzichten minder gunstig geworden, ten gevolge van het uitbreken van het mond- en klauwzeer onder het rundvee. De meeste takken van nijverheid en handel doorleefden een tijdvak van groote bedrijvigheid. De scheepvaartbeweging in de Neder- landsche havens blijft toenemen. Met uitzondering der aigemeene vrachtvaart, geeft het scheepvaartbedrijf bevredi gende uitkomsten. De organisatie van het inlandsch credietwezen begint op Java haregun- stige uitwerking op het economisch weerstandsvermogen der bevolking te doen gevoelen. Uit het Duitsch van Jassy Torrund. 7) Maar hard was het tocb, en bitter en nauwelijks te verdragen, dat, wat voor drie dagen het natuurlijkste en vanzelfsprekendste op de wereld geweest was en waarvan men geloofd had, dat het altijd voortbestaan zou, dat dat alles nu met een slag voorbij moest zijn. De heilige band verscheurd, die al deze jaren van de trouwste zorg om hem en zijn pleegkind geworpen hadden. Ja, als hij besluiten kon eene huis houdster te nemen had mevrouw Hein- zius gezegd en zij had niet onduidelijk laten doorschemeren, dat zij niet onge negen was, dezen post waar te nemen. Dan waren allen in eens geholpen. Geen «mensch ter wereld kon er iets in vin den, wanneer zij een weduwe van on- berispelijken wandel, met twee volwas sen kinderen als eerewacht bij den man van de gestorven vriendin harer jeugd de rol van huishoudster vervulde. Mevrouw Heinzius had altijd het grootste gewicht aan de meening der menschen gehecht. De bergraad deed als hoorde hij de Zee- en landmacht zoowel in het moederland als in de koloniën, vervul len hare taak met ijver en toewijding. Omtrent de burgerlijke ambtenaren kan in den zelfden zin worden ge tuigd. Voorstellen tot het brengen van veranderingen in het derde en in het 4e hoofdstuk van de Grondwet zullen u eerlang bereiken. De voorgenomen herziening van ons zeerecht is zoover gevorderd, dat een wetsontwerp tot wijziging van het grootste deel van het tweede boek van het Wetboek van Koophandel en van daarmede samenhangende bepalingen in andere wetboeken weldra mag wor den tegemoet gezien. Ook zal u spoedig worden aange boden een voorstel, houdende verande ring in het burgerrechtelijk deel der kinderwetten, alsmede eene voordracht tot wijziging van de wet op de rechter lijke organisatie, welke de gelegenheid zal openen, enkele der in verband met de ontworpen administratieve recht spraak aanhangige voorstellen, zonder verwijl af te doen. Ten behoeve der instelling van een rijksontsmettingsdienst zal uwe mede werking worden ingeroepen. Voorstellen zullen u bereiken tot betere voorziening in de eischen der kustverdediging. Ontwerpen tot nadere wijziging der militiewet en tot aanvulling en wijzi ging van eenige bepalingen der land- weerwet zijn in voorbereiding. Eene voordracht betreffende den aanleg van een gedeelte van de af sluiting tder Zuiderzee en indijking en droogmaking van de Wieringermeer zal weldra aan uw oordeel worden onderworpen. Voorstellen tot uitvoering van wer ken ter opheffing van de bezwaren, die de scheepvaart op de Waal bij lage waterstanden ondervindt, zijn in over weging. De toegezegde wetsontwerpen be treffende de arbeidersverzekering en ter voorkoming van scheepsrampen zullen U spoedig worden aangebodende verder op het gebied der sociale wet geving aangekondigde ontwerpen zijn in gevorderden staat van voorbereiding. Eene wijziging der Hinderwet is ontworpen, strekkende onder meer om die wet beter dienstbaar te maken aan de bestrijding van waterverontreiniging en om het toezicht op hare uitvoering te verbeteren. Ontwerpen tot invoering eener ai gemeene keuring van vleesch en tot het brengen van eenige wijzigingen in de wet op het veeartsenijkundig Staats toezicht en de veeartsenijkundige politie zullen U bereiken. Met ernst wordt er naar gestreefd, de versterking van het Nederlandsche gezag in verschillende deelen van den Oost-Indischen Archipel ten bate van de bevolking dier streken te doen komen. Wetsontwerpen zijn in voorbereiding, strekkende om de bepalingen betreffen de de kustvaart in Nederlandsch-Indië te verruimen, en tot vaststelling der kenmerken van het Nederlandsch onder daanschap van hen, die uit Nederlandsch- Indië herkomstig zijn. Binnenkort zullen U voorstellen be reiken tot regeling van de wijze van beheer en verantwoording van delgeld middelen der koloniën Suriname en Curasao. Moge Uw gewichtige arbeid, onder Gods zegen, strekken ten nutte des volks. Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal te zijn geopend. zinspeling niet. Het stond hem in 't diepst van zijn ziel tegen, een vreemd mensch in de plaats van zijn Agnes te zien. Bovendien was mevrouw Hein zius hem nooit sympathiek geweest, en haar zoon Paul, dezen verwenden, ge- blaseerden jongen, altijd om zich te moeten hebben, scheen hem een onver- dragelijke toegift. Ja, als Kathe bij hem had kunnen blijven zij, die zijne wenschen en eigenaardigheden geheel kende, die zijne Agnes zoo harts tochtelijk lief had gehad, zij had zich wel snel en gemakkelijk in de nieuwe betrekking ingewerkt, had ook de plich ten van een dochter des huizes gaarne overgenomen, nadat zij reeds jarenlang de rechten als zoodanig genoten had. Zoo draaiden zijn gedachten in een cirkel rond en keerden altijd weer tot hetzelfde punt van uitgang terug. Hij zuchtte zwaar, toen hij mevrouw Heinzius eindelijk naar de deur bege leidde. Kathe was reeds vroeger naar huis gezonden geworden toen wandelde hij nog uur op uur rusteloos in zijn kamer op en neer, met het bewustzijn een dubbel beroofde te zijn. Zoo zwaar treft het noodlot wel zelden, dat het een man tegelijkertijd zijn trouwe vrouw en een jonge, hartelijk geliefde dochter ontneemt. Mevrouw Heinzius had den bergraad verzocht, zeer dikwijls bij haar te komen, als zijn huis hem te leeg en eenzaam toescheen. Zij beloofde ook met hem en Kathe uit te gaan dan werd alles weer als anders. Hij kwam somtijds 's avonds en vond dan, dat Kathe onmerkbaar van hem vervreemdde, dat zij in tegenwoordig heid van moeder en broeder een andere was, onvrijer, terughoudender in 't geheel niet meer hetzelfde Kathe, dat uren en uren met hem en Agnes zoo vroolijk, vertrouwelijk gebabbeld en hare grappig wonderlijke en dikwijls zoo diepzinnige meisjesgedachten voor hem blootgesteld had. En altijd was die onuitstaanbare bengel erbij, wiens slechte manieren hem altijd hinderden, die zijne zuster opwond en plaagde en voor wien de moeder nog geen enkel woord van berisping vond. Zoo verliepen deze avonden, waarop hij zich den geheelen dag verheugd had, meestal zeer on verkwikkelijk. Niet veel beter was het met de gemeenschappelijke uitstapjes. Zij waren vroeger, toen Agnes nog leefde, ook dikwijls met hun drieën uitgeweest. Maar mevrouw Heinzius miste het fijne verstand, het zedelijke, nooit pronkende, nooit zich opdringen- willende weten zijner vrouw, die ver standig te spreken, maar nog verstan diger te zwijgen wist. Reeds op den weg naar 't museum kwam mevrouw Heinzius niet van de winkelramen vandaan en steeds had zij Tegen het gele ras Eerst heeft Amerika zijn Japaneezen- quaestie gehad en nu krijgt Engeland in Californië met hen te doen. Te Van Couver zijn reeds ernstige ongeregeld heden voorgekomen. De aanleiding was de weigering van den gouverneur om een uitsluitingswet te onderteekenen; en de oorzaak natuurlijk dezelfde als altijd: rassenhaat en broodnijd. De Canadeesche provincie Columbia had in 1901 reeds een aanmerkelijke bevolking van Aziaten. Er woonden toen 133.600 blanken, 26000 Indianen, 3300 halfblanken, 15000 Chineezen, 4600 Japaneezen en 500 negers. In den laatsten tijd zijn er echter zeer veel Japanneezen bij gekomen, vooral nu dezen den toegang tot de Vereenigde Staten wordt bemoeilijkt. Columbia is echter van die Oosterlin gen niet gediend, van Japanneezen zoo min als van Chineezen en verweert zich met de wet tegen hen. Maar nu weigert de gouverneur, vertegenwoor diger van het Rijksgezag, zijn onont beerlijke medewerking en zijn weigering was het sein tot uitspattingen. Het moet er raar zijn toegegaan. In de Londensche «Tribune» kan men ver nemen, dat de Japansche wijk in Van Couver er uitziet als een verschanst kamp. Vijfduizend Japanners, met vuur wapens, enz. houden de wacht. Zes en vijftig Japansche winkels zijn verwoest. Natuurlijk loopt dat zoo niet af. Reeds heeft de Japansche agent een uitvoerig verslag aau zijn Regeering en aan den Japanschen gezant te Londen gezonden en heeft hij tal van processen om schadevergoeding aangekondigd. De Canadeesche Regeering is er ook door in een lastig parket gebracht, omdat zij reeds sedert eenigen tijd met Japan onderhandelde over een beper king van de Japansche immigratie. Zij heeft dan ook reeds naar Van Couver geseind, dat het gebeurde haar leed deed, en dat zij verwachtte, dat de aanvallers gestraft zouden worden. Het plaatselijk bestuur van Van Couver denkt er echter anders over en de burgemeester moet gezegd hebben, dat de stad niet van plan was een cent te duizenderlei wenschen en boodschappen. «Kijk eens, Kathe, zie die boa eens, ze zou je verrukkelijk staan» of «O, daar zijn die nieuwe patentschaatsen die Paul zich reeds zoo lang gewenscht heeft» waarop de bergraad, wien het nooit op eene uitgave aankwam, als hij er iemand een pleizier mee kon doen, natuurlijk dadelijk naar binnen ging en trots Kathe's protest zoowel de schaatsen als de boa kocht. En wanneer zij na velerlei opont houd eindelijk in het museum aan landden en oom Willy en Kathe, hun kommer voor korten tijd vergetend, in den aanblik van een of andere schilderij verdiept stonden, voer mevrouw Hein zius, alle stemming verbrekend, plotse ling uit: «Wie was toch die heer, die zooeven groette? Die kwam mij zoo vreeselijk bekend voor», - waarop een vertelling zonder eind volgde, waar en wanneer zij den vreemden reeds een maal gezien had. En terwijl de berg raad Kathe van de schoonheid der fjorden vertelde en haar op de door zichtige helderheid van 't water en de frischheid en vroolijkheid van de blond- harige visschersmeisjes van Hans Dal- schen wees, tikte haar moeder haar op den arm en zeide: Neen maar Kathe, zie dat toilet eens! Zeker van Kohn en 't heeft minstens honderd zestig gulden gekost. Als ik maar wist, waar deze dame haar geld vandaan krijgt. vergoeden van de schade, die reeds op 25000 dollars wordt geraamd. Maar ook al komt de vergoeding, dan nog lost dit het vraagstuk der immigreerende Aziaten niet op. Er komen al meer gelen van de overzijde en zij maken den strijd om het bestaan voor Amerikanen en Canadeezen steeds moeilijker. Een gevat minister. We hebben onlangs melding gemaakt van het optimisme van den Franschen minister Clémenceau in zake Marokko op alle vragen antwoordde hij, dat alles goed ging. Van deze uitdrukking heeft de Spaansche minister Maura heel aardig partij getrokken. Spanje, zooals men weet, houdt zich op een eerbiedigen afstand van de gevaarlijke Marokkaansche quaestie; het bemoeit zich daarmede niet meer dan strikt noodzakelijk is. Dat schijnt de Fransche Regeering niet goed te vinden en het heeft niet ontbroken aan pogingen om Spanje te bewegen met Frankrijk mede te doen. Voor eenige dagen bezocht de vertegenwoordiger van Frankrijk te Madrid, den heer Révoil, den Spaanschen eersten minister, om met hem over deze vraag te spreken Maar de heer Maura, die blijkbaar Fransche couranten leest, had maar een antwoord op al de redeneeringen van den Franschman: «alles gaat immers goed». Het was niet noodig, dat Spanje iets deed in Marokko, omdat alles zoo goed ging. De heer Maura wordt daarom door de Spaansche pers geprezen. Men is in Spanje doodsbang voor een avontuur, voor een oorlog met Marokko, waarbij men niets kan winnen en nog kans heeft de Marokkaansche bevolking tegen zich in het harnas te jagen, wat niet strekken kan tot voordeel van de Spanjaarden in het land, in de Spaansche bezittingen gevestigd. Van Spanje heeft Frankrijk geen krachtige medewerking te verwachten, en zoo is het goed meenen de Spaansche bladen. Er heerscht in sommige kringen in Frankrijk ontevredenheid over het gratie verleenen aan Soleillant, een ontevredenheid die zich op allerlei wijzen Van huis uit hadden beiden niets. Zij hebben zeker een prijs in een loterij gewonnen. Kathe leed onbeschrijfelijk onder deze ontactische handeling en harer moeder, die nooit zoo duidelijk door haar waren ingezien. Alle jaren door had zij de goed heid en vrijgevigheid van de Óverbecks bijna als iets van zelfsprekends aan genomen. Mevrouw Agnes had haar ontelbare malen gezegd, dat het haar en haar man gelukkig maakte, een zoo lief kind in huis te hebben, daarvoor te mogen zorgen en elk harer wen schen te kunnen vervullen, tot Kathe ten slotte zelve maar geloofde en met kinderlijke dankbaarheid alles aannam, wat de liefde dezer beide menschen voor haar wist te verzinnen. Nu was 't in eens zoo heelemaal anders en wat de bergraad voor haar en de haren deed, scheen haar bijna een aalmoes. Het was, alsof zij in dezen korten tijd, door het eerste groote ver driet haars levens in eens van het on schuldige kind tot een denkende vrouw gerijpt was. Onophoudelijk werkten de gedachten achter het jonge voorhoofd, en het verstand begon de daden en beweeggronden der menschen om haar heen, waar zij tot nu toe onschuldig en onbevangen tegenover had gestaan, te ontleden en te becritiseeren (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1