Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. Growlwetslimieiiing, No. 90. DONDERDAG 17 OCTOBER 1907. 4e JAARGANG >1 Oitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. FEUILLETON. OOM WILLY. I BUITENLAND. EEMLANDEH 32 Directeur R. G. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTR A AT 20. Telefoon Inierc. 62. Prijs der Adrertentiën Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (Bij abonnement belangrijke korting.) ii. Alvorens over te gaan tot eene vergelijking tusschen de tegenwoordige artikelen der Grondwet en de voorge stelde, willen we het nog even hebben over iets, wat niet door de Regeering is voorgesteld, namelijk het recht van amendement der Eerste Kamer. Zooals men weet, heeft de Staats commissie voor de Grondwetsherziening, 'bestaande uit de heeren: W. H. de Beaufort, voorzitter, E. Fokker, W. H. de Savornin Lohman, J. de Louter, J. Oppenheim, Ruys de Beerenbrouck, en J. J. Willinge, voorgesteld dit recht wel aan de Eerste Kamer toe te kennen. Dit werd hoofdzakelijk verdedigd op de volgende gronden: De Kamer zal niet meer staan voor den tweestrijd een wetsvoordracht, waartegen zij bezwaar heeft, óf onver anderd aan te nemen, óf onveranderd te verwerpen. Verwerping zal dikwijls door weg neming of wijziging van een of enkele bepalingen kunnen worden voorkomen. Het gemis van het recht van amen dement maakt de Kamer tot een advi- seerend college op een oogenblik, waarop haar advies niet meer kan worden opgevolgd, evenmin door de Regeering, die slechts een nieuw wets voorstel kan beloven. Het zal bij de Regeering tegengaan de neiging om verschillende onderwer pen in één wetsontwerp samen te kop pelen, teneinde verwerping te voor komen. Het amendement in de Eerste Kamer kan waken tegen, vooral onder uit breiding van kiesrecht minder zeld zaam wordende, onberaden beslissingen van de Tweede Kamer. De deugdelijkheid van de wetgeving zal beter worden gewaarborgd. Uit het Duitsch van Jassy Torrund. 20) Maar Henk, thans moet je ver standig worden en eindelijk iets be ginnen, zelde zij ernstig terwijl Kathe even weggegaan was. Nu ja, de oude wil mij immers het bestuur geven, antwoordde hij on verschilling. Jenny, wat is zij toch een prachtig schepsel bijna te goed voor mij. Dat geloof ik zelf ook. En wee jou, als je haar niet gelukkig maakt. -- Nu, wat moet ik haar nog meer doen Ik heb haar toch bovenmensche- lijk lief. O, dan zijn er nog zooveel dingen te doen, zei Jenny, met een streng huisvrouwgezicht en telde op haar vin gers af: Niet tot tien uur in deveeren liggen en dan in elk geval een rijtoertje om den wilden «Cronje. een weinig be weging te geven; en na tafel urenlange siesta in de schommelstoel en des avonds een tennispartij om van de vermoeie nissen van den dag te bekomen. Neen, neen, ventje, nu is vroeg opstaan de boodschap. Ja, dat is 't vervelendste. De heeren Oppenheim, Fokker en Willinge hebben bij afzonderlijke nota voorgesteld, om het recht van amende ment niet aan de Eerste Kamer toe te kennen. De Regeering heeft zich aan de zijde van deze drie heeren geschaard en motiveert haar besluit in de Memorie van Toelichting aldus: «De Regeering miskent niet het nut, dat zoodanig recht in sommige geval len zou kunnen opleveren. Na aandachtige overweging van de wijze, waarop het nieuwe instituut zou behooren te worden geregeld en van de gevolgen, welke de invoering er van zou hebben op het karakter en de beteekenis van onze Eerste Kamer en op den gang der wetgeving, heeftde Regeering evenwel geen vrijheid kun nen vinden ten deze het initiatief tot verandering te nemen. Naar het de Regeering toeschijnt, moet de regeling, door de Staatscom missie voorgesteld, ook in de oogen van de voorstanders van het beginsel, weinig bevredigend voorkomen. Zij zou in elk geval, in zoover gewijzigd moeten worden, dat aan de Tweede Kamer een onbeperkt recht van amen dement verzekerd werd ten aanzien van de wijzigingen door de Eerste Kamer in het oorspronkelijk voorstel aange bracht. In het belang van een doel treffende practijk der instelling, ter be vordering van het gemeen overleg tus schen de beide takken der Volksver tegenwoordiging en ter voorkoming, zooveel mogelijk, van tijdverlies, zou het voorts onmisbaar zijn, dat de be voegdheid geopend werd tot mondeling overleg tusschen van weerszijde be noemde commission. Doch hoe ook uitgewerkt, de be zwaren aan het instituut verbonden, komen der Regeering overwegend voor. Het geheel eigenaardig karakter, dat de Nederlandsche Eerste Kamer bezit, zou, indien haar het recht van amende ment werd toegekend, niet bewaard kunnen blijven. De Eerste Kamer is geroepen, er voor te waken, dat geen door Regeering en Tweede Kamer voorbereide maat regelen tot wet worden, welke zouden Schaam je, Henk. En de knechten op de vingers zien, dat zij niet alleen de renpaarden, maar ook de koeien en varkens behoorlijke voeren. En dan naar 't veld, om te zien of de rogge spoedig rijp wordt; en bij den oogst van vroeg tot laat op de been zijn. En in den herfst, hooge laarzen aan, en in nattigheid en nevel naar buiten op 't aardappelveld. En in den koestal en den melkkelder Sapperloot, Jenny, hou op. Het laatste gaat mij trouwens niets aan, dat is Kathe's zaak. Wat mijn zaak vroeg Kathe, die juist de deur opendeed. Ja, Kathe, nu moet je bij mij in de leer gaan, daar helpt niets aan, zei Jenny een weinig bedenkelijk. Alles wat je voor het examen geleerd hebt, is voor de poes, als je niet weet hoe veel liter melk een koe geeft en hoe men het jong vee opfokt. Kathe zette groote oogen op. Ik? Maar waartoe? Moet ikj dan heeft Henk dan een landgoed? En het viel haar in, dat zij zoo goed als niets van het leven van den man wist, dien zij voor een half uur het ja woord gegeven had. En van de toe komst, die zij aan zijne zijde tegemoet ging. Zij had er in 't geheel uog niet over nagedacht, hoe zeer haar leven thans veranderen moest. Jij gekkinnetje, hij heeft er strijden met de wezenlijke, duurzame, belangen van den Staat, met de wel begrepen wenschen en behoeften des volks. Haar taak is te voorkomen, dat onder een valsche leus of onder den waan van den dag, maatregelen tot stand komen, welke niet het duurzaam goed der natie kunnen worden. De haar aangewezen werkzaamheid bestaat in de bevordering van een regelmatigen ontwikkelingsgang der wetgeving en de zorg, dat het evenwicht der ver schillende belangen in den Staat niet verbroken worde. In dat stelsel behoort het recht van amendement niet thuis. Waar de taak door de Grondwet aan de Eerste Kamer opgedragen gedurende bijna een eeuw onveranderd is gebleven, gelijk zij oorspronkelijk in onze Con- stitutie was vastgelegd, en waar noch in 1840, noch in 1848, noch in 1887, pogingen zijn gedaan, om in de macht, die zij op de wetgeving uitoefent, wijzi ging te brengen, daar meent de Regee ring, dat toekenning van het recht van amendement in meer dan één opzicht een proefneming zou moeten genoemd worden, waaraan gevaren verbonden zijn en waartoe een afdoend motief ont breekt. Of zou, met de meerderheid der Staatscommissie, dit motief wellicht moeten worden gezocht in de vrees, dat de uitbreiding der kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer ten gevolge zal hebben, dat onberaden beslissingen minder zeldzaam zullen worden? De Regeering deelt die vrees niet. Zij werd ook in 1848 en 1887 door som mingen gekoesterd en is niet bewaar heid geworden. Maar ook al ware zij ditmaal gegrond, de Regeering ziet niet, hoe het gevreesde kwaad, door toekenning van het recht van amen dement aan de Eerste Kamer zou kun nen worden geneutraliseerd. De be slissingen, welke de Commissie op het oog heeft, zouden in haar gedachten- gang immers tot verwerping van het wetsontwerp in zijn geheel moeten lei den aan de gebreken van zoodanige beslissingen zou toch in den regel niet door toepassing van het recht van amendement zijn tegemoet te komen. Komt de Regeering derhalve, op grond van het aangevoerde, tot de nog geen maar zijn vader wil hem er een geven als hij verstandig zijn en werken leeren wil. Kom, Jenny, laat dat nu maar rusten. Ja, kinderen, dat helpt nu allemaal niets, thans moeten wij verstandig met elkaar praten. Otto schoont je ook niet, als hij thuis komt, dat kan je denken. Jouw Henk was namelijk tot nu toe een geweldige dagdief, Kathe. In plaats van beleedigd te zijn, ver beterde Henk lachend. Maar een aardige, Jenny, dat zal je moeten toegeven. Dat zijn juist de ergste, omdat zij in den regel onverbeterlijk zijn. Oho. Ik zal je 't tegendeel be wijzen, waarde nicht. Ik zal 't u allen toonen. Nu juist ter wille van Kathe. Jenny zette een ongeloofelij k gezicht en legde den arm moederlijk om Kathe's schouders. Jij blijft in elk geval bij mij kleine, en ik wijd je in alle geheimen van den landbouw in. Daarop maakten zij plannen voor de toekomst. Maar Kathe bleef buiten gewoon stil. Waarom had zij eigenlijk drie jaren lang zoo gewerkt en geleerd, als er niets gewichtigers voor haar op de wereld te vinden zou zijn, dan melk, boter en kaas? Toen Otto Wernich thuis kwam en het groote nieuwtje hoorde, was hij conclusie, dat toekening van het recht van amendement aan de Eerste Kamer niet raadzaam is te achten, zij aanvaardt deze conclusie te eerder, omdat tusschen den ietwat tragen gang onzer wetge ving en het recht van amendement een niet te miskennen causaal verband be staat. Zij zou, door de oorzaak te ver sterken, aan het gevolg ongetwijfeld nog grooter uitbreiding geven. Ook die overweging stemt tot omzichtigheid" Algemeen kiesrecht in Hongarije. Zooals men weet, is in de Oostenrijksch- Hongaarsche monarchie de beweging voor het algemeen kiesrecht het eerst in Hongarije begonnen. Niettemin heeft men het in Oostenrijk het eerst verkregen. Thans heeft in het Hongaarsche Volks huis een lid der soc.-dem. partij de Regeering geïnterpelleerd, hoe het nu eigenlijk met de invoering ervan in Hongarije stond. De minister Andrassy antwoordde, dat de Regeering plechtig had beloofd een ontwerp te zullen in dienen en zij zou het dus doen ook. Maar het gold hier een zaak van groot gewicht, zeide hij, dus men moest een weinig geduld hebben. En, voegde hij er bij, het was in 't geheel niet noodig door demonstraties op groote schaal de Regeering aan hare belofte te herin neren. Dit laatste sloeg natuurlijk op de groote demonstratie, de vorige week te Boedapest gehouden ten gunste van het algemeen kiesrecht. Meer dan honderd duizend personen trokken dien dag door de straten der hoofdstad en ten slotte vervoegde zich een deputatie van veer tig leden bij den president van het Volkshuis om hem een verzoekschrift te overreiken. De minister Andrassy zeide toen reeds, dat de geheele demonstratie was het forceeren van een open deur, daar de Regeering nagenoeg met haar ont werp gereed was. Maar het was den leiders er na tuurlijk om te doen om hun kracht eens te toonen; er moest en zou gedemon streerd wordenmen mag gaarne eens bang maken. En te Boedapest is dit wonderwel gelukt; er is feitelijk een eerst niet weinig verbaasd. Hij wierp zijne vrouw een blik toe, die haar een ernstige vermaning onder vier oogen over deze huwelijksmakerij beloofde. Maar tegelijk deed hem in zijne goed moedigheid het bedroefde gezichtje van Kathe leed maar hij wilde vroolijk en geen treurige gezichten om zich heen hebben, als hij, 's avonds ver moeid en hongerig thuis kwam en zijne beenen onder de tafel stak. Dus wenschte hij het bruidspaar met een paar goedgemeende woorden geluk, kneep zijn neef ruw in 't oor en kneep met zijn groote handen Kathe's handen bijna in twee. Daarop at hij, zooals hij 't als vlijtig man verdiend had, en ver telde ondertusschen om Kathe op te vroolijken een paar grappen en toen hij klaar was, ging hij behagelijk liggen en sprak als een boek van alle groote en schoone opgaven van den landbouw en schilderde hun toekomstig landgoed zoo idyllisch, dat Kathe ten slotte ge heel vuur en vlam werd en het liefste dadelijk op stel en sprong de mouwen opgestroopt en met hare blanke armen flink aangepakt zou willen hebben. De verloving zou voorloopig geheim blijven. Slechts de wederzijdsche ouders zouden ervan hooren. Zoo reed Jenny den volgenden Zondag met Kathe naar Schonhaide om haar aan de oude Dob- beiins voor te stellen, tamelijk boos op haar man, die haar deze vervelende geheelen dag gestaakt. De bladen, zelfs de ministerieele, verschenen niet, de groote winkels hadden hun personeel vrijaf gegeven en de restauraties waren gesloten. Men was eenvouding bang voor de gevolgen als men niet staakte. Voor de zaak van het kiesrecht was de demonstratie inderdaad geheel over bodig, maar voor de zaak der sociaal democraten niet. Volgens den Peterburgschen be richtgever van het Berliner Tageblatt" laat in den jongsten tijd de verhouding tusschen Rusland en Turkije nog al wat te wenschen over. De Russische gezant te Constantinopel zou dagelijks der Porte voorstellen doen over de Turksch-Perzische quaestie, en de Porte, daarover wrevelig geworden, zou einde lijk den gezant hebben geantwoord, dat zij beter op de hoogte der zaak is dan Rusland. Men spreekt, alles volgens den corres pondent van het Berlijnsche blad, reeds over het aftreden van den Russischen gezant, daar iedereen weet dat hij niet de rechte man op de rechte plaats is maar omdat Iswolsky, de Minister van Buitenlandsche Zaken, afwezig is, heeft men officieel nog niet over de zaak gesproken. Op welk een wijze de Bulgaarsche benden in Macedonië te werk gaan, blijkt uit een telegram van het agent schap Havas, waarin wij lezen hoe een dier benden een paar boeren formeel terechtstelde, omdat zij ongehoorzaam waren geweest aan de voorschriften van de Bulgaarsche commissies. Bij Vodena heeft een Bulgaarsche bende, te zamen met een paar Muzel mannen, een convooi, bestaande uit een honderdtal Grieksche boeren, aangevallen Een scherp gevecht ontstond en vier menschen werden gedood. De „Daily Telegraph" een blad waarmee men een weinig voorzichtig inoet zjjn, heefl twee nieuwtjes in zake Marokko. In de eerste plaats, dat de Spaansche commandant Santa Ollala te Casablanca, die met iedereen, tot met den Spaanschen consul toe, overhoop ligt, teruggeroepen is, en verder dat Moelei Hafid den taak alleen overgelaten had. En dat nog wel met onverschillig schouderop halen en met de woorden Wat gaat mij 't aan Maar de zaak liep beter als zij ge dacht had. Mama was diep geroerd en vergoot heete tranen bij 't zien van 't geluk stralende bruidspaar. De oude Dobbelin nam de arme, maar bekoor lijke dochter in 't begin eenigszins ge reserveerd op; eerst toen Henk onder vier oogen herhaaldelijk den rijken erf oom noemde en Jenny als getuige aan haalde, werd hij wat toegankelijker. Jij staat voor het meisjein, Jenny, dat zij wat nuttigers leert dan al de boekenwijsheid. Je bent immers zelf een fikse, flinke huisvrouw geworden. Hij kneep haar in de wangen en glimlachte. Toen wendde hij zich om en keek grimmig zijn zoon aan. Nu, Henk, ik wil geen lange vermaning houden. Mijne meening ken je. Ga heen en doe je best dan zul je mijn zegen hebben. Des avonds, toen de dames reeds in het rijtuig zaten, schudde hij Kathe de hand, als wilde hij haar uit 't gelid rukken voor allen, die den oude kenden, een onbedriegelijk teeken van zijn welwillendheid. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1