BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
advertenties in een Parijsche courant,
reDdez-vous dicht bij Toulon. Een agent
van de veiligheidsdienst kwam hem op
een afgesproken eenzame plaats tegemoet,
onder voorwendsel het geld voor de
stukken te willen geven. Plotseling echter
gaf de agent Ulmo een schop, zoodat
deze omtuimelde. Aanstonds sprongen
andere agenten te voorschijn, die den
man bonden en meenamen.
Men weet niet of Ulmo medeplichtigen
had en of de stukken, die bij gestolen
moet hebben, belangrijk waren. Men
zegt, dat er opium bij in het spel is ea
een lichtzinnige vrouw, bijgenaamd de
Duitsche. Opium en deze vrouw moeten
den jongen man ten verderve hebben
gevoerd.
Intusschen is volstrekt niet bewezen
dat Ulmo de stukken aaneen vreemden
staat heelt willen verkoopen of uitleveren.
Hoogstwaarschijnlijk wou hij alleen, wat
tusschen twee haakjes erg genoeg is,
het departement van marine geld af
persen.
Het tweede geval betreft zekeren Ber-
thon. De veiligheidsdienst kwam dit mis
drijf op het spoor door een gesprek, dat
Berthon een van de eerste dagen van
October gehouden heeft in een hotel te
Brussel met een Duitscher. Een Fransch-
man, die naast Berthon een kamer had
in het hotel, hoorde in de kamer naast
zich een onderhandeling over de levering
van stukken. De Franscbman seinde
onmiddellijk naar Parijs, naar den polilie-
prefect, wat hij gehoord had.
Reeds stond Berthon onder verden
king van spionnage. Bij Berthon werd
huiszoeking gedaan en zoo kreeg de
justitie een pak brieven in handen, die
geen twijfel meer lieten of Berthon moest
met buitenlandsche agenten in betrek
king staan. Berthon is op de vlucht ge
gaan. Hij is gevat aan een stationnetje
dicht bij Vendöme.
Bij het eerste verhoor heeft Berthon
alles ontkend. Een nieuwe huiszoeking
heeft nieuwe bezwarende stukken aan het
licht gebracht.
De Engelsche minister L1 o y d
George heeft een conferentie met de
voornaamste spoorwegdirecteuren ge-
gehouden maar het publiek is er niet
achter gekomen wat het resultaat der
bespreking is geweest. [Een officieele
nota is aan het eind der zitting open
baar gemaakt, alteen inhoudende, dat
verschillende voorstellen gedaan zijn en
daarop de vergadering is uitgesteld om
den heeren tijd te laten, de voorstellen
te overdenken.
De pleidooien in het proces
Moltke Harden zijn Zaterdag gehou
den en afgeloopen. Heden om half
twaalf zou de uitspraak zijn. Misschien
kunnen wij dien nog onder de Laatste
Berichten vermelden.
De correspondent van de Daily
Mail» te Johannesburg meldt dat d e
schennis van Kruger's graf
het werk is geweest van drie o f f i-
cieren, te Pretoria in garnizoen, die in
gezelschap van twee koorzangsters ge
geten en overmatig gedronken hadden.
Generaal Hildyard weigert iets mede
te deelen, maar de zaak is uitgelekt.
De politie is de grafschenders op het
spoor gekomen door een rijtuiglantaarn,
die men op het kerkhof vond. Zij bleek
afkomstig te zijn van een rijtuigje dat
de officieren gehuurd hadden.
De drie dronkenmannen zullen voor
den krijgsraad gedaagd worden. De
militaire bevelhebber moet aan de
leiders van da Boeren zijn leedwezen
over het gebeurde betuigd hebben.
Op uitnoodig van het Propaganda-
Gomité voor Grondwetshei ziening en
Algemeen Kiesrecht zal binnenkort een
vergadering worden gehouden van dit
Comité met de Vrijzinnig-Democratische
Kamerclub en de hoofdbesturen van den
Vrijzinnig-Democratischen Bond en het
Algemeen Nederl. Werklieden-Verbond,
ten einde gezamenlijk een bespreking te
houden omtrent de voorstellen der
Regeering betreffende de Grondwetsher
ziening en de in verband daarmede te
voeren actie.
Uit Rotterdam is aan dan Minister
van Oorlog een adres gezonden, waarin
de aandacht van den Minister gevestigd
wordt op eenige volzinnen die onder het
hoofd .Ongeschikt voor den dienst"
voorkomen in het weekblad „De Wereld-
strijd", Orgaan van de Nat. Chr.-Geheel-
onthoudersvereen. hoofdredacteur ds. D.
Van Krevelen, te Beekbergen.
Bedoelde volzinnen zijn. „De legers
en de geheelonthouding staan behalve
in Engeland nog niet met elkaar op
den besten voet. 'k Hoorde voor een
poosje van een mijner vrienden, hoe
onder dienst een luitenant hem, den
soldaat-geheelonthouder, onder de gruwe
lijkste vloeken verzekerd had, een soldaat
die niet zuipen kan, is geen soldaat 1....
Dit laatste geschiedde niet in Zwitserland
maar in Nederland.
II Dit wordt in het adres genoemd, een
blaam werpen op alle officieren bij liet
leger, omdat de bedoelde luitenant niet
bij name genoemd wordt, en dat bij het
vermelden van zulke toestanden de ouders
met angst hun zonen in de gelederen
zullen zien plaats nemen.
Den Minister wordt verzocht een onder
zoek naar het al of niet ware van deze
beschuldiging te willen doen instellen.
Het blad waarin gemelde zinnen voor
komen is den Minister bij het adres toe
gezonden.
- In den leeftijd van 67 jaren is
te Ouderkerk a/d Amstel, overleden,
de Heer J. P. Lissone, de bekende
ondernemer van gezelschapsreizen, hoofd
van het Nederlandsch Touristen-Bureau
Lissone Zoon.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Amersfoort op Dinsdag 29
October, 's namiddags 1uur.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig 16 leden. Afwezig met
kennisgeving de heer Hamers.
Na het vaststellen der notulen van de
vorige vergadering, wordt mededeeling
gedaan van de volgende Ingekomen
stukken
Eenige besluiten van Ged. Staten tot
goedkeuring van besluiten genomen door
den Raad
Proces-verbaal van kasopname bij den
Ontvanger.
Het antwoord van den Voorzitter van
den Raad op de nota van den heer
Veis Heijn.
De heer Veis H e ij 11 Ik wensch
alleen dit te zeggen, mijnheer de voor
zitter, dat ik ben teleurgesteld over de
wijze waarop het antwoord van den
burgemeester tot mij is gekomen. Ik had
verwacht dat hij daarvan mededeeling
zou hebben gedaan in deze zitting. Tevens
ben ik teleurgesteld, omdat ik gehoopt
had dat de burgemeester rekening zou
hebben gehouden met de gevoelens van
een groot deel der inwoners.
De heer Jorissen: Ik laat in het
midden de wijze waarop de voorzitter
gemeend heeft zijn antwoord te moeten
meèdeelen, maar naar aanleiding van die
wijze van meèdeelen hebben er in elk
geval stukken in couranten gestaan en
uit een antwoord van een der predi
kanten is gebleken, dat een godsdienst
oefening is gestoord. Nu zou ik den
burgemeester willen vragen of dit waar
is. Als dat waar is, dan hebben zeer
zeker zij gelijk, die zich daarover be
klagen. Zeer stellig kan men het niet
ieder naar den zin maken, maar als toe
stemming tot optochten oorzaak wordt,
dat godsdienstoefeningen gestoord wor
den, dan gaal zulks niet. Ik weet wel
dat de burgemeester in deze geen schuld
heeft, want de optocht moest om 1 uur
beginnen en om 2 uur zijn afgeloopen,
maar heeft de politie hiertegen niet ge
waakt
De heer Gerritsen: Ik geloof dat
de heele quaestie hierop neerkomtIs
de godsdienstoefening gestoord of niet
En nu is uit niets gebleken, dat die ge
stoord is. De predikant is „bijna" ge
stoord. Ik wil dat gaarne aannemen,
maar dan is ook juist, wat in de courant
geslaan heeft, dat auto's datzelfde kun
nen teweeg brengen. Ik noem dan ook
het antwoord van den burgemeester
flink en correct en ik kan mij er geheel
mee vereenigen. De quaestie gaat
echter nog iets verder. Heeft de burge
meester wel het recht te weigeren? Als
ik lees wat de burgemeester van Rotter
dam over deze zaak heeft gezegd, dan
kan hij er niets aan doen.
Ik heb den indruk gekregen van eene
opgeschroefde geschiedenis. Allerlei dwaze
praatjes worden er bij gehaald. Er is
ook op minder waardige wijze overge-
sproken. Ik zou voorstellen de zaak hier
nu maar bij te laten en den burgemeester
dank te zeggen voor zijne mededeeling.
De heer Oosterveen. Ik ben het
niet eens met het standpunt van den
burgemeester, die meent een optocht te
moeten toestaan, omdat hij het belang
van allen moet behartigen. Dit is geloof
ik niet juist; de burgemeester kan dat
tegengaan omdat velen er zich aan er
geren. Van het standpunt van den
burgermeester kan men moeilijk aan an
dere groepen weigeren, wat aan de eene
wordt toegestaan. Mijns inziens kan men
zich slechts op twee standpunten stellen.
Men kan alles toelaten, maar dan als
alle godsdienstoefeningen zijn afgeloopen,
of alles weigeren en dan wordt men
hierin gesteund door de Zondagswet. Het
is mijn overtuiging, dat alsnog het
grootste deel der inwoners die optochten
op Zondag niet wenscht.
De heer Veis H e y n. In afwijking
van hetgeen ik eerst heb gemeend, n.l.
om kort te zijn, moet ik nog even het
woord voeren, omdat ik merk, dat
de heer Gerritsen er een eigenaardige
opvatting van verstoring der godsdienst
oefening op na houdt. (Spreker leest hier
een schrijven voor, onderteekend door
eenige kerkelijke beambten die verklaren,
dat de godsdienstoefening is gestoord.)
Wij hebben ook nog een art. 5 der
Zondagswet. Op grond hiervan had ik
durven hopen dat het antwoord van den
burgemeester milder zou zijn. En wat
de heer Gerritsen zegt over Rotterdam,
daar wordt de muziek niet toegestaan
alvorens de godsdienstoefeningen zijn
afgeloopen.
De heer van Kalken. Ik wil meer
in 't algemeen spreken over optochten
op Zondag. Ik weet zeer goed, dat niemand
te heilig kan zijn maar wel met bekrom
pen inzichten Kan zijn behept. Nu be
grijp ik niet best, wat men hebben kan
tegen optochten met muziek. Ik voor mij
zou wenschen, dat er alle Zondagen
muziek was; ik voor mij vind hierin
verhooging van den Zondag. Dat kan
zeer goed samengaan met godsdienstig
gevoel. En nu wat dezen optocht aan
gaat. Er is toestemming verleend op
voorwaarde dat geen stoornis van gods
dienstoefening zou worden verwekt. Men
is echter te laat met den optocht fe-
gonnen. Er is een klein verzuim geweest
van den kant der regelingscommissie. Men
kan vrijwel aannemen, dat onze burge
meester niet vrijgevig is op dit gebied.
Maar ik geloof toch, dat het in het be
lang van Amersfoort is, dat men derge
lijke dingen niet te bekrompen opvat.
En dan dient de burgemeester toch ook
mee te werken.
De heer V e 1 s-H e ij nIk kan niet
begrijpen, dat men mij bekrompen
noemt. Altijd ben ik te vinden voor
subsidies, die voor hel een en ander
worden aangevraagd, maar ik wensch,
dat feestviering op Zondag beperkt
blijve tot particulier terrein.
De heer Jorissen: Ik had niet
gedacht, dat mijn eenvoudige vraag
zooveel discussies zou hebben uitgelokt.
De heer v. Kalken haalt er dingen bij,
die er niet bij hooren. Ik heb alleen aan
den voorzitter gevraagdIs het u bekend,
dat op dien dag de godsdienstoefening
is gestoord?
De Voorzitter: Het spijt mij, dat
de heer Vels-Heijn is teleurgesteld. Ik
meen dat ik mij geplaatst heb op het
standpunt dat een burgemeester moet
innemen.
Dat de godsdienstoefening verstoord
is, is mij meegedeeld door den diensi-
doenden predikant. Ik wil dat gaarne
aannemen, doch ikzelf ben niet gestoord.
En zooals de heer Vels-Heijn met onver
dachte getuigen aanvoert is het wel het
geval geweest.
Wat den heer v. Kalken betreft, ik
ga, als mensch, persoonlijk, niet met
hem accoord, maar als burgemeester
kan men niet altijd doen wat men als
mensch voor Zondagsheiliging zou wil
len. Als burgemeester meende ik in 't
belang van Amersfoort toestemming te
moeten geven tot den optocht. We
kunnen er lang over redeneeren, wat in
het belang der gemeente is of niet. Er
is verschil in appreciatie van belangen.
De heer Jorissen: Naar aanleiding
van het antwoord moet ik aannemen,
dat de godsdienstoefening verstoord is.
Zouden daartegen, dit is mijn tweede
vraag, door u geen maatregelen genomen
kunnen worden?
De Voorzitter: Ik zal er zooveel
mogelijk voor zorgen, maar kan niet
vooruit algemeene regelen geven om
trent de toekomst.
De heer v. D u i n e nDe burgemees
ter kan vrij uit gaan. De burgemeester
heeft toestemming gegeven op voor
waarde, dat de optocht zou zijn afge
loopen om 2 uur. Dat vertraging heeft
plaats gehad maar een paar minuten
trouwens is veroorzaakt door het te
laat aankomen van een paar corpsen.
De heer v. E s v e 1 d Na al het
gehoorde wil ik even zeggen, dat het
antwoord van den burgemeester mij zeer
heeft verheugd, daar hij zelf erkent
particuliere gevoelens op zij te hebben
gezet, om het algemeen belang te be
hartigen. Dat is het richtsnoer hetwelk
hij steeds wil volgen. Daarmee wensch
ik Amersfoort geluk. Applaus.
De heer G e 1 o s s e Ik ben president
geweest van de feestcommissie. Over de
quaestie of de godsdienstoefening is
verstoord, zijn de gevoelens verdeeld.
De heer Veis Heijn zegt ja, maar ik heb
niets gehoord over sloornis der gods
dienstoefening. Het staat in elk geval
niet vast, dat verstoring heeft plaats
gehad. De predikant heeft slechts een
„oogenblik gedacht". Dat oogenblik is
slechts heel kort geweest dus. Hij is
doorgegaan. Vele anderen meenen echter
dat er geen verstoring heeft plaats ge
had. De verstoring staat dus volstrekt
niet vast.
De heer Veis H e ij n Ik kom met
namen, noem ook namen 1
Alles in de schuld van de wijze
waarop liet antwoord is meegedeeld.
Nu hebben de couranten van den
predikant een carricatuur gemaakt.
De Voorzitter stelt voor de discussie
te sluiten. Zulks geschiedt.
Onder de ingekomen stukken is er
voorts een, dat volgens den voorzitter
spoedeischend is. De heer J. C. Snouck,
leeraar in de gymnastiek, heeft verzocht
het lokaal in de school aan de Hellestraat
nog 2 uren meer te mogen hebben. Als
de Raad dil punt ook urgent vindt, stej
hij voor het lokaal in plaats van 2 maal
2 uren, 2 maal vier uren te geven en
in plaats van f60, f70 daarvoor te vra
gen
De heer Plomp: Is het hoofd der
school hierin gehoord
De Voorzitter: Deze is van mor
gen hier geweest en had geen bezwaren.
Overeenkomstig het voorstel van den
voorzitter wordt besloten.
Aan de orde is het voorstel van B.
en W. tot vaststelling van jaarwedden
en pensioensgrondslagen van het perso
neel aan de Burgeravondschool voorden
cursus 1907/1908.
Goedgekeurd.
Daarna volgt het voorstel van B. en
W. tot vaststelling van de jaarwedde
van den tijdelijken leeraar M. H. Flothuis.
De jaarwedden worden bepaald op
f665 voor het Gymnasium en f1265
voor de Hoogere Burgerschool.
Thans wordt overgegaan tot de be
noeming van een lid van de Commissie
tot wering van schoolverzuim (vacature
D. C. Schuur).
Benoemd wordt de heer H. G. Lan-
gereis die op de voordracht stond met
den heer A. F. Sanders.
Hierna komen in behandeling reclames
tegen aanslagen in de Inkomstenbelasting
dienst 1907 (primitief en suppletoir
kohier) en reclames tegen aanslagen in
de straatbelasting dienst 1907.
Goedgekeurd.
Teruggenomen wordt vervolgens de
voordracht van B. en W. tot het ver-
leenen van afschrijvingen in zake in
komstenbelasting, dienst 1907 wegens
vertrek en overlijden.
Er moeten nog enkele zaken worden
opgehelderd in de volgende vergade
ring zal de voordracht opnieuw worden
ingediend.
Hierna is aan de orde het voorstel
B. en W. tot het aangaan eener tijdelijke
geldleening ter voorziening in de ver
moedelijk behoefte aan kasgeld.
Goedgekeurd.
Thans komt in behandeling het voor
stel van B. en W. betreffende een ver
zoek van C. J. van Leeuwen e.a. tot
gebruikt van een gemeentezaal voor het
houden van een cursus tot opleiding
voor de Hoofdacte.
Goedgekeurd.
Nu wordt overgegaan tot het voorstel
van B. en W. tot wijziging van de geld
middelen van de gasfabriek, tot beschik
king van een deel van hel saldo over
1906 en tot wijziging van de begrooting
voor 1907, een en ander in verband met
den aankoop van Birkhoven.
De heer Gerritsen: Ik zal geen
moeite doen om de heeren te overtui
gen van mijn onveranderd oordeel over
het voorstel van B. en W., maar wil
alleen constateeren dat de gasverbrui-
kers van 1905 en 1906 Birkhoven be
talen en niet het nageslacht, waarvoor
het de grootste waarde heeft: Onjuist
is, wat de de Voorzitter in de le af-
deeling van den Raad heeft gezegd, dat
de begrooting 1908 bij aanneming van
mijn voorstel met f 4000 moet vergroot
worden. Hij verzuimt er bij te zeggen, dat
dan eveneens de rente van f 6000 aan
de creditzijde moet komen. Wanneer we
voor hoogstens 5'/s a 6°/0 leenen met
aflossing, dan wordt de begrooting be
last met f 3600. Daarentegen ontvangen
we f 30G0 a f 3200 aan rente, zoodat
feitelijk de begrooting wordt belast met
4 1 f 600, hetgeen dan ieder jaar ver
mindert. Behoefden we niet aftelossen
dan zouden we kunnen leenen voor 4
a 4Vj en zetten onze f 6000 uit voor
een hoogere rente en behielden het
kapitaal.
Ik heb voorgestemd straks bij de
quaestie van het kasgeld, maar dat
heeft met deze zaak niets te maken.
Maar ik zou in dit oogenblik geen
geen besluit willen nemen, doch in 't
volgend jaar als de krisis verdwenen
is, dan bepalen of men leenen zal ja
dan neen. De f 60000 zijn aanwezig;
het wordt betaald ook. Maar de boe
king kan gerust nog een jaar worden
verschoven.
De heer Visser (kon door ons
niet worden verstaan)
Als een koopman een buitenkansje
heeft en hij belegt dat kapitaal goed,
dan wordt zijn credietwaardigheid ook
grooter. Hoe meer eigendommen de
gemeente heeft, hoe meer geld wij
kunnen leenen. Nu moet de dienst 1907
geregeld wordeneen gemeente moet
zijn diensten afzonderlijk houden. Ged.
Staten zouden met eene verschuiving
ook stellig geen genoegen nemen. Met
Juli sluit de dienst en als we nu uit
stellen, komt er niets van terecht.
Nadat de heeren Plomp en v. Dui
nen nog het voorstel van B. en W.
hebben verdedigd, wordt het aange
nomen met 15 tegen 1 stem. Tegen
de heer Gerritsen.
Daarna komt ter tafel het voorstel
van B. en W. betreffende „Birkhoven',.
De heer Plomp: In de eerste plaats
wil ik, B. en W., dank zeggen voor
de uitnoodiging, waardoor we in staat
zijn gesteld het landgoed te bezichtigen.
Ik, geloof dat we allen overtuigd zijn.
dat Amersfoort een prachtige bezitting
rijker is geworden.
We zullen echter alles op bescheiden
wijze moeten inrichten. Aan den eenen
kant moeten we er al het mogelijke
uitslaan en aan den anderen kant het
beheer zuinig inrichten. Er zullen sport-
feesten, zendingsfeesten, enz. moeten
worden gehouden. En waar nu op alle
manieren menschen gelokt moeten
worden, zijn we tot de overtuiging
gekomenkijk, behalve B. en W.
moesten ook andere menschen mede
zeggingschap hebben, die zich met de
zaak kunnen bemoeien. Met andere
woorden er zou eene commissie van
bijstand gewenscht zijn. Het spijt ons,
dat B. en W. deze meening niet deelen.
Mede uit naam van de heeren Ger
ritsen en Tromp van Holst stel ik eene
motie voor, waarin de Raad B. en W.
uitnoodigt een voorstel te doen zich
een [commissie uit den Raad toe te
voegen voor het beheer van Birkhoven.
Verder is de vraag gerezen is een
houtvester noodig voor een opper
vlakte van slechts 95 H.A.
Ik hoopte dat een boschwachter zou
worden aangesteld, tegelijk onbezoldigd
rijksveldwachter, en twijfel er aan of
ik wel de juiste opvatting heb van
wat B. en W. zich voorstellen van een
houtvester. Is verder de exploitatie
niet in eigen beheer te nemen
De Voorzitter: De naam hout
vester is genomen op het voetspoor
van de benaming, die bij de Heide
maatschappij wordt gebruikt.
Een boschwachter of een baas houden
gewoonlijk uitsluitend toezicht. Maar
de persoon zal mee werkzaam zijn
daarom zou ook maar éen arbeider
worden aangesteld.
Wat nu de motie aangaat, de Raad
kan daarover zijn oordeel uitspreken.
B. en W. zullen deze in overweging
nemen en in de volgende vergadering
advies over uitbrengen.
De heer II e y 1 i g e r s Ik zou voor
de motie zijn, als ze kon worden ge
splitst, het beheer van het bosch bij
B. en W. en het andere bij de Com
missie van Bijstand.
De heer Gerritsen: Onze be
doeling is geweest, dat de voorzitter
zou zijn ook voorzitter van de com
missie. Dan komt men niet in conflict
met elkaar, wat men wel zal komen
als het voorstel-Heyligers wordt aan
genomen.
De Voorzitter: Het beheer blijft
toch volgens de wet bij B. en W.
conflicten zullen er dus ni et komen,
Maar B. en W. zullen gaarne dit voor
stel in overweging nemen.
De heer C e 1 o s s eMaar wordt das
de tijd niet te kort
De Voorzitter: Dat geloof ikt
niet, maar ik zou toch wel machtiging
willen voor het aanstellen van een
persoon
De heer C e 1 o s s eMaar dan zal
de Raad reeds beginnen te doen, met
wat het werk van de Commissie van
Bijstand is. Ook ik ben het eens met
de heeren, die meenen. dat een Com
missie wenschelijk is.
De heer Veis H e ij n Is het
noodig dat er onmiddellijk een persoon
benoemd wordt, of kan dat wachten
De Voorzitter: Het is wel
wenschelijk. Den 25 November gaat
het goed over en de te benoemen
persoon heeft tijd noodig om zich los te
maken. De Commissie benoemt tocb
nooit, dat doen B. en W.
De heer Celosse: Neen, maar als
de Commissie benoemd is, dan kan die
toch adviseeren over de benoeming,
De heer Visser: B. en W. hebben
hunne ambtenaren en technici om zich
op de hoogte te stellen. Als de heeren
der Commissie het niet eens zijn, dan
moeten B. en W. toch weer beslissen,
Een houtvester is oogenblikkelijk
noodig.
De heer Gerritsen: Laten we
nu eerst uitmaken, of er een commissie
komt, anders duurt het te lang.
De Voorzitter: Ik geloof dat
de leden van den Raad beter kunnen
oordeelen, nils eerst advies is uitgebracht.
De heer v. E s v e 1 dHebben we
niet alreeds het advies van B. en W
Als we nog een maand wachten, zullen
B. en W. zich eenvoudig houden aa
dat advies. Dan zijn we alweer ee
maand verder.
De motiePlomp wordt daarop aan
genomen met 14 tegen 2 stemmen
Tegen de heeren Heyligers en Visset,
Thans moet worden gestemd ovetj
den houtvester.
De heer v. E s v e 1 dNu eenma:
de Raad zich uitgesproken heeft ove
de commissie, is het nu wenschelijk oc
nu reeds een persoon te benoemer
Als die niet meevalt, zegt de commit'
sie: fdaar weten wij niets van.»
De Voorzitter: B. en W. zij:
alleen uitgenoodigd voorstellen te doe:
tot het instellen van eene commissi'
Er is nog niets besloten.
De heer Rolandus Hagedoo:'''
Als nu eenmaal de Raad bijna una*
niem heeft nitgesproken, dat er een
commissie zijn zal, begrijp ik niA
waarom B. en W. zich zoo met hand