7'Vrijzinnig' Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. No. 100. ZATERDAG 9 NOVEMBER 1907. 4e JAARGANG. Nederland en België. f p. FEUILLETON. OOM WILLY. BUITENLAND. DE EEMLANDEB Oitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB". Directeur R>. G. RIJKENS. u g Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 y uuuuuiuug" en Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Adverténtlën Van 1 tot 5 regelst 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (Bjj abonnement belangrijke korting.) -♦ T. k 10 s, 1- in n ir t- d. =E In 1905 schreef de heer Eugène Baie in het bekende Brusselsche blad, «Petit Bleu» een reeks artikelen, waarin hij een nauwer samengaan van Belgis en Nederland, deze twee in 1830 geschei den landen, bepleitte. Dat is natuurlijk een loffelijk streven: overal waar men tracht twee van elkan der gescheiden volken weder tot elkan der te brengen, verricht men een werk, dat op zichzelf beschouwd, onzen eerbied een onze instemming verdient. En nu door verschillende congressen, persstem men en door andere uitingen van den volksgeest is gebleken, dat de naijver en haat tusschen Belg en Nederlander al lang niet meer bestaat, det zelfs 1830 is vergeten, in elk geval is ver- geven, mag men niet anders doen dau lof brengen aan hen, die een nog meer vriendschappelijk samengaan trachten te bereiken. Maar er is hier sprake van twee Staten, die een geheel verschillend karakter dragen, die nog evenveel ver schil in karakter vertoonen nu als in 1830 en die dan ook, nu zoo min als toen, zullen kunnen samengaan, wanneer dat verschil niet word opgeheven. De Nederlandsche bladen hebben dan ook over 't algemeen een afwachtende houding aangenomen ten aanzien van de vraag samengaan of niet; zij be grepen al te goed, dat er een groote moeilijkheid blijft bestaan. Werkelijk, het land der Belgen is een land van hooge invoerrechten, van clericaal bestuur, van mijnen en industrie ons Nederland is nog altijd een land bouw- en handelsland, wars van hooge invoerrechten, levend van uit- en door voerhandel. Wanneer België met Neder land wenschtsamen tegaan.best, uitste. kend, maar zullen dan de Belgen hun gren zen voor Nederlandsch vee, voor andere Nederlandsche zaken openstellen? Zal België dan een tolverboud met ons willen aangaan op onze lage tarieven Zoo neen, wat wil het dan? Nederland wil ongetwijfeld samen, gaan met België, wanneer Belgic onze politiek en niet alleen de binnenland- sche wil volgen, wanneer België ons geen avonturen in West-Afrika, geen groote heeren-politiek buiten de grenzen wil laten spelen, maar wanneer België meent in een coalitie met Nederland te zien een middel om eene andere plaats in het Europeesch concert in te nemen, dan ga het maar alleen. Vriendschap doen ontstaan, waar de vijandschap ophoudt, wij juichen het toe, maar wij blijven koud, wanneer België opoffering van een economisch stelsel, van ons politiek optreden daar voor in de plaats vraagt. Dat is te veel. De Belgen zullen dit, sedert het eerste van Baie's artikelen verscheen, wel al begrepen hebben en anders kan het hun nog eens duidelijk geworden zijn in de eerste zitting, die thans door de commissie van 58 leden, 29 uit elk der beide landen, te Brussel is gehouden, om eens over het plan van den heer Baie te spreken. Men zou spreken over de gezamen lijke economische belangen, dus wilden de Nederlanders het. De Belgen deden toen een poging om het woord «econo mische» te doen schrappen, doch de Nederlanders wilden niets daarvan weten en de voorzitter der Hollanders, de heer Heemskerk, antwoordde den algemeenen voorzitter, den heer Beer- naert, die op de politiek had gedoeld, dat het het economische was, dat de Nederlanders op den voorgrond wilden plaatsen en dat overschrijding van die grens hem en zijn medeleden gewaagd voorkwam. Dat is een goed standpunt. Deze koudwaterstraal den Belgischen heeren I mij kgp« ben' Uit het Duitsch van Jassy Torrund. 2 9) Zie, ik ben niet trotsch, Henk, van hem neem ik dankbaar aan, omdat hij je vader is. En ik zou ook van oom Willy, zooals tot nu toe, alles dank baar aangenomen hebben. Neen, val mij niet in de rede laat mij uit reken, ik moet het je toch eens :ggen. Maar nu, nu ik je verloofde nu staat het mij in 't diepst van mijn ziel tegen, van een, die mij lief had en mij voor zich begeerde en tegen wien ik neen moest zeggen, nog het geringste te moeten aannemen. Het deemoedigt mij, het vernedert mij voor mijzelve en voor jou. Voel je dat ook niet, lieveling? Zij keek hem smeekeud en vol ver wachting aan, dat hij haar nu toch begreep. Hij wendde het hoofd af en veegde met zijn hand over zijne oogen. Jij, groot kind, je kunt iemand week maken met je blikken en woor den. Dan moet ik wel de verstandige zijn, de man, en mijn schat zal zich er wel in schikken. Natuurlijk zou ik genoeg voor ons beiden hebben als wij ons geheele leven door wilden ploeteren en afjakkeren. Maar zie eens, hartje, daarvoor ben ik niet ge boren, dat ben ik nooit gewend ge weest. Mijn vader heeft ons steeds voorgehouden: Jongens, neemt een rijke vrouw. Nu, ik deed 't niet, ik neem een arme, omdat ik ze lief heb, zeer, zeer lief, Kathe. Maar als 't nu toevallig zoo uitkomt, dat mijn arm lief meisje een rijken ouden erfoom heeft, die haar met beide handen van zijn overvloed wil geven, waarom zou ik dan zoo dwaas zijn en mij daar tegen verzetten? Alleen omdat mijn dwaas klein meisje heel sentimenteele bakvischgedachten heeft. Neen lieveling zoo zijn wij niet getrouwd. Ik wil je, maar ik wil je frisch en jong en ge zond en vroolijk, zooals je nu bent, niet bleek, met smalle wangen, en afgetobt, zooals je binnen ettelijke jaren zijn zou. Ik wil heel graag met je werken, als 't zijn moet, maar ik wil daarnaast ook mijn beetje genoegen hebben. Niet op de boerderij omkomen en verzuren. In één woord, ik wil je in huis en twee of drie paarden op stal hebben, anders is 't geen leven voor mij. En daartoe hebben wij de gift van je oom noodig, of beter nog het geheele kapitaal, want zeker is zeker Toen maakte Kathe de handen van zijn hals los en liet zich van zijne knie glijden. toegediend, maakt dat wij Nederlanders met meer gerustheid [deze commissie van 58 kunnen laten arbeiden, zonder dat we er bezorgd voor behoeven te zijn, dat we door haar te veel in op spraak komen in het buitenland. Of er veel van zal terechtkomen, is een tweede vraag. Daarvoor zijn er, naar onze meening veel te veel punten op de agenda geplaatstBrussel is wel een prettige stad, doch de heeren zul len daar toch geen jaren willen ver toeven. De Engelsche Spoorwegcrisis geëindigd. Zooals Reuter gisteren meldde, is de bemiddeling der Regeering met ge lukkigen uitslag bekroond en komt er dus geen spoorwegstaking. Hiermede is een ernstig onheil, dat sinds eenigen tijd het Engelsche volk bedreigde, afgewend. De overeenkomst welke is getroffen tusschen de vertegenwoordi gers der spoorwegbesturen en de vak- vereenigingen, behelst de volgende bepalingen Er zal een stelsel van arbitrage worden ingevoerd voor het uit den weg ruimen der geschillen omtrent loon en arbeidstijd. De beambten van elke Spoorweg maatschappij zullen worden verdeeld in secties, welke vertegenwoordigers kie zen om deel uit te maken van de scheids- rechtelijke commissies, welke de Maat schappijen voor iedere sectie in het leven zullen roepen. Elke commissie zal zich uitsluitend bezig houden met de quaesties welke haar eigen sectie betreffen. Wanneer de sectie-commissie niet slaagt, zullen de twistpunten worden gebracht voor een centralen verzoe- ningsraad, te, benoemen voor elke Maatschappij. Wanneer ook deze centrale raad niet slaagt, zullen de geschilpunten worden onderworpen aan de uitspraak van een arbiter, gezamenlijk benoemd door de Maatschappijen en de arbeiders. Neem dan liever een rijke vrouw, Henk, zei ze met geheel veranderde, vreemde stem, deed den ring van hare vingers en legde hem op tafel. Het was, alsof er iets in haar ge broken was, dat nooit meer heel wor den kon. Zij wilde langs hem heen de deur uitgaan, maar hij sprong op en hield haar vast. Kathe, riep hij en trok de weer strevende tot zich, wat is dat nu voor onzin, Kathe. Meen je, dat ik je zoo maar laat gaan? Kom, lieveling, wees toch verstandig. Hij beproefde haar den ring weer aan den vinger te steken en nam toen haar gezichtje tusschen zijne beide handen. Wees toch weer goed, Kathe, ik meen het heelemaal niet zoo. Ik beloof je alles wat je maar wilt. Maar hare blikken ontweken de zijne, haar gezicht was als versteend, de lippen vast op elkaar geklemd. Zij gaf geen antwoord. Stom keek zij naar den grond. De eigenzinnige, trot- sche trek, dien zij reeds als kind gehad had, dien tante Agnes vergeefs had bestreden, dezelfde trotsche, onverbid delijke trek, dien ook oom Willy maar te goed kende, stond op haar gelaat. In zulke oogenblikken was niets met haar te beginnen. Eene verstijving, die van binnen uit voortkwam, waartegen Wanneer men omtrent deze benoeming niet tot overeenstemming komt, zal de arbiter worden benoemd door den voorzitter van het Lagerhuis. De candidatenlijsten voor de ver kiezing der verzoeningscommissies zul len worden gezonden naar den Board of Trade, die de verkiezingen voorbe reiden en de uitgebrachte stemmen er van zullen tellen. Afgaande op den eersten indruk, dien de lezing van de overeenkomst maakt, zou men zeggen, dat het Al gemeen Vakverbond van Spoorweg personeel zijn eisch, in den laatsten tijd door Bell en andere van haar be stuurders met nadruk uitgesproken, nl. dat het verbond erkend moet wor den, ten slotte toch heeft laten vallen. Aangezien de spoorweg-bestuurders van den anderen kant even stellig ver zekerden, dat zij de vakvereeniging niet zouden erkennen, leek er geen schikking mogelijk. Maar zij is toch mogelijk gebleken, omdat het vakverbond den vorm van zijn eisch heeft prijsgegeven om het wezen ervan te bereiken. In de afdee- lingsraden en den centralen raad (waarin waarschijnlijk het personeel eveneens zijn vertegenwoordigers zal kunnen kiezen) zullen uit den aard toch de vakvereenigingen en in de eerste plaats de grootste vakvereeniging, die waarmede de maatschappijen overhoop lagen hun bestuursleden verkozen krijgen. In die raden onderhandelen dus de deskundigen der vakvereeni gingen ten behoeve van het perso neel met de vertegenwoordigers van de maatschappij, en dat was het wat de erkenning van de vakvereeniging beduidde. Maar hierin hebben de maatschap pijen weer hun zin gekregen, dat alleen eigen personeel in de raden mag zitten. BeU, de algemeene secre taris, zal b.v. nu hij bij geen maatschappij meer in betrekking is, aan die onder handelingen in rade niet kunnen deel nemen. Op het beginsel van geen inmenging van buitenaf in de betrek kingen tusschen maatschappij en per soneel te dulden, hebben de spoorweg bestuurders dus gezegevierd. Schandaal-processen. geen strijden bestond, legde zich als een ijzig masker over het weeke jonge gelaat. Zij zelve leed er het meeste onder, het was als een kramp, zij leed vreeselijk. Henk kende dat nog niet van haar. Hij trachtte nog een poosje haar tot andere gedachten te brengen, maar tevergeefs. Het rood harer wangen verbleekte, zij werd zichtbaar bleeker en viel geheel van haar zelve in zijn armen. Doodsbleek, met gesloten oogen en lippen, zag zij er uit als een on machtige. Daarop liet hij haar op een stoel glijden en liep naar buiten om Jenny te roepen. Zij was niet in de keuken, hij liep door den geheelen tuin en vond haar eindelijk op de bleek. Toen beiden in huis kwamen en Jenny de eetkamer open deed, vond zij de kamer leeg. - Zij zal boven zijn, meende Jenny en was reeds op de trap. Na een poosje kwam ze terug, ver hit en geërgerd. Zij heeft zich opgesloten en laat mij niet binnen, 't Beste is, dat je haar vandaag maar met rust laat. Morgen is 't wel weer in orde. 't Is wat moois, zoo'n verloofd paar geeft Iemand maar niets dan last en hoofdbreken. Aan Jenny's praten en Henk's groote toegevendheid was het te danken, dat in de volgende dagen de vrede tusschen het bruidspaar tenminste oppervlakkig was hersteld. Wij leven in den tijd van schandaal processen. Nauwelijks,is dat van Moltke- Harden achter den rug of er zijn weer andere. In Italië staat een gewezen minister voor de rechtbank, beschuldigd het geld van den staat gebruikt te hebben voor zich en zijne vrienden. Het is ook eene geruchtmakende zaak. Er komen bij dat proces allerlei dingen ter sprake, die met de aanklacht nauwelijks iets te maken hebben. De politiek bemoeit er zich mede. De ex-minister Nasi, is, zooals men weet, de man van het zuiden en vindt steun bij zijne landgenooten in engeren zin, die meenen dat de slechte menschen uit het noorden, dat de «Piëmonteezen* hunne grooten man willen treffen om hem te benadeelen. In Rusland heeft men het proces tegen Goerko, min of meer plaatsvervanger van een minister. Hij wordt beschuldigd van zich te hebben doen omkoopen, van veilheid, van de kwaal, waaraan de Russische ambtenaarswereld lijdt. Dat zijn geldzaken. Maar in Duitsch- land gaat het om ernstiger vergrijpen. Te Berlijn heeft thans zekere Brand terecht gestaan, die niemand minder dan den kanselier van het Duitsche Rijk had beschuldigd van dergelijke dingen als door Harden aan de tafel ronde van Liebenberg en aan graaf von Moltke werden verweten. Deze Brand is een minderwaardige. Hij ver klaarde zelf voor de rechtbank, dat hij niet normaal dacht en gevoelde. Hij zag er uit als de type van een gede genereerde, zwak, slap, ziekelijk. Het bleek al spoedig dat hij nauwelijks zich zeiven en nog minder zijne be schuldiging kon staande houden. Hij verzocht een uitstel dat hem niet werd verleend. Hij kon geen woord inbren gen tegen de verklaring van den heer von Bülow, die voor de rechtbank een kleine rede hield, waarin hij met de grootste kracht en met zedelijke ver ontwaardiging opkwam tegen hetgeen omtrent hem, in de bedekte termen altijd, was gezegd. Er is trouwens geen redelijk denkend mensch in het Duitsche Rijk of daarbuiten, die prins von Bülow verdenkt van de in den laatsten tijd meermalen genoemde dingen. De Als je dan heelemaal niet wilt, niemand zal je er toe dwingen, zei Henk, blij zijn ring weer aan Kathe's vinger te zien steken. Maar ik dacht zoo, dat je terwille van mij wel een beetje toegevend had kunnen zijn. Drie jaren scheiden is een harde tijd voor mij. Heimelijk hoopte hij nog op een betere oplossing der netelige vraag en verborg hij zich achter zijne moeder. Die kwam zelf over om met Kathe te spreken. Lief kind, zei ze, en gebruikte voor 't eerst het woord «jij», dat met dat zelf-willen-verdienen is onzin en ik sta het doodeenvoudig niet toe. Als jij van je oom niets aannemen wilt, neem het dan tenminste van ons. Wij richten alles goed en degelijk voor jelui in, er zal geen handdoek en geen kookgat ontbreken. Ik heb geene dochter, daar om is het voor mij een aangename taak, voor een schoondochtertje te zor gen. Laat mij dan dit genoegen. Bleek en stil hoorde Kathe toe. Voor eenige dagen zou zij misschien nog hebben toegegeven en dankbaar de handen van de vrijgevige vrouw heb ben gekust. Thans was haar eenmaal opgewekte trots voortdurend op haar hoede en kwam wantrouwend tegen elke nog zoo goed gemeende hande ling op. Wordt vervolgd J

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1