BINNENLAND.
Uit de Pens.
STADSNIEUWS.
Bij beschikking van den Minister
van Justitie is
ie. aan den heer H. J. Raedt,
insp. der registr. en dom. te Utrecht,
op zijn daartoe gedaan verzoek eervol
ontslag verleend als plaatsverv. lid der
Kamer van Toezicht over de notaris
sen en candidaat-notarissen, gevestigd
te Utrecht.
2e. benoemd tot plaatsvervangend
lid der Kamer van Toezicht over de
notarissen en candidaat-notarissen, ge
vestigd te Utrecht, de hee. J. C. J.
Pels Rycken, inspecteur der regis
tratie en domeinen te Amersfoort.
Heden heeft mr. H. Goeman Bor-
gesius, de bekende liberale staatsman
en formateur van het tegenwoordige
ministerie, dertig jaren achtereen het
lidmaatschap van de Tweede Kamer be
kleed. Hij had achtereenvolgens zitting
voor de districten Winschoten (1877
1888), Veendam. (18881891, Zutphen
(18911905), en sinds dit laatste jaar
voor Enkhuizen. Zijn Kamerlidmaalschap
van 18971901 viel samen met zijn
ministerschap.
„De Vaderlander", wijdt aan den jubi
laris een dankbaar artikel.
Het blad meent, dat mr. Borgesius
„drie benjjdbare eigenschappen" bezit,
namelijk: „groote werkkracht, gezond
optimisme en het geheel vrij zijn van
persoonlijke overwegingen."
De „Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht" zal hare algemeene vergadering
houden op Zaterdag 14 December te
Haarlem.
De afdeeling Groningen zal daarin
voorstellen eene commissie te benoemen
voor het samenstellen van een aantal
schema's, regelende de kiesbevoegdheid
en de verkiesbaarheid der vrouw, op
zoodanige wijze, dat de voorstanders
(sters) van algemeen vrouwenkiesrecht
en van de verschillende vormen van be
perkt vrouwenkiesrecht allen hun (haar)
wenschen te dien opzichte in één der
schema's belichaamd vinden.
Het hoofdbestuur praeadviseert niet
zoover vooruit te loopen op de komende
dingen en niet nu reeds een besluit te
nemen omtrent hetgeen te doen zal staan
wanneer de Grondwetsherziening is aan
genomen.
Het hoofdbestuur stelt o. a. de vraag
tot het houden van een openbare ver
gadering bij de bespreking der Grond
wetsherziening in de Tweede Kamer.
De schrijver der Brieven uit de
Hoofdstad in de P. Gr. Ct. laat zich als
volgt uit over de crisis in de diamant
nijverheid
Een der bloeiendste industrieën der
hoofdstad doorleeft op 't oogenblik zeer
zware dagen de diamantnijverheid gaat
gebukt onder een zeer ernstige crisis,
een gevolg van de jongste financieele
gebeurtenissen in Amerika.
Men weet, dat Amerika de belang
rijkste afnemer is cp de diamantmarkt
hier ter stede. Er wordt hier in de
drukke tijden soms voor millioenen aan
diamanten gekocht en hel ging tot voor
kort den diamantnijverheid zóó voor den
wind, dat enkele groote juweliers groote
fabrieken deden verrijzen waarop plaats
was voor eenige honderden diamant
bewerkers. Doch de wind draaide,
Amerika had plotseling geen geld meer
om diamanten te koopen en daar zaten
onze juweliers met een belangrijken
voorraad geslepen goed, terwijl een niet
minder ruime hoeveelheid ruw diamant
reeds door hen was gekocht om bewerkt
te worden. Het spreekt van zelf, dat zij
begonnen met dit laatste in hun brand
kasten op te bergen, geen nieuw werk
uit te geven, zooals men dat noemt, en
de fabrieken stop te zetten. En dienten
gevolge zitten zij, met eenige millioenen
aan geslepen en ongeslepen goed in hun
bezit, vastverkoopen doen zij haast
niet, laten werken kunnen zij niet, voor
verderen inkoop van ruw materiaal mis
sen zij gereed geld en nu kost het hun
zelfs moeite hunne wissels op groote
Amerikaansche huizen, waarmede zij
geregeld in verbinding staan, verdis
conteerd te krijgen. Willen zij aan gereed
geld komen om de loopende zaken af te
doen, dan zijn enkele banken wel bereid
geld voor te schieten op diamant als
onderpand, doch deze zijn zoo duur met
hun geld, dal menige juwelier er over
denkt zijn kantoor geheel te sluiten in
afwachting dat er weer betere dagen
komen.
Maar intusschen begint het leger van
diamantbewerkers danig te lijden onder
deze onverwachte werkloosheid. Direct
broodsgebrek is daarvan nog wel niet
het gevolg, omdat menige diamantslijper
in de laatste paar jaren gelegenheid heeft
gehad een stuivertje over te leggen en
omdat de kas van den Diamantbewerkers-
bond de werkloozen steunt naar vaste
regelen. Maar aan alles komt een einde
en wanneer die toestand een paar maan
den blijft aanhouden, voorzie ik ernstige
toestanden in de wereld der diamant
nijverheid.
In de gisteren te Rotterdam ge
houden huishoudelijke vergadering van
den Scheepsbootwerkersbond is de
staking opgeheven verklaard. Heden
zouden allen zich weer aanmelden.
OUDE PLUNJE.
De Standaard schreef gisteren
naar aanleiding van de begrootings-
debatten
«Op de twee soorten democraten»,
vrijzinnig en sociaal, kan het Kabinet
nu vast rekenen.»
L. en V. zegt hierover:
«De twee soorten. Eenmaal stond
daar een Minister, die, toen hem ver
weten werd de afdanking van zijn
oude plunje, met fierheid verzekerde
dat hij was christen-democraat, en als
christen-democraat hoopte te sterven.
«Dat was een woord, een frase. De
schijn werd nog bewaard. Nu is ook
dat r.iet meer noodig. Christen-demo
craten zijn er niet meer.»
EEN BRIEF VAN Mr. VAN HOUTEN.
De laatst verschenen brief van Mr. v.
Houten behandelt de vraag wat ons
politiek leven te wachten staat, als de
gezaiulijke groepen de Rechterzijde zich
weder onder leiding van Dr. K u y p e r
mochten stellen en hoe dit kan worden
verhoed.
Wat Dr. Kuyper gedaan heeft is
tweeërleilo. de verkerkelijking en ver
volgens verkuypering der voormalige
conservatieve partij en 2o. de vorming
van een papo-Kuyperiaansch bondgenoot
schap, ten einde de schatkist in steeds
toenemende mate open te stellen voor
kerkelijke onderwijs-inrichtingen. En wat
wij van hem te wachten zouden hebben
bij herleving van de politieke conjunc uur
van 1901-1905 leert ons de jongste
Pauselijke Encycliek in haar uitspraak,
dat de [gezamenlijke wetenschappen en
kunsten als dienstmaagden aan de god
geleerdheid onderworpen en onderdanig
bebooren te zijn. En deze „godgeleerd
heid" is nietde samenvatting van alle
weten, gissen en verbeelden in een alom
vattende, hoog verheven geestelijke per
sonificatie, maar eene, welke „God als
een onmiddellijk voorwerp van weten
schap" en „wat de geschiedenis betreft
als een historisch persoon" beschouwt.
De God, wiens vertegenwoordiger op
aarde voor de Roomschen is de Paus
en voor een deel der Protestanten, wel
niet rechtens, maar feitelijk Dr. Kuyper.
Welnu, staat ons een nieuw regeerings-
program van Kuyper te wachten, dan
zal daarin een aanzienlijke plaats moeten
worden ingenomen door een actie in
papo-Kuyperiaanschen geest op het ge
bied van het hooger onderwijs. Om geld
te krijgen voor zijn „Vrije Universiteit"
zal hij ook op de een of andere wijze
voor zijn Roomschen bondgenoot de
Staatskas moeten openstellen ten nadeele
van het werkelijk vrije onderwijs, dat
aari de openbare Universiteiten genoten
wordt.
Men is in menigen kring wat minder
ongunstig gaan denken over de Room
schen invloed op ons Staatswezen, dan
we bij het licht der historie van ouds
gewoon waren. Dat is te danken aan
Dr. Schaepman, type van den Ka
tholieken modernist, zoowel in de wijze
waarop hij deelneming aari het moderne
leven en denken wist te paren aan
een voldoende trouwens in de peri
ode zijner grootste werkzaamheden ver
moedelijk maar effenljes voldoende
mate van kerkg loof, om in de Katho
lieke Kerk in aanzien te blijven, als
ook in de beminnelijke persoonlijke
eigenschappen, welke de Paus bij de
modernisten _zoo gevaarlijk vindt: een
uiterst werkzaam leven, buitengewone
toeleg en ijver in de studie van allerlei
wetenschappen én gewoonlijk, wegens
haar gestrengheid, loffelijke zeden. Deze
hoedanigheden nu, waardoor iemand
invloed erlangt, op anderen, ook op
andersdenkenden, bezat Schaepman in
de ruimste mate.
Oefende een man als Schaepman op
veler verhouding tot het Katholicisme
een verzoenenden invloed, Pius X ge
neest een ieder, die zich in dezen ge-
daclitengang met een betere toekomst
heeft gevleid, van elke mogelijke illussie.
Ter toelichting van deze laatste
meening brengt Mr. v. Houten het
oordeel van de Encycliek over het
modernisme en over de beoefening der
wetenschap naar voren en vraagtWie
zal er, ook in de Katholieke kerkelijke
wereld, bestaan in den gerichte? Het
juk der Kerk, zegt hij, wordt zwaarder
dan het bij mijn weten ooit te voren
sedert de dagen der inquisitie is geweest.
Dat deze Encycliek verstrekkende ge
volgen zal hebben op onze geheele
staatkunde, is niet te betwijfelen.
Onmiddellijk gevolg moet zijn, dat de
gevaren van de papo-Kuyperiaansche
coalitie voor een ieder zichtbaar worden
en men gaat vragen of 't hoogste Roomsch-
kerkelijk gezag bij zoodanig optreden met
steeds ruimere toelagen uit de Staatskas
gesteund mag worden en zijn invloed
op de vorming onzer academische jon
gelingschap rnag worden versterkt. Ook
in de Katholieke wereld zelve kan allicht
daartegen verzet komen. En de conser
vatieven zullen ongetwijfeld inzien, dat
zij zich te veel door Kuyper op sleep
touw hebben laten nemen.
Raakt de papo-Kuyperiaansche coalitie
los, dan komen ook de liberalen vrij;
behoeven niet langer, om dit kwaad te
keeren, saam te werken met de sociaal-
en vrijzinnigen-democratische groepen.
Liever dan het overwicht dezer groepen
nog langer te ondergaan, zou ongetwij
feld een bestuur in den geest van den
ouden Heemskerk worden aanvaard.
De loop der gebeurtenissen helpt mee
ter oplossing. Het Kabinet-De Meester
helt sterk naar democratische zijde over.
De vraag stelt zich, of het zal worden
vervangen door een tweede Ministe-
rie-Kuyper, dan wel door een dat bij de
centra steun vindt en zich tegen Kuyper
en Troelstra beiden keert. Kuyper ziet
dan misschien den tijd gekomen om het
samengaan der gauche's te bevorderen,
waarmee hij in zijn rede van 20 Decem
ber 1904 de conservatieven onder zijne
aanhangers dreigde. Onze politiek komt
dan van zelf in meer regelmatige banen
terug en Kuyper wordt weer wat hij,
zonder de fouten van het Ministerie-
Pierson van 18971901, in welks voet
stappen het Ministerie-De Meester helaas
weer treedt, vermoedelijk wel gebleven
zou zijnjournalist en agitator. Ook
kerkhervormer, als men dezen naam
toepasselijk acht op ieder, die het ker
kelijk leven in groote beroering brengt.
Kunst en Wetenschap.
Zaterdag en Zondag exposeerde
de «Vereeniging tot het houden van
kunstbeschouwingen te Amersfoort»,
in Amicitia werken van onzen
stadgenoot, den heer A. van Weezei
Errens.
Daar waren vele stukken, schilderijen,
etsen, teekeningen, die ons een denk
beeld gaven van het veelzijdig ont
wikkeld talent van den maker, knap
artistiek werk, waaronder vooral de
etsen in hooge mate de aandacht
trokken.
De landschappen, het werk waarin
de heer van Weezei Errens vooral
zijn kracht vindt, kwamen, ook door
plaatsing in een ruime zaal, prachtig
uit.
Door wijlen mej. Ida Van Staveren,
26 Oct. alhier overleden, is aan onder
scheidene inrichtingen op Geref. grond
slag bij testamentaire beschikking een
kleine f 3000 vermaakt.
Door den afdeelingen van den
Alg. Ned. Timmerliedenbond, R. K.
Timmerliedensecretariaat en Prot. Chr.
Timmerliedenbond, is aan de patroons
en werkgevers in het timmervak het
verzoek verzonden, ie den werkdag
vast te stellen van Maart tot Septem
ber op el) uur per etmaal, de overige
maanden op tien uur per etmaal, 2e.
het minimum loon te bepalen op 20 ct.
per uur, 3e. voor overuren te betalen
minstens 25 pCt. verhooging, voornacht-
arbeid .50 pCt. en voor arbeid op Zon
en feestdagen 100 pCt., 4e. geen stuk
werk of andere aanbestedingen aan de
gezellen te geven.
Het verzoek gaat vergezeld van een
memorie van toelichting, waaruit blijkt
dat het hoofddoel een korte werkdag
is, vooral met het oog op de stationaire
werkloosheid in het vak zeer noodzake
lijk. Alle andere punten, 2, 3 en 4,
zijn dan ook bedoeld als aanvulling om
den 1 o-urendag mogelijk (in geldelijk
opzicht, en de werkloosheid minder te
maken.
Het programma van het ruiterfeest
der Rijschool bevat caroussel en oefe
ningen der instructeursklasse, geleid
door den directeur, luitenant-kolonel
Metelerkamp. Quadrille de lanciers, ge
leid door ritmeester Grondhoudt; spring-
nummer van officieren, door luit.-instruc
teur jhr. Godin de Beaufortmanoeuvre
de la flèche, van luitenant PrinsHon-
gaarsche post en voltige van adjudant-
piqueur Pijl; standen en schermen onder
wachtm. Duizendstra.
De feestcommissie wordt gevormd
door kapitein A. F. Singels, van de
artillerie; luitenant C. A. Prins, art., en
luit.-instructeur jhr. J. W. Godin de
Beaufort.
De levering van het diner voor de
reünisten dat in Amicitia wordt gehou
den, is opgedragen aan den heer De
Bruyn, restaurateur te 's Gravenhage.
Het beloofd een schitterend feest te
zullen worden. Zaterdag 30 Nov. tegen
één uur komen de reünisten in Hotel
Reichmann samen en vandaar gaat het
in rijtuigen, voorafhegaan door muziek
naar de manége.
Na afloop van het Ruiterfeest wordt
aan onder-officieren en minderen een
feestmaaltijd aangeboden.
Men verzoekt ons te willen mel
den, dat Vrjjdag 22 Nov. a.s. des avonds
ten half acht voor de afd. Amersfoort
v/d Ned.-Proteslantenbond door Ds. E.
ten Gate een spreekbeurt vervuld zal
worden. Het onderwerp is: Augustinus
en zijn mystiek.
Men zie de advertentie daaromtrent
in dit nummer.
Precies te 12 uur spoortijd stoomde
heden de extra trein met de Duitsche
Keizerin het station binnen. Tien minuten
te voren was Prins Hendrik per rijtuig
aan het station gekomen, waar hij werd
ontvangen door den burgemeester van
Amersfoort. Zoodra de trein stil hield,
ging de Prins in het salon-rijtuig der
Keizerin, waarin ook de burgemeester
werd genoodigd, om te worden voor
gesteld. Na een oponthoud van vijf
minuten vertrok de trein naar Apeldoorn.
Er was een vrij talrijk publiek, dat,
daar geen perronkaarten werden afge
geven, gebruik maakte van het bekende
middel om een kaartje naar Soesterberg
of halte Kleine Koppel te nemen. Even
wel kon men daarmee niet verder komen
dan het eerste perron.
De Gooische pluimvee en konijnen-
vereeniging houdt 24 Dec. en twee
volgende dagen te Bussum haar tweede
tentoonstelling van pluimvee en ko
nijnen. Na de keuring 24 Dec. heeft
een hanengekraai concours plaats.
In de jury heeft o.a. ook zitting
de heer G. Muijs alhier.
Gedurende den voetbalwedstrijd
H. V. C.—U. V. V. II, achter Rust
oord, geraakte Zondag de kleeren van
een jongetje van S a 9 jaar, genaamd
P., in brand, doordat een jongen hem
een brandend stuk sigaar in zijn hals
wierp. Door spoedig toegeschoten hulp
werden weldra zijn kleeren uitgedoofd,
wat niet weg nam dat een groot gat
in zijn blouse, hemd en borstrok
brandde. Hij zelf bekwam gelukkig
maar een klein brandwondje.
Door de recherche uit Hilversum
zijn, bij een koopman hier ter stede
verschillende van diefstaf in genoemde
gemeente afkomstige voorwerpen in
beslag genomen.
Bedoelde koopman had die voor
werpen gekocht van zekeren v. M.
wonende aan den Laarderweg te Hil
versum.
WERKLOOZENVERZEKERING.
Gisterenavond werd in het Valkje de
tweede vergadering gehouden, uitge
schreven door „Onderlinge Hulp" ter
bespreking van de verzekering tegen
gedwongen werkloosheid.
De heerGerritsen opent de ver
gadering met de volgende woorden:
M. H. Ik open deze tweede bijeen
komst en wensch voor we overgaan tot
het openen der discussie, te consta-
teeren, dat Onderlinge Hulp zich na deze
bijeenkomst terugtrekt. Onderlinge Hulp
heeft zich geleend, om datgene te doen,
wat we meenden, voor de vakvereeni-
gingen te moeten doen en daarmee is
haar taak aan een eind. Aan een eind
te meer, daar door de vakvereenigingen
een motie is aangenomen, die de zaak
in een stadium brengt zooals ze bij den
Gemeenteraad hoort.
De heer Pels Rijcken is vorig maal
geëindigd met deze woorden: Ik wil u
alleen opwekken aan den Raad te adres-
seeren met het verzoek op de begrooting
alsnog een som uit te trekken voor
werkloozenverzekering, opdat het fonds
voor Rijksubsidie in aanmerking kan
komen.
Daar loopt de zaak over. We waren
primitief van plan, deze vergadering niet
te laten doorgaan, omdat we feitelijk
reeds aan een einde zijn. Maar er bestaat
vermoedelijk misverstand en om dat uit
den weg te ruimen, hebben we de ver
gadering doorlaten gaan. Want hel zou
ons spijten als door misverstand de zaak
in het water zou vallen.
De motie is aangenomen met alge
meene stemmen en er is bijgezegd dat
de toelichting zou gegeven worden. Maar
die toelichting is hier niet noodig. Men
begint met zich te wenden tot den Raad
en dan kan men over de condities gaan
praten.
Wanneer we op het oogenblik gaan
vooruitloopen op hetgeen we wenschen
en willen, is het beter er maar uit te
scheiden. Om subsidie te krijgen zal de
gemeente moeten decreteeren wat ge
beuren zal en niet de vakvereeniging.
Ik open dus de discussie over moge
lijk misverstand dat te weeg heeft ge
bracht het geschrijf in de couranten. Het
eerst geef ik het woord aan den heer
Pels Rijcktn, voor een korte toelichting,
wat hij bedoelde met zijn open brief.
De heer Pels R ij eken:
Wat is het doel der eerst bijeenkomst
geweest? Eenvoudig u warm te maken
voor de zaak. Op het oogenblik gebeurt
er in onze gemeente niets. Daarom heb
ik u op willen wekken te adresseeren.
Onderlinge Hulp heeft niet een of ander
stelsel op den voorgrond geplaatst, dat
is heelemaal niet waar.
Ik heb mijn opinie gegeven om een
lezing te houden. Maar wat voor stand
punt ge inneemt gaat Onderlinge Hulp
aan. In de eerste plaats reeds daat
niet, omdat O. H. geen vakvereeniging
Het eenige waartoe ik heb willei
wekken is tot adresseeren aan den
meenteraad.
Gij hebt een motie aangenomen. Wel
stel dan ook een adres op en stuurt
aan den Raad. Een stelsel is niet r
de orde, dat komt later pas. Daar b
O. H. geheel buiten, en discussie da
over is dus niet aan de orde. Het be
is, dat de vakvereenigingen, die zich v
de motie verklaarden, een commis
benoemen, om het adres aan den R
te richten. Dan is bereikt, wat ik 1
voorstelde. Op welke manier ge 1
krijgt is mij onverschillig, hoe meer
krijgt, hoe liever 't mij is.
De heer v. W ij land: Door de f
combineerde besturen is ook wel gevoe
dat er misverstand bestaat, 't Is ons öt
de werkloozenverzekering zooveel doent
zekerheid te geven, dat ze slagen z>
Wij meenen, dat een verzekering, buili
de vakvereenigingen, waartoe ook ong
organiseerden kunnen toetreden, ge
kans van slagen zal hebben.
We hebben de bewijzen voor de juis
heid van ons standpunt meegebracli'
maar als daarover geen discussie raap
gevoerd worden, moeten, we die tharl
laten rusten.
De heer Gerritsen: Ik wil dr
niet tegenspreken, maar het hoort hi
niet thuis. Die bewijzen kunt ge lal
leveren als de Raad de verzekeri:
inricht. De verschillende bezwaren kir
ge dan laten hooren, ik ben er
zeker van, dat er voldoende gelegenlit
zal zijn, bezwaren in het midden
brengen. Discussie daarover geeft hij
niets, wat wilt ge daarmee
De heer v. W ij 1 a n dDe heen
die een andere meening hebben, ovt
tuigen van ons recht.
De heer Gerritsen: Daar z
we niet voor bjj elkaar gekomen. I
heer Pels Rijcken heeft de zaak alg
meen behandeld. Wendt U eenvouc
tot den Gemeenteraad om dat of dat
krijgen.
De heer van Lent: Ik kan 0.
volkomen vereenigen met hetgeen n
Wijland heeft gezegd. De heer Pt
Rijcken heeft in de vorige vergaderi:
niet in naam van Onderlinge Hulp g
sproken, maar een beginsel verkondi,
van werkloozenverzekering waarmee v
ons niet kunnen vereenigen.
Er is ook gezegd, dat de wet, die»
het oogenblik aanhangig is, bepaalt, d:
de ongeorganiseerden moeten kunst
toetreden. Dat is volkomen onjuist. A->
minister heeft verklaard, geen wed -
loozenverzekering te kunnen denke
zonder het Gentsche stelsel.
De heer Pels R ij eken: Wa:
neer is die wet in de Kamer geweesl
De heer van Lent: In August»
De heer Pels R ij c k e n Mai
het is alleen nog maar een wetsontwei;
Do heer van Lent: De minist
heeft in antwoord aan den heer v.
Bergh, den afgevaardigde voor
Helder in 1905 gezegd, dat de ve
zekering van de belanghebbenden zefi
moet uitga n. Dat is noodig voor o
noodige controle, waartoe zij alleeD 1
staat zijn. Eerst dan zijn er termen voi'-
steun van Staat, Provincie en Gemeenl-
De heer Pels R ij eken: Ma:
dit is een voorstel van 1907. Daari
zegt de regeering, dat er gegronde ve:
wachtingen bestaan, dat dat de best
weg is, maar daarom bestaan nog gee
redenen, andere pogingen niet te steune;
De minister is dus van zijn standpui
van 1905 teruggekomen. Waar de Re(
geering nog niet het juiste systee:
weet, mogen we wel zeggen, dat w
met discussie daarover niet veel verde
komen.
De heer van W ij land: Er b»
staat een vooropgezette meening dooi
de artikelen in „De Eemlander" en ,D|
Eembode", die zeer in ons nadeel -
Het oordeel van den minister is, dit
niet gezien mag worden, naar kleur i
richting. De regeering sluit niemand uil
maar daarom zegt ze niet tot de vak
vereeniging je moet de ongeorgani
seerden tot je nemen.
De heer van Lent: De minister
ziet zeer goed in, dat geen kans van
slagen bestaat, anders dan met het
Gentsche stelsel. In Amsterdam is mei
zelfs nog veel verder gegaan. Een core
missie uit den Raad heeft daar vooi
gesteld alleen aan goedgeorganiseerde
uitkeering te verschaffen en aan onge
organiseerden alleen als ze een Vereeni
ging vormden. Een Burg. en Wetli
namen dat voorstel over.
De heer Gerritsen: Daar komt:
we allemaal niet verder mee. De Ge
meenteraad moet het geld geven en <c
moeten subsidie hebben van het Rijt-
Nu is de vraag onder welke voorwaar
den die zal gegeven worden. Er zal toch
gelegenheid genoeg zijn voor de vak
vereenigingen, dat ze na indiening va»
het adres daartoe kunnen overgaan
De heer van W ij land: Wan
neer de Raad er toe overgaat, zullen
de discussies, hier gevolgd, wel worden
nagegaan. Wanneer nu blijkt dat van
ons standpunt verkeerde voorstellingen