rijzinnig" Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Tril
o. 109.
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1907.
4e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. VennonHap „DE GBMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Het blijvend gedeelte.
FEUILLETON.
DE KLEINDOGHTER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STATEN GENERAAL.
ANDER
Directeur R- 6. RIJKENS.
Abonnementsprij s
Per jaarIf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden5- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertöntiën
Van'1 tot öjregelst 0.40
Voor iederen'regel meer- 0.08
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
Het is alsof sommige leden der
ierste Kamer het er op aan leggen,
deze vertegenwoordiging bij de
n, die zij het dan ook ten on-
ite aan de noodzakelijkheid van
bestaan twijfelen, nog meer in
Jiscrediet te brengen.
Zooals men zich zal herinneren, heeft
3e minister van Oorlog in April j.l.
zoor de Staten Generaal de belofte
ifgelegd, dat hij het blijvend gedeelte
aiet zou verminderen, alvorens de
Kamers in de gelegenheid zouden zijn
jesteld haar oordeel uit te spreken over
:en wetsontwerp, deze zaak betreffende.
In Juni heeft de minister dit ontwerp
ngediend, in de hoop en het vertrouwen,
lat de beide Kamers het dan stellig
voor December zouden hebben be-
landeld. Eén December is namelijk het
ijdstip, waarop de miliciens, die niet
zoor het blijvend gedeelte zijn aan
gewezen, naar huis gaan. Hij had er
stellig op gerekend, dat beide Kamers
het ontwerp zouden aannemen, en be-
oJ| paalde dus reeds half Juni het tijdstip,
let waarop dit pleegt te geschieden hoe
velen niet naar huis zouden worden
li gèzonden.
en Hij waagde het er maar op 30000
'miliciens meer te laten gaan, dan hij strikt
ocgenomen, met het oog op zijn belofte,
jn.Bad mogen doen. Maar daar blijkt hem,
dat de Kamers geenszins voor 1 Decem
ber met het wetsontwerpje klaar komen.
j^Den 31 en October laat hij dus fluks
n den order uitdeelen, dat die 3000 mili-
ietciens na 1 December moeten blijven.
Dat bracht heel wat ellende teweeg
in harten en huisgezinnen en de minister
eDdie blijkbaar een man met een goed
T hart is was met zooveel leed begaan en
k. trachtte er nog iets op te vinden. Hij
"verzocht de Kamers hem voor dit jaar
van zijn belofte te ontslaan.
De Tweede Kamer, ook begaan met
ud
Door M. Böhme.
[n juffrouw Lisa Meier's mooie ka-
r met de rood-bekleede notenhouten
subelen, en het bonte Axminster-
ipijt op den vloer, stonden de vensters
open. De frissche herfstavondlucht
stroomde in volle golven naar binnen,
bewoog de bekroonde wingerdranken
buiten en de gele kanten gordijnen
binnen de ruiten, en bracht geur van
reseda en rozen mee.
Gerard s vrouw was een kleine,
handige figuur. Druk dreutelde zij
heen en weer, zette een daliah-struik,
die tusschen twee schuingelegde foto
grafie-albums midden op tafel stond,
recht, vaagde met den stofdoek over
de gladde meubelvakken, monsterde
de gedekte tafel in de aangrenzende
eetkamer, en bracht nu en dan, voor
den spiegel, haar kapsel in orde Zii
wilde dadelijk aan de nicht uit Berlijn
toonen, dat men aan den Moezel ge
boren kon zijn en te Miesbach wonen
en dan toch het grootsteedsche ge
noegen en gevoel voor bevalligheid
hebben kon.
Van de eetkamer voerde een deur
de miliciens, wist het algemeen belang
te stellen boven de politiek, bracht wel
den minister zijn fout onder bet oog,
maar liet genade voor recht gelden
wat baar tot eer strekt en ontsloeg
den minister van zijn belofte.
Maar enkele leden der Eerste Kamer
hebben zich niet tot dit verheven stand
punt kunnen opwerken. Daar viel in
troebel water te visschen en de anti-
rev. heer 't Hooft rook zooiets als een
crisis in de lucht.
Wat deert hem de ellende van zoo
veel miliciens, als daar winste in de
politiek is te behalen
Hoewel hij evengoed als ieder ander
wist, dat de minister slecht voor d i t-
m a a 1 dispensatie had gevraagd, liet
hij het voorkomen, alsof deze de kamer
er in had willen laten loopen, verweet
hem gebrek aan deferentie voor dit
lichaam en beweerde dat de Kamer
aan haar eer te kort zou doen, als zij
de feitelijke inkrimping goedkeurde,
omdat zij zich principieel daartegen had
verzet.
In het begin van het debat had de
heer Havelaar namens de rechterzijde
een verklaring afgelegd, dat deze het
niet wenschelijk oordeelde thans te
treden in een bespreking van het zoo
genaamde blijvend gedeelte en even
min in een beoordeeling der handelin
gen van den minister van Oorlog,
waartoe de Kamer later in de gelegen
heid zou zijn, omdat de Eerste Kamer
thans noch geroepen, noch bevoegd,
noch in staat ware te beoordeelen,
welke maatregelen kunnen en behooren
te worden genomen tot het uit den
weg ruimen van de bestaande moeilijk
heden of het afwenden van nog grootere,
waarvoor zij de beslissing en de volle
verantwoordelijkheid aan de Regeering
overliet.
Deze verklaring was het, die de heer
't Hooft in een motie wilde omzetten,
maar gelukkig ishetzoover niet gekomen-
op een houten balkon, met een ijzeren
hek omgeven, de zoogenaamde altane.
Het huis er naast had aan deze zijde
een gelijk balkon. Beide waren zoo
dicht bij elkaar, dat men over en weer
fluisterend kon spreken met elkaar.
Niet altijd hadden de inwoners der
beide huizen de nabijheid der balkons
aangenaam gevonden. Vroeger, in den
tijd van den ouden Meier, toen men
door de concurrentie nog in vijand
schap leefde, had men de altanes bijna
nooit gebruikt. Jonas Meier dreef
toen ook een manufacturenzaak, en
daar de firma nu nog bestond, noemde
men in Miesbach nóg nooit een der
beide zaken, zonder de onderscheidings-
letter te noemen: Meier J. of Meier
IJ. Na Jonas Meiers' dood was de
zaak in andere handen overgegaan,
en daar de nieuwe eigenaar zich be
paald op de branche witte-goederen
ging werpen, en een geheel andere
richting aan de zaak gaf, was de con-
currentie-nijd verdwenen.
Men herinnerde zich de veelvuldige
gemeenschappelijke belangen, zocht
toenadering en werd goede vrienden.
Ook heden begroetten de jonge
juffrouw Meier en juffrouw Stohman
elkaar. Deze was een reeds eenigszins
oudere, korpulente dame, die met haar
breiwerk op het balkon zat.' Spoedig
ontspon zich tusschen de -beide een
levendig gesprek. He: wis eet tvi
De heer van Weideren Rengers sprak
een gemoedelijk woord en waarschuwde
de Kamer, 7 nu toch geen 'politiek te
'drijven, maar op 's lands belang te
letten.
Nadat er een half uurtje gepauseerd
was, waarin druk werd beraadslaagd,
verklaarde de minister genoegen te
nemen met de verklaring van den heer
Havelaar en liever geen motie te willen.
De ministermeemt nu de volle ver
antwoordelijkheid op zich en de heer 't
Hooft, kan hem nu, als het zoover is,
naar hartelust bestoken; hij heeft zich
tot niets verbonden.
Neen, maar hem komt dan ook geen
korreltje toe van den dank, die den
minister luide en in 'stilte zal zijn ge
bracht door tal van miliciens en hun
bloedverwanten.
PRUISEN EN POLEN.
De eerste zitting van den Pruisischen
Landdag is gewijd geweest aan een
vraagstuk dat de Regeering na aan
het hart ligt, dat van de Polen in de
oostelijke provinciën.
De Pruisische Regeering ziet gevaar
in het opleven van de Poolsche natio
naliteit. Pruisen heeft aan de Polen
geen zeer onderdanige burgers, integen
deel. De Polen hebben nog den schoonen
droom van het Poolsche rijk niet op
gegeven en zooal de kans gering is op
het verwezenlijken van dien droom,
zij willen in elk geval geene Pruisen zijn.
Zij willen hunne taal gehandhaafd
zien en zij eischen eerbiediging van hun
volkskarakter.
Er ontstaan telkens conflicten, waarin,
zooals bekend is, somtijds zelf de school
jeugd wordt betrokken. De Polen be
palen zich niet tot verdediging, zij gaan
dikwijls aanvallend te werk. In den
loop der jaren is het'grondbezit en daar
mede de Invloed der Pruisen aanmer
kelijk verminderd. Om de agitatie van
Poolsche zijde tegen te werken, is eene
commissie gevormd, die landerijen in
de oostelijke provinciën moet aankoopen
zitje, 't balkon met uitzicht op de ge
plaveide binnenplaats, en de gebouwen
waaraan de wijnstok rankte, en waar,
op de muren, tusschen de vaal groene
bladeren het donkerblauw der over-
vergulde druiven afstak. De boomen
bogen onder den last der vruchten.
EnJ onder; de boomen lagen de volle
groente-bedden.
Het achterste deel van den tuin
was Erwig's gebied. Daar stonden
allerlei zeldzame kruiden en wonder
lijke bloemen, wier namen geen
mensch in Miesbach kende, en in de
hoeken en langs het middenpad bloeide
een bosch van rozen in allerlei kleuren
en tinten.
«Goedenavond», zei de oude juffrouw
Meier tot haar schoondochter, terwijl
ze op het balkon trad; «je kon wel
eens in de keuken gaan, naar 't ge
braad kijken, en de boonen-salade
aanmaken, Lisa. Dan kan men toch
niet aan het meisje overlaten. Goeden
avond, mevrouw Stohman. Wel, wel,
u hebt het gemakkelijk!»
«U kunt het toch ook zoo hebben»,
antwoordde de buurvrouw lachend.
«Ik? O neen. Ik sterf eenmaal mid
den in mijn werk. Ik kan in den
winkel niet gemist worden.»
«Men zou toch denken van wel.
Twee zoons en "een schoondochter.
«Jawel, de mannen deugen in onze
igzaak nu eenmaal niet voor verkoopers»,
en bevolken met echte Pruisen. Zij
wordt door de Regeering krachtig ge
steund, ook financieel. Maar die steun
en de bemoeiïugen der commissie baten
tot nu toe niet veel. De Polen zijn
blijkbaar goed van geld voorzien en
steunen elkander wederkeerig.Zij koopen
ook grond en de Poolscbe bevolking
neemt voortdurend toe. Het gebeurd
dikwijls dat Pruisische grondbezitters
bezwijken voor een schitterend bod van
Poolsche zijde en hun bezit aan een
Pool verkoopen. Dat vindt men dan in
Pruisen zeer onaangenaam, maar er is
niets aan te doen. Zoo zijn, niettegen
staande de vele millioenen, die men
besteed heeft om het Pruisische land
bezit te vergrooten, niet minder dan
100000 H.A. grond in den laatsten tijd
aan Polen overgegaan. Wat zal de
Pruisische Regeerng daaraan doen
Zij meent een middel gevonden te
hebben, maar het is een zeer Pruisisch
middel. Zij wil te midden van de Poolsche
bezittingen zekere streken aankoopen
en daar zij er op rekenen kan, dat de
Polen die niet vrijwillig zullen afstaan,
wil zij gemachtigd worden om dien
grond te onteigenen. Dat zal voorloopig
50 millioen kosten en over 't geheel
zal het fonds der commissie met 300
millioenen vergroot moeten worden.
Prins von Bülow kwam met dit
voorstel in den Landdag. Het werd
door leden van het Centrum en door
de Polen met gesis begroet, maar door
de rechterzijde toegejuicht. Zooals de
Pruisische landdag is saamgesteld, is
er zeer veel kans, dat het voorstel wordt
aangenomen. Maar dan blijft het nog
de vraag of het baten zal.
Toen onlangs de Fransche Ka
mer haar volle vertrouwen uitsprak in
het regeeringsbeleid ten opzichte van
Marokko, kon men weinig vermoeden
dat zoo spoedig de verwikkelingen,
die toen der tijd ten einde schenen te
loopen, weer zoo ernstig zouden worden.
De hernieuwde onlusten in het zuid
westen, waar Moelei Hafid's troepen
des Sultan's leger versloegen, in het
noordoosten, waar een beweging onder
de inboorlingen gaande is, ernstiger
nog dan eenige andere in Marokko,
veranderen den toestand geheel.
Mogen wij de berichten vertrouwen
en na een poosje, toen de schoon
dochter weg was: «Lisa is een flinke
kleine persoon, maar ook niet de ware
vrouw voor den winkel. Onze klanten
willen nu eenmaal fimiliaar met de
kooplui verkeeren. En dat begrijpt
zoo'n jong vrouwtje, dat niet van jongsaf
in de zaak is geweest, eenvoudig niet.
Als er een vrouw komt, die een
vierde-meter katoen koopt om een
nachtjak te verstellen, dan moet ik
even vriendelijk tegen haar zijn als
tegen wie ook, die een zijden kleed
koopt, want 't kan best gebeuren dat
ze over 'n paar weken 'n uitzet voor
haar dochter koopt. Ik heb gepoogd
het Lisa aan te leeren. Maar zij deugt
er niet voor. Koele beleefdheid zijn
onze menschen niet geleerd. U weet
ook wel, dat daardoor de klandizie
vei loopt. Als de menschen van buiten
komen, is hun eerste vraag: «Is de
oude vrouw niet thuis?» Ik ken mijn
volkje. De koffie op marktdagen wou
Lise al aanschaffen. Zoo dom. Alsof
men niet met 'n spiering een kabeljauw
moest vangen.
Mevrouw Stohman knikte.
«U heeft gelijk, mevrouw; daarom
wilde ik ook zoo graag, dat Antoon
voor alles, een vrouw kreeg, die voor
de zaak geschikt is. Op geld hoeft hij
niet te zien. Maar het is lang niet
gemakkelijk, iets passend voor hem
te vinden. Den leeftijd om te trouwen
dan is de beweging, die thans door
den stam der Benl Snassen is begonnen,
niets minder dan de aanvang van den
Heiligen Oorlog. Sinds weken reeds
schijnen dwepers het land aan de
grens te zijn doorgetrokken om de
verschillende stammen, zoowel op Ma-
rokkaansch als op Algerijnsch grond
gebied, tot den Heiligen Oorlog aan
te zetten; wapens werden verstrekt en
wie weigerde om mee te doen werd
gedwongen. Dat alles is eerst bekend
geworden, toen de Mooren op weg
waren om de Franschen te bevechten.
Bryan heeft aan vijfhonderd
democratische partijleiders in de Ver-
eenigde Staten een rondschrijven ge
richt, waarin hij zich bereid verklaart
de candidatuur voor het presidentschap
te aanvaarden. In dat schrijven deelt
hij vervolgens mee, dat hij geen ge
bruik wenscht te maken van een ver
kiezingscommissie, maar dat hij zelf
zijn programma wil verkondigen.
Eenige punten van dat programma
noemt hij thans reeds op: tariefher-
vorming, verbetering van het stelsel
der spoorwegen, inkomstenbelasting,
directe verkiezing der senatoren. Verder
zal hij optreden tegen de misbruiken
der trusts, tegen de verleening van
subsidiën aan scheepvaartmaatschappijen
tegen het imperialisme en tegen de
centralisatie der regeering.
TWEEDE KAMER.
De belangstelling was Donderdag voor
namelijk op de Eerste Kamer gevestigd,
wier vergadering bijna voortdurend door
een aantal leden van de Tweede werd
bijgewoond.
De behandeling der begrooting van
Justitie had dan ook een saai verloop.
Eerste kibbelde de Min. met de heeren
Hugenholtz en Helsdingen, die vroegen
waarom of er niet opgetreden was tege»
de Duitsche onderkruipers te Zevenaar
en te Arnhem, die daar zoo'n kabaal
hebben gemaakt, wat niet voorkomen
kon worden zei den Min. omdat de politie
niet sterk genoeg was.
heeft hij. Mijn man en ik zonden ons
graag uit de zaak terug trekken, maar
we kunnen Antoon toch niet alleen
laten. Hij wordt binnenkort dertig».
«Ja, ja.»
Mevrouw Meier zweeg; de opmer
king van mevrouw Stohman had een
gedachte in haar doen opschemeren,
die. zij, met de haar eigen energie,
dagelij k vaster vorm gaf.
«Wanneer komt uw kleindochter
dan?» vroeg de buurvrouw.
>Met den sneltrein van acht uur
drie.»
«Arm kind, zoo jong nog, en al
geen moeder meer», zei de dikke
vrouw gevoelig, «welk een geluk voor
het arme meisje, dat ze nog haar
grootmoeder heeft. Het wordt al don
ker, mevrouw Meier. De dagen korten
al geducht».
«Ja, ja.»
Mevrouw Stohman rolde haar brei
werk op en stond op.
«Nu, goedenavond dan, mevrouw
Meier. Ik hoop, dat u me binnenkort
ook uw kleindochter eens zult voor
stellen».
(Wordt vervolgd).