BINNENLAND.
STATEN GENERAAL.
Uit de Pers.
STADSNIEUWS.
De Sjah had zijn kozakken bevolen-het
Parlementsgebouw te bombardeeren en
de verdedigers aan te vallen. Dat zou
een groot bloedbad tengevolge gehad
hebben. De Russische commandant der
kozakken ried het den Sjah op het
laatste oogenblik af, omdat hij de
kozakken niet kon vertrou
wen; dezen (zij zijn Perzen) weigerden
te marcheeren. Daarop werd de Sjah
meer verzoeningsgezind.
Een later bericht zegt, dat de volks
menigten, door tusschenkomst van de
priesters zijn uiteengegaan. Er is een
nieuw Kabinet gevormd.
Tweede Kamer.
De begrooting voor Binnenlandsche
Zaken is Donderdag zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Daarna was Oorlog aan de orde.
De heer Thomson opende de rij der
sprekers. Hij besprak achtereenvolgens
de samenstelling van het leger, het ge
bruik er van en de gezindheid tot her
vorming des Ministers. Uitgangspunt was
de vraaggaan wij den weg op van
het volksleger, en hij beantwoordde dien
vraag ontkennend.
Om tot het volksleger te geraken,
achtte de heer Thomson noodig invoering
van den algemeenen dienstplicht en des
wege verscherpte, verplichte keuring voor
de loting. Het leger behoort niet uit
zwakkelingen en idioten te bestaan, die
tot lange oefeningstijden nopen. De
goede, krachtige figuren moeten worden
ingelijfd. In dit opzicht preciseerde de
generaal Elandde lengtegrens worde
verhoogd van 1.55 M. tol 1.60.
De Minister heeft overweging toege
zegd, maar daarmee was de Leeuwarder
afgevaardigee niet tevreden. Hem duurde
alles te lang bij 't Departement. Men
vreest blijkens de stukken „wildheid" en
„overijling" en volgt een slakkengang.
De groote lijn in het beleid des Ministers
zou ontbreken.
Maar 's heeren Thomson's bezwaren
golden vooral de weigering des Ministers
om den eersten oefeningstijd te verkorten
en zijn pogingen om voorloopig door
versterking van beroepskader den kader-
nood te lenigen. Hij vond hierin bestrij
ding bij de heeren Duymaer van Twist
en Van Vlijmen, die voor het volksleger
niets gevoelen, lange oefentijden en be
roepskader onmisbaar noemen.
Voorts bevatte 's heeren Thomson's
rede tal van speciale punten, zoo het
oproepen van een zg. derde ploeg van
het blijvend gedeelte, 's Ministers dubbel
zinnige houding in zake de groote ma
noeuvres, waarvoor hij zelf geen geld
durft vragen, maar gaarne bij wege
van amendement van de Kamer geld
zal ontvangen de slechte geest in het
leger die alleen te verklaren is uit het
feit, dat wij een beroepsleger hebben
de leveranties uitsluitend door Krupp
gedaan.
De heer Thomson weifelt of hij zijn
stem aan deze begroeting zal geven, het
zal afhangen van 's Ministers antwoord.
De heer Duymaer van Twist maakle
van den geest in het leger de hoofdzaak
zijner redevoering. Ontstemming wekten
het gebeurde met het blijvend gedeelte,
de oproeping van de derde ploeg, welke
thans weer in 1908 zal plaats vinden
het plan om de milicien-sergeanten ter
herhaling op te roepen na vijf maanden
verlof.
De slagvaardigheid van den troep lijdt
onder dit alles, terwijl de kadernood de
defensie in nog ongunstiger parket brengt.
Het reservekader zou ook deze Minister
niet gunstig gezind zijnhij zou op kader-
dwang aansturen in een mililielcger.
Ten slotte verlangde de afgevaardigde
een Staatscommissie om de grondslagen
der defensie naar een weloverwogen plan
op te bouwen. De heer Eland keek min
der ver in de toekomst, dan de heer
Thomson. Hij hield zich aan het bestaan
de en bepleitte nevens verscherping der
keuring, afschaffing der schadeloosstel
lingen aan kostwinners, die geheel vrij
van dienst behooren te worden gelaten.
Het zou kosten besparen en betere mili
ciens in den troep brengen. De vier-
maanders moesten maar afgeschaft wor
den, de geoefendheid van den heelen
troep lijdt onder dit instituut. Men zou
d. e. t. de beter geoefenden spoediger met
groot verlof huiswaarts kunnen laten
gaan. De intermitteerende dienst van
het reservekader levert geen goede kor
poraals en onderofficierer voorloopig
echter moeten de drie sooiten kader,
militie-, reserve- en beroepskader ge
handhaafd blijven.
Een echte oppositie-rede, door een
deel der rechterzijde dan ook met bravo's
beloond, droeg de generaal Van Vlijmen
voor, die eerst het Kabinet te lijf ging,
dat maar gedurig op beslissingen der
Kamer vooruit bleef loopengetuige het
gebeurde met het blijvend gedeelte, de
hoogere bevelvoering en de afwerking
der Stelling Amsterdam.
Voorbereidend militair onderricht ont-
trekt onderofficieren aan den dienst, het
blijvend gedeelte is noodig om het kader
een behoorlijke oefening te bezorgen,
lange diensttijden zijn noodzakkelijk. Vol
gens deskundigen zou het bij cavalerie
en artillerie niet best met de troepen
sterkte, het kader en de paarden gesteld
zijn. Ons leger is in verval, en waar
moet het heen, wanneer men de vak
mannen niet meer gelooft; dan gaat
Nederland immers te gronde.
De heer Bos besprak het bezuinigings
rapport der commissie in zake de artil
lerie. Hij wees op de groote fouten, die
in de organisatie der artillerie werk
plaatsen bestaan en deed middelen tot
verbetering aan de hand. De heer Lely
kwam er tegen op, dat deze Minister
eischt, dat officieren van de legerauto-
riteiten vergunning vragen om een
huwelijk aan te gaan. Een officier tornt
vrijheid toe, doch wenscht de Minister
den vergunningseisch te handhaven, dat
hij dan loyaal een wettelijk voorschrift
uitlokke.
De heer Van Karnebeek zag een mid
del in verhooging van het contingent,
waardoor mede de quaestie van het
blijvend gedeelte zou kunnen worden
opgelost; voorts in betere onderscheiding
tusschen beroeps- en militiekader, het
eerste dienend tot instructie, het andere
tot aanvoering van den troep. De heer
Tydeman oordeelde daarentegen, dat met
verhooging van het troepenaantal geen
proef mocht worden genomen, nu de
kadernood nijpt. Kaderplicht is het mid
del, naast het capitulantenstelsel om
beroepskader te krijgen en te houden
Voorts wenschte deze spreker het voor
bereidend onderricht der viermaanders
te verbeteren.
De Staatscommissie tol onderzoek van
het defensiewezen is bij de heeren niet
meer in trek, vóór deze begrooting heeft
de heer Talma zijn desbetreftende motie
ingetrokken en er was gisteren niemand
meer die er iets voor voelde. Thans is
dit een Raad van Defensie, adviseerend
lichaam naast den verantwoordelijken
Minister, dien men wenscht.
Het huwelijksveibod zonder toestem
ming van hoogerhand is door den heer
Van Karnebeek verdedigd, door de heeren
Lohman en Ruys, naar het voorbeeld
van den heer Lely, veroordeeld.
De Minister was er op gesteld. Voor
den kameraadschappelijken omgang lus-
schen officieren is het noodig, dat zij,
willen ze hen bijzit huwen, den dienst
verlaten. Intusschen zou Zijn Excellentie
misschien een wettelijke regeling voor
stellen.
Reeds bij de replieken werd door de
heeren Lohman, Lely, De Beaufort en
Tydeman een motie ingediend om het
Koninklijk Besluit met het huwelijksver
bod buiten toestemming in te trekken.
Zij zal later worden behandeld.
Nog in den namiddag ving de Minister
van Oorlog zijn rede aan met een schets
zijner plannen. Zie hier in het kort
's Ministers programEen vrij veldleger,
in slaat onmiddellijk gemobiliseerd te
worden. Herziening van Landweer- en
Militiewet, verbetering van het voorbe
reidend onderricht. Het leger moet in
vredestijd zóó worden georganiseerd, dat
het bereid is bij oorlogsgevaar. Daarom
moet het veldleger een commandant
hebben, moeten de samengestelde divisiën
worden georganiseerd.
De geest in het leger worde verbeterd
door wijziging der dienstvoorwaarden,
invoering van het capitulantenstelsel,
doelmatiger indeeling der werving en
verhooging der soldijen.
Dit alles op de basis van de bestaande
Landweer- en Mililiewetten, die noch-
thans loutering behoeven. Grootere
lichtingen, kortere diensttijden, zoo
mogelijk minder herhalingsoefeningen.
Op dit oogenblik kan echter van ver
korting van den oefeningstijd nog geen
sprake zijn, de adviezen van autoriteiten
luiden ongunstig. De voorgeoefende
viermaander staat verre achter bij den
geoefenden achtmaander,daarmede houde
men rekening.
In geenen de. Ie is de minister vooruit
geloopen op nog door de Kamer te
nemen beslissingen ten opzichte van
dislocatie of legerbevel. Slechts heeft bij
de namen van de inspecteurs veranderd,
ze heeten thans commandanten. Voor
verscherpte keuring gevoelde generaal
Van Rappard veel.
De kaderquaestie zal vermoedelijk
naar 's heeren Tydeman's denkbeelden
moeten worden opgelost, de Minister
zou er liever niet toe overgaan, maar
tot kaderplicht zou het toch wel moeten
komen. Overigens kan de Minister veel
kleine maatregelen nemen tot lotsver
betering, maar niet de hervormingen
invoeren die bv. de onderofficieren van
hem eischen, zij zouden op millioenen
komen te staan.
De Raad van Defensie werd door den
Minister slechts oppervlakkig besproken.
Blijkbaar had hij de portée nog niet
goed doorzien.
Hij zelf vond den Raad niet noodig,
maar wilde de Kamer er graag één
hebben, dan zou de Minister er geen
bezwaar tegen maken.
Te Utrecht is dezer dagen uit de
afgevaardigden van verschillende Neder-
landsche drankbestrijdersvereenigingen
een comité opgericht voor het gezamen
lijk houden van volksstemmingen,
op de wijze van de onlangs te Dinxperlo
en te Steenwijk met zoo gunstigen uit
slag gehouden volksstemmingen in zake
vermindering van het getal drinkgelegen-
heden.
De vereenigingen, welke nog niet ver
tegenwoordigd waren, zullen daartoe
alsnog worden uitgenoodigd.
In de Raadszitting der gemeente
Leiden heeft zich het volgende pijnlijk
incident voorgedaan:
Bij de besprekingen over een voorstel
tot aankoop van een paar huisjes, noodig
voor de uitbreiding van de Hoogere
Burgerschool voor jongens, zeide de
voorzitter, dat hij voortaan voor de be
handeling van dergelijke voorstellen de
vergadering met gesloten deuren zou doen
houden.
De secretaris gaf daarop vrij luid te
kennen, dat de Raad daarover te be
slissen heeft.
De voorzitter zeide dat de secretaris
zich niet in de discussie heeft te mengen,
en legde hem het zwijgen op. Daarna
las hij uit art. 43 der Gemeentewet alinea
2 voor, waarop de secretaris hei nam,
dat hij den Raad onvolledig inlichtte,
wijzende op de 3de alinea, waarin ge
zegd wordt, dat de vergadering beslist,
of met gesloten deuren zal vergaderd
worden.
De voorzitter verzocht toen aan een der
boden den commies-redacteur te roepen
om den secretaris te vervangen.
De oudste wethouder, de Heer Juta,
kwam tusschen beide en ried schorsing
van de vergadering aan. Aldus geschiedde.
Ongeveer drie kwartier later werd de
vergadering heropend. De secretaris be
tuigde toen zijn leedwezen, dat hij tus-
schenbeide was gekomen. Daarna werd
de behandeling van de agenda voort
gezet.
In den Bond van Ambtenaren bij
Departementen van Algemeen Bestuur
en Hooge Colleges van Staat te
's Gravenhage is ernstige oneenigheid.
Een strooming in den Bond wil erken
ning als vakvereeniging in de uiterste
consequentie, en dan aansluiting bij het
Vakverbond.
Donderdag vergaderde het hoofd
bestuur van den Middenstandsbond te
Nijmegen.
De heer Thijs Plet werd, na zijn
ernstige ongesteldheid geluk gewensebt
door den voorzitter, den heer Meeuwsen.
De Nederlandsche Bond van Bierhande
laren en Mineraalwaterfabrikanten, de
Ned. Bond van Rijwielhandelaren en
herstellers, de Amsterdamsche Vereeni-
ging van Vrij Winkelbedrijf, de Am
sterdamsche Loodgieterspatroonsver-
eeniging, de Nederl. Bond van Stuka
doorspatroons, werden als leden aange
nomen.
Tal van andere Vereenigingen hebben
toetreding toegezegd.
Een brochure over de werking van
het Rijksbureau naar onderzoek van
handelswaren zal verschijnen.
De heeren M. v. Hout, Thijs Plet,
W. Nieuwenhuyzen, zullen een commis
sie vormen tot wijziging van de statuten.
Daarna werd besloten een schrijven
tot den Minister van Waterstaat te
richten, ten einde in de postkantoren
de openstelling der loketten voor de
postwissels met eenige uren te ver
lengen.
«HET MINISTERIE UIT ZIJN
LIJDEN VERLOST.»
De a.-r. Rotterdammer kan
niet begrijpen, waarom men toch van
rechts niet toetreedt om het huidig
ministerie op te doeken.
Onder het opschrift: «Wat scheelt
er toch aan schrijft het blad
Het is toch komiek
Als ge zoo de geesten onder het
anti-revolutionnaire volk hoort, dan
wenscht een ieder, dat er aan de
lijdensgeschiedenis met het tegenwoor
dige ministerie maar spoedig een eind
moge komen.
Ook in roomsche kringen beluistert
men iets dergelijks.
Ja, het is een wonderlijke historie
Het staat in de Kamer 49 tegen 51,
onder de 51 dan nog de socialisten
meegerekend.
Als nu toch die 49 eendrachtig altoos
op hun post waren, dan ware toch in
minder dan drie weken het ministerie
uit zijn lijden verlost, en werd ver
werping als nu weer van het amende-
ment-Aalberse, waarbij het belang van
ons bijzonder middelbaar onderwijs ten
zeerste betrokken was, bijna zeker voor
komen.
Men mag vragenwat scheelt er
dan toch aan in de Tweede Kamer,
dat men zoo bang blijkt het Kabinet
nederlagen te bezorgen
STAATSSUBSIDIE AAN OPEN
BARE LEESZALEN.
Over de verwerping van het amende
ment-Van Vuuren om de subsidie aan
openbare leeszalen te schrappen, schrijft
de «Nieuwe Courant»:
Het hoera'tje, dat na den uitslag aan
den linkerkant der Kamer opging, is
gerechtvaardigd. De dienstbaarheid,
welke heden door de rechterzijde aan
den dompergeest is betoond, is een
beleediging van ons verleden, een on
heilspellend teeken voor de toekomst.
Waar is, in ons tegenwoordig Neder
land, de geest gebleven van een Groen
vau Prinsterer, waar is de protestantsche
traditie, met nationale traditie saam-
geweven, dat het vrije onderzoek is de
eenige bron van zedelijke en maat
schappelijke kracht, dat goed en bloed
geofferd moeten worden als het geldt
geestelijke censuren te keeren
Kunst- en Wetenschap.
JAN ONGELUK.
We kunnen niet zeggen, dat het ons
erg aanlokkelijk scheen gisteren den
avond te moeten doorbrengen in Amicitia
waar de Utrechtsche Onderwijzers Too-
neelvereeniging een uitvoering gaf ten
bate van „hulpbehoevende onderwijzers."
Wanneer men al eenige kluchten heeft
moeten „genieten", wordt men het wel
een weinig moe wederom zoo'n gefa
briekt blijspel te verduwen, ook al is
het er dan een, dat lang niet de minste
is onder dit soort spelen, saamgesteld
uit een reeks onwaarschijnlijke mogelijk
heden en onmogelijke waarschijnlijk
heden. En dat is ongetwijfeld „Jan
Ongeluk". Dat munt voorzeker ver uit
boven soortgelijke stukken en is meer
malen zoo in-humoristisch, dat men al
beslist Nurks in eigen persoon moet zijn,
wil men niet schudden van het lachen.
Maar zoo gezegd, als men, in het
Amersfoortsche tooneelseizoen, dat toch
al niet een rijke verscheidenheid kan
bieden, reeds eenige kluchten heeft
gezien, dan verlangt men sterk naar
iets anders, iets degelijkers.
Wanneer we dus op den voorgrond
stellen, dat onze verwachtingen niet
hoog waren gespannen, ook niet met
het oog hierop, dilettanten aan 't werk
te zien, dan zal spel en aankleeding van
het geheel, zeker hoog geroemd zijn,
7.00 we aanstonds daarop laten volgen,
dat we genoten hebben, genoten op een
wijze, die ons heugen zal. En al dragen
we dan van een dergelijk stuk niets
anders mee naar huis, „Jan Ongeluk"
blijft dan in de hoogst aangename her
innering, omdat het ons van het begin
tot het eind allerdolst heeft geamuseerd.
En wat is dat ook niet heerlijk, zoo
eens flink de lever te laten schudden,
dat moet in deze zwartgallige tijden
voor menigeen een verkwikking zijn. En
daarom zijn we de II. O. T. reeds hoogst
dankbaar. Het is haar ten volle gelukt
het zeer talrijke publiek braaf te amusee
ren, en wanneer we zeggen dat een dave
rend gelach aanhoudend door de zaal
ging, dan voelen we eigenlijk een te
zwakke term te gebruikenmeermalen
schaterde de hartelijk gulle lach, in één
woord bet was een fameus lachsucces van
begin tot eind.
Het stuk achten we bekend. Zooals
we zeiden is het niet uit al te onmo
gelijke waarschijnlijkheden opgebouwd
en is daarbij rijk aan kerngezonden humor.
En waar het nu op een wijze werd
opgevoerd, zooals we dat slechts van
beroepstooneelisten hadden verwacht,
daar mag het geen verwondering wek
ken, dat zulk een uitbundig succes werd
verworven.
Zonder ook maar eenigszias Ie kort
te willen doen aan het spel der anderen,
willen we toch in 't bijzonder wijzen op
het uitmuntend vertolken der rollen door
de heeren Martin Hallerst&dt, Waldemar
Knauer en Boris Menski, terwijl ook de
dames zeer goed spel gaven. Vergeten
we niet, dat het charmante nichtje,
Martha Wendel, zeker wel een compli
mentje verdient voor haar keurige
japornetjes.
Ook de grime der spelers was uit
stekend terwijl de regie goed verzorgd
was.
Alles bij elkaar genomen zijn wij
ten hoogste voldaan over dezen avond
en zeker allen met ons. Van harte roepen
wij dan ook de U. O. T. een tot weer
ziens toe. Deze eerste kennismaking is
een hoogst aangename geweest en we
twijfelen er niet aan, een volgend maal
kan men wederom op een hartelijke
ontvangst rekenen.
Vermelden we nog dat bij het einde
van het derde bedrijf herhaaldelijk moest
gehaald worden en het applaus veel van
een ovatie kreeg.
Gedurende de pauze kregen we van
een klein ensemble eenige muzieknum
mers te hooren, hetgeen een aardige
atwisseling bracht.
Burgem:ester en Wethouders van
Amersfoort maken bekend, dat het bureau
van den Burgelijken Stand gedurende de
beide Kerstdagen voor het publ iek geopend
zal zijn des voormiddags van 8!/29 uur
uitsluitend tot het doen van
aangiften van geboorten of
overlijden.
De hiervoor noodige aanvrage moet
geschieden aan het gemeentehuis, mon
deling of schriftelijk, uiterlijk tusschen
88V4 uur des voormiddags van den
dag, waarop men aangifte wil doen.
De Gemeenteraad vergadert a.s-
Dinsdagmiddag. Voor de agenda zie
men ons nummer van Donderdag.
Raadsstukken.
Het Rapport en voorstel van B. en W.
betreffende een verzoek van een aantal
werklieden- en vakvereenigingen tot het
subsidieeren van vakteekenondcrwijs,
luidt in zijn geheel als volgt
Voldoende aan uw opdracht, advies
uit te brengen over het ter zijde ge
noemde adres, hebben wij de eer het
volgende op te merken.
In uwe vergadering van 28 Juni 1906
werd behandeld een verzoek van de
afdeeling Amersfoort van het Neder-
landsch Werkliedenverbond „Patrimo
nium", den R. K. Volksbond „St. Joris",
de Timmerlieden vakvereeniging „St.
Joris", de Christelijke Timmerlieden ver-
eeniging en de Metaalbewerkers vereeni-
ging „St. Eloy" en een adres van de
Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven
te Amersfoort, met verzoek de klasse
van voortgezet teekenonderwjjs aan de
Burger Avondschool weder in testellen.
In ons advies hadden wij gelegenheid
er op te wijzen, dat er van opheffing
geen sprake kon zijn en gaven wij U in
overweging, afwijzend op het verzoek te
beschikken, waartoe door U met alge-
meene stemmen besloten werd.
De vereeniging „Ambachtsschool voor
Amersfoort en omstreken" had intusschen
een avondcursus gedurende dat jaar voor
vakteekenen geopend ten dienste van
ambachtslieden.
Verschillende vereenigingen wenden
zich thans tot de Gemeente met het
verzoek, voor een teekencursus eene
subsidie van f250 te willen verleenen.
De meening van de adressanten, dat
de f250, die beschikbaar is gesteld voor
den melselcursus, die niet doorgaat, in
19u8 voor het gevraagde doel kan wor
den gebruikt, is onjuist. De Gemeente
heeft besloten, den melselcursus te
steunen voorloopig wordt deze nog niet
ingesteld wegens het geringe aantal leer
lingen. Melden zich evenwel voldoende
leerlingen aan, dan zal natuurlijk tot
oprichting worden overgegaan en kan
de Gemeente de eens toegezegde sub
sidie niet terugnemen. Waar nu in
andere plaatsen o.a. Arnhem, Nijmegen,
Zwolle, met goed succes het metselen
onder de leervakken van de Ambachts
school is opgenomen, is het waarschijnlijk,
dat de metselcursus ook in deze Ge
meente weldra een voldoend aantal
leerlingen zal trekken. In ieder geval kan
over de toegezegde gelden thans nog
niet beschikt worden.
Wat nu het verzoek zelf betreft, kun
nen wij U niet tot inwilliging adviseeren.
Wij willen hiermede .allerminst geacht
worden het nut van het gevraagde
onderwijs te onderschatten. Wij meenen
evenwel, dat de Gemeente aanvankelijk
geen nieuwe uitgaven voor het vak
onderwijs op zich kan nemen. Er
wachten nog zoovele aangelegenheden
op beter regeling, die niet aan de orde
gesteld kunnen worden wegens de daar
aan verbonden financieele gevolgen, en
waarvan de behartiging nog meer op
den weg der Gemeente ligt, dat wij
ernstig moeten ontraden, deze lasten
wederom uit te breiden voor het ge
vraagde doel.
Dit klemt te meer en noopt tot voor
zichtigheid ten opzichte van subsidi-
eering van vakonderwijs voor vol wassenen,
omdat aanvragen tot hoogere subsidies
voor dit doel niet onwaarschijnlijk zijn.
Heeft de Gemeente voor éen jaar de
subsidie toegezegd, dan zal zij deze in
volgende jaren niet kunnen intrekken.
Nog moeten wij opmerken, dat het
ons niet wenschelijk voorkomt, zijdelings
er toe mede te werken, dat de lokalen
van de Ambachtsschool voor het onder
wijs gebruikt wordenbij uitbreiding
van de Burger-Avondschool zijn die
lokalen voor die school noodigworden
deze evenwel met medewerking van het
Gemeentebestuur mede gebruikt voor
het vakteekenen voor volwassenen, dan
zullen deze bezwaarlijk voor de Burger-
Avondschool ontruimd kunnen worden;
alsdan zal het Werkhuis in gebruik ge
nomen moeten worden, waardoor de
kosten van de Burger-Avondschool weder
belangrijk zullen toenemen.
Nog kunnen wij er ons niet mee ver
eenigen, dat, waar het hier onderwijs
voor volwassenen geldt, die, naar ons
oordeel, zelf de kosten van hun onder
wijs behooren te betalen, bij een geraamd
bedrag van f 525 in uitgaven, door hen
zeiven slechts f 75 wordt betaald, terwijl
zich reeds meer dan 60 deelnemers aan
gemeld hebben.
Op deze gronden hebben we de eer
U voor te stellen, afwijzend op het adres
te beschikken.
Het Voorstel van B. en W. betref
fende het personeel, te benoemen voor
het landgoed „Birkhoven" luidt als volgt