Vrijzinnig1 Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
O; 9.
DINSDAG 21 JANUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van d8 Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Vevsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Gemeente-Financiën.
FEUILLETON.
DE KltEINDOGHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER
Directeur R. 6. RIJKEN S
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Frijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(By abonnement belangrijke korting.)
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
In een vorig nummer hebben wij
een beknopt overzicht gegeven van het
verslag van de Staatscommissie inzake
de Gemeentefinanciën.
Wij hebben gezien dat werd voor
gesteld de mogelijkheid open te zetten
voor: ie. gewijzigde oude belastingen.
2e. een nieuwe regeling van de in
komstenbelasting naar Pruisisch model.
3e. Nieuwe belastingen.
Ad. lum;
a. De maxima van de opcenten op
de hoofdsom der grondbelasting worden
verdubbeld.
b. Ook niet-openbare vermakelijk
heden zal men mogen belasten.
c. De «straatbelasting» wordt uit
gebreid tot «belasting wegens gebouwde
eigendommen met erven aan of nabij
land- of waterwegen en wegens onge
bouwde eigendommen aan die wegen
naar grondslagen volgens welke een
billijke bijdrage gevorderd wordt in de
kosten ten laste der gemeente komende
voor aanleg en onderhoud dier land
en waterwegen, voor hun verlichting
en voor afvoer van water en vuil.»
d. De zoogenaamde «bettermenttax»
wordt aldus uitgewerkt
Wegens gebouwde of ongebouwde
eigendommen en hunne aangehoorig-
heden, gelegen in bepaalde gedeelten
der gemeente, naar grondslagen, volgens
welke een billijke bijdrage gevorderd
wordt in de kosten van door het ge
meentebestuur tot stand gebrachte
werken, waardoor deze eigendommen
zijn gebaat.
Ad. 2um.
Bij de nieuwe regeling van
de inkomstenbelasting wordt
de bevoegdheid geschapen eene billijke
bijdrage in de gemeente-belasting te
heffen van de inkomsten uit het vaste
goed van uitwonende eigenaars en o.m.
de gelegenheid geopend alle onder
nemers, ook b.v. naamlooze vennoot-
Door M. Böhme.
27).
Beata schudde het hoofd. Zij gevoel
de een lichte mismoedigheid, iets onbe
hagelijks. Als zij in de vervlogen jaren
aan Erwig Meier dacht was het altijd
met medelijden voor den «armen jongen»
geweest. De omstandigheid dat hij onge
trouwd gebleven was, werd door haar,
niet zonder zekere voldoening, met zijn
eerste, ongelukkige liefde in verband
gebracht. Dat gaf hem in haar oogen
de glorie van een martelaar, en streelde
tegelijk haar ijdelheid, want zij had het
toch akelig gevonden als hij een of
andere Miesbacher burgerdochter tot
haar opvolgster in zijn hart verheven had.
En altijd had zij geloofd, dat in zijn
wezen een heimelijke droefheid moest
zijn uitgedrukt. Hierin stelde haar nu de
werkelijkheid te leur, hij zag er innerlijk-
tevreden uit, en beweerde gelukkig te
zijn.
Voor hem was dus die verre, teedere
liefdes-idylle inderdaad slechts een ge
beurtenis geweest, een kinder-spel, waar
over hij glimlachte.
Het werd al donker, toen zij den berg
afdaalden. Aan haar villa gekomen gaf
schappen, in de verschillende gemeenten,
waarin zij hun bedrijf uitoefenen, naar
de behaalde winst te belasten.
Van de inkomsten uit betrekkingi
bedrijf of beroep van uitwonenden, zal
dus in het algemeen belasting kunnen
worden geheven.
Ad. 3um.
a. opcenten op andere rijksbelas
tingen (b.v. een eventueele rijksinkom
stenbelasting)
b. grondbelasting op gebouwde eigen
dommen en bouwterreinnen
c. bijzondere belastingen wegens
gebouwde en ongebouwde eigendom
men, die behalve de straatbelasting en
de bettermenttax kunnen geheven
worden
Van bouwterreinen naar de verkoop
waarde of naar het bedrag, waarmede
de verkoopwaarde, sinds de laatste
vaststelling buiten toedoen van dengene,
die het genot had krachtens recht van
bezit of eenig ander zakelijk recht, is
toegenomen.
Voorts kan bij overdracht van ge
bouwde eigendommen of bouwterreinen
een belasting geheven worden naar de
verkoopwaarde of naar het bedrag,
waarmede deze eigendommen sedert de
laatst voorafgaande overdracht, buiten
toedoen van dengene die het genot had,
in waarde zijn vermeerderd
d een zakelijke belasting op het
bedrijf
e. een belasting naar den uiterlijken
staat (thans onder eigen hoofd, anders
dan vroeger, genoemd)
f. andere belastingen, mits zij niet
naar dezelfde grondslagen als die eener
rijksbelasting worden geheven. (Hier
worden b.v. bedoeld debietrechten, op
bier, wijn, tabak, gevolgte, wild en
andere luxe voedingsmiddelen).
Behalve het eigenlijke verslag en de
nota's bevat het rapport der commissie
nog twee bijlagen, die als een merk
waardige poging tot een vergelijkende
studie van de financiën der Neder-
Beata Erwig Meier de hand.
«Het heeft mij zeer verheugd, dit
wederzien. Het zou mij veel genoegen
doen wanneer u mij nog eens bezocht
nu en dan. Tante Louise en ik blijven
dezen winter in Miesbach».
«Als u goedvindt zal ik van uw vrien
delijke uitnoodiging gebruik maken. Ik
heb wel weinig vrijen tijd tot mijn be
schikking. De zaak en mijn eigen
werk nemen mijn meesten tijd zeer in
beslag.
«Maar voor een oude vriendin zult
u toch nog wel eens een uurtje kun
nen vinden,» meende Beata. «U kunt
zoo goed iemands treurige stemming
wegpraten dat men zich tenslotte nog
over het vallende loover om zijn kleuren
verheugt. Dus tot weerziens, ik hoop
erg spoedig».
Erwig groette Erika, dan nog eens
Beata, en ging verder.
De wind stak op. Toen hij door de
laan ging vielen dorre blaren om hem
heen te aarde. Hij hield zijn hoofd ge
bogen. Dit weerzien had ook hem niet
ongeroerd gelaten. Maar alle gevoelens
van dat verre kindergeluk lagen zoo
gekluisterd in rustige, smartlooze berus
ting, en zoo diep gezonken in het bin
nenste zijner gewaarwording, dat aan
de oppervlakte van zijn wezen ook niet
de geringste aanduiding eener diepweg
trillende beweging verschijnen kon.
Hij had reeds lang overwonen, maar
landsche gemeenten over 1904 alles
zins de aandacht verdienen.
Om den oogenblikkelijken nood te
helpen lenigen, zijn deze bijlagen wel
niet van belang, maar aangezien, zoo
als we reeds zeiden, een definitieve
regeling nog wel eenigen tijd zal uit
blijven, zullen zij bij zulk een regeling
toch wel dienst kunnen bewijzen.
In die bijlagen staat duidelijk te
lezen, dat wij in Nederland den finan-
cieelen toestand van onze eigen ge
meenten niet kennen. Er bestaat
namelijk geen vergelijking over ver
schillende jaren. En toch zal men dien
toestand moeten kennen, wil men dien
kunnen verbeteren. Dit is noodig om
bij de wet maatregelen te kunnen
nemen ten bate van een meer even
redige verdeeling der lasten.
De eene gemeente zal zich dan
bovendien kunnen spiegelen aan eene
andere en van deze leeren. De rappor
ten bevatten in deze reeds nuttige
wenken.
Zoo wordt er bijv. gevraagd of wel
overal voldoende schoolgeld wordt
geheven en of men niet in sommige
gemeenten te vrijgevig is in het kos
teloos toelaten van leerlingen op scho
len. Immers het percentage van de
kosteloos toegelatenen was in 1904
zeer verschillend.
Verder doet zich het verschijnsel
voor, dat terwijl in Amsterdam een
groot percentage ouders belasting be
taalt en geen cent schoolgeld, de
toestand in Rotterdam precies anders
om is.
Dan wordt de opmerking gemaakt,
dat de meest gedrukte gemeenten het
geringste bedrag aan schoolgeld ont
vangen. Dit zijn Amsterdam en
Groningen.
En gelijk het bij de vergelijking
tusschen de grootste gemeenten gaat,
is het ook bij de vergelijking van
andere steden.
Een bedenkelijk verschijnsel wordt
het genoemd, dat in een aantal ge
meenten het werkelijk inkomen der
belastingschuldigen per hoofd der be
volking niet of nagenoeg niet schijnt
te stijgen.
Een juistere schatting van het in
komen zoude aanbeveling verdienen in
bijna alle gemeentenin sommige
gemeenten worden personen niet aan
geslagen, die in de termen zouden
vallen of worden kleine inkomens meer
dan noodig schijnt, verschoond.
Zoo worden nog verschillende wen
ken gegeven.
Wenschelijk is het in elk geval dat de
staat een opzettelijk en uitvoerig onder
zoek-door deskundige ambtenaren laat
instellen, en dat de veranderingen van
jaar tot jaar nauwkeurig worden bij
gehouden. Dan zal men kennis krijgen
van den werkelijken finantieelen toe
stand der gemeenten en zal men tege
lijkertijd de gegevens hebben om in
den nood der gemeenten te kunnen
Japansche vredelievendheid.
Eenigen tijd geleden kwam uit Tokio
het bericht, dat de Japansche regeering
de uitgaven voor oorlog en marine
sterk heeft verminderd.
En dat terwijl de Amerikaansche
vloot zich in de verte vertoonde. Dat
klonk zooiets als«wij zijn vredelievend
wij maken geen demonstraties; wij
doen iets, wat andere volken weigeren
te doenwij verminderen de uitgaven
van leger en vloot.»
Was dat geen mooi ding voor de
vrienden van den vrede Men zou het
bijna zeggen, maar welbeschouwd ziet
de zaak er eenigszins anders uit.
Japan had namelijk eerst andere plan
nen het wilde meer schepen bouwen.
Maar voor 'schepen en kanonnen is
geld noodig en Japan leeft niet in
overvloed. Het zou, indien het zijn leger
wilde versterken en de vloot uitbreiden,
geld moeten leenen en niet weinig ook.
Het zou schulden moeten maken en de
toch riep de ontmoeting na twintig 1
jaren weer alle bitterheid en smart, die
hij toen doorworsteld had, in hem wak
ker. Toen, in de geestdrift van zijn
jonge liefde, had hij geloofd in Beata
Mannebach een wezen te vinden, dat
niet zoo kleingeestig als zoovele anderen
dacht. Maar daardoor was de ontgoo
cheling zoo ruw, toen hij van haar eigen
lippen vernam, dat zij niet anders noch
beter was dan de gewone menschen.
die den inhoud naar den vorm schatten
en voor wie karakter en menschen-
waarde slechls bijzaak zijn, hoofdzaak
het stempel dat de maatschappelijke
omstandigheden op den mensch drukken.
Omgeving en persoonlijkheid schenen
haar onscheidbaar. Den jongen man
beminde Beata Mannebach, maar een
kleermaker kon Beata Mannebach
niet trouwen, want het ware belache
lijk geweest, een kleermaker te bemin
nen. 't Bleef hetzelfde, of deze kleer
maker met de persoon van den geliefden
jongeling éen was voor den kleer
maker deinsde haar liefde terug. Die
ervaring was een vreeselijk bittere pil
geweest, waarvan hedenjnog de nasmaak
niet verloren was na twintig jaren,
terwijl reeds de zegepralende glimlach
van den wijsgeer zijn trekken door
speelde.
Einde Novemberjkeerde grootmoeder
Meier naar Miesbach terug. Zij had veel
geleden, het voorheen nog volle, bijna
jeugdige aangezicht was doorgroefd en
had de kenmerken van den ouderdom,
scherpe diepe lijnen, vale kleur. Zij wist,
en haar verwanten vermoedden hethaar
dagen waren gesteld, zij was naar huis
gekeerd, zooals zij gezegd had, maar
om er spoedig te sterven.
Zij was er niet treurig om. Haar
ongebroken energie en werkzaamheid
lieten geen weemoedige stemmingen
bovenkomen. Zij verheugde zich, dat de
dood haar nog een uitstel gegeven bad,
om haar zaken te regelen. Zij had naar
haar meening nog veel te doen. Haar
lievelingsgedachte, Erwig te doen trou
wen, hem, wiens stil karakter der ge
liefde vrouw een vol geluk waarborgde,
als hoofd van een familiekring te zien,
had zij niet kunnen verwezenlijken
Erwig had immers geweigerd. In de
lange jaren, waarin zij zelfstandig de
zaak dreef, in den strijd om het bestaan
en met allerlei tegenspoeden, had zij
menigen manlijken, karaktertrek ge
kregen. Maar in een opzicht was zij
toch geheel vrouw gebleven. De lust
om huwelijken tot stand te brengen was
haar bijgebleven, hoezeer haar dit ook,
wat haar dochters betreft, mislukt was.
Voor haar stond het reeds op den
avond van Jo's aankomst vast, dat deze
met Tony Stohman trouwen moest.
Een betere partij voor het meisje was
och al niet te vinden. Tamelijk kalm
renten van de opgenomen gelden moeten
betalen eene binnenlandsche leening is
zoogoed als onmogelijkde Japansche
industrie heeft groote behoefte aan
kapitaal. Men had gedacht, dat die
industrie zich na den oorlog zou ont
wikkelen, zooals de Duitsche zich heeft
uitgebreid na den oorlog met Frankrijk.
Doch het is maar zeer middelmatig
gegaan met de gehoopte ontwikkeling
van de Japansche nijverheid. Men heeft
groote plannen gemaakt, maar is niet
veel verder gevorderd. Fabrieken, die
men met moeite in het leven riep, zijn
gedeeltelijk aan vreemden overgegaan
of kwijnen de arbeiders beginnen ook
in Japan daar vroeger onbekende eischen
te stellen. Het staat niet zeer gunstig
met de industrieêle ondernemingen op
het oogenblik.
Nu zou men belastingen kunnen heffen,
maar het land draagt reeds vele lasten
en men zou enkel de bestaande kunnen
verzwaren of monopolies scheppen.
De grondbelasting, de belasting op
het inkomen kunnen moeilijk worden
verhoogd. Nu reeds klaagt met name
de middenstand over zware lasten. De
prijzen der levensmiddelen zijn gestegen.
En wel zou de regeering veel geld
kunnen vinden bij de lieden die door
den oorlog rijk zijn geworden, die goede
zaken hebben gemaakt, of groote do
taties ontvingen, maar het schijnt, dat
zij redenen heeft om hen te sparen.
De tabak is zwaar belast. Het zout
en de lucifers zijn staatsmonopolies. De
brouwerijen moeten zooveel betalen, dat
zij een kwijnend bestaan leiden. En de
regeering schijnt, volgens sommige be
richten, ook de rijstbranderijen tot staats
monopolie te willen maken. Zij zoekt
naar alle zijden geld.
Onder die omstandigheden zou uit
breiding van leger en vloot tot een
staatsbankroet leiden. De Japansche
regeering begrijpt, dat zij, voor alle
dingen, haar crediet moet hoog houden
zij vermindert de militaire uitgaven.
Waarschijnlijk doet zij het met leed
wezen, maar het gaat niet anders; de
geldnood dringt.
Japan bevindt zich in een staat van
gedwongen vredelievendheid.
DUITSGHLAND.
Zaterdag is te Kassei de groote
vergadering der Duitsche vloot-
vereeniging gehouden, waardoor
hoorde zij Lisa verhaal van het voorval
op Tony's geboortedag aan.
«Ach, wat, jullie bent te onhandig
om iets goed aan te vatten. Tony is
hierin ook niet erg leep. Maar dat zullen
wij wel in orde brengen.
Dat was nog mooier. Tony Stohman
af te wijzen, hem, op wien niets te zeg
gen viel, die niet dronk, niet speelde,
niet de meisjes naliep En de prachtige
zaak, waar Tony eenige zoon en erf
genaam was. De oude Stohmans hadden
een mooi kapitaal bijeengebracht. Neen,
dat was al te dsvaas. Ze zou de kleine
wel leeren.»
Dat Jerome Burgard naar Miesbach
kwam en de prachtige betrekking bij
Gotze kreeg, verheugde haar, maar toch,
ze had liever gezien, dat hij dezelfde
betrekking ergens anders gekregen had.
Ze had met dezen schoonzoon niet veel
meer op.
«Die is net als een kat, hij komt altijd
op zijn pooten terecht,» zei ze hoofd
schuddend. «Jerome is een aangekleede
aap, ik vrees, dat hij Jo het hoofd op
hol zal maken.»
(Wordt vervolgd,