1 WEERBERICHT. Thermometerstand BINNENLAND. UIT DE PERS. Kunst- en Wetenschap. STADSNIEUWS. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. (Opgem»«kt voorin. 10.50 uur.) De Bildt, 23 Januari 1908. Hoogste barometerstand 778.4 m.M. te Münchenlaagste 740.9 m.M. te Seijdistjord (IJsland). Verwachting tot den avond van 24 Januari 1908: WindZwakke tot matige Zuidelijke tot Z.W.lijke wind Gesteldheid van de luchtnevelachtig, later opklarend, droog weer. Temperatuur: lichte tot matige vorst. Barometerstand te AMERSFOORT. Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 775 m.M. Vorige stand te 12 uur 775 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisteren F. 27. Laagste hedennacht .F. 19. Hedenmiddag 12 uur .F. 23. „den geheelen mensch", en zoo zal er geen enkel levensgebied zijn, dat van haar bemoeiingen is uitgesloten' De leuze der organisatie zal zijn: „Vereeniging van allen, tot. bescherming van het katho licisme en tot wederzijdsche hulp." Uit de statuten blijkt, dat men hier te doen heeft met een hoofdzakelijk politieke organisatie. De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdagavond 28 dezer te 8J uur. DE CRISIS. Het Nieuws v. d. Dag verneemt, dat de heer Michiels van Verduynen be- atemd is om als minister van buiten- landsche zaken op te treden in het nieuwe Kabinet. Gisteren waren, naar de Tel. uit goede bron verneemt, de volgende portefeuilles aanvaard in het nieuwe ministerie Mr. Th. Heemskerk Jzn., formateur, Buitenlandsche Zaken. Mr. E. R. H. Regout, Tweede-Kamer lid, justitie. Mr. De Marez Oyens, oud-minister, Financiën. Ds. A. S. Talma, Tweede-Kamerlid, Landbouw, Handel en Nijverheid. J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst, commandant van het regiment grena diers en jagers, Oorlog. De andere portefeuilles zijn nog niet definitief bezet. Het Vaderland schrijft het volgende ,Naar wij vernemen, en onder reserve mededeelen, zou het nieuwe Ministerie als volgt zijn samengesteld Mr. Th. Heemskerk, Bionenl. Zaken. Ds. Talma, Landbouw. De Waal Malefijt, Waterstaat. Idenburg, Koloniën. Baron v. Voorst tot Voorst, Oorlog. Jhr. mr. v. Citters, Financiën. Mr. Loeff, Justitie. Mr. De Marez Oyens, Buitenl. Zaken. Baron Van Asbeck, Marine. Op het programma van het nieuwe Kabinet zou het Gezinshoofdenkiesrecht een voorname plaats innemen." DE CRISIS. Van twee zijden wordt de juistheid van het door ons vermelde gerucht, dat in politieke Ikringen alhier liep, nl. dat de rechterzijde gereed was gekomen met de vorming van een Kabinet, maar dat het officieele bericht in de Staatscourant zou achterblijven tot na de behandeling der begrootingswetten door de Eerste Kamer, in twijfel getrokken. Door de Nieuwe Ct. op grond dat de nieuwe ministers dan in den lijd tusschen de vorming van het Kabinet en het optreden daarvan, hun werk zouden laten waar nemen door en afschuiven op de demissionaire ministers. Door het Hbl. in verband met het „Standaard" bericht van gisteren, dat mr. Th. Heemskerk de opdracht tot Kabinetsformatie heeft aan vaard. Natuurlijk is het altijd moeilijk de volkomen juistheid van een „gerucht" (als zoodanig werd het uitdrukkelijk aangemeld) te controleeren. De bron waaruit wij het verkregen, was goed, en onze zegsman houdt de juistheid vol, daarbij zelfs de namen Roemende van enkele ministers. Bovendien werd het ons bij onderzoek bevestigd uit politieke kringen, waar men er wel iets meer van weet. Wat de namen der ministers aan gaat (maar ook nu aanvaarden wij slechts die mate van aansprakelijkheid, welke men pleegt op zich te nemen voor een .gerucht"), zoo werd ons ver zekerd, dat de heer Heemskerk Binnenl. Zaken zou krijgen. Talma Landbouw, De Waal Malefijt Waterstaat, De Marez Oyens Buitenl. Zaken. Ook de heer Kolkman zou in het Ministerie zitting nemen, maar wij konden er niet achter komen, of het zou zijn voor Financiën of voor Justitie. Van de heer Harte voor Financiën schijnt de rechterzijde te heb ben afgezien, althans men hoort hem niet meer noemen. Daarentegen worden nog steeds de burgemeester van Den Haag en de heer Idenburg om beurten gedoodverfd met Koloniën. De laatste ook wel met Oorlog. Wij hoorden ook nog, dat de lief hebberij van rechts om in het Ministerie te worden opgenomen, zeer groot is, De heer Heemskerk moet gezegd heb ben: Ik heb te veel liefhebbers. Wij herhalen intusschen, dat wij een en ander slechts kunnen mededeelen als gerucht. Overigens behoeven wij wel niet te verklaren dat wij ons niet geroepen achten, het nieuwe Kabinet te verdedi gen tegen de bezwaren van de „Nieuwe Ct." Ook ons zou het noodeloos rekken der crisis en het doen waarnemen van de regeeringstaak door het demissionaire Ministerie, terwijl er reeds een nieuw gevormd is, nogal bedenkelijk voor komen. Wat ten slotte het bericht in „De Standaard" aangaal, wij conciudeeren daaruit roet het Hbl. dat de heer Heemskerk gereed is, en het ons ter oore gekomen bericht alzoo juist was. Maar het Hbl. zal tevens wel willen toegeven, dat het er niet met duidelijke woorden in staat, maar den schijn wekt, alsof de Kabinetsformatie nog in een minder vergevorderd stadium is. Onze indruk is dan ook, dat het bericht plotseling uit de lucht gevallen, terwijl van andere zijde reeds lang bekend was, dat de heer H. de opdracht had aan genomen geen ander doel heeft, dan om bet te doen voorkomen, alsof men nog niet gereed is, en alzoo een ver klaring te geven van het dralen met de openbaarmaking en het overlaten van de verdediging der begrootingswet ten in de Eerste Kamer aan de demis sionaire ministers. („Het Vaderland".) Het vierde concert in dit seizoen van de Concert-Directie ,De Algeraeene Muziekhandel" zal Vrijdag 31 Januari worden gegeven. Voor dien avond zijn aangekondigd Edith von Elischer en Rud. Loman. Naar het A. D. verneemt zal het Amslerdamsch Tooneelgezelschap (arti stiek leider de heer D. van Ollefen), dat hier Zaterdags van de kermis met succes opvoerde „Zenuwachtige Vrouwen" van v. Moser, in de eerste helft van Febr. weer een voorstelling geven in Amicitia. LEZING FLÉHITE. In de zaal van de sociëteit „Ver eeniging" had gisteren het bestuur der oudheidkundige vereeniging „Flé- hite" de leden in de gelegenheid ge steld een kunsthistoriscbe voordracht bij te wonen van den heer Daled de Piere, Gehechte aan het stedelijk museum der oude meesters te Brugge. Velen hadden aan die uitnoodiging gevolg gegeven en hebben met be langstelling aangehoord, wat de heer de Piere had mee te deelen, en vooral te laten kijken, van zjjn vaderstad Brugge. Als een kunsthistoricus over Brugge spreekt heeft hij het natuurlijk over Bruges la morte en niet over de zeehavenstad, als hoedanig Brugge in het laatste jaar meer op den voor grond is getreden. Aan ons oog liet h(j achtereenvolgens een lange reeks van gebouwen, stadsgezichten en schilde rijen voorbijtrekken, bij alle inlichtin gen en ophelderingen gevend. Vooral aan de schilderijen heeft, naar bet ons voorkwam, de heer de Piere zjjn hart verpand. W(j hebben van die schilderijen gisteren avond natuurlijk niet anders dan de photo- graphiën gezien, de zwart geworden reproducties, waarin de kleuren waren vervaald, en het donker lag zonder diepte en nuance. By ons wekten die afbeeldingen voorstellingen van mira kels, enz., dan ook aangezien men toch den een of anderen indruk moet krjjgen bewondering voor de tjjden, toen zoo kinderlijk groot geloof moge lijk bleek, zonder het analyseerend begrip, dat enkel afbreekt en ledig laat. Maar de heer de Pierre deed zyn best om ons de schoonheden van de schilderijen zelf te verklaren en wer kelijk zal hij bij menigeen den lust hebben doen ontstaan, de origineelen die van de oud-Vlaamscbe schil derschool in Brugge zijn achterge bleven, te gaan zien. En dan is ook het doel van den spreker bereikt. Naar Brugge zelf moet het hart van iederen bewonde raar van oude bouwkunst trekken en ook van hen die oog hebben voor schilderachtige tooneelen, als bijv. gevonden worden langs het Minne water, dat zoovaak de poëtische ziel van een Guido Gezelle in verrukking bracht. Al die kijkjes afzonderlijk te be schrijven en naar waarde te schatten, is niet wel doenlijk; rnenj om- vademt ze toch niet in een dagblad artikel en bovendien gaan ze soms ver boven ons appreciatievermogen uit. Het publiek beloonde met een har telijk applaus den heer de Piere en zal in stilte het bestuur van Fléhite dankbaar zijn geweest voor de gele genheid die gegeven werd eenige uren in den geest te vertoeven in een der merkwaardigste steden op kunstgebied van deze wereld. Aangezien de ondervinding heeft geleerd, dat één vergadering per week van het college van Burg. en VVeth., niet voldoende is voor een spoedige en grondige verrichting van de aan hen opgedragen taak, hebben zij besloten, voortaan ook geregeld op Maandagmor gen bijeen te komen. Door B. en W. worden ten Raad aanbevolen voor benoeming als leeraar in de Duitsche taal en letterkunde aan de H. B. S. en het Gymnasium, de heer B. Leusjen en als 3e Gemeenteopzich ter de heer G. L. Pape. Agenda van de Openbare Ver gadering van den Raad der Gemeente Amersfoort op Dinsdag 28 Januari 1908, des namiddags te half twee uur. 1. 2e stemming over het amendement van den heer Plomp betreffende de In structie van den Gemeente-Ontvanger. 2. Voorstel van B. en W. tot be noeming van een tijdelijken leeraar in de Duitsche taal en letterkunde aan hel Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. 3. Voorstel van B. en W. tot be noeming van G. L. Pape tot 3e ge meente-opzichter. 4. Voorstel van B. en W. betreffende de verhooging van jaarwedden wegens diensttijd enz. van personeel, verbonden aan de Hoogere Burgerschool. 5. Voorstel van B. en W. tot vast stelling van den pensioengrondslag van den leeraar H. Italië. 6. Voorste! van B. en W. betreffende een verlof, te verleenen aan den adjunct commies ter secretarie G. Dekker. 7. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van J. J. Hartogsveld tot ver hooging van zijn pensioen. 8. Voorstel van B. en W. tot vast stelling van het verslag, bedoeld in art. 11 van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900, Staatsbl. 202 (Kinder voeding en Kleeding). 9. Voorstel van B. en W. tot plaatsing van een urinoir op het Stationsplein. 10. Voorstel van B. en W. tot machti ging van verhuring van landerijen. 11. Voorstel van B. en W. tot wijziging der Pensioen-verordening, in verband met de opname van boschbaas op Birkhoven. 12. Voorstel van B. en W. tot goed keuring van eene wijziging, vastgesteld in het Reglement voor hunne vergade ringen. 13. Vaststelling van een 4e suppletoir kohier inkomstenbelasting (dienst 19U7). 14. Vaststelling van een le suppletoir kohier, straatbelasting (dienst 1907). 15. Behandeling van reclames tegen aanslagen in de inkomstenbelasting (dienst 1907). 16. Behandeling van eene reclame tegen een aanslag in de straatbelasting, (dienst 1907). Aan den heer S. K. Kielder, café Centraal op de Langestraat is door B. en W. vergunning verleend tot den ver koop van sterken drank. Zonder dat ook maar de geringste aanwijzing bestond, zijn door den recher cheur v. d. Horst opgespoord eenige zinken waterafvoerpijpen, die geheel in stukken, bij verschillende opkoopers wer den in beslag genomen. Gisterenavond werd gepoogd een wagen met vleesch, dat niet voor de consumptie geschikt was, binnen de stad te brengen. Door de politie aangehouden werd het vleesch op de gebruikelijke wijze vernietigd. Door den rijp zijn de telefoondraden zoo zwaar geworden, dat reeds enkele zijn bezweken. Men zal dus wel eens te vergeefs «en abonné oproepen. Bij het 1ste Regement Huzaren is benoemd tot lsle luitenant, de tweede luitenant R.Wilson, van het korps. De indeeling der lotelingen, aange wezen voor volledige oefening, der lichting van 1908 dezer gemeente, zal plaats heb ben in het Militair Logement aan de Lange Nieuwstraat te Utrecht op 12 en 13 Maart a.s. om 9'/jUur. Nog even komen we terug op ons verslag over de „Maggi" producten, en wel op de „Aroma" die gebruikt werd voor het kruiden van vleesch en groenten. Aan dit „kruiden" moet een ietwat uitgebreider beteekenis gehecht wor den, daar de „Aroma" ook voor 't aanlengen van soep en bouillon ge bezigd wordt en zelfs bij het kinder- voedsel met succes dienst kan doen, wanneer de kleinen tegenzin in hun eten hebben. Eenige druppels van „Maggi's Aroma" zal de eetlust weer spoedig kunnen opwekken. Hedenavond vergadert de Kamer van Koophandel en Fabrieken ten Raad- huize. De schietvereeniging „Wilhelmina" der kon. Bond van Oud-Onderofficieren, belegde gisterenavond in de concertzaal „de Arend" bare jaarvergadering. Na in zijn inleidingswoord der vereeni ging een voorspoedig nieuwe jaar te hebben gewenscht, verzocht de voorzitter, de heer D. van Buuren, den secretaris zijn jaarverslag uit te brengen, waaraan wij het volgende ontleenen De vereeniging, die op i Januari 1907 47 leden telde, heeft er thans 40, ten gevolge van het bedanken van eenige heeren, die een nieuwe schietvereeniging oprichtten. „Wilhelmina" is in het afgeloopen jaar op twee wedstrijden uitgekomen, te Groningen en te Arnhem, waar zij door het behalen van medailles met lauweren bekroond werd. Ten slotte wordt gewag gemaakt van het 12'/a-jarig bestaan en van den daarbij gehouden stedelijken schietwedstrijd, waardoor blijkbaar de sympathie bij de Amers- foortsche ingezetenen zeer verhoogd is. Uit de rekening van den penning meester bleek, dat een som van f370.65 is uitgegeven en dat de kas een nadeelig saldo van ruim f 40 heeft. De voorzitter deelde mede dat het bestuur den weg gevonden heeft om dit tekort spoedig, zoo niet geheel, dan toch zeker voor het grootste deel, aangezuiverd te krijgen. De groote uitgaven vloeiden hoofdzakelijk voort uit het gehouden stedelijke schiet- concours. Hierna had een periodieke bestuurs verkiezing plaats voor de heeren D. van Buuren, voorzitter, J. A, Udding, secre taris. A. Clemens, penningmeester en A. Hassing en W. t. Achtenbergh als commissarissen, die met bijna algemeene stemmen werden herkozen. De voorzitter sprak een woord van dank aan de leden voor hel volle ver trouwen, dat zij in het bestuur gesteld hebben. Ook de voorzitter van den Bond van Oud-Onderofficieren kreeg het woord om hulde aan de vereeniging te brengen, welker bestuur en leden zich onderling zoo goed verstonden. Hierna werd eene kleine reglements wijziging aangenomen. De commissie van verificatie van de rekening en verantwoording bracht ver slag uit. De rekening is in de beste orde bevonden, waarvoor den penning meester een woord van dank werd gebracht. Op voorstel van het bestuur werd deze, die reeds een achttal jaren aan de bestuurstafel had gezeten, voor zijne belanglooze toewijding aan de vereeni ging tot eere-lid benoemd. A. D. HET NUT. Gisterenavond hield het Kamerlid Mr. H. Smeenge een lezing voor het plaatselijk Nutsdepartement over «Ver- waarloosde kinderen.) De spreker zeide verheugd te zijn, dat men tot onderwerp had gekozen het verwaarloosde kind. Immers, er is geen onderwerp, dat een Nutsman met meer warmte kan verdedigen, dan juist dit. Het Nut toch heeft zich steeds aan getrokken gevoeld tot het kind, de Maatschappij bedoelde steeds de stoffe lijke en zedelijke verheffing der minder bedeelde natuurgenooten. Dit gaat echter niet in een ommezwaai en daarom is men begonnen bij de jeugd. Door onderwijs en door het uitgeven van boeken heeft het Nut het bewijs ge geven te beseffen, dat het kind van heden, de jongeling is van morgen, die. geroepen zal zijn de samenleving voor uit te brengen. Het werken voor de minder bedeelde jeugd had ook veel tegenstanders, maar toch werd In 1896 op de algemeene vergadering van het Nut besloten een onderzoek In te stellen naar den toe stand van het verwaarloosde kind,! voor welk onderzoek f 2000 werd toegestaan. Er werd een commissie benoemd be staande uit de heeren Mr. J. A. Levy, :rs u- 11, Mr. A. J. Rethaan Macaré en P. H Hugenholtz Jr., terwijl als secretaris optrad Dr. Th. Nolen. Die commissie heeft een uitgebreid onderzoek ingesteld en in 1898 is daaromtrent een rapport verschenen, dat zeer lezenswaard is. De commissie heeft zich de vraag gesteldWat verstaat men onder het verwaarloosde kind Men is zoo licht geneigd te zeggen, dat zijn kinderen, waarvan de ouders niet anders willen, dan dat ze ongeluk kig worden. Maar er behooren ook nog andere kinderen toe. De commis sie zegtHet zijn kinderen wier op voeding stoffelijk of zedelijk wordt verwaarloosd. Er zijn twee kringen, le. kinderen, die door schuld der ouders bedelen, rondzwerven of zich prostitu- eeren2e. kinderen, die buiten d schuld der ouders, door sociale standigheden, verwaarloozen. Waarom is er nu gewacht tot 1901 voor men er toe kwam maatregelen te nemen voor die kinderen Wie hebben dat tegengehouden Dat zijn zij geweest, die kerkelijk zijn aangelegd, die niet wilden, dat tusschen de ouders en het Opperwezen iemand zijn hand zou stel len. Die omstandigheid heeft gemaakt dat men zoo laat met maatregelen is gekomen. Wat moest nu gebeuren, welke maat regelen moesten worden genomen? Ouders, die hun kinderen laten bedelen en rondzwerven en dit meestal doen om eigen luiheid en drankzucht te be vredigen, zijn met zachtheid niet te behandelen, daar moet dwang bij komen. Maar zij die door de omstandigheden hun kinderen niet behoorlijk kunnen verzorgen, behoeven niet gedwongen te worden, zij willen wel, maar kunnen niet anders. Bjj de verschijning van het rapport nu was het een gunstige omstandigheid, dat we een regeering hadden, die niet de stelling der kerke- lijken was toegedaan. Het kabinet Pierson-Borgesius heeft die zaak ter1 hand genomen en het is gelukt ze tot stand te brengen. Overtuigend was gebleken, ook uit de mededeelingen van Jhr. Engelen, Officier van Justitie fe Zutphen, dat er iets moest gedaan worden door middel van de wet en aan den minister van Justitie uit genoemd kabinet, Mr. Cort van der Linden komt de eer toe, door een viertal wetsontwerpen de zaak van het verwaarloosde kind te hebben be hartigd. Zooals in de Memorie van Toelichting werd gezegd, waren er ouders, die het goede niet willen, of ouders die het niet kunnen. Voor hen waren die wets ontwerpen, die beoogden een herziening van ie. het Burgerlijk Wetboek, -'de. het Wetboek van Strafvordering, 3de. het Wetboek van Strafrecht en 4de. de opheffing van het verbod naar onder zoek van het vaderschap. Dit laatste ontwerp is niet afgehan deld. Ook in het verslag der Eerste Kamer hierover komen weer tal van af keuringen voor van kerkelijke zijde, in denjgeest waarop zooeven|werd gedoeld. Maar het is wel eigenaardig, dat tege lijkertijd de gouverneur van Suriname, Idenburg aan de Koloniale Staten een soortgelijk wetsontwerp heeft toegezon den, omdat hij overtuigd is van de noodzakelijkheid ervan. Mr. Smeenge gaat nu de verschillende wijzigingen na. De aanvulling van het Burg. Wetboek betreft de ontzetting uit de ouderlijke macht. Voorheen kon dit alleen in geval er een misdaad was begaan, thans kunnen ouders, die zich schuldig maken aan plichtsverzuim tegen over de opvoeding hunner kinderen, uit de ouderlijke macht worden ontzet, terwijl zij die onmachtig zijn hun kind behoorlijk op te voeden, uit die mach kunnen worden ontheven. Doen zich in het laatste geval om standigheden voor, dat de ontzetting niet meer noodig is, dan is de natuur lijke positie, dat de ouders het gezag weer opnemen wat dan ook mogelijk is, Art. 374 Burg. Wetb. bepaalt nu dat ouders uit de ouderlijke macht kunnen worden ontzet, op grond: ie van mis bruik van het ouderlijk gezag, 2e van verwaarloozing en 3e van gepleegde misdrijven. De vrees, dat ouders uit gemakzucht of om van de zorg ontheven te zijn zich uit de ouderlijke macht zullen laten ontzetten is ongegrond want art. 347 bepaalt, dat zij, die het doen kunnen, niet vrij uit gaan, maarzij moeten voor hun kinderen betalen, zooveel zij kunnen. Voor een en ander is het oordeel van den rechter noodig, bovendien heeft de Officier van Justitie het recht min derjarigen voorlooping aan de ouder lijke macht te onttrekken en ze te bren gen in handen van den voogdijraad, een nieuw rechtsinstituut dat bij art. 385 is ingesteld. Blijkt het dat de ont trekking op onjuiste, gronden geschied" de, dan Is altijd nog redres mogelijk. De voogdijraad is een door den wet gever aangewezen macht, aan wien de zorgen der minderjarigen worden toe vertrouwd. In ieder arrondissement is tenm inste een voogdijraad, die van de regeering een toelage krijgt ter be strijding van de kosten. De leden van bt;

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2