SPORT. Uit de Omgeving. Kerk- en Schoolnieuws. Land-, Tninbonw en Veeteelt. ALLERLEI. meestal alleen belangstelling toonen wanneer in hun taal gesproken wordt. i{?Toch zijn de Engelschen op veel terrein ons voor. Op sociaal gebied, op het terrein van wetgeving, nijverheid en scheepsbouw neemt Engeland een eerste plaats in. Dat is eigenaardig, dat wij met onze meerdere algemeene ontwik keling ten achter komen. Algemeene ontwikkeling kan dus schijnbaar ook wel eens belemmerend werken. Dat is ootc zoo. Als een stroom breed wordt, verliest hij aan diepte. We hebben het nog pas in de beschrijvingen van den Nieuwen Waterweg gelezen, dat deze op een breedte van 140 M. wordt ge houden, daar anders gevaar van ver zanden bestaat. Zoo gaat bet ook met onze ontwikkeling. De breedheid is dik wijls schadelijk voor de diepte en op diepte komt het juist aan. Wij verliezen aan diepte door onze breedheid van ontwikkeling en daardoor aan kracht. Spr. herinnert zich een Indisch ambte naar, die in den Haag met verlof was. Hij wilde nu weer eens op de hoogte komen van de politiek en ging daarvoor dagelijks in de Witte alle mogelijke partijbladen lezen. Men zou zoo zeggen, dat dit heerlijk aoet zijn, om op de hoogte te komen van elk der partijen. Maar het eind was, dat hij zijn eigen oordeel ten slotte radicaal had verloren. Dat is dus wel een bezwaar, dat algemeene ontwikkeling niet altijd tot zegen is. Maar dat is meer schijn dan wezen, het hoeft zoo niet te Al zijn de Engelschen ons veel vooruit, wij zouden toch geen Engelschen willen wezen. Hun bijzondere ontwikkeling geeft hun meer kracht, maar ook veel voor- öordeelen en grove dwalingen. jHet is volstrekt niet noodig dat we door alge meene ontwikkeling aan diepte verliezen in ons leven is het zeer wel mogelijk door breedte de diepte grooter te maken. Eigen oordeel verliezen, de schrikkelijkste ramp, die ons treffen kan, is niet nood zakelijk door velerlei oordeel, wanneer men maar eerst zelf een denkbeeld vormt pn niet te hooi en te gras anderer oor deel volgt. Dat is een fout, maar een fout is methode. Algemeene ontwikkeling moet bovenal niet oppervlakkig zijn, diepte moet no. 1 wezen. Het moet niet zijn halve kennis, het gebied onzer kennis moet worden uitgebreid, want niets is gevaarlijker dan halve kennis. De bekende dichter Staring maakt ons dat duidelijk in zijn bekende gedicht De leerling van Penkrates. Evenals we in sprookjes vaak de waarheid het best voelen, zoo verduidelijkt dit dichtstuk ook zoo juist de waarheid, dat halve kennis vaak een gek figuur slaat. Volle, echte, diepe kennis moeten we najagen en vooral geen schijnkennis. Daarmee stellen de menschen zich toch zoo gauw tevreden, vooral bij de op voeding huneer kinderen. Vaak wordt gemeend, dat de opvoeding voltooid is, wanneer de dochter in drie, vier talen onzin weet te praten. Een taal te leeren praten is kunstvaardigheiden heeft met verrijking van den geest niets te maken Wel wanneer we echter een taal grondig (leeren en daarmee de zeden en gewoonten Ides volks. Algemeene ontwikkeling moet ;j zijn verdieping en verbreeding van den gezichtskring. Wanneer een taal kan strekken dat we het volk leeren kennen, eerst dan is die taalkennis een groote rijkdom, want juist door ons te ver plaatsen in anderen wordt onze geest rijker. Veel kunnen we proüteeren indien we bij onze keuze van boeken die kiezen, waarin ons de schrijvers verplaatsen in anderen, zooals dat zoo meesterlijk ge schiedt door Brusse in zijn rubriek „Onder de Menschen" in de N. Rott. Crt Hij is begonnen met zijn „Van af- en aanmonsterenAls hofmeester verkleed heeft Brusse het leven der zeelui mee gemaakt. Hij leert ons de menschen lief hebben en tegelijk de verschrikkelijke toestand zien, die aan onze zeehavens heerschen. Hij laat ons in hun leven inleven, gaat met een werkelijk hart de toestanden onderzoeken en het onopge smukte zijner verhalen maakt indruk, zoodat de hand aan den ploeg wordt geslagen om de beschreven toestanden te verbeteren. De groote verdienste van Brusse is, dat we ons verplaatsen en indenken in de menschen, het mensche- lijke in de eerste plaats wordt gevoeld. Dergelijke boeken hebben zeer groote waarde, ze verbreeden onzen gezichts kring en maken onze algemeene ont wikkeling grooter. Een schaduwzijde hebben ze, dat ze ons slechts verplaatsen in den zelfkant der maatschappij, in die 1 kringen waar we weinig hooger leven vinden. Maar die boeken alleen zijn niet vol doende. Daarnaast moet men levens beschrijvingen nemen. Die zijn wel is waar min of meer droog, wel wat een tonig, terwijl ze ook wel eens wat veel Ibraafheid geven. Maar het is ook geen lectuur voor eiken dag. Als voorbeelden daarvoor noemt spr. de levensbeschrij ving van prins Kropotkin en van booker Washington. Het boek van Kropotkin, den Russischeu prins, niet revolutiou- naire gedachten, vormt een ontzettende tegenstelling met dat van booker Was hington, die van slavenjongen opklimt tot professor. Beide boeken zijn echter gansch onopgesmukt. We zien er in de levens ontwikkelen van menschen, die zich hebben gegeven aan grootsche ide alen, we verkeeren in uitstekend gezel schap en worden beter, reiner menschen. Onze kijk op het leven wordt breeder, we doen winst op voor ons leven. En in de derde plaats moeten we nemen boeken als „Een strijd om recht". Het groote en heerlijke ideaal dier boeken blijft ons bij, dergelijke boeken werken in op onze ziel, we worden er andere menschen door. Na eenige minuten gepauseerd te heb ben vatte spr. het voorgaande samen in deze woorden: Algemeene ontwikkeling hebben we noodig ter bestrijding van bekrompenheid, ze eischt volle kennis, heeft nadeel van halve kennis, en ver rijkt onzen geest. Wat het laatste betreft bestaat er wisselwerking. Algemeene ontwikkeling is echter niet alleen een zaak van verstand, geheugen en oordeel, maar ook van karakter, van ons gemoedsleven. In kunst, wetenschap of letterkunde moet men het leven zoeken. Alle weten moet tenslotte onzen waarheidszin ver sterken anders heeft het geen waarde. De letterkunde heeft dan pas waarde voor ons, wanneer boven alles leeft dit welke ideeën zijn we rijker geworden. Evenzoo is het met den godsdienst. Heerlijk is het veel te weten van den godsdienst van anderen. Maar eerst als we in die verschillende godsdiensten zien een en dezelfde behoefte van aan biddende vereering, dan eerst krijgt die kennis waarde. Men moet er in voelen de drang van den mensch, anders heeft men niets. De studie van den godsdienst moet brengen meer vroomheid. Er is een eenheid in alle wetenschap en alle leven van den mensch. Alle leven komt uit één bron voort en als we waarlijk algemeen ontwikkeld worden, weteH we dat alles ineengrijpt. Bekend is het woord: „In een ge zond lichaam een gezonde geest". Een gezond lichaam alleen is niet voldoende. Sparta geeft het voorbeeld dat bij lichamelijke ontwikkeling alleen, het geluk niet komt. Er moet overeenstem ming zijn tusschen lichamelijke en gees telijke ontwikkeling. Een eenzijdige ont wikkeling levert groote gevaren voor ziel en lichaam. Wanneer we nu alleen ons weten schappelijk leven ontwikkelen en het godsdienstig niet, dan zal dat per sé op een bankroet uitloopea. Omgekeerd, alleen godsdienstige ontwikkeling leidt tot fanatisme. De theokratische staten zijn daar ten bewijze dat ook die een zijdige ontwikkeling fout is, dat waren meest onzedelijke staten. Wanneer we op die wijze begrijpen, dat algemeene ontwikkeling niet alleen is een zaak van kennis, maar ook van karakter, dan ontkomen we aan een groot gevaar en valt ons een groot ge luk ten deel. We moeten niet alleen hebben een kennen maar ook een kunnen. In zijn Ilias vertelt ons Homeros, dat Cassandra een dochter van Priamus door Apollo be giftigd was met de gave in de toekomst te kunnen zien. Cassandra weerstond echter de liefde van dien god en toen voegde hij er bij, dat zij het wel zou kennen, maar dat zij door niemand ge loofd zou worden. Dat was de grootste ramp voor haar. Indien onze algemeene ontwikkeling datjmoest brengen, dat we in de toekomst alle onheilen zien, terwijl we niet het vermogen hadden er tegen te strijden, dan waren we de rampzaligste aller menschen. Weten is niet alleen voldoende, we moeten ook hebben het kunnen. Dan is algemeene ontwikkeling een zegen, zoo groot dat deze niet te omschrijven valt. God geve ieder uwer het zijne daarvan. den koopprijs van dien grond, een en ander, ten behoeve van den bouw eener nieuwe ambachtsteekenschool. BAARN. De afdeeling Baarn van het Centraal Genootschap voor kinder-her- stellings- en vacantiekolonies heeft een gift van f ioo beschikbaar gesteld ten behoeve van een te stichten tweede koloniehuls. Dit koloniehuis zal waar schijnlijk opgericht worden te Apeldoorn op het destijds aldaar aangekocht terrein of zoo de omstandigheden dit wenschelijk doen schijnen, op een ander centraal punt van ons land, met even goede spoorwegverbindingen als Apeldoorn. De kosten dezer nieuwe stichting, die zoowel voor winter- als zomerverblijf zal moeten dienen, zullen beloopen minstens f 45000. De Gemeenteraad vergadert a.s. Vrijdag. De agenda bevat een 16-tal punten. O. m. komt in behandeling een request van het bestuur van het Dep. Baarn der Maatsch. tot Nut van het Algemeen, houdende verzoek tot aan wijzing van een stuk gemeentegrond, groot 1000 M', zoomede bepaling van H. V. C. I—B. V. C. I 1—i. Het eerst favoriete H. V. C. presteert niet meer, wat zij heeft gedaan in 't begin van 't seizoen. Van de laatste drie wetstrijden heeft zij er slechts één gelijk kunnen spelen en die nog wel op eigen terrein, waar zij haast onoverwinbaar is, waardoor zij is gedaald tot no. 3. Precies 2 uur laat scheidsrechter v. Diermen aanvangen met 2 volledige elftallen. B. V. C. won den toss en ver koos tegen wind in te spelen. Geholpen door een sterken wind was H. V. C. vóór rust overwegend in de meerder heid, maar kon slechts eenmaal doel punten door prachtig inloopen van Jacquet. Na rust werden echter de bordjes verhangen en was B. V. C. sterker, maar kon in 't geheel niet tot scoren overgaan. Opeens maakt v. d. B hands binnen de gevreesde lijnen, waarvoor een strafschop werd gegeven, die on houdbaar in een goal werd omgezet. 1 1. In dezen stand kwam geen ver andering. Bij H. V. C. de achterhoede uit stekend. De geheele voorlinie knoeide erbarmelijk. Bij B. V. C. allen goed. Mej. J. M. E. van Eek, onder wijzeres aan de openbare lagere school 2de soort, Hellestraat, staat no i op de voordracht voor onderwijzeres aan een openbare lagere school te Zwartsluis. Rechtszaken. Kantongerecht In de zitting van 7 Februari 1908, zijn de volgende uitspraken gedaan Dronkenschap. J. Z. te Hoogland f 3 of 3 d., P. H. te Soest f 3 of 3 d., H. v. S. Ie Dronkenschap f 3 of 3 d. 2e verwekken van nachtelijk burengerucht f3 of 3 d., H. v. B. 1 id. 13 of 3 d. 2 id. f3 of 3 d., G. v. S. Dronkenschap f3 of 3 d. allen te Hoevelaken, W. v. d. G. f 2 of 1 weck tuchtschool, G. R. f 3 of 3 d. beide te Spakenburg, D. R. te Nijkerk f 3 of 3 d., G. H. f 1 of 1 d., N. V. f3 of 3 d., G. H. S. f3 of 3 d. allen te A'foott, J. B. f3 of 3 d., R. S. f3 of 3 d., J. K. f 3 of 3 d. allen zwervend. Zonder recht op bezaaiden grond loopen. D. V. te Utrecht f 5 of 3 d., C. H. te Hilversum f 5 of 3 d. Zonder recht op verboden grond loopen. G. H. f5 of 3 d., H. v. B. f5 of 3 d., P. J. v. d. G. f 3 of 3 d., J. v. d. G. f3 of 3 d., H. v. B. 2 X f5 of 2 X 3 d., T. L. f5 of 3 d. allen te Hilver sum., A. J. v. V. f3 of 3 d., A. J. v. V. f3 of 3 d. beiden te Barneveld. Strooperij. G. K. te Soest f3 of 3d. Straatschenderij. F. V. te Voorthuizen f 15 of 3 d. Verwekken van nachtelijk buren gerucht. D. R. f 3 of 3 d., H. N. f 3 of S d. beiden te Nijkerk. Door middel van pret en buidels konijnen vangen zonder vergunning daortoe, gepleegd bij herhaling. T. L. te Hilversum 7 d. Pogingen aanwenden om met strik ken wild te bemachtigen. W. Th. de H. 5 d. enverbeurdverkl. en vernieling strikken, H. D. id. 7 d. beiden te Hilversum. fagen zonder acte en vergunning H. de B. te Soest 2 X f 10 of 2 X 4 d. enverbeurdverkl. geweer. Zonder recht op spoonoeg loopen. A. de H. te Ede f2 of 2 d., E. S. te Zeumeren f 1 of 1 d., G. R. Barne veld f 0.50 of 1 d., R. S. te Putten f 1 of 1 d. Wielrijden zonder licht. J. D. te Hilversum f2 of 2 d., J. R. te Baarn f2 of 2 d., H. S. te A'foort f2 of 2d. Rijden met voertuig zonder licht. G. v. L. te Eemnes f2 of 2 d. Hondenwagen geleidenmet een hond ervoor die niet tusschen hoornen loopt. D. de G. te Spakenburg f 1 of 1 d. Zich in de kom eener gemeente op een hondenkar plaatsen. E. H. te Bun schoten f 1 of 1 week tuchtschool, id. W. V. te Baarn, id. N. H. te Soest f2 of 2. Het in eene waterleiding van het Heemraadschap <dc Eem enz.,t Juiken plaatsen, (dit vonnis na gedaan verzet bekrachtigdA. v. W. te A'foort. Te A poort, straat in verkeerde rich ting rijden. F. v. K. te A'foort f 1 of 1 d. Te A'joort op den openbare weg rumoer maken. G. v. S. te A'foortf 3 of 3 d. id. J. B. te A'foort. Het te Baarn beerput ledigen anders dan door middel van\ een pneumatisch toestel. R. S. f 1 of 1 d. FAILLISSEMENTEN. Geëindigd: A. D. van der Sluys. zonder beroep, te Amersfoort, De rechtbank te Amsterdam ver oordeelde den wisselwachter, die bij het bekende ongeluk aan den Liebergerweg te Hilversum verzuimde de boomen te sluiten tot zes maanden gevangenis straf. De eisch was negen. HARDSCHALIGHEID BIJ KLAVER EN ANDERE VLINDERBLOEMIGEN. Vrij vaak heeft men al opgemerkt dat juist de grootste, mooiste, in 't algemeen best ontwikkelde zaden van verschillende leguminosen, vooral van enkele klaver soorten, zelfs onder de gunstigste om standigheden na betrekkelijk langen tijd niet kiemen. Soms komt dan plotseling de kieming tot stand, hoewel de uit wendige omstandigheden waaronder het zaad verkeert, volkomeB onveranderd bleven. Datzelfde verschijnsel heeft men ook waargenomen bij warkruid. Kühn heeft bij proeven waargenomen dat dergelijke zaden 10 tot 15 jaren ongekiemd bleven. Dit feit is waarschijn lijk een gevolg van een natuurlijk aan passingsvermogen om de kieming over verschillende tijden wanneer zich juist gunstige omstandigheden voordoen te verdeelen. Bij klaverzaad treft men hardschalig- heid hoofdzakelijk aan bij de donker- violette korrelsdeze zijn ook meestal het best ontwikkeld omdat ze aan het onderste gedeelte van het bloemhoofdje gegroeid zijn, dat zooals bekend is vroe ger en ook volkomener rijp wordt. Violette korreltjes brengen in den regel planten met donkerder bloemen voort, die minder blad- en stengelmassa maar grooter opbrengst aan zaad, dus krach tiger vruchtaanzetting hebben. Lichtge kleurde zaadkorrels brengen integendeel planton voort met lichtere bloesems en krachtiger ontwikkelde vegetatieve deelen. Wat de erfelijkheid van de kleur en daarmede samengaand, de hardschalig- heid betreft, zijn vele proeven genome* door verschillende onderzoekers. Het is gelukt, bij het gedurende vele jaren proeven nemen op erfelijkheidsgebied, verscheidene, verschillend gekleurde stam men van klaverzaad vrij constant door te kweeken. Ook onderzocht men den in vloed van afwisselende keuze, waarbij altijd die kleur min of meer den boven toon voerde, die in den laatsten jaargang gekozen was. Men heeft langen tijd gemeend, dat deze hardschatigheid werd veroorzaakt door een waslaagje of een gevolg was van een grooter kiezelzuurgehalte van den opperhuid van het zaad. Dat is echter niet zoode oorzaak ligt volgens de latere onderzoekingen geheel in de wand dikte der opperhuidcellen. Dit werd be wezen doordat, wanneer de zaadbastjes een weinig werden opgereten, bij kunst matige kiemproeven de kiemkracht ver hoogd kon worden. Dit ging echter niet bij den aanbouw van klaver in de vrije natuur aangezien daar zeer gemakkelijk besmetting door rott/ngsbacteriëen het gevolg is van het aanbrengen van kleine verwondingen in de opperhuid. Onder alle middelen die beproefd werden om het kiemvermogen te vergrooten mag men koud zwavelzuur in geconcentreer- den vorm de eerste plaats geven. De inwerking van dit middel is op onder scheidene zaden echter verschillend: bij klaver b.v. moet ze ongeveer vijftien minuten duren bij een toepassing ervan gedurende vijf en zeventig en meer minuten werd ook zelfs bij de gewone brem het kiemvermogen schade berok kend. Wanneer men niet volkomen ge concentreerd zwavelzuur gebruikt, is de inwerking heviger en wordt het kiem vermogen vermindert. Een Limburgsche legen d e. In het Weekblad «Buiten» vertelt de heer A. F. v. Beurden van een Limburgsche legende, verbonden aan de oude heerlijkheid Rijckholt, een staatje, dat in Zuid-Limburg tegenover den Sint-Pietersberg lag, slechts 120 hectare groot was, maar niettemin een eigen rechtspraak had. De heer van Rijckholt oordeelde over leven en dood. Zijn diossaart en de schepenen onderzochten de justitie zaken, en hij hechtte er zijn zegel aan. In de laastste helft der 18de eeuw was de oude rechtspraak met inbegrip der torture of de pijnbank in de Vrij heerlijkheid nog in vollen voege. Een kramer bezocht jaarlijks met zijn marsch vol Duitsche waren het slot. Na zijn bezoek miste men een juweel. De verdenking viel onmiddellijk op den kramer, die gezocht, geapprehendeerd en in den «bez waarlij eken» toren gezet werd. Men vond wel het kostbare voor werp niet bij hem, maar de pijnbank ontlokte hem eene bekentenis, eigenlijk een leugen, uit vreeze voor een herhaald pijnlijk onderzoek. Een herroepen «buiten pijn en ban den» hielp niet moer. Drussaart en schepenen achtten 't bewijs geleverd en de ongelukkige werd veroordeeld «an den lijve» gestraft te worden «met den koorde, tot de dood daarop volgde.» De beul zou zijn werk doen. De Cullinan-diamant. Ten einde den steen in zoo zuiver mogeljjken toestand te brengen, wordt hij, zooals bekend, in enkele kleinere deelen ver deeld. Wij vernemen dat er thans een steen van 1000 karaat van af gekomen is, aan welken steen een peervormig model zal worden gegeven. Deze steen beantwoordt wat zuiverheid betreft in zooverre aan de verwachtingen, dat er zich nog slechts enkele onzuiverheden in bevinden, waarvan men echter met allen grond mag verwachten, dat zij tijdens de bewerking zullen verdwijnen. De Costuymen wilden, dat de galg op de grens der heerlijkheden opge richt werd en overal vindt men nog namen, die aan het tijdperk der lijf- straffelijKe rechtspleging herinneren. Maar in Rijckholt kon men den ver oordeelde niet naar de rechtsplaats lelden, zonder het grondgebied van den na- burigen staat te betreden en dat mocht niet. Men schafte raad: men rooide een gedeelte der doornen tuinheg uit en door deze nieuwe opening ging de ver oordeelde zijn laatsten gang. Wel riep hij God tot getuige, viel op zijne knieën, om zijne rechters te bewegen aan zijn onschuld te gelooven. Het vonnis werd voltrokken. En de heg weer ingeplant, ze stierf; een tweede, wilde niet groeieneen vol gende verkwijnde men kon 't niet verklaren tot uit een eksternest achter 't kasteel 't kleinood te voorschijn kwam. De kramer was onrechtvaardig ge vonnist. Het niet groeien der heg was een teeken, dat ten eeuwigen dage blijft. Maar de Heer van Rijckholt strafte nu zijn drost en schepenen om hun lichtvaardig vonnis. Ze moesten te zamen jaarlijks met hemzelf duizend pattacons (2500 gld.) aan de familie des kramers ultkeeren, blootshoofds en barrevoets vergiffenis verwerven, terwijl het vonnis gecasseerd werd. Wie Rijckholt op een tocht naar 't bekoorlijke Zuid-Limburg bezoekt, vrage naar «de heg, die niet groeien kan.» Verzekering van tele grammen. Een gewichtige verbete ring n.l. de verzekering van telegrammen tegen de schade, veroorzaakt door fouten verkeerde bestelling of vertraagde be zorging is door het Deensche post- en telegraafbestuur ingesteld van af den eersten dezer maand. Men sloot een verdrag met een transport-verzekerings maatschappij te Kopenhagen, die het risico op zich zal nemen. Men kan verzekert worden tot een schade van 500 tot 5000 kronen (een kroon 66 cent). De verzekering strekt zich voor eerst alleen uit tot binnenlandsche tele grammen en draadberichten in Europa, met uitzondering van de Slavische lan den. De verzekeringspremie wordt door het opplakken van een postzegel op het telegram voldaan. Het gapen. Prof. Geigel uit Würsburg schrijft in een medisch blad over de ongemeen, gunstige, progno- tische beteekents van het gapen. Ziet men een kind, dat jn koortsachtigen toestand verkeert voor het eerst weer gapen, dan kan men met recht het geweld der ziekte voor gebroken hou den. Zij, die aan zware infectie-ziekte lijden, vervallen gewoonlijk in eene onrustige sluimering zonder te gapen. Later als de koorts wijkt, vallen zij al gapende in een rustigen verkwik- kenden slaap. Bij Infecties die naar den dood voeren, blijft het gapen uit; de doodslaap wordt niet door gapen in geleid. Ook zware hersenlijders vallen in diepen slaap, zonder vooraf te gapen. Om al deze redenen meent Geigel het gapen als een zeer gunstig teeken bij ziekten te mogen beschouwen. Het gapen is een teeken van verveling en iemand, die zwaar ziek is, verveelt zich niet. Burgerlijke Stand van 12 tot 13 Februari 1908. GEBOREN Petronella, d. van Anthonie van Geenhuizen en Johanna van der Poel. Louis, z. v. Jacob Maijkels en Cornelia Hilsum. ONDERTROUWD: Jacobus Theo- dorus Helmerhorst en Marie Schiefelt. GEHUWDHendrikus Johannes Poort en Johanna Adelaar. Jacobus Jagtenberg en Cilia Boensma. Chris- tiaan Philip Boerwinkel en Klaaske Bouma. Petrus Johannes Leenknegt en Drika van Kooij. OVERLEDENLammert Sjoerd Huisman, 3 mnd. Gerrit Mol, 72 j., wed. van Gerrit van Doornik. Albert Jan Teters, 2 mnd. Frits Kommer, 5 dagen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 3