Vrijzinnig1 Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
No! 21.
DINSDAG 18 FEBRUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Directeur R. G. RIJKENS.
vuuuuiuug~ en
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Wegbereiders.
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDEB
Abonnementsprlj s
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(Bij abonnement -belangrijke korting.)
f 0.40
- 0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
Toen het ministerie tot stand was
gekomen, kon men in vele bladen, en
niet alleen in vrijzinnige, de uitdrukking
ezen, die als een verlichting klonk, dat
in elk geval toch met de antithese-politiek
scheen te zijn gebroken.
Als men echter meent, dat men in het
kamp der antithese-belijders daarom voor
goed de poging op heeft gegeven, om
nog eens het roer van het schip van
staat in handen te krijgen, heeft men
het mis.
ÏDe „Standaard" het lijforgaan van
Dr. Kuyper, die door zijn heilloos splitsen
van het volk in christenen en paga
ai nisten, ons aan den rand van een burger-
oorlog heeft gebracht, die .Standaard"
heeft zich dezer dagen leelijk in de kaart
laten kijken.
,De kabinetsformateur van 1901," dat
is Dr. Kuyper, „stond geheel buiten deze
crisis. Hij droeg er geen zweem van
verantwoordelijkheid voor. Hij stond er
geheel buiten. H(j wist van hetgeen op
121 December stond te gebeuren, niets
af. Hij zou, ware hij er in gekend, on
getwijfeld tegen geadviseerd hebben."
Wij laten nu de uitdrukking „ware
hij er in gekend" voor 't oogenblik
buiten beschouwing, hoewel die aller
zotst klinkt in den mond van een redac
teur, die precies te voren heeft verkondigd,
dat mr. Heemskerk deze crisis niet
o p z e 11 e 1 ij k heeft uitgelokt en dat
zij hem beeft verrast. Hoe kon hij dan
ook Dr. Kuyper er in gekend hebben
Ook tegen de verzekering, dat hij
tegen verwerping van de Oorlogsbegroo-
ting zou hebben geadviseerd, is niets in
te brengen. Dat heeft ook mr. Lohman
gedaan. Deze begreep, dat men minister
van Happaré, die nog slechts eenige
maanden aan het bewind was, niet ver
antwoordelijk moest stellen voor toe
standen, die lang voor zijn aankomen
als minister bestonden, en ook dat men
een begrooting niet moest verwerpen,
Door M. Böhme.
39).
Het water leek verstijfd, hoewel er
nog geen ijsvlakte overlag. In de huizen
aan den Rijn vlamde hier en daar een
Kerstboom achter de vensters.
Nog een paar minuten, en zij was
thuis. Jo voelde Iets als spijt in zich
opkomen, dat zij zoo spoedig aan 't eind
was; zij had urenlang aan den arm
van dezen man willen voortgaan. Een
zeldzaam zoet gevoel van veiligheid,
van bezorgd zijn was in haar en toen
Frederik Mannebach bij haar huis groette
en heenging, kwam in haar plotseling
een wonderlijke angst, waarvoor ze geen
verklaring wist.
Bij de Meiers was nog drukte in den
winkel. Agnes was boos op Jo, daar ze
zoo lang uitbleef. Grootmoeder was niet
wel, maar hielp toch beneden nog.
«Je hadt haar toch kunnen aflossen
inplaats daarvan ga je naar vreem
den. Maar zoo zijn jelui. Niets gaat
boven je eigen genoegen. Prettiger en
gemakkelijker is het zeker, op bezoek
te gaan en de oude grootemoeder te
laten werken. Ik zou me schamen, als
ik in je plaats was.»
om redenen buiten die begrooting
gelegen.
Maar waar wel iets tegen in is te
brengen, dat is tegen het laag bij de
grondsche motief, dat de „Standaard"
laat gelden bij haar afkeuring over het
laten duikelen van het kabinetde
Meester.
Luister slechts hoe zij haar advies
motiveert
Men had het Kabinet-de Meester
moeten laten zitten; „eerst zoo kon het
fiasco der liberale concentratie en haar
onbekwaamdheid om het bewind te
voeren, aan heel het land gebleken, de
stembusactie van 1905 radicaal geoor
deeld, en het pad voor het wederop-
treden van Rechts glad geëffend zijn."
Welk een verheven standpunt!
Niet het belang van het land heeft de
„Standaard" op het oog, och neen, dat
is bijzaakmaar het ministerie had zoo
fiasco moeten maken, dat men in 1909
weer om een Kabinet-Kuyper zou hebben
geroepen.
Dat blijkt ook uit de woorden van de
„Standaard" dat deze het Kabinet-Heems
kerk niet beschouwt als „een Kabinet
van Rechts in normalen zin." Neen, „het
springt in, om tot Juni 1909 met eene
meerderheid in de Tweede kamer tegen
zich, het land te besturen." Het mag
goeden wetgevenden arbeid
slechts „voorbereiden."
Of de leden van het Ministerie-Heems
kerk erg gevleid zullen zijn met de rol
van wegbereiders hun door de „Stan
daard" toegedacht, is een andere quaestie.
Maar in elk geval, de vrijzinnigen
mogen zich voor gewaarschuwd houden.
De antithese-mannen hopen nog altijd
op eene overwinning bij de stembus
in 1909.
Men mag dankbaar zijn voor die waar
schuwing; de „Standaard" heeft zich in
de kaart laten kijken.
Een scherp antwoord zweefde Jo op
de lippen, maar zij bedwong zich.
Het werd half tien vóór men de
kaarsjes van den Kerstboom kon aan
steken.
Jerome Burgard was ook uitgenoo-
digd, maar hij had te elfder ure bedankt,
daar mevrouw Gotze zich eenzaam ge
voelde en hem voor den Kerstavond
verzocht. Als hij bijtijds weg kon, zou
hij later nog een oogenblik komen.
Voor Jo waren er veel geschenken van
haar vader, behalve een elegante blouse
en een pelsmanteltje, een groote aantal
kleine versierselen en nietigheden. Groot
moeder Meier had meer rekening ge
houden met de practische behoeften van
haar kleindochter. Ook de Hamburgers
hadden een paar mooie, deels kostbare
geschenken voor de nicht meegebracht.
Het personeel werd, als elk jaar, rijke
lijk bedacht en gaf in levendige woor
den en uitroepen zijn vreugde en dank
baarheid te kennen.
Mevrouw Josephine zag er inderdaad
zeer slecht uit. Jo vond, dat de trekken
der grootmoeder na haar ziekte nog nooit
zoo Ingevallen waren geweest als op
dezen avond. Zij herinnerde zich de
verwijten van Agues. Plotseling be
rouwde het haar, dat ze was weggegaan.
Naar oud gebruik at men op Kerst
avond gezamenlijk. Daarna trok het
personeel zich terug. De beide schoon
zusters Agnes en Lisa zaten in de woon-
EEN ENGELSGHE EXPEDITIE.
Engeland heeft dezer dagen te doen
gekregen met vijanden, die als zeer ge
vaarlijk beschouwd mogen wordeD.
Telegrammen uit Peshawar spreken van
een expeditie tegen de Zakka Kheles,
een stam tusschen de Engelsche grens
in Indië en Afghanistan. Zij tellen niet
meer dan vier duizend weerbare mannen,
maar zij behooren tot die Afridi-stammen,
waarmede Engeland kwestie genoeg ge
had heeft en het gevaar is niet denk
beeldig, dat de anderen voor de stam-
genooten zullen partij trekken. Men had
in den laatsten tijd ontmoetingen met
de Afridi's vermeden men wilde hun
liefst aan hun lot overlaten in de hoop,
dat zij zich ook niet verder met de
Engelschen zouden bemoeien. Maar in
dat opzicht heeft men zich vergist. De
Zakka Kheles kunnen er niet toe komen
de Engelschen met vrede te laten. Zij
hielden in de laatste maanden stroop
tochten op het Engelsch gebied aan de
grens. In de nabijheid van Peshawar
overvielen zij de woningen van twee
Indische kooplieden, plunderden die uit
en stalen de paarden, die aan de Engel
sche beambten behoorden. Zij werden
door de Engelsche politie vervolgd, maar
doodden een agent en ontkwamen.
Later overvielen zij een geheel dorp,
doodden eenige bewoners, roofden het
geld, dat zich in het postkantoor be
vond en deden dal alles op hun gemak,
want zij hadden de voorzorg genomen
den telegraafdraad stuk te snijden. Het
sterkste was echter, dat zij een Indische
politiepost overvielen, drie manschappen
doodden, geweren en munitie buit
maakten en heel wat schade aanrichten,
terwijl zij zich evenmin als vroeger lieten
vangen.
De Engelsche regeering moet wel op
treden tegen deze gevaarlijke lieden,
maar zij doet het met tegenzin, daar zij
de daaraan verbonden gevaren kent.
Een Indische grensexpeditie is een
onzekere zaak men weet wel waar men
begint, maar nooit hoe men zal eindigen.
PRUISEN.
De commissie uit het Pruisische
Heerenhuis over de wet tegen de
kamer op de sofa, de vier heereu onder
hielden zich in een anderen hoek van
het vertrek.
«Kom, Jo,» zei grootmoeder Meier.
«Wij gaan onder den Kerstboom zitten.
Daar behooren wij. De jeugd en. de
ouderdom. Volop brandende en uitdoo-
vende kaarsjes aan den groenen boom
der menschheid. Wel ons, zoo we bij 't
scheiden den dennengeur der onver
gankelijkheid achterlaten.»
Het jonge meisje zag grootmoeder
verwonderd aan. De oude vrouw scheen
haar veranderd. Het was anders haar
gewoonte niet, in gelijkenissen te spre
ken en gedachten in beeldrijke uitdruk
kingen te kleeden.
«Ja, Jo,» ging de oude vrouw voort,
«dit is mijn laatste Kerstavond. Neen
trek niet zoo'n verschrikt gezicht. Dat
isheelemaal niet om te schrikken. Meen
je niet, dat ik in mijn lang, werkzaam
leven de rust van den grooten rust-
avond heb verdiend Eenmaal moeten
we gaan. De eene vroeg, de andere laat.
Ons leven duurt zeventig, hoogstens
tachtig jaar. En is het goed geweest,
dan was het moeite en arbeid. Mijn leven
was goed, want het was moeite en
arbeid.
«Grootmoeder.»
«Acht en zestig Kerstdagen liggen
achter mij, en die in mijn herinne
ring gebleven zijn, waren niet alle
vroolijk.
Polen heeft met 13 tegen 11 stemmen
het gewijzigd ontwerp aangenomen. Zoo
als bekend, zijn de aangebrachte wijzi
gingen zeer ingrijpendvolgens den tekst,
door de commissie thans aangenomen,
zullen niet onteigend kunnen worden de
fldeï-commissen der familiegoederen en
die landen, welke meer dan 10 jaar ia
dezelfde handen zijn geweest. Waar
schijnlijk zal het tot een schikking tus
schen Heerenhuis en regeering moeten
komen, want zóó zal Bülow wel weinig
van de wet gediend zijn.
FRANKRIJK.
De Fransche ministerraad heeft Zater
dag, onder voorzitterschap van minister
Clemenceau, een vergadering gehouden
om de verschillende quaesties te be
spreken, die zich in de Kamer zullen
voordoen na het sluiten van de alge-
meene beraadslagingen over het ontwerp
van de inkomstenbelasting.
Het is nu volgens het Journal des
Débats zeker, dat de regeering het aan
nemen van de twee eerste artikelen van
dat ontwerp tot een kabinetsquaestie
zal maken. In art. 1 worden de vier
bestaande directe belastingen afgeschaft
in art. 2 wordt in plaats daarvan een
algemeene belasting op de inkomsten
ingesteld.
PORTUGAL.
Een bizondere berichtgever, dien de
Berliner Lokal-Anzeiger naar Lissabon
heeft gezonden, geeft in een brief een
eigenaardigen kijk op den p o 1 i t i e k e n
toestand in Portugal. Na den
moord op den koning, schrijft hij, i3 er
een kalme omwenteling aan den gang,
de verandering van de monarchie in de
republiek. Het koningschap buigt zich
voor democratie en volksmenners. Het
tracht te redden wat er aan stoffe
lijk goed nog te redden valt. Herstelt
het zich van zijn paniek en wil het weer
zijn kracht gaan toonen, dan zal het
weggevaagd worden. De vreemdeling,
die oog en oor den kost geeft, moet
wel denken, dat dat zelfs zonder veel
bloedvergieten zou gebeuren, want het
aantal trouwe onderdanen, die bereid
zijn den troon met hun leven te ver
dedigen, schijnt gering.
De berichtgever schrijft verder, dat
men ten onrechte koningin Amelie voor
stelt als de vrouw, die dadelijk met
In mijn kinderjaren heb ik vaak op
Kerstavond bittere tranen geschreid, om
dat Jerry en ik niets kregen terwijl in
bijna alle huizen Kerstglans en Kerst
vreugde heerschten. Wij hadden het zoo
bitter arm toen moeder was blij als ze
brood voor onze hongerige magen had
op de beste Kerstavonden, die ik me
herinner, was er een dennetaK in een
bloempot met een paar eindjes kaars er
aan en een paar dingen die we toch
hoognoodig hebben moesten. We hebben
in dien tijd dikwijls de zoogenaamde
«arme» kinderen benijd, voor wie de
weldadigheid zorgde, wij waren in wer
kelijkheid armer dan zij, maar onze
moeder zou nooit het geringste van een
vreemde aannemen. Ja, ja, mijn kinds
heid was geen rozendroom kind. Later
werd het beter. Ik kon mijn kinderen
altijd geschenken geven. Maar de moei
lijke jaren, toen ik weduwe was, lieten
in mij ook niet altijd de rechte Kerst
vreugde doorbreken. Meestal heb ik,
zoolang de kinderen nog op school
waren, den boom 's nachts moeten ver
sieren, omdat ik overdag geen tijd had
ja ja ja.»
Zij nam een denuetak in de hand en
liet de zilveren kogels daaraan heen en
weer bengelen.
«Een eigenaardig gevoel is het toch
wanneer men zich zegtVanavond
brandt de laatste Kerstboom. Als het
j laatste kaarsje zijn lichtoogje sluit, dan
krachtige hand voor en met haar zoon
optreedt. De smart heeft haar integen
deel verlamdmaar zij waakt voor de
veiligheid van haar zoon. Uit haar paleis
kan zij de Engelsche kruisers voor anker
zien liggen.
Van het nieuwe ministerie verwacht
de schrijver weinig goeds. De twee par
tijen, waaruit het gekozen is, hebben
niets met elkaar gemeen dan aanhanke
lijkheid aan de monarchie. Amaral, de
eerste minister, heeft zich zelf een
nieuweling in de politiek genoemd. Dit
blok-ministerie, berustend op een min
derheid, tracht door toegeven en beloften
de welwillendheid van de republikeinscb
gezinde meerderheid van het volk te
winnen.
De schrijver hekelt dan het amnes
tieeren in den wilde van politieke ge
vangenen, verraders, muitelingen. In het
leger vordert intusschen de zaak der
republikeinen.
Spoken. Mag men het vrijz.-
dem. Haagsch Weekblad gelooven, dan
heeft het op het Departement van Oor
log in den laatsten tijd „gespookt." En
er is naar de spoken gezocht, door de
politie 1 „Hoeden werden voor petten
verwisseld en omgekeerder werden
onwelriekende souvenirs achtergelaten,
maar wat erger was, er raakten
stukken weg.
Een spionnagedienst en dit aan
Oorlog werd ingesteld. Geen resultaat.
De politie werd in den arm genomen.
Dezelfde uitkomst.
Verdachten genoeg, maar geen daders.
Tot dat een der militaire ambtenaren
van zijn detacheering aan Oorlog werd
ontheven en naar een regiment werd
gezonden. Toen was het met het „spoken"
gedaan. Allerlei personen, vooral minde
ren, werden in eer hersteld. De bewuste
persoon ging eveneens vrij uit. Men
mocht hem verdenkenbewijzen kon
men hem niets." Het blad zegt, dat de
afgetreden Minister van Oorlog van een
en ander op de hoogte moet zijn geweest
en daarom maakt het er hem een grief
van, dat onder zijn Ministerschap deze
ambtenaar weer aan het Departement is
werkzaam gesteld.
is het afgeloopen en voorbij. Het treft
toch, als men het ook liever niet wou, en
geen reden tot klagen vindt.»
«Grootmoeder,» zei ze, |«u ziet te
donker. Wij willen u nog vele jaren
behouden en met u Kerstmis vieren.»
«Ik kan mij niets verwijten,» ging
mevrouw Josephine voort, zonder op
Jo's tegenwerping te letten. «Neen, neen.
Ik kan met innerlijke bevrediging terug
zien. Daar binnen zitten mijn drie zoons,
allen gezonde, flinke geachte mannen,
daar is mijn Agnes, die als plichtge
trouwe huisvrouw en gade door vele
jaren de schaduw, die haar ongehoor
zaamheid eens over haar beeld in mijn
hart wierp, reeds lang gedelgd heeft.
Vloek en zegen openbaren zich altijd
in onze kinderen. Op mijn werk lag
zegen. En als ik vanavond reeds uit
de wereld zou moeten scheiden, bleef
mij nog slechts een zorg overdat zou
jij zijn, Jo.»
«Ik?»
«Ja, jij.»
Een paar minuten zwegen belden. De
kaarsjes aan den boom brandden hier
en daar al uit, in het vergloeien en
smeulen een zoet-feestelijke geur van
was en dennenhars opwalmend. Even
opsissen en knetteren, hier en daar een
opvlammen en dan dooven. Ten laatste
brandde er nog slechts één, op den top.
(Wordt ■vervolgd).