WEERBERICHT.
Thermometerstand
Merkwaardige Woorden en Daden
UIT DE PERS.
Kunst- en Wetenschap
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 18 Februari 1908.
Hoogste barometerstand 778.0 m.M.
te Horta; laagste 730.1 m.M. te
Christiansund.
Verwachting tot den avond van 19
Februari 1908
Wind Matige tot krachtige n.-weste
lijke tot westelijke wind.
Gesteldheid van de luchtMeest zwaar
bewolkt, eenigszins buiig.
Temperatuur ^Dezelfde. J i j
Barometerstand te AMERSFOORT.
uur 775 m.M.
Vorige stand te 12 uur 768 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisteren F. 41.
Laagste hedennacht .F. 34.
Hedenmiddag 12 uur .F. 38.
De N. R. Ct. deelt mede, dat Dr.
Kuyper Toor eene hem in het district
Sliedrecht aangeboden candidatuur, met
de meeste beslistheid heeft bedankt.
Als aanstaand burge
meester san Utrecht worden reeds
verschillende aamen genoemd. Dezer
dagen kon men in verschillende bladen
de namen lezen van mr. De Ridder,
burgemeester van Leiden, en van mr.
Rink, den afgetreden Minister van Bin-
nenlandsche Zakea. Thans loopt het ge
rucht, dat benoemd zal'worden Jhr. mr.
H. W. van Asch van Wijck, lid der
Tweede Kamer uit Amersfoort.
Wat de Rijksmiddelen-opbrengst
over de vorige maand betreft, blijft de
Januari-maand van 1908 bij die van
verleden jaar, belangrijk ten achter en
dan bijzonder het gedistilleerd-accijns
met f117.000, de invoerrechten met
f83.000, en de overige accijnzen met
rond f 60.000, alleen de suikeraccijns
bracht f 53.000 meer op. Behalve de
Bedrijfsbelasting, die f 30.000 achterbleef,
wijzen echter alle directe belastingen,
vergeleken bij de opbrengst in Januari
1907. een bate aan; de Grondbelasting
VAN
Ministers en Kamerleden sedert het
Jaar 1858.
ontleend aan Kollewyn's Geschiedenis
van Nederland, 4e deel.
25.
Ook van liberale zijde werden be
zwaren geuit tegen de schoolwet van
1857. Er bestond nog een groot school
verzuim, dat niet voldoende te bestrijden
was. Toch nam he'. aantal schoolgaande
kinderen toe, maar daardoor ontstond
in veel gemeenten een tekort aan onder
wijzers, waarvan de oorzaak werd ge
zocht in het gemis aan voldoende ge
legenheid tot hun opleiding, en dan de
minimum traktementen. Een gevolg
daarvan was een overdreven gebruik
van kwekelingen, en daarbij waren veel
schoollokalen onvoldoende met het oog
op de gezondheid en de inrichting om
goed onderwijs te geven, bijv. een drie
tal grote klassen, ieder onder een onder
wijzer in een zelfde vertrek, zodat iedere
klasse kon horen wat er in de andere
werd onderwezen, tenzij de ene klasse
stille werkzaamheden (schrijven of som
metjes maken) hsd, terwijl de ander een
leesles of ander hoorbaar werk had.
Ook trok het de aandacht dat jonge
lieden uit enigszins in beschaving hoger
staande gezinnen minder lust betoonden
zich aan het lager onderwijs te wijden
dan vóór de wetten van 1857 en 1863.
In Maart 1878 bood Kappeyne zijn
ontwerp tot herziening van de schoolwet
aan. Het ging niet zover als de vereni
ging Volksonderwijs als eisen had
gesteld en bevatte nóch wettelike leer
plicht, nóch hoge subsidies aan de ge
meenten, maar het bracht enige verbe
tering in de positie van de onderwijzers
en stelde veel hoger eisen aan de school
gebouwen, zowel wat de gezondheid als
het geven van goed onderwijs betreft.
f 43.000, het Personeel f 12000, de Ver
mogensbelasting f 11.000 en de Mijn
rechten f 1666. Bij de indirecte belas
tingen weegt een achterstand van samen
f 1000 bij Zegel- en Hypotheekrechten
weinig zwaar bij een vooruitgang van
f 12.000 bij de Registratierechten en van
f 34.000 bij de Successierechten. Verder
is er echter nog een niet onbelangrijk
minder van f 30.000 bij de Loodsgelden.
Maar de f 117.000 van het gedistilleerd
zijn toch beheerschend voor de ongun
stige resultaten over deze eerste maand,
die gelukkig nog elf collega's vindt om
alles weer goed te maken, zegt „het Vad."
De minister van binnenlandsche
zaken heeft, blijkens aankondiging in de
Stct. no. 41, omdat de heeren mr. Th.
Heemskerk, mr. M. J. G. M. Kolkman en
A. S. Talma ingevolge art. 96 der Grond
wet van rechtswege het lidmaatschap
van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal hebben verloren, en derhalve eene
verkiezing voor een lid van die Kamer
moet plaats hebben in de kiesdistricten
Sliedrecht, Rheden en Tieljerksleradeel,
bepaald, dat die verkiezing zal plaais
hebben op Dinsdag 3 Maart e.k., de
stemming, zoo noodig, op Donderdag 12
Maart e.k. en de herstemming, zoo noo
dig, op Dinsdag, 24 Maart e.k.
GEESTIG.
Dr. A. W. Bronsveld schrijft in de
.Stemmen voor Waarheid en Vrede"
Eerlijk gezegd, zijn wij wel een
weinig jaloersch op onzen voormaligen
ambtgenoot Talma, die minister staat te
worden ook van landbouw. Wat toch
is 't geval
Toen wij ons voorbereidden voor ons
dot toraal-examen in de theologie, heb
ben wij, ter voldoening aan het voor
schrift der toen vigeerende wet, een
college in de landbouwkunde gevolgd.
Prof. Miquel leerde ons wat humus is,
en dat er meer dan één soort van klaver
bloeit op onze akkers. Voor zoover ik
weet heeft de heer Talma dat hooger
onderwijs in de landbouwkunde niet
genoten en heb ik dat op hem voor.
De heer Heemskerk weet dat zeker niet,
of heeft er niet aan gedacht. Mocht er
weer eens een gewezen predikant in
aanmerking komen als minister voor
landbouw, handel en Nijverheid, dan
houd ik mij op bovenvermelden grond
ook aanbevolen.
GODSDIENST EN POLITIEK.
In de .Brieven van Bijltje", waarmede
het Zaterdagnummer van De Stan
daard pleegt te worden versierd, kon
men de vorige week de klacht aantreffen,
dat te Amsterdam de predikanten te
weinig op de vergaderingen der antirev.
vereenigingen worden gezien. .Bijltje"
las de geestelijke leiders der anti-revo-
lutionnairen daarover eens flink de les.
De Amsterdamsehe predikant, ds. D. J.
Karssen, komt „Bijltje" nu flink op zijn
plaats zetten in een brief, waarin Z.Eerw.
o. m. het volgende opmerkt
,Of de geregelde tegenwoordigheid
(op kiezersvergaderingen) van een of
Hierdoor werden enigszins hinderpalen
aan het biezonder onderwijs in de weg
gelegd. De wet werd krachtig bestreden
door de Roomsen en antirevolutionairen.
Zij verlangden onder meer hetsubsidie-
èren van overheidswege van de bié-
zondere school, daar deze anders kans
had te bezwijken, niet onder de mede
dinging van het openbaar onderwijs,
maar door het overwicht van de schat
kist. Het ganse land was van de zaak
vervuld. Er werden bij de Tweede Kamer
verzoekschriften ingediend voor en
vooral tegen het ontwerp, en dit werd
verdedigd en bestreden in dagbladen,
lijdschriften, vlugschriften en studies. Dr.
A. Kuyper noemde het ontwerp een
scherpe resolutie.*)
Van 17 Junie tot 18 Jnlie werd in
de Tweede Kamer over de schoolwet
beraadslaagd, en na door Kappeyne met
buitengewoon talent verdedigd te zijn,
aangenomen met 52 tegen 30 stemmen
in de Tweede, en een maand later met
26 tegen 10 stemmen in de Eerste
Kamer. De wet werd juist niet met
ingenomenheid door de liberalen ont
vangen en wekte de andere partijen tot
scherpe tegenstand op. Van orthodox
protestantse en Roomse zijde werden
nu adressen aan den Koning gericht
met eerbiedig verzoek de wet niet te
bekrachtigen. Z. M. zond ze aan de minis
ter van Binnenlandse Zaken om bericht,
en nadat deze er een verslag over had
uitgebracht, dat in het staatsblad werd
opgenomen, volgde de bekrachtiging. Het
verslag keurde de sektescholen af, als
nadelig voor de volkseenheid en achtte
het strijdig met de grondwet ze te sub-
sidieëren, daar art. 194 ,de zorg voor
het onderwijs aan de regering opdraagt.
Een naam in 1617 door de strenge
Calvinisten gegeven aan hot besluit van de
Staten van Holland om niet te bewilligen
in een nationale synode, als strijdig met
de Unie van Utrecht 1579, en de steden te
machtigen, zoals meer gebenrd was, waard-
g e 1 d e r s in dienst te nemen tot handhaving
van orde in de stad.
meer predikanten in het belang der
zaak zou blijken laat ik liever aan het
oordeel van anderen over. Doch, niet
waar? de roeping der predi
kanten ligt hooger en verder
dan de grenzen der politiek.
U zoudt niet wenschen, dat daaraan
hetgeestelijk belang der gemeente
werd opgeofferd, of daardoor
schade zou 1 ij den. En hiervoor
bestaat gevaar, wanneer de predi
kanten hun tijd, door zooveel geeste
lijken en herderlijken arbeid in beslag
genomen, ook nog aan politieke ver
gaderingen geven zouden. Ik wil niet
generaliseeren, maar spreek alleen ter
rechtvaardiging van mijzelven, en
misschien ook met instemming van
mijn medebroeders, om deze afwezig
heid op de vergaderingen te verklaren
en een indruk, ook buiten onze stad
allicht teweeggebracht, weg te nemen,
waar de predikanten meer aan politiek
kunnen doen (ook te veel?) dan
in deze groote gemeente."
Enkele woorden in dit herderlijk
schrijven veroorloofden wij ons te on
derlijnen.
Mocht het nog eens zoo ver komen,
dat de meening van dezen predikant
algemeen als de juiste erkend werd.
In ieder geval doet zulk een schrijven
weldadig aan in een tijd, dat de ver
menging van politiek en godsdienst en
daarmede het aantal politieke zieleher-
ders nog steeds toenemende is
(Vaderland.)
HET MINISTERIE DAT .INSPRINGT".
In de Standaard was gezegd, dat het
nieuwe Ministerie slechts de taak had,
in te springen tot 1909, om nieuw
Kuyper-bewind voor te bereiden.
De .Nederlander", die in den laatsten
tijd gaarne agressief tegen Kuyper op
treedt, komt daar tegen op.
.Het heeft ons bevreemd juist in
enkele bladen van rechts het zonderlinge
gevoelen te hebben zien uiten, dat wij
van dit Kabinet geen „speciaal-anti-
revolutionnaire wetsvoorstellen" hebben
te verwachten dat het Kabinet goeden
wetgevenden arbeid slechts .voorberei
den" zaldat het niet zal zijn een
„Kabinet van rechts in normalen zin"
ja, dat het is een Kabinet dat .inspringt,
om tot Juni 1909 het bewind te voeren".
.Hoe kan dat Hebben de beste
mannen uit de drie, althans want
den Christ.-Hist. bewindsman kunnen wij
als politiek man nog niet beoordeelen
uit de twee groepen van rechts, slechts
zitting genomen voor anderhalf jaar, ter
.inspringing"; ter „voorbereiding"? Van
wat of voor wien. Zouden die mannen
een zóó vernederende rol op zich hebben
genomen? De rol, om de zaken gaande
te houden, totdat een generale verkiezing
plaats heeft gehad, in de hoop, dat deze
„de stembus-actie van 1905 electoraal
te niet deed"
.Zulk een opvatting van de regeerings-
taak moge misschien passen in het stelsel
dergenen, die de regeering des lands
willen overbrengen op de kiezers en op
de partijen. Dan kan men aldus rede
neeren alleen een regeering die de helft
plus één achter zich heeft is .gerechtigd"
Bij de opening van de zitting 1878—'79
hadden over het verslag heftige beraad
slagingen jplaats en verklaarde de afge
vaardigde Van Houten, die de schoolwet
als te centraliserend had bestreden, dat
hij wegens gemis aan overeenstemming
met Kappeyne, zich van de liberale
partij afscheidde. Hij schreef in de Vragen
des Tijds ,dat het instellen van staats
scholen oorzaak is geworden, dat ons
volk is verdeeld geraakt in twee kampen
die in verkieziegstijden bijna vijandig
tegenover elkander staan. Hij achtte het
onderwijs geen staatszaak, maar een
zaak van individuen, en was van mening
dat het biezonder lekenonderwijs zich
zeer goed naast het kerkelik onderwijs
had kunnen ontwikkelen o.a. door te
wijzen op wat de liberale vereniging Tot
Nut van 't Algemeen in dat opzicht had
gedaan. Maar de liberalen hadden ge
meend onder de leus „kennis is macht"
met de staatsschool de armoede krach
tig te kunnen bestrijden; de armoede
is, helaas, gebleven. Op politiek gebied
oefent alle proletariaat een ongunstige
werking uit. Zowel het hoog of geleerd
als het laag proletariaat zoek uit zelf
zucht te leven van de maatschappij. Het
laag proletariaat door recht op onder
stand of recht op arbeid te proklameren
het hogere door kosteloze d. i. door
anderen betaalde staatsinrichtingen, en
als middel daartoe ook op uitbreiding
van koloniaal bezit; het allerhoogste
proletariaat door rechtstreekse uitkerin
gen uit de schatkist. Is het laag prole
tariaat de voorname bron van binnen
landse beroeringen, het hoog proletariaat
is een krachtige steun van het mili-
taritme."
In de Kamer verweet Van Houten
het ministerie, dat het niet voortvarend
genoeg was. Hij drong aan op hervor
ming van het belastingstelsel en uitbrei
ding van het kiesrecht. „Wij", zo sprak
hij, „die hier heten het Nederlandse
volk te vertegenwoordigen, wij doen het
niet; wij zijn de vertegenwoordigers van
om op te treden, en indien zij optreedt
zet zij haar wil door, zonder matiging,
zonder acht te slaan op andersdenkenden.
Er is nu geen helft plus één in de
Kamer. Derhalve moet men óf overgaan
tot Kamerontbinding óf wel tot het
gaande houden der zaken tot de alge-
meene verkiezing van 1909. Het volk
beslisse, welke koers men te gaan heeft.
Waarom niet reeds nu? Omdat men van
den uitslag niet zeker is Maar het volk
heeft, indien het mag beslissen, daartoe
thans evenveel recht als in 1909. Hangt
het recht van het volk af van de be
rekening van partijleiders Hoe dit zij,
het Kabinet blijve totdat de kiezers
zullen hebben beslist
„Wij voor ons gaan van andere be
ginselen uit en hopen het Kabinet aan
onze zijde te vinden.
„In ons oog moet de Koningin het
land besturen, door tusschenkomst van
Haar Ministers. Daarbij is een meerder
heid in de Kamer onmisbaar. Ook be
hoort het Kabinet in beginsel homogeen
te zijn, en, waar noodig, de beginselen
uit te spreken die het belijdt.
We herinneren nogmaals aan het
concert van Dirk Schilfer (piano) en
Gerard Hekking (violoncel) a s. Vrijdag
in Amicitia.
We hopen dat onze landgenooten
minstens voor een even gevulde zaal
zullen mogen spelen als dat met de
concerten van „De Algemeene Muziek
handel" het geval was.
In antwoord op vragen, ons door
belangstellenden gedaan, deelen wij
mede, dat op onze Prijsvraag in zake
.Birkhoven" een zevental antwoorden
zijn ingezonden, die aan de Jury zijn ter
hand gesteld.
De heer L. H. Veenhuizen, com
mies le klas aan het bestelgoederen
kantoor der H. S. M. alhier is overge
plaatst naar Amsterdam.
De algemeene vergadering van
leden der sociëteit „Amicitia" zal worden
gehouden op Maandag 24 Februari,
's avonds half negen.
Ds. Vunderiak, alhier treedt heden
avond als spreker op voor de „Anti-Rev.
Propaganda-Glub te Oosterbeek, met
het onderwerp„De politieke toestand."
De heer H. Tromp van Holst,
secretaris der afdeeling Amersfoort van het
Utrechtsch Genootschap voor Landbouw
en Kruidkunde, zal spreken over „de
regelingscoramissie voor de veefokkerij,
de veekeuringen en het rundvee-stam
boek": op 17 dezer te Hamersveld, den
18den te Hoogland en den 20sten te
Soest.
Van wege de Rijkswaterstaat is
men dezer dagen druk bezig met het
dunnen der boomen langs den Utrecht-
schen weg. Dit geschiedt op verzoek
een overheersende klasse in de Neder
landse maatschappij die in haar eigen
belang wenst zulk een klasse te blijven."
Het Kamerlid Oldenhuis Gratama wilde
nog een stap verder gaan dan Van
Houten en achtte het algemeen kiesrecht
noodzakelik.
Kappeyne antwoordde daarop „dat een
irrationeel kiesrecht zoals uit de
vroegere geschiedenis van Engeland
blijkt een vertegenwoordiging kan
opleveren, waaraan de belangen van de
natie volkomen zijn toevertrouwd. Het
algemeen stemrecht daarentegen kan
vergaderingen voortbrengen, waarvan
het tegendeel met grond wordt getuigd.
Of weel men niet dal in Noord-Amerika
de grote klacht is, dat het algemeen
stemrecht daar de grote klacht is; dat
het algemeen stemrecht daar een rijke
bron blijkt van voortdurende omkoping
geweldpleging en bedrog; dat juist ten
gevolge daarvan in dat land de edelsten
en besten zich aan de behandeling van
de publieke zaak onttrekken? Wanneer
men dageliks leest, hoe in Frankrijk in-
validatieën van verkiezingen, uit het
algemeen kiesrecht voorkomende, plaats
hebben, bewijst dat dan niet, hoezeer
het algemeen stemrecht door de boven
drijvende partijen of de regering kan
worden misbruikt? Wel ligt op de weg
van de regering een zodanige uitbreiding
van het kiesrecht, waardoor dit onder
het bereik komt van allen die werkelik
er toe geroepen zijn, aan 's lands zaken
deel te nemen.
Toen Kappeyne had opgemerkt dat
iemand die zich op staatkundig gebied
beweegt niet meer zich zelf toebehoort,
en men tegen zijn wens soms verplicht
is een plaats in te nemen die men niet
begeert, antwoordde Van Houten dat hij
dat gevoelde en waardeerde en daarom
aan de minister toevoegde„Als gij daar
zit niet om maar minister te zijn, maar
om zoveel te doen als gij kunt, waarom
gaat gij dan niet tot de herziening van
het kiesrecht over, nu door onderwijs
van de Gezondheidscommissie, die van
oordeel was, dat er te weinig zon en
licht in de huizen, aan dien weg ge
legen kon doordringen.
Zondag is op den Hoogen Weg y
alhier door de politie aangehouden een i
15-jarig meisje, dat van hare ouders, a
woonachtig te Amsterdam, was wegge- JJ
loopen. I®
Nadat haar voor den nacht onderdak
was verleend aan 't bureau van politie, T
is zij Maandagochtend naar de ouder-
lijke woning te ruggebracht.
De vereeniging „Amersfoortsche e
Industrie- en Huishoudschool" houdt
een algemeene ledenvergadering op Don-
derdag 20 Februari 1908, des avonds 1
te acht uur, in het schoolgebouw, Hen
drik van Viandenstraat No. 17.
De agenda vermeld de volgende puntenc
Verslag der Commissie belast met het
nazien der Rekening en Verantwoording.
Jaarverslag.
Verkiezing van een Bestuurslid.
Mededeelingen.
Op den zelfden avond in het gebouw 1
van de Fröbelschool vergadering van 1
het Nutsdepartement ter behandeling
van den Beschrijvingsbrief voor de alg.
verg, verkiezing van afgevaardigden en 1
pensioenregeling van de Directrice van 1
de Fröbelschool.
Zondag a.s. zal het Symphonie- i
orkest „Jubal", onder leiding van den 1
heer G. Bikkers een volks-uitvoering 1
geven in Amicitia.
De muzieknummers zullen worden
afgewisseld door humoristische voor
drachten van de heeren L. v. B. en S. i
Het concert voor de donateurs en de
leden wordt Maandagavond gegeven in i
dezelfde zaal.
Naar de Stem des Volks
meedeelt zal mevr. Henr. Roland Holst j
deze maand alhier in een openbare ver- l
gadering van de afdeeling der S.D.A.P.
optreden met het onderwerp: „De crisis
en de arbeiders".
Na de afdeeling van den Schilders-
gezellenbond heeft ook de plaatselijke
afdeeling van den Gentralen Bouwvak-
bond besloten een werkloozenverzekering
te stichten.
Verschenen is de rooster der mu
ziekuitvoeringen in den Zomer van 1908
in de sociëteit „Amicitia". Daaruit blijkt,
dat concerten gegeven zullen worden op
Zondag 7, 14, 21, 28, Juni; Dinsdag 14,
Zondag 19, Dinsdag 28 Juli; Zondag 2,
Donderdag 6, Donderdag 13, Zondag 23,
Maandag 31 Augustus; Zondag 6 Sep
tember.
De concerten op 5 Juli en 31 Augus
tus worden gegeven door de Amers
foortsche Muziekvereeniging, directeur
de heer J. A. Jochen-s; die op 21 Juni
en 6 Augustus door de muziek van het
4e Regiment Huzaren te Deventer, direc
teur de heer H. A. Maasde overige
door de Stafmuziek van het 5e Regiment
Infanterie, directeur de heer G. Bikkers.
Tegen een tapper op de Groen
markt is door de politie proces-verbaal
opgemaakt wegens drankwetovertreding.
en belastingkwesties het beperkt
kiesrecht schadelik werkt en disharmonie
tussen volk en vertegenwoordiging
schept?" Het antwoord van Kappeyne
luidde: „Ik wil het kiesrecht niet geven
in alle, ik wil het geven in goede
handen.
Terwijl de uitgaven van de schatkist
van jaar tot jaar toenamen en de in
komsten te weinig stegen om met de
uitgaven -gelijke tred te houden, deed
nu nog de Atjeh-oorlog de Indiese baten
ophouden met het vooruitzicht op tekor
ten. Voor 't ogenblik was de toestand
nog niet zorgwekkend. Wegens het uil-
muntend financieel beheer van Van Bosse
en andere ministers van financieën was
sedert 1848 de rente van de staatschuld
van 36 miljoen tot 26 miljoen gedaald.
Maar de nieuwe wetten, vooral de
schoolwetten, maakten versterking van
de inkomsten nodig en daarop werd
aanhoudend gewezen door Gleichman,
de minister van Financieën. Reeds was
het hem gelukt onder geduchte tegen
stand van de anti-liberalen met een
kleine meederheid een sukcessie-wet tot
stand te brengen, uitgaande van het be
ginsel dat daardoor niet werd getroffen
de persoon die het vermogen bijeen had
gebracht, maar zijn erfgenamen die het
niet hadden helpen vormen. Maar er
was veel meer nodig voor de plannen
van minister Tak van Poortvliet om het
binnenlands verkeer uit breiden, en van
de minister van Oorlog, de Roo van
Alderwerelt, voor legerhervorming en
vestingbouw. Gleichman bracht met dat
doel een wet tot stand als herziening
van de belasting op de ongebouwde
eigendommen en stelde tevens voor een
lening van 44 miljoen, op grond dat men
de nakomelingen wel mocht belasten voor
ook hen ten goede komende verbete_
ringen.
(Wordt vervolgd).