WEERBERICHT. Thermometerstand Merkwaardige Woorden en Daden UIT DE PERS. Kunst- en Wetenschap. STADSNIEUWS. Uit de Omgeving. d D MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. (Opgemaakt voorm. 10.50 uur.) De Bildt, 27 Februari 1908. Hoogste barometerstand 775.3 m.M. te Hortalaagste 729.9 m.M. te Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 28 Februari 1908 Wind Matige tot krachtige meest Wes telijke wind. Gesteldheid van de luchtAfwisse lende bewolking, buiig weer. Temperatuur .-jDezelfde. Barometerstand te AMERSFOORT. uur 755 m.M. Vorige stand te 12 uur 761 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisteren F. 40. Laagste hedennacht .F. 33. Hedenmiddag 12 uur .F. 40. koninklijk echtpaar was gezeten en die bestuurd werd door Prins Hendrik, bij het nemen van den hoek Parkstraat en Oranjestraat te 's-Gravenhage, waarbij het rijtuig in de tramrails bekneld raakte, aangereden door een uit de richting Scheveniagen aankomend electrisch tram rijtuig. De botsing was vrij hevig, maar als door een wonder bleef onze Koningin op haar plaats zitten, terwijl de Prins door den schok op zijn knieën werd geworpen. H. M. was weinig geschrok ken en verliet, geholpen door iemand uit het publiek, het rijtuig, waarvan het voorstel met nog een wiel was afgerukt, zoodat het overige gedeelte van het rijtuig op de straat hing. H. M. wandelde naar het paleis terug met den Prins en begaf zich kort daarna te voet naar het paleis van de Koningin- Moeder, blijkbaar om deze gerust te stellen. De Prins verzekerde bij het ongeluk aan omstanders, dat de tram bestuurder geen schuld had aan het ongeluk. Blijkens eene raededeeling in D e Banier, is van Friesch christelijk-his- VAN Ministers en Kamerleden sedert het Jaar 1858. ontlaend aan Kollewyn's Geschiedenis van Nederland, 4e deel. 27. Met niet minder voldoening dan Mod derman was de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, Klerck, werkzaam. Hij bracht in 1880 de zo belangrijke sociale wet tot stand tot oprichting van de Rijkspostspaarbank en in het volgende jaar wetten tot regeling van de post pakkettendienst en het aanleggen van het Merwede-kanaal, en in 1883 tot het verleggen van de Maasmond. De minister van Financiën, Vissering, had niet zoveel voorspoed. Er was ver sterking van de rijksmiddelen nodig en daar hij, als een overtuigd voorstan der van het vrijhandelstelsel, op de nadelen wees als wij, evenals onze na buren, tot het proteksionisme overgingen, stelde hij een belasting op de rente voor. De meningen over zijn beginselen en zijn wetsontwerp waren zo uiteenlopend, dat de minister met Vondel kon zeggen Een ieder stuurt zijns weegs En niemand weet waarheen. Er werd dan ook zo geamendeerd, dat Vissering zijn ontwerp introk en zijn ont slag nam als minister. De veelzijdige Van Lijnden van Sandenburg nam Finan- cieën van hem over en werd voor Buiten landse Zaken vervangen door Rochussen. De ministers hielden zich zoveel mogelik buiten het onderling getwist van de vele partijen in de Kamer die elkander de loef zochten af te steken, en toen in 1881 de Thorbeckiaan Dullert die jaren lang tot voorzitter van de Tweede Kamer was gekozen overleed, en bij keuze opgevolgd werd door de Kappeyniaan Mirandolle, kon men nagaan welke kant de meeste vrijzinnigen uitgingen. In 1806 hadden de Engelsen onze torische zijde in het district Tietjerk- steradeel een circulaire uitgegaan, strek kende tot steun van den door de anti- revolutionare partij uit het aanvankelijk opgemaakte grostal te stellen candidaat. De Banier is van meening, dat de keus zal staan tusschen de heeren J. D. de Vries en ds. Vunderink. Kadernood. Ten einde in den Kadernood te voorzien, wil de minister van oorlog met de vorming van militie- kader een anderen weg inslaan, dan tot heden is bewandeld. Dientengevolge is den inspecteur der infanterie opgedragen te doen nagaan, hoeveel van dein 1908 in te lijven lotelingen, acht- en viermaan- ders, met gunstig gevolg de 3e klasse van een gymnasium, hoogere burger school of eenig daarmede gelijk gestelde inrichting van onderwijs hebben door loopend en op grond daarvan aanspraak kunnen maken op geheele vrijstelling van het wetenschappelijk toelatingsexamen tot het reservekader bij de infanterie en de vesting artillerie. Voorts wenscht de Minister te worden ingelicht omtrent het aantal viermaan- ders der lichting 1908, dat bij bestaan van kaderplicht, voor kaderopleiding zou zijn aangewezen en den invloed van het instituut der viermaanders op de aan- mel ding voor het reservekader. Men schrijft aan L. en V. Naar het schijnt, is men thans aan het departement van Oorlog begonnen met het onderzoek naar de vermiste f 96,000er zijn n.l. inlichtingen ge vraagd omtrent do soldijen, welke thans door de sergeant -majoors-instructeurs worden genoten, benevens den datum hunner aanstelling. HET NIEUWE MINISTERIE. Naar aanleiding van een artikel van „D e Banier" schrijft ,D e Ned er- la n d e r:" Wij wezen er op, dat aanvankelijk misschien uit onbekendheid met personen bladen van rechts het nieuwe kabinet schenen te wantrouwen, alsof het minder principieel was dan de beide vorige kabinetten van rechts. Daarvoor nu bestaat, indien wij op de ons bekende namen afgaan, naar ons gevoelen geen reden. Het is waar, dat in het kabinet de groote leider van de ,anti-revolutionnaire partij" geen zitting heeftblijkbaar evenwel is dit het ge volg niet van minder beslistheid van beginsel bij dat kabinet, maar van den loop der omstandigheden, die dat op treden niet schijnen te hebben toege laten. Geenszins heeft het kabinet uit beginsel of bij voorkeur dien hoofdman van een der rechtsche fracties uit zijn midden geweerd. Maar wanneer van een kabinet 7 van de 9 ministers openlijk verklaren de christelijk-historische of anti revolution- naire beginselen te zijn toegedaan, dan schijnt het ons, zoolang het tegendeel niet blijkt, van zelf sprekend, dat dit Kaapkolonie op de Bataafse Republiek veroverd en in 1816 bleven ze volgens het veroveringsrecht in 't bezit ervan. Veel boeren en onder hen wonende ver hollandste Franse Hugenoten, die na de herroeping van het edikt van Nantes hun vaderland ontvlucht, en over ons land naar de Kaap verhuisd waren, deden hen, onder het Engelse dwangbestuur, terugverlangen naar hun vroegere vrij heid en trokken in 1836 noordwaarts naar de landen van de Kaffers, van wie zij uitgestrekte landerijen kochten, of veroverden, als de Kaffers hun vee stalen en grote moorden onder hen pleegden. Veel boeren waren naar Natal getrokken, en in 1840 werden ze daar door de Engelsen onderworpen onder voorgevens dat Natal Engels grondgebied was, dus de be woners Engelse onderdanen Te vergeefs hadden de Natalse boeren aan de Neder landse regering om steun gevraagd. De overige boeren die aan de grote „trek" hadden deelgenomen stichtten in 1852 de Transvaalse republiek en twee jaar later de Oranje-Vrijstaat. Beide staatjes wilden zich gaarne nauwer ver binden met ons land, maar de imperia listiese premier lord Beaconsfield ging dat tegen en annexeerde de Transvaal in 1880. De boeren stonden en na schitterende zegepralen bevochten te hebben op de Engelse troepen, erkende de liberale premier Gladstone hun onaf- hankelikheid weer. In Nederland heerste grote geestdrift, en werd gesproken van nauwe handelsbetrekkingen met, en van verhuizing op grote schaal naar Trans vaal, maar het bleef bij woorden. De boeren hadden het meest behoefte aan kapitaal, en de poging om hier een Transvaalse lening te plaatsen mislukte geheel. Zo ging Transvaal en ook de Oranje-Vrijstaat voor onze uitvoerhandel zo goed als verloren. Zucht om het lieve geld in kas te houden had ons in 1654 Brazilië, in 1661 Formosa en in 1664 Nieuw-Nederland, tans New York, doen verliezen. In 1882 bracht het ministerie een wijziging tot stand in het heffen vari kabinet even goed als de beide vorige, ook dus als het kabinet-Kuyper, mag worden beschouwd als een „beslist christelijk kabinet." Ook als wij de titula rissen dier drie kabinetten onderling met elkander vergelijken, bestaat er geen reden om aan te nemen, dat dit kabinet de zoo even aangeduide qualificatie niet ten volle zou verdienen. Met „gematigd op treden" is dit zeer wel vereenigbaar. Alleen indien men meent, dat niet de Koningin door Haar ministers met mede werking der Staten-Generaal het bewind heeft te voeren, maar dat dit toekomt aan de partijen en hare leiders, zoude men anders kunnen oordeelen. Maar dat zal de Banier wel niet bedoelen! TOURNIAIRE. Uit de Amsterdamsche week van het U. D.: Arme Tourniaire! Het was wel bekend, maar men ver dekt zulke dingen liefst, dat hij een paar jaar van zijn leven in een krankzinnigen gesticht heeft doorgebracht. Hij heeft veel teleurstelling gehad, een moeilijke jeugd, later allerlei verdriet, waartoe zijn dooiheid, die hem het werken zoo bezwaarde, het minste niet heeft bij gedragen. En 't mag wel zijn om hem iets te vergoeden, dat zijn vrienden getracht hebben zijn jongsten feestdag zoo schitte rend mogelijk te maken. Men weet, hij trad op in Inkwartiering. Bij 't spelen van zijn rol in dit von Mosertje heeft hem eenmaal het bericht bereikt van zijn moeders dood. Een harde herinnering, maar het tooneelleven is hard, en had de jubilaris men beweert dit althans wellicht liever een ander stuk voor zijn feest gekozen, de practijk heeft haar eischen en Tourniaire speelde weer In kwartiering voor een opgetogen zaal. Men heeft hem bespeecht, hem die niet hoorde. Men heeft hem toegejuicht met handgeklap, waarvan hij alleen het gebaar zag. Een onhandige vriend is toen gekomen met een portret van zijn moeder. 't Was of de arme kerel door den grond ging, schreef de Telegraaf den volgenden morgen. En de Telegraaf-recensent heeft gelijk gehad. De feestviering, het geschenk van dat portret op zulk een oogenblik, is te veel voor hem geweest. Opnieuw heeft het zijn verstandelijke vermogens geschokt, zoodat zijn overbrenging naar een ge sticht noodzakelijk is geworden. Arme Tourniaire 1" Naar het Nieuwsblad v. d. Boek handel verneemt, zal de Nederlandsche Spectator met 1 Maart ophouden te bestaan. De brieven- en telegrambesteller A. van Nus zal 1 Maart a.s. den dag rechten van registratie en van zegelbij het laatste werd het plakzegel van 5 ets. ingevoerd. Toen echter de Kamer een handels traktaat met Frankrijk had afgestemd en het konservatief beleid van de minister van tolonieën Van Goltstein zo scherp had afgekeurd dat deze aftrad, vroeg het gehele ministerie om ontslag. De Koning verzocht toen Tak van Poort vliet een nieuw ministerie te vormen, maar alvorens daartoe over te gaan achtte hij zich verplicht Z. M. het vol gende mee te delen „Dat de staatkun dige toestand van het land hoogst zieke- like verschijnselen oplevert, kan moeilik worden tegengesproken. De oorzaak van die ongezonde toestand is daarin ge legen, dat men er de laatste t(jd niet in mocht slagen, om hier te lande wetge ving en bestuur gelijke tred te doen houden met de eisen van staatkundige en stoffelike ontwikkeling van ons volk. Sedert tal van jaren wordt het algemeen erkend, dat verschillende hoogst belang rijke onderdelen van hel staatsbestuur, diep ingrijpende in het volksleven, in onbevredigende toestand verkeren, drin gend verbetering eisendat het kiesrecht niet op goede en billike wijze is ge regeld; dat de Kamers van de Staten- Generaal, vooral de Tweede, in de vrije regeling van haar parlementaire werk zaamheid belemmering ondervinden; dat ons belastingstelsel vol is van gebreken en in menig opzicht nadelig werkt; dat de strijdkrachten waarover wij tot ver dediging van het grondgebied en tot handhaving van onze neutraliteit kunnen beschikken, onvoldoende zijn en gebrekkig ingericht. De mislukking van de pogingen om in dat alles verbetering te brengen ligt voor een groot gedeelte aan de grondwet." Tak achtte daarom herziening van de grondwet op bovengenoemde punten nodig, maar Z. M. oordeelde de tijd daarvoor nog niet gekomen. Het ministerie bleef nu weer aan met de Brauw als minister van kolonieën en Van Lijnden die nu financieën had, liet de leiding over aan de voortvarende herdenken, waarop hij voor 25 jaar in dienst der Posterijen trad. We herinneren nogmaals aan de vergadering van de Vereeniging „De Ambachtsschool" morgenavond in het schoolgebouw te houden. Tot bestuursleden van de socië teit „De Vereeniging" zijn gekozen in plaats van de heeren A. H. van Kalken en B. H. Kuiper die als zoodanig be dankt hadden, de heeren J. Sinnige en F. Kamerbeek. Begin April zal wederom een tentoonstelling worden georganiseerd van het werk der leerlingen van de Am bachtsschool. Bij de onder leiding van den expert J. Schulman gehouden veiling v«n munten en penningen uit de collectie van Jhr. Speelman, werd o.a. verkocht een Amersf. Gildepenning van den St. Jorisdoelen voor f 38. Na een inleiding van Ds. G. W. C. Vunderink is Dinsdagavond alhier een af- deeling opgericht van de Christ. Patroons- vereeniging „Boaz." Het doel dezer ver eeniging is De toepassing der Christe lijke beginselen op maatschappelijk terrein te bevorderen op den grondslag van het Sociaal Congres van 1891, en alle ten dienste staande wettige middelen tot bevordering der belangen van Neder landsche patroons en ondergeschikten aan te wenden, ook door den eersten voor sociaal en andere aangelegenheden van advies te dienen door tusschenkomst van het Bureau der Vereeniging. Tot bestuursleden werden gekozen de heerenH. Koning, J. Klink, E. J. van Ommen, B. Ruitenberg Hz., J. Wildeman, A. van Genderen en J. R. van 't Hof. De functiën zullen door deze heeren on derling worden geregelden een concept reglement zal worden ontworpen, dat in eene volgende algemeene vergadering zal worden vastgesteld. Tijdens de ongesteldheid van den keurmeester van de visch L. Kames wordt deze functie waargenomen door den vischafslager Ph. A. Willigenburg. Het plan om met den a. s. zomer dienst van de meeste sneltreinen D-trei- nen te maken, in welke treinen men dus bijslag zal moeten betalen, kan vol gens het bestuur der vereeniging „Han del en Nijverheid" alhier niet in het be lang van den Handel zijn. Derhalve heeft dit bestuur, gisterenavond in eene spoed- eischende vergadering bijeen geroepen, een adres gericht aan de Koningin, met het verzoek dit plan niet tot uitvoering te bate komen. SOLSER EN HESSE. 't Viel Dinsdagavond in Amicitia nog al mee, wat de opkomst van het publiek betreft. Niet, dat we gelooven dat de recette erg hoog zal zijn, maar er was toch vooral niet minder publiek dan we in den laatsten tijd gewend zijn, terwjjl de tweede rang zeer goed bezet was. 't Begon met een kleine teleurstelling. Pynacker Hordijk, die Binnenlandse Zaken had en optrad met het program om verbetering Ie brengen in onze be dorven politieke toestand. De hoofdzaak echter, de schoolstrijd zag hij geen kans tot een goed einde te brengen, maar Van Lijnden kwam flink voor de dag met een groot plan van belastingher vorming, om van de tot nog toe vrij gebleven roerende goederen belasting te heffen en de 'gemeente-financieën beter te regelen. Wel stelde hij ook een verlaging van de census voor, maar door een wijziging in de personele be lasting zou het aantal nieuwe kiezers ver beneden het aantal blijven waarop gerekend werd. Door zijn verklaring dat hij het beginsel van de biezondere school waardeerde, nam hij de liberale fraksies tegen zich in. Groter moeilikheden veroorzaakten de Indiese zaken aan het ministerie. De latere generaal van der Heyden had als goeverneur van Atjeh, eerst met 10,000 later met 6,500 man door een strijd zonder genade, waarbij hij zelf een oog verloor, en het opsporen van de vijand in alle schuilhoeken, groot Atjeh onder worpen. De minister van kolonieën keurde zijn doortastende manier van oorlog voeren af, en in 1881 werd Van der Heyden als gouverneur van Atjeh vervangen door de burgerlike ambtenaar Pruys van der Hoeven. In het volgende jaar werd Van der Heyden door besluit van de Tweede Kamer van alle blaam op zijn eer en goede naam ontheven, en tevens was aan 't licht gekomen dat de afwisseling van militair en burgerlik bestuur, de zaken in Atjeh nog meer in de war hadden gebracht, en men op nieuw tot oorlogvoeren moest over- gaan. De eerste tinonderneming op Biliton, waarvan Prins Hendrik de voornaamste aandeelhouder was geweest, werd in in 1860 overgenomen door de Biliton- maatschappij, waarvan de koncessie in 1892 moest aflopen. Op grond van de nieuwe Indiese mijnverordening van 1873 wenste de maatschappij de koncessie Door ziekte van mevr. Solser—Willem- sens moest het programma nog al ge-, wijzigd worden. We kregen nu tweeS niet onaardige tooneeistukjes, waarvan}? vooral „Het Gemeenteraadslid" goed insloeg. De heeren Solser en Hesse haddenvi veel succes met hun voordrachten, ter-u wijl mevr. Hesse—Slauderof, vooral metw haar realistisch liedeke ook danig dev: lachspieren deed werken. b Ofschoon we het geen gelukkig num mer vonden, het parodieeren van ,Nora". van Ibsen, konden we toch in den heei^ v. d. Werf een groote vaardigheid etj niet te miskennen talent waardeeren. Tot slot .kregen we een oorspronkeT' lijke klucht „Het circus Medrano' waarin door een vergissiag in den per-" soon heel aardige verwikkelingen ontstaan, j die ten slotte natuurlijk heel goed te-_ recht komen. Het publiek amuseerde zich blijkensp het handgeklap uitstekend, voor velen» was het ook zeker een zeer genoeglijke avond. Het programma van het Volks-!* concert op Zondag 8 Maart en vanl het concert voor de leden op Maandag 9 Maart van het plaatselijk Nutsdeparte- ment, te geven door het dilettanten-vi symphonie orkest onder leiding van den C heer G. K. G. van Aaken, met medewer-^ king van mej. Annie Verbeet (zang) en mej. Joh. Wolter (piano), luidt als volgt2 1. Marsch dor Priester g aus .Athalia" Mendelssohn-Bartholdy. ij 2. a. „Au Printeinp8" Chr. Gounod. j b. „Sérénadedu pas sant" J. Massenet. Q Zang met pianobegeleiding, 3. Russische Suite für 1 Streichorchester mit obligater trio- ÜneR. Wüest. I Vorspiel. II Traii- merie. III Inter mezzo. IV Schluss. 4. a. „Ogni Sabato" Gordigiane. b. „La Ninna Non- v na"Donizetti. h Zang met pianobegeleiding. si 6. Spanische T&nze p (No. 3 en 4)M. Moszkowski. 6. Ouverture „La Gaz- za Ladra" Rossini. 7. a. „Herdertje'op de p groene wei" Cath. van Rennes b. „Heimwee" T Zang met pianobegeleiding. 8. „Prélude du Dé- luge"C. Saint-Saëns. 9. „Ange d'Amour" Waldteufel. b Valse de Concert. p HOOGLAND. De heer G. v. d. Pol y Gzn. heeft zijn aanstelling als tweede 0 postbode ontvangen en zal 1 Maart in dienst treden. BAARN. Aan den heer Stamperius e alhier, schoolopziener in het arrondisse ment Rhenen is een buitenlandsch verlof van twee maanden verleend. Met de v waarneming zijner ambtsbezigheden is belast de heer Fikkert, schoolopziener in het arrondissement Amersfoort alhier. 1 a aanzienlik verlengd te zien. De goever- J neur-generaai Van Lansbergen wilde daar niet in treden, maar zijn opvolger 's Jacob stond de vergunning van de verlenging met 35 jaar toe, en minister De Brauw hechtte er zijn goedkeuring e aan. De Tweede Kamer die de zaak j scherp onderzocht keurde de toestem- a ruing af, als strijdig met het belang van het land, inzonderheid van de schatkist. Wel verdedigde de minister zijn handel- wijze, maar de Kamer nam met 57 j tegen 20 stemmen het besluit, de ver- a leende verlenging tot vernietiging aan te bevelen op grond van „overschrijding j van bevoegdheid". Daarop nam de minister ziju ontslag. Niet lang daarna weigerde de Kamer met 66 tegen 12 stemmen om de door i het ministerie aangeboden kieswetwijzi- j ging in behandeling te nemen, en daar j de Eerste Kamer had verklaard met een j zakenkabinet geen ingrijpende maatre gelen te willen afdoen, nam het mini sterie zijn ontslag. Zo viel het ministerie Van Lijnden, t zegt Blok, dat zijn oorsprong alleen te a danken had aan de onmacht van de verdeelde liberale partij om te regeren, maar die toch niet gaarne zag dat het a afgetreden ministerie tot staud zou i brengen, waartoe die partij zelf onmach tig was een toestand die niet strek- ken kon om de sympathie van het volk met de parlementaire regering te ver- t groten, Boch om het aanzien van de liberalen te versterken. Een krachtige t hand werd vereist om een einde te maken s aan de hopelooze verwarring in de j staatkundige verhoudingen, zo nodig door middel van grondwetherziening. z s (Wordt vervolgdR

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2