DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 104, DONDERDAG 4 JUNI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Venoootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Spoorwegexploitatie door den Staat of door particulieren. FEUILLETON. De Familie Von Kröchert. BUITENLAND. EEMLANDEB Hoofdredacteur R G. RIJKENS. Abonnementspr ij s Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4. Franco per post id. - 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertöutiên: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Adverientiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. Conservatisme heet een noodzake lijkheid. Maar dan is het toch een noodzakelijkheid als de schaduw ten opzichte van het licht. Ware er geen conservatisme dan zou wellicht de hervormingsgezindheid te snel gaan. Niet te snel op zich zelf recht kan nooit te snel gaan maar al te snel voor het aanpassingsvermogen der menschen. Conservatisme is het ge wicht, dat de menschheid tegenhoudt, totdat de matig domuien het betere begrepen hebben. Is het begrip van juistheid der gewenschte nieuwe orga nisatie zoover doorgedrongen, dan is er geen houden meer aan en komt de betere toestand tot heil der mensch heid tot stand, niettegenstaande den nijd der overwonnen. Men begrijpt het gevolgde her vorming gaat zóó langzaam, dat de geheele maatschappij eerst gewend moet z(jn aan hetgeen te wachten of te hopen is van den nieuwen, beteren toestand, zoodat de vijanden der ver betering haar als iets onbeduidends kunnen voorstellen, zoodra zjj den slag verloren hebben, terwijl inmid dels de belanglooze voorvechters van de betere toestanden op allerlei wijzen zijn gedeclineerd. Zoo is de geschiedenis van de ver betering der maatschappelijke ver houdingen bevlekt met den laster aan hervormers aangewreven, wien niets ten laste te leggen viel dan dat zij niet konden twijfelen aan den adel van het menschelijk geslacht. Conservatisme heet een noodzake lijkheid, maar zou de groote massa der dommen alleen niet reeds vol doende zijn om het vereischte tegen wicht te vormen tegen al te groote hervormingsgezindheid Moeten ontwikkelde lieden zich steeds daarbij voegen VaD hen kan niet gezegd worden, dat. zij niet kunnen begrijpen. „Waar wij trachten, zegt Twedell, de hinderpalen weg te nemen, die hebzucht en egoïsme op het pad van den vooruitgang hebben geplaatst, Naar het Duitsch, VAN HENRIETTE VON MEERHEIMB. 46) In het geheel niet. Het spreekt van zelf. Waarom heb ik anders in mijn jeugd gewerkt als een paard Alleen om de Kröcherts Malchow te kunnen hergeven. En aangezien ik geen zoon heb, krijgt gij het en daarmee basta Hans-Henning zei een poosje niets. „Malchow zal bij mij in goede handen zijn dat beloof ik u." zei hij ernstig. Dat weet ik, mijn jongen." Dus ik heb uwe toestemming tot mijn huwelijk?" Die hebt ge. Maar wil ze jou wel hebben Zal ik een goed woordje voor je doen De oude trok een zeer slim gezicht. „Of maak je je in het geheel niet ongerust Dat niet, Maar ik hoop En ik ben er zeker van. Geen enkel meisje zou zóó dom zijn 1" Ik ga er dezer dagen heen." Er heen De oude heer keek daar moeten wij wel sommige maat schappelijke regelingen verstoreD eu de vijandschap opwekken van die be zitters van voorrechten, die van alle werkzaamheden van de samenleving tol heffen. Wanneer een hervorming aanstaande is ik durf niet zeggen groote her vorming, want daar doen we in onzen tijd van pygmaeiën niet aan dan vinden we eenige van de leidende bladen dadelijk gereed om ze tegen te houden (men kan zelfs bijna te voren zeggen hoe ze het zullen doen) en bovendien om de verdedigers van de verbetering het leven zuur te maken. Dat dit onedelmoedig is, kan men daar laten, groote mannen bekommeren zich niet om dergelijk gedoe, maar de Pers is aan zich zelf verplicht haar vrjjheid te bewaren tegenover elk vraagstuk dat voorkomt en nimmer personen te bestrijden, slechts denk beelden. Een hond laat zich aanhitsen op een medeschepsel een mensch be hoort daarboven te staan. Sedert jaren is de motie van den heer Bos c.s., eerder Fokker, ingediend bij de Tweede Kamer der Staten- Generaal om uit te spreken dat de exploitatie der spoorwegen van wege den Staat zelf behoort te geschieden. Een eenvoudig vraagstuk zou men zeggen of een dergelijk gewichtig, in alle takken van nijverheid ingrijpend bedrijf moet worden beheerd door den Staat of door particulieren, een vraag stuk waarover niet te dubieeren valt, en waarover, indien daarover moet worden gedebateerd, zakelijk kan worden gestreden. Morgen brengen. Dacht, gij dat het zoo gemakkelijk ging om „de hinderpalen weg te ne men, die hebzucht en egoïsme op het pad van den vooruitgang hebben ge plaatst". Neen, we weenen alleen om de smart aan een vriend des volks aangedaan, wanneer we in den schouw burg Ibsen's tooneelspel bewonderen, in het dagelij ksch leven laten we hem door conservatieve bladen uit vegen en halen hoogstens de schouders op en zeggen, dat het wat al te erg is, maar ons abonnement opzeggen op de bladen, die niet beseffen dat verbaasd op. „Waarheen Wat be doelt ge Naar freule von Hohenthal, oom of liever naar hare moeder. Sedert ze geen hofdame in Glückstadt meer is woont Sitta bij haar moeder. Maar wat scheelt er aan, oom De oude heer sprong zoo heftig op, dat de veeren in de sofa piepten. „Wat zeg je toch Met wie wilt ge trouwen Met freule Sitta von Hohenthal, met wie ik in Glückstadt in gezel schap ben geweest," antwoordde Hans-Henning verbaasd. Met die hofdame Ben je gek Hoezoo?" Met een hofdame, die grillen en pretensies heeft, voor wie niets goed genoeg is en die niets kan De oude heer was een beetje in de war. Tot geen prijs wilde bij de werkelijke reden van zijn veront waardiging en teleurstelling bloot leggen. Dat was hij tegenover Karola verschuldigd. Als zij niets van de huishouding afweet, kan zij het leeren," zei Hans-Henning kalm. „Ik heb het ook moeten leeren. En freule Hohenthal is daarenboven volstrekt niet veel- eischend." Nou ja, ik ken dat slag bromde de oude heer. „Zij pakken niets aan, ze kannen nauwelijks een noblesse oblige daartoe komen we niet. Wat zijn nu toch wel de bezwaren tegen staatsexploitatie van spoorwegen ingebracht in de geheele week, dat de Kamers er over hebben beraadslaagd Is ontkend, dat de concurrentie tegenwoordig niets meer beteekent? Kan ontkend worden dat de ver rekening tusschen de maatschappijen, die door de geldende regeling noodig is, door het verkeer te brengen in één hand, wordt bespaard Kan ontkend worden, dat de dienst regeling beter kan geschieden door alles te brengen in één hand Kan ontkend worden dat het publiek beter zal worden bediend, wanneer het kan circuleeren over het geheele net Kan ontkend worden dat de be handeling van het personeel beter zal zijn te regelen onder beheer van den Staat Kan ontkend worden dat het nepotis me, dat thans heerscht bij de bezetting van de betere posten bij de spoor wegen, door staatsexploitatie zal wor den weggenomen? Kan ontkend worden, dat de macht der spoorwegmaatschappijen zelfs thans reeds een gevaar is voor den Staat, en dat dit gevaar toeneemt, naarmate zy het meer eens zijn? Kan ontkend worden, dat een zoo belangrijk middel tot bevordering of vermindering van den welstand be hoort te zijn in handen van den Staat? Kan ontkend worden, dat een ambte naar zich precies hetzelfde gevoelt of hij is ambtenaar van een vennootschap, een polderbestuur, een provincie, een spoorwegmaatschappij of den Staat? Immers neen. Maar desniettegenstaande verzet zich het conservatisme van alle gading tegen de aanneming der motie. Bewust of onbewust staat het schoor tegen elke innovatie, elke nieuwheid, en dat niet alleen, maar het tracht den slechten naam, dien het begrijpt dat de historie het zal geven, aan die sieraden van het levende geslacht op te leggen, die het geluk hebben zich te kunnen vrijmaken van kleinzielig heid. Demagogen scheldt het de mannen, die als Treub eu de zijnen steeds op koe van een geit, laat staan een eend van een gans, onderscheiden. En als zij langs den stal gaan dan knjjpen ze haar neus dicht. Als men over mest spreekt, vallen zij flauw. Je loopt in het ongeluk met zoo'n vrouw. Denk er eerst eens kalm over na." Oom, ik heb Sitta lief gehad van het eerste oogenblik af aan en zoo lang zij leeft zal ik nooit een ander lief hebben," antwoordde Hans- Henning eenvoudig. Zoo, zoo, ja, dan is er zeker wel niets meer aan te doen." De oude heer zag er zoo treurig uit als iemand, wiens vurigste wensch on vervuld moet blijven, wiens liefste hoop vernietigd is. Hans-Henning stond op. „Wilt u mij geen succes toewenschen, beste oom, vroeg hij, terwijl hij hem zijn hand toestak. De oude heer drukte ze stevig tusschen zijn verbrande, gespierde vingers. „Het zou voor jou heel wat gelukkiger zijn, als ze neen zei," antwoordde hij. „Maar dat zou al te mooi zijn zoo iets gebeurt niet, en de meeste afgedankte hofda mes willen altijd vreeselijk graag trouwen." O als u haar ziet, zult u er wel anders over denken. Zij is zoo mooi als een engel." de bres staan om het algemeen be lang te stellen voor het bijzondere. Demagogen Hoe zou het met de finantiën der groote steden thans staan, indien Treub met Gerritsen niet in Amsterdam de concessies hadde vernietigd? De motie-Bos kan men verwerpen, de voorstellers kan men allerlei on aangenaams naar het hoofd werpen, maar den vooruitgang tegenhouden die illusie maakt men zich zelf niet. Maakte men zich zelf niet. Maakte men zich die, dan zou men niet alleen spreken maar ook doen. Dan zou men telegraaf en posterijen, intercommunale telephonie en post spaarbank van staatsbedrijven maken tot particuliere, dan zou men de spoorwegmaatschappijen meer vrijheid geven enz. Dan zou meD ons duidelijk maken waarom Sprenger van Eyk wel als directeur-generaal het bedrijf der exploitatie-maatschappij kon drijven, maar dit niet zou hebbeD kunnen doen als minister, dan zou men gas- en waterleiding, telefoon en electriciteits- bedrijf aan concessionaressen gaan geven, dan.... waar, waar zou 't met de consequenties van dergelijk bedrijf eindigen? De wetgever kan slechts volgen, hij brengt wat daar leeft in het volk in bindende regelen. Laat ons zorgen, dat over de volksovertuiging in zake der monopolistische bedrijven, zoo zy thans nog mocht bestaan, weldra geen twijfel meer mogelijk zijn. De motie-Bos is verworden met een geringe meerderheid en een motie- Nolens, tot onderzoek, is aangenomen. Tegen den tijd, dat het onderzoek beëindigd is, zal de volheid der tijden er wel zijn. Z(j die gelooven haasten niet. V. D. EEN GEWRAAKTE SPEECH. De Koning van Zweden, Gustaaf V is te Berlijn geweest en heeft daar een tafelrede gehouden, opgehemeld, er is geen ander woord. En deze koning van Zweden is uit een Fransch geslacht: hjj is een Bernadotté, af stammeling van een der gelukkige soldaten die maarschalken van Napo leon en soms koningen werden. Het is waar dat hij veel Germaansch bloed in de aderen heeft. Maar Zweden en z(jn koning golden in Frankrijk nog altijd als zeer bevriende mogendheden. Koning Gustaaf echter spreekt alsof hij een der Duitscbe vorsten ware, die nu en dan te Berlijn verschijnen om den luister van het keizerlijke hof te verhoogen. Dat heeft natuurlijk in Frankrijk kwaad bloed gezet en de Matin laat zich dan ook als volgt uit: „Wij vragen ons af," zegt het blad, „of het wel in het belang van Zweden is met zooveel ophef plaats te nemen naast Duitschland en zich te stellen onder de bescherming van het Duitsche zwaard. Wij zijn van meening, dat het belang der drie Skandinavische rijken medebrengt zich niet te mengen in de diplomatieke groepeeringen, die Europa onder elkander hebben ver deeld. Het is natuurlijk en logisch, dat zij met alle goede en correcte^ betrekkingen onderhouden. Gustaaf V schijnt dit niet te hebben herdacht. Hij kan er zeker van zijn, dat zjjn heildronk te Petersburg niet vriendelijk is opge nomen. Hjj heeft pas het Russische hof bezocht en ofschoon het daar een familiebezoek gold, valt er een merk waardig verschil in den toon, die bij deze twee gelegenheden werd aan geslagen, waar te nemen. En toch moesten juist de onderhandelingen over de Oostzee de Zweedsche regee ring hebben doen Inzien, dat zjj niet alleen Berlijn, maar ook Petersburg, Londen en Parijs noodig heeft. Wel beschouwd kan het Frankrijk per soonlijk weinig schelen wat men te Stockholm denkt en zegt, maar Frankrijk is de bondgenoot van Rus land en de vriend van Engeland en het zal tegenover beide getrouw zijDe plichten nakomen. Elke onaangename bejegening van Rusland maakt in Frankrijk een slechten indruk. En met deze omstandigheid heeft de wel sprekendheid van den Zweedschen koning niet voldoende rekening ge houden. TURKIJE. De Porte die hij de mogendheden Maar ze kan geen aardappels koken, geen kousen breien en loopt altijd met een langen sleepjapon door het huis. Ik zie bet duidelyk voor me. Maar wat gebeuren moet, dat gebeurt en het andere dat zou te mooi geweest zijn." Wat dan, oom Nou, als jij getrouwd waart met een meisje, waarvan ik hield, barstte de oude Kröchert los. „Maar ga nu heen mijn zoon en aarzel niet langer. En zeg tegen Hilda, dat als zij liever niet in één huis wil samenwonen met haar schoonzuster in spe, zij dan bij ons kome in Malchow." Ik zal uw boodschap overbrengen I als het zoover is. U is erg goed voor ons, oom. En jij bent erg dom, Hans-Henning. Dat komt, omdat je zoo lang aan het hof geweest bent. En dat je koppig bent, kun je ook niet helpen, want dat is het erfdeel der Kröcherts. Wij loopon allemaal eens in ons leven met ons hoofd tegen den muur aan en dan voelen we het ons heele leven lang. Jij zult er nog wel eens aan denken, mjjn jongen. En ga nu." Hans Henning reed in een ietwat ontnuchterde stemming heen en de oude'Kröchert ging zeer slecht geluimd aan tafel. Het eten smaakte hem van daag in het geheel niet en Karola schudde verbaasd haar hoofd, toen hij zijnlievelingsspijzen bijna onaangeroerd liet staan. „Zeg me nu eens eindelijk wat u toch hebt, vadertje vroeg zij na het eten, vleieDd. Zij zat op de leuning van zijn stoel en streek met haar hand langs zijn ruwe mouw, alsof zij een lastig paard tot kalmte wilde brengen. Hans-Henning is bij u geweest. Wat had hij Die domme jongen," bromde de oude heer verstoord. Hoezoo?" antwoordde Karola verontwaardigd. Hij wil trouwen, die ezel Karola speelde met een zijner jas- knoopen. Haar hoofd was gebogen en dus kon hij alleen haar krulhaar en een deel van haar blank voorhoofd zien. ViDdt u dat werkelijk zoo dom, dat hij wil trouwen vroeg zij blozend. Vindt u dat hij genoeg moest hebben aan Hilda Onzin een zuster kan nooit de plaats innemen van een vrouw. Dat weet ik heel goed. Ik zou mij als een kind verheugd hebben over zijn engagement, als hij maar niet zoo'n dwaze keus gedaan had I" Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1