DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
zaterdag i augustus i908.
feuilleton.
buiten lan ix
No. 153
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Het eindcijfer der oorlogs-
begrooting.
De Familie Yon Kröchert.
y. D.
DE EEMLANDER
'i
Hoofdredacteur R. G. RIJKENS.
Abonnement sprij s
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad
Franco per post id.
Per 3 maanden id.
Franco per post id.
Afzonderlijke nummers
f 4.—
- 5.60
- 1.—
- 1.40
- 0.05
Bureau:
BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertöntiön:
Van 1 tot 5 regels
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(Bij abonnement belangrijke korting.)
f 0.40
- 0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
Er is een tijd geweest, dat „bezui
niging" het motto van vele redevoe
ringen in het parlement was, wanneer
het VlIIste hoofdstuk der Staatsbe-
grooting werd behandeld. Set was al
wat men verlangde en de minister,
die het eindcijfer zijner begrooting
eenige millioenen had kunnen ver
lagen, zou in veler oogen den steen
der wijzen hebben gevonden. Alsof
onze defensie gebaat zou zijn met de
bezuiniging van eenige millioenen I
Dan is het veel beter alle oorlogs
uitgaven af te schaffen door de leuze
„geen man en geen cent" in practijk
te brengen. Wie meewerkt over
eenkomstig de grondwet onze lands
verdediging in orde te brengen en te
houden, mag niet als eenigste wijs
heid betrachten eenige millioenen
bezuiniging op de militaire uitgaven.
Maar ook al zou dit goede politiek
zijn, het is voor onze bezuinigers
onmogelijk. Reeds vroeger hebben wij
uiteengezet, dat een bezuiniging van
b.v. 5 millioen niet mogelijk is zonder
ons legerstelsel van meet af op een
andere leest te schoeien. Men moge
met beknibbelen eenige tonnen gouds
kunnen uitzuinigen wij betwijfelen
het doch daarmede bereikt men
niet meer dan dat schrielheid regeert.
Intusschen - na het regeerings-
program van 1905 is men eenigs-
zins tot andere gedachten gekomen.
De rechterzijde heeft er belang bij,
dat het kind in de wieg niet meer
om bezuiniging roept. Immers het
huidige kabinet wil van bezuiniging
niet weten en dan is het zaak voor
rechts, de kiezers voor 't volgend jaar
niet bezuiniging op militaire uitgaven
voor te houden.
De Liberale Unie acht zwijgen ook
goud. Zy heeft, zonder te weten wat
zij wilde, in 1905 om bezuiniging ge
roepen en, eenmaal op het gestoelte
der eere gekomen, ook bezuiniging be
loofd, doch hare belofte niet gehouden.
Zij kon dit ook niet, omdat zij maar
losweg had beloofd zonder voldoende
kennis van zaken.
Naar het Duitsch,
VAN
HENRIETTE VON MEERHEIMB.
94)
Hij gaat vroeg naar bed. Ik meestal
ook maar ik lig dan nog uren lang
wakker, hoor in huis de klokken tikken
en zie door een reet der gordijnen de
sterren en de voorbijtrekkende wolken.
Als het begint te schemeren staan we
weer op. Dan gaat Hans-Henning naar
het veld en ik naar de keuken. Het
is du al ijskoud in de kelders. Ik heb
pijn in mijn borst van het hoesten.
Het vele ^werken maakt mij moe en
moedeloos. Een huishouden doen is
als water scheppen in een vat zonder
bodem. Er wordt steeds iets vuil wat
pas schoon is gemaakt, er is steeds
wat te herstellen en te vernieuwen.
In den 'zomer moeten er vruchten ge
kooid worden, in den herfst wordt er
geslacht.
Wat genoot ik vroeger van die dingen
zonder er over te denken I Nu eerst
weet ik wat voor werk eraan ver-
onden is. Ik kom bijna niet tot lezen
De oud-liberalen vinden, dat er ge
noeg bezuinigd wordt.
De vrijzinnig-democraten zijn tegen
verhooging van legeruitgaven, maar
weten ook, dat, zoolang wij niet een
volksleger hebben, het geroep om be
zuiniging vruchteloos is. Vandaar, dat
zij in 1905 naast de bezuinigingsleuze
hervorming van ons leger in de rich
ting van een volksleger wilden en
wel zoo, dat tengevolge van die her
vorming de uitgaven van zelf ver
minderen.
De sociaal-democraten roepen nog
altijd om bezuiniging wij zullen straks
zien, hoe I
De Regeering komt er rond vooruit;
er valt niet te bezuinigen. Minister
Sabron zei op 1 Juli j. 1. over het
hooge eindcijfer „Ik kan niet tegen
spreken, dat het bedrag hoog isik
moet er bijvoegen, dat het op den
duur nog hooger zal worden. Daarin
is geen verandering te brengen. Welk
kabinet na dit moge optreden, men
zal zien, dat de begrooting van Oorlog
stijgt. Dit is een natuurlijk gevolg van
de maatschappelijke omstandigheden."
Zijne Excellentie had hieraan moeten
toevoegen, dat dit zonder legerhervor-
rniug zoo is en dat hij niet bereid is
ons leger tot een volksleger te her
vormen. Dan zou zijne voorstelüng
juist zijn geweest.
De heer Ter Laan, die voornamelijk
op het hooge eindcijfer had gewezen
en op bezuiniging had aa igedrongen,
antwoordde hierop namens de sociaal
democratische Kamerfractie: „De eerste
eiscb voor ons is, dat wij millioenen
besparen, hetzij in de lengte, hetzij
in de breedte, maar het moet. Wij
hebben op dit oogenblik 12 regimen
ten infanterie, om een voorbeeld te
nemen laten het er dan 6 zijn.
Met 12 zijt ge er ook niet. Wij weten
de minister Staal wenschte het aan
tal manschappen te brengen van 17500
op 21000er zijn leden van deze
Kamer, die tot 30000 of 35000 willen
gaan. En wil men geen regimenten
infanterie minder, dan artillerie of
cavalerie, maar het moet zuiniger
zoo gaat het niet langer."
Het was niet onverdiend, dat de
minister Heemskerk het legerprogram
van den heer Ter Laan .onpraktisch"
noemde. Wie werkelijk tot bezuiniging
wil komen, moet anders spreken dan
de heer Ter Laan. Het aantal regi
menten infanterie of cavalerie is maar
niet zoo tot de helft terug te bren
gen. Zoolang de S. D. A. P. hare
eischen tot aanzien van onze defensie
niet beter stelt en motiveert, zal zij
evenmin als de voorstanders van geen-
man-en-geen-cent eenige bezuiniging
bewerkstelligen. Men moet het defen
sie-vraagstuk bestudeeren en dan zal
blijken, dat slechts met eene geheel
andere legervorming bezuiniging te
verkrijgen is. En bezuiniging zonder
schade voor onze defensie. Hierop
komt het in de eerste plaats aan. Het
is den Vrijzinnig-Democratischen Bond
gelukt in zijne defensie-paragraaf een
stelsel van legerhervorming aan te
geven, waarbij zelfs aan de individu-
eele geoefendheid van den gewonen
soldaat recht wordt gedaan, terwijl
ook in elk ander opzicht de eischen
hooger zijn gesteld. Niettemin zullen
bij volledige doorvoering van dit stel
sel de kosten belangrijk lager zijn dan
thans. Er zal werkelijk eene bezuini
ging van belang zijn verkregen.
Bij de bespreking van het eindcijfer
heeft de minister nog ter verdediging
van het hooge bedrag een beroep op
het buitenland gedaan. Hijzeido: „Nu
zal men zeggendat cijfer is hoog
en in het buitenland is het anders
bijv. in Zwitserland. Maar ik heb
juist betreffende Zwitserland eene
opgave ontvangen, die nogal interres-
sant is. De staatsrekening over 1907
is juist afgesloten en daaruit blijkt,
dat de uitgaven hebben bedragen
139.310.000 frs., waarvan 41.883.000
frs. voor het leger is uitgegeven. En
toen ik onzen gezant in Zwitserland,
toen hij onlangs op mijn departement
was, die opgave liet zien, zeide hij
dat is niet alles, want men weet niet,
wat de kantons ook nog geven. Ik
geloof dus, dat men werkelijk niet
kan zeggen, dat de begrooting voor
het departement van Oorlog in Neder
land zoo hoog is. Nederland geeft f
en Zwitserland van zijne inkom
sten voor de defensie uit."
De heer Marchant riep den minis
ter toe, dat dit niet te vergelijken is,
doch in het debat ging deze zeer
of piano spelen. Mijne vingers worden
stijf, aangezien ik nooit studeer. Na
al dat grove werk heb ik niet alleen
geen tijd, maar ook geen lust om
muziek te maken. Mijne gedachten
zijn steeds vervuld van huishoudelijke
zorgen, van ergenis over de dienst
boden, van dingen die vergeten zijn
en boodschappen die overgebracht
moeten worden.
Hans-Henning verliest nooit zijn
geduld als er iets mislukt of ver
geten is, wat vaak voorkomt. Als hij
maar liever boos werd, en mij een
standje gaf, voor mijn part in het
publiek dan had ik ten minste eerst
een aanleiding om te huilen. Mijneoogen
steken van al de ingehouden tranen.
Vaak komt er een trotsch gevoel in
me op. Ik houd mijn geheim vast
ondanks al mijne ellende. Een dergelijk
gevoel heeft misschien een ongelukkige
dien men na een langdurige foltering
naar zijn cel brengt. Ondanks al de
pijn, die hij heeft uitgestaan, heeft hij
zich niet verraden. Er zijn niet veel
menschen die een dergelijk triomfan
telijk gevoel kunnen begrijpen maar
ik kan het wel.
7 Januari.
Koude, korte dagen, eindeloos-lange
nachten dat is hier de winter. Alles
ligt onder den sneeuw. We zijn als
van de wereld afgesneden - wij
tweeën altijd met elkaar. Wat zou dat
heerlijk zijn alsMaar waarom
zou ik dat opschrijven? Stop liever je
droogdoeken domme Sitta, dan doet ge
ten minste iets nuttigs.
20 Maart.
Nu kan men al weer over de lente
gaan denken. Het gekakel der kippen
klonk vandaag al heel vroolijk. Het jaar
zal werdra om zijn. Als ik het zoo
lang uitgehouden heb, dan zal het
verder ook wel gaan.
Geduld maar
18 Mei.
Mijn engagementsdag. Hans-Henning
bracht bloemen en boeken voor me
mee. Hij is te goed voor me veel
te goed. Ik word vandaag den heelen
dag door twijfel gekweld.
Was het een goede daad van me,
toen ik den prins in den steek liet?
Alle zoogenaamd goede menschen
zouden die vraag zeker bevestigend
beantwoorden en er my voor prijzen,
maar mij komt mjjne handelwijze vaak
zoo klein, slap en erbarmelijk voor.
Het was de handelwijze van een
offerdier.
juiste opmerking verloren. Later heeft
de heer Ter Laan ook terecht er op
gewezen, dat die vergelijking mank
ging. Het is niet ondienstig op de
onvergelijkbare, door den minister
niettemin met graagte aangehaalde
cijfers even te wijzen.
In Zwitserland is de defensie zaak
van den geheelen Bond en worden
de militaire uitgaven op een zeer ge
ring deel na uit de Bondskas betaald.
In het bekende werk van den luitenant
kolonel Meijboom „Het Zwitsersche
stelsel", zou de minister dit hebben
kunnen lezen, evenals in „L'armée
d'une démocratie" van Gaston Moch.
Maar de overige takken van staats
zorg zijn voor verreweg het meeren-
deel geheel voor rekening van de
kantons.
Nu spreekt het van zelf, dat het
totaal bedrag der Bondsuitgaven naar
verhouding veel geringer is dan ten
onzent het totaal der staatsuitgaven.
Zwitserland zou naar verhouding eene
Bondsbegrooting van pl. m. 110 milli
oen gulden hebben, indien het met
ons land gelijk stond. De begrooting
is echter pl. m. 70 millioen gulden.
Dit verschil had de minister niet mogen
voorbijzien. Het is niet goed te praten,
dat van de Regeeringstafel dergelijke
ondoordachtheden worden gezegd. De
minister van oorlog, die, naar zijne
bewonderaars steeds verkondigen, zoo
buitengewoon knap is, had in eene
door den len luitenant der grenadiers
Dudok van Heel samengestelde lyst
kunnen zien, dat volgens zijn stelsel
de Vereenigde Staten van Noord-Ame-
rika bijna het meest voor het leger
uitgeven, n.l. 47 pCt. van de staats
uitgaven. Voor een leger 62.515 man,
aangevuld door eene militie-reserve
van 50.000 man I Slechts Duitschland
besteedt nog meer, n.l. 4S pCt. van
zijne staatsuitgaven.
Volgens diezelfde lijst wordt in
Frankrijk 30.6, in Japan 18.4 en in
Oostenryk-Hongarije 13.2 pCt. der
staatsuitgaven voor militaire doelein
den uitgegeven I
Het behoeft geen betoog, dat deze
cyfers zoo maar niet met elkaar zijn
te vergelijken.
Zulke ondoordachtheden zyn veel
erger dan de bewering van den minis
ter, dat in 1897 onze legersterkte
14 Juli.
De zomer is drukkend heet. Ik ben
moe en afgewerkt en heb nergens lust
in. Het schrijven is mij ook een kwel
ling. Mijn zenuwen zjjn tegelijkertijd
afgestompt en prikkelbaar. Een ondrage
lijke toestand I
Hilda is hier om me te helpeD,
Hans-Henning wilde dat graag om het
mij wat' gemakkelijker te maken.
Als hij eens vermoedde welk een
kwelling hare onbescheiden blikken
voor me zijn. Zij heeft medelijden met
me, maar het is een medelijden dat
me pijnigt met vragen en raadgevin
gen. Ik verlang naar een medelijden
dat zwijgend op zij gaat en met fijn
gevoel een anderen kant uitkijkt als
het mij op een huilbui betrapt.
Wij hebben weinig punten van over
eenstemming. Zy laat vaak doorscheme
ren, dat- ik zoo weinig practisch ben.
Op dat punt heeft zij gelijk. „Alle
practische menschen hebben talent om
te dienen zichzelf of anderen." En
ik deug voor geen van beide.
Om onze vensters sluipt de kalmte
der avondschemering. Elk zielloos ge-
ruisch is buitengesloten. Overal stilte,
een slaperige feestavondstemming. Ik
verlang naar klanken, kleuren, leven,
beweging.
Wie graag voortleeft, ingesponnen
in zijne gedachten, die verlangt van
het leven stilte en kalmte, die vindt
afwisseling een stoornis. Maar mij
zou zy goed doen, want ze zou me
het denken beletten.
68.000 man bedroeg. Zyn Excellentie
weet toch wol, dat wy toen 7 lichtin
gen militie hadden elk van 11.000
man, waarboven nog alle vrywillig
dienenden komen.
Dwalen is menschelyk I
DE TROEBELEN TE VIGNEUX.
Omtrent de gisteren door ons ver
melde troebelen te Vigneux by Parijs
is reeds een voorloopig ambtelyk rap
port verschenen. In deze zaak zyn drie
afgebakende periodende eerste by
de vergaderzaal, waar met revolvers
werd geschoten op de soldaten, die
niet antwoordden2o. om 6 uur by
Vigneux waar luO schoten op de sol
daten werden gelost, 3o. aan het
station van Villeneuve, waar 109
schoten op de soldaten werden gelost,
die meer dan 20 sommaties deden en
vier keer in de lucht vuurden alvorens
zich te verdedigen.
Twee manifestanten werden op de
plaats gedood, een derde stierf na zyn
overbrenging naar Parijs. Er zyn een
15-tal gewonden, meest door sabel
houwen.
Een generaal en een overste kregen
schampschoten, drie officieren en 'dnè
soldaten werden gewond, een. 20-tal
soldaten kwamen in de verdrukking.
Eergisteravond deelde de minister
president de volgende nota mede aan
de pers.
„In verband met de gebeurtenissen
te Draveil heeft de Minister-president
den procureur-generaal van het hof
van Parys dringend ontboden enbem
uitgenoodigd naar Draveil en Ville
neuve te gaan en onmiddellijk een
enquête in te stellen. Hy zal verge
zeld worden door den directeur van
den algemeenen veiligheidsdienst.
Er is een instructie geopend tegen
de bedrijvers van het verzet tegen de
openbare macht."
De dag van gisteren heeft, dus zegt
de part. corr. van de N. R. Ct., geen
belangrijk nieuws gebracht. De regee
ring en de revolutionaire syndicaten
nemen beide een dreigende afwachten
de houding aan. Het aantal dooden,
inbegrepen de aan hun bekomen won-
Het meest mis ik de muziek. Wat zou
ik graag nog eens van een groot
orchest de negende symphonie van
Beethoven hooren, vooral het Andante.
Daarin weerklinken engelenstemmen
en de stemmen van lydende menschen.
1 November. Allerzielen.
In myn hart is een eeuwig dooden-
feest. Ik heb veel moeten begraven
van wat my het liefste was ge
dachten en wenschen Hier vallen
slechts weinig bladeren van de boomen
het zyn ook bjjna alleen pyn-
boomen en dennen dor en leelyk.
Dat geeft aan de streek zoo iets ver-
velend-eentonigs, dat er door de jaar
getijden bijna geen verandering in
komt. De stekels der pij nboomen wor
den wat donkerder, het lila heidekruid
wordt geel en dor dat is het heele
verschil.
Wat hield ik veel van de beuken
wouden in Glückstadt I Daar glansde
het jonge groen in het voorjaar als
zyde en was het in den herfst zoo
rood als robynen. Ik houd alleen van
bosschen, die stervende ook mooi
zyn
De noteboom voor myn venster
steekt zyn harde, grove takken naakt
voor zich uit in den tuin is alles
leelykde laatste asters en dahlia's
laten hun zwarte kopjes hangen.
Wordt vervolgd.)