DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN ÉNo. 204, DOISDERDaG 1 OCTOBER 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANflEB". Vepsehijnt dagelijks, bebalve op Zon- en Feestdagen. De Financieele Plannen. FEUILLETON. Een Verborgen Erfenis. BUITENLAND. RE LANDER Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Aboiinementsprij s Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.— Franco per post id. - 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën-. Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) 0.40 0.08 0.10 Tot plaatsing van advertentiën en reclames in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78 te Amsterdam. - - Zooals men weet, is door het mini sterie-Heemskerk in de jongste troon rede de financieele quaestie op den vporgrond gesteld. Het ministerie is van meening, dat onmiddellijk in grijpen en daarna radicale belasting- hérvorming noodzakelijk zijn, wil men den wagen in het rechte spoor houden. De weg om uit de tijdelijke misère te geraken, loopt over opcenten op de vermogens- en bedrijfsbelasting en over accijnsverhooging op het gedistil leerd van f 63 op f 90 per H.L., een accijnsverhooging dus van bijna 43 procent. Over de quaestie van de opcenten zal wel niet veel principieel debat mogelijk zijn, daar wyjte doen hebben met een reeds meer doorgevoerden 'maatregel. Anders is het met de accijnsver hooging. Daarover mag men scherpe debatten verwachten, nu vooral, nu "^lie verhooging niet onmiddellijk is Vastgekoppeld aan de verlaging van den suikoraccijns en toch ook niet een noodmaatregel voor één jaar is of kan zijn. Want wel is het de ernstige be doeling, dat de verhooging van den accijns op het gedistilleerd slechts tijdelijk zal dienen tot dekking van een tekort en op den duur zal kunnen -Strekken om een verlaging van den suikeraccijns mogelijk te maken, maar aan het ministerie liggen kasten vol van zulke ernstige bedoelingen, die het nooit verder dan tot dat stadium hebben gebracht. Voorloopig zal men dus wel met de éccynsverhoogingj op het gedistilleerd op zichzelf moeten rekenen. En daar over zal veel te doen zijn, omdat deze verhooging een reeks ernstige en veel isproken kwesties op het tapijt zal irengen. Wij willen de voornaamste daar- ■1 (naar het engelsch.) 22) Toen hij de schrijftafel langs ging kwam er een idee bij hem op. Hij bukte zich en onderzocht de vellen vloeipapier. Hjj bloosde en zijn oogen schitterden, terwijl hjj dat deed. Hij verzamelde die, welke de onbekende "zooeven gebruikt had, vöuwde ze op en stak ze in zijn zakboekje. Zijn Verlangen tot verdere inspec tie van het huis1 scheen nu niet groot meer te zijn, want hij ging naar zijn eigen kamers, en ging toen uit, om vóör de lunch weer terug te keeren. Hij was in een goed humeur, en na de lunch vertelde hij den huis knecht, dat hij aan zijn meester moest zeggen dat hij genoodzaakt was naar Londen terug te keeren zonder hem ontmoet te hebben, maar dat hij heel spoedig weer op Rye- lands zou komen. Aan het station nam hij een kaartje voor het dorp dichtbij bet huis van zijn oom Percival gelegen en hier van zoo objectief mogelijk even aan geven. In de eerste plaats zijn ei natuurlijk de bezwaren tegen indirecte belastingen in het algemeen en tegen accijnsen in het bijzonder. Wij mogen die bekend veronderstellen. Het hoofdbezwaar, dat vervolgens tegen een verhooging van den accijns op het gedistilleerd wordt ingebracht, is, dat de verhooging van den accijns niet leidt tot beperking van het ge bruik, althans niet tot duurzame be perking. Dit argument wordt iD den laatsten tijd bestreden met de ervaring in België sedert de verhoogiDg van 1903. Toen is de accijns daar met 50°/o verhoogd en het alcohol ver bruik per hoofd is zeer beslist gedaald met 361/0. Doch hoe is die daling bereikt Niet doordat men over het geheel minder borrels schook, doch doordat de inhoud der glaasjes 2Ü°/0 kleiner en het alcohol-gehalte 30°/0 kleiner werd genomen. De veelbesproken drinkgewoonte bleek dus meer een borrel gewoonte. Men drinkt evenveel glaasjes doch minder vocht en zeker vtel minder alcohol. Intusschen, de Belgische maatregel had één groote schaduwzijde van het standpunt van den minister van finan- tiënzij deed de opbrengst van den geheelen accijns achteruit in plaats van vooruitgaan. Zoo zou men dus verwachten, dat de financiers tegen, de drankbestrij ders Voor de verhooging zouden zijn. Niets is intusschen minder waar. De maatregel wordt van den kant der drankbestrijders fel bestreden. En niet alleen omdat het toch niet helpt, maar ook om andere redenen. Daar zijn in de eerste plaats de radicalen, welke stellen, dat de ge woontedrinker, ook de matige, niet vrij is in zijn drinken. Hij moet zijn hoeveelheid alcohol groot of klein, al naar hij gewend is hebbeD. kostte het hem geen moeite de goede waardin van de herberg, Mrs. War ner te bewegen hem tot Maandag morgen huisvesting te verleenen. U is zeker van plan een bezoek te brengen bij den heer en mevrouw Malincourt, mijnheer zei ze. Men zegt, dat zij er zeer onder gebukt gaan, dat Mr. Cesar en Miss Vipiet voor goed zijn heengegaan, Arme jonge bloedjes, ik had medelijden met hen, toen zij hier kwamen zonder eehige bagage plotseling door hun ouders op straat gezet I De jonge mijnheer had ten minste nog een handkoffer, maar Miss Violet had niets en natuurlijk kon ik haar niet aanbieden)1 wat ik gewoonlijk draag. Ivan Malincourt had zich nooit veel over de zaken van zijn bloed verwanten bekommerd maar nu won hij dhdëlyk het hart van Mrs. War ner, door zijne warme sympathie voor het ongeluk van zijne jonge fa milieleden. Daar heb ik niets van gehoord, zei hy, en het verbaast my bijzonder. U moet weten, Mrs. Warner, dat mijn oom een eigenaardig man is en mijn nichten en neef geven zich natuurlijk de moeite niet te schrijven. Het spijt mij voor Miss Violet, maar ik ben overtuigd dat u in staat was haar te helpen, en dat zij al het noodige had zoolang zij hier verblijf hield. Gewoonlijk wordt doze bewering, die volgens de voorstanders volgt uit de psychologie van den drinker, weer sproken met het betoog, dat hot suc ces' van de drankbestrijding en van de Belgische accijnsverhooging het tegenovergestelde leert. Men ziet in beide gevallen vermindering van alco holgebruik per hoofd en dat moet toch in hoofdzaak van minder gebruik van matige drinkers komen, daar de eigenlijke alcoholisten niet zóo talrijk zijn, dat hun drinken op die cijfers invloed zoude kunnen hebben. Een ander bezwaar is, dat de Staat, den accijns heffende, geld slaat uit zonde en dus niet zal willen mee werken om door bestrijding van de zonde zijn eigen verdienste te doen verminderen. Wat de zonde betreft, wordt deze redeneering vaak weerlegd met de opmerking„Wilt gij niets van de zonde trekken, neemt dan allen ac cijns weg. Want uw bezwaar gaat niet tegen de1 verhooging, het gaat tegen den accijns. Ge moet intusschen de consequenties van dit wegnemen, waardoor het alcoholverbruik na tuurlijk sterk zal groeien, aanvaar den." Hiertegen wordt weer aangevoerd, dat de fout niet zit in de heffing, doch in het gebruik maken van de opbrengst. En aangezien men niet wil voorstellen het aldus verkregen geld weg te werpen, stelt men voor, de opbrengst van het gedistilleerd uit sluitend voor drankbestrijding te ge bruiken. „Dat helpt niet I" betoogen intus schen de tegensprekers. Hoe gij het geld ook besteedt, het blijft in uw redeneering geld met een luchtje er aan en door het beste doel wordt dit luchtje van het middel niet wegge nomen. Verder hoort men het bezwaar, dat de Staat, belang hebbende by drank- Er logeerde hier een jonge dame, mynheer, die haar alle3 gaf, wat zij noodig had, antwoordde Mrs. Warner. Alles was volkomen in orde en ik maakte het 't arme ding zoo aange naam mogelijk. Zij gingen den vol genden morgen weg en ik heb sinds dien dag niets meer van hen gehoord. Mag ik zoo vrij zijn '6 vragen, wat er van hen geworden is, mijnheer? Zij zijn beiden in Londen ge loof ik. Het is een droevige kwestie. Het moet hun aangenaam gewee3t zijn hier een vriendin te ontmoeten, die Mis Malincourt in haar eenzaam heid kon troosten. O neen, zij hebben de jongedame in 't geheel niet gezien, antwoordde Mrs. Warner plotseling met iets te rughoudends. Heeft u alles, wat u noodig heeft, mijnheer Alles, dank u. Ik hoop, dat ik uw eenige gast ben, Mrs. Warnet, zoodat u extra veel zorg aan mij besteden kan, want ik heb een paar dagen volkomen rust noodig. Het maakt geen onderscheid, mijnheer, wie hier is. Ik zal mijn zorgen geheel aan u wijden, antwoordde de waardin, terwijl zy heenging. Zy glimlachte intusschen voor zich heen. Hij stelde het bezoek aan zijn oom uit tot den volgenden dagen na tafel ging hy in een boek zitten lezen verkoop, de drankbestrijding minder krachtig zal steunen. Een theoretisch bezwaar, zeggen anderen. Ja, indien de Staat synoniem ware met een schraperigen, harteloo- zen, theoretischen minister van finan cien, dan zoude het opgaan. Doch nu bestaat die gelijkheid niet en de Staat besteedt dan ook steeds meet geld od wetgeversmacht aan de bestrijding van het euvel. De maatregel, zoo wordt eindelijk door de tegenstanders beweerd, zal vèrvaisching van sterken drank en ontduiking in de hand werken. Beide beweringen worden op tech nische gronden tegengesproken. Zoo ziet men, dat, wanneer de financieele plannen dézer Regeering aan de orde komen, de debatten daarover heel wat vellen van de „Handelingen" zullen vullen. EEN HEERLIJK LANDI De Russische regeering tracht door middel van hare orgaDen het Westen telkens te overtuigen, dat alles in orde is in het heilige Rusland. De Russen zijn om zoo te zeggen geluk kig en tevreden. De wereld, wij weten het, is onvolmaakt en er zijn dingen ook in Rusland, die nog Diet den ideaal-toestand bereikt hebben. Maar men streeft naar de volmaaktheid en is niet ver daarvan verwijderd. De Doema zal ook weer bijeenkomen en in vrijheid beraadslagen Als men die verzekeringen kon gelooven zou men meenen dat het een genot moest zyn door den Tsaar geregeerd te worden. Men heeft in zooverre gelijk, dat de tegenwoordige toestand veel beter is dan vroeger, tijdens de revolutio naire beweging. Men hoort minder van straatgevechten en springende bommen, sluipmoorden en brandstich tingen. Maar zelfs de regeering, die het buitenland zoo bevredigende be richten zendt, is nog niet gerust. Dat moet men ten minste opmaken uit tot heel laat in den avond. Toch was hij den volgenden morgen vroeg op en al lang vóór het ontbijt de deur uit, ofschoon hij zich niet heel ver van het huis verwijderde. Toen hy den hoek van een straat weg omsloeg, viel dijn oog op een vrouwengestalte, en zyn hart begon heVig' te kloppen: De statige figuur, de bevallige 1 bewegingen de mooie houding van het hoofd, kon maar aan ééne persoon ter wereld toebe- hooren de vrouw, die hij den vo- rigen dag in de galerij op Ryelands gezien had. Zij wandelde bedaard verder, haar zwarte japon in lange plooien om haar heen vallend, wat hy zoo bewonderde. Zij droeg een kleine toque en eén lange mantel. Hy naderde haar met snel kloppend hart en op het geluid van zijn voetstappen keek zij om. Vergeef mij, zei hij, maar ik ben eenigszins vreemd in deze plaats, en ik bemerk, dat ik de koers kwijt ben. Kan u mij ook zeggen, welken kant ik uit moet gaan, om het huis van Mrs. Warner terug te vinden Ik ga dien kant uit, antwoord de zy, en kan het u wijzen. Mag ik vragen, of u hier lo geert? vroeg hy. Gelukkig, dat ik u ontmoette, want ik ging juist den verkeerden kant uit. Ja, zei ze u ging verkeerd. Ik het feit, 'dat het recht om den skaat van beleg af te kondigen in de stedèn weer is uitgebreid. Maar wat vooral spreekt en gron» dig de officieuse optimistische be richten weerlegt, is de statistiek der strafprocessen. De bladen houden zorgvuldig aanteekening van de ge velde vonnissen. En wat blijkt uit hunne mede'dee- lingen, die men niet tracht te weer leggen Dat, zoo minder gemoord wordt en geroofd, er nog altijd wordt* gehangen op groote schaal. In den loop van de maand Augustus zijn door de krijgsraden in verschillende gouvernementen niet minder dan hon- derd acht en veertig doodvonnissen. geveld en minstens acht en tachtig personen gehangen. Een aangenaam land en een aardsch paradijs. Dat de regeering het niet vinden kan met de bladen die Sömrbige dingen, welke zy liever niet bekend wilde gemaakt zien, aan de groote klok hangen, is natuurlijk. Ook zyn in Augustus ettelijke bladen streng gestraft voor mededeelingen die niet naar den zin der ambtenaren waren. Vijftien bladen werden veroordeeld tot te zamen zeventienduizend roebels boete, wat eene aardige bijdrage is voor de Russische schatkist. Een Russische minister van financiën zal misschien eens uitvinden dat er een schoon middel bestaat om in den nood der schatkist te voorzien. Men laat eenige bladen vervolgen en zwaar beboeteD. Het kan niet moeilijk val len een veroordeelend vonnis te ver krijgen, daar immers een paar regels- schrifts voldoende zijn om eenen man te laten hangen. De Wjedomosti moest duizend roebels boete betalen omdat het eeDe onjuiste mededeeling bad gedaan omtrent de houding van eenen schoolopziener te Moskou. Een ander blad werd gestraft omdat de justitie vond, dat het een onwaar verslag had gegeven van eene vergadering. HET MAROKKO-INCIDENT. Hoewel men eerst vreesde, dat het jongste FranschDuitsche incident in Marokko zeer verstrekkende gevolgen hebben zou, is de vreeë niet bewaar heid, daar meer bd meer blijkt, dat men zoowel in de Wilhëlmstrasse als aan de Quai d'Orsay al het ihogelyke woon niet in deze plaats ik ben hier enkel gast. Ik heb geen oogenblik gedacht, dat u hier woöhde, zei hy, haat aan- kykend. U ziet er zelfs niet geheel als een Engelsché uit. Ik zou eerder deuken, dat u een vrouwelijke Cos- mópoliet was. Dat wensch ik niet te zyn, antwoordde zij. Het is waar, dat ik 'lang aan den overkant van den Oceaan gewoond heb, maar mijn belangstel ling zetelt hier. Op al mijn reizen was Engeland mij toch altijd een aantrekkingspunt. Dan verheugt het u zéker hier te zyn? Ja om verschillende redenen. Maar u woont in de City Haar onomwonden vaststellen van dat feit verbaasde hem. Hy was van plan geweest, zich als een toerist voor te doen. Hy keek haar scherp aan. U schynt met dat feit op de hoogte te zijn merkte hy op. Ja, ik heb: mijn gOhëele leven in de City gewoond. Ik ben daar gebo ren en opgegroeid. Ofschoon als iemand volstrekt geen banden heeft, maakt het weinig uit, waar hij woont. Denkt u dat? vroeg zij, even glimlachend. En is iemand ooit vol komen donder banden Maar hier zyn wy aan het huis van Mrs. Warner. Goeden morgen, Mr. Malincourt. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1