WEERBERICHT. Tlierniometerstand BUITENLAND. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. (Opgemaakt voerm. 10.50 uur.j De Bildt, 11 December 1908. Hoogste barometerstand 770.1 m.M. te Hortalaagste 728.3 m.M. te Groningen. Verwachting tot den avond van 12 December 1908. Wind: Meest matige tot krachtige Westelijke tot N.-W.-lijke wind. Gesteldheid van de luchtZwaar bewolkt, buii'g. Temperatuur Iets kouder. Barometerstand te AMERSFOORT Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 737 m.M. Vorige stand te 12 uur 750 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 36 Laagste hedennacht F. 38 Hedenmiddag 12 uur F. 43 verpacht heeft, werd door zijn pach ter aangesproken, waarna het Eem- college ons bestuur daarmede in keu nis stelde. Het is U bekend, dat wjj deze aangelegenheid ter sprake brach ten in uwe vergadering met gesloten deuren van 28 April. Eene dergelijke zaak te bespreken in eene openbare vergadering zou zeer onverstandig z(jn geweestde mogelijkheid dat een en ander óf tot een proces óf tot een intrekking van de vergunning tot loo- zing in de Eem door het Eem-college zou kunnen leiden, maakte het zeer ongewenscht, de besprekingen over de eventueele aansprakelijkheid der Gemeente in 't openbaar te houden. Wij vertrouwen, dat het ook zoo door uwe vergadering is begrepen. In die vergadering werd toen be sloten, een onderhoud aan te vragen met den Voorzitter van het Eem- college. In uwe vergadering met ge sloten deuren van 29 Mei deden wij U mededeeling van den uitslag van het onderhoud, waarna door U, na ampele bespreking, besloten werd, aan het Eem-college eene schadever goeding van f 500 aan te bieden. Ver volgens deelde in uwe vergadering met gesloten deuren van 30 Juni de Voorzitter mede, dat het Eem-college de schadeloosstelling had aangenomen. De heer Van Duinen meent, dat door den Wethouder-Voorzitter van de Commissie tot bijstand in het be heer der gasfabriek steeds getracht is, den Directeur te vrijwaren en is van oordeel, dat deze ernstig door ons college onderhouden moest worden. Het verwondert ons deze zienswijze van den heer Van Duinen voor het eerst uit zijn schrijven van 20 No vember te vernemenin |de verga deringen van 28 April, 19 Mei en 30 Juni heeft hij over deze aangelegen heid geen enkel woord gesproken. Zelfs toen een uwer leden in over weging gaf, den Directeur bij eene herhaling de schadevergoeding te la ten betalen, bewaarde de heer Van Duinen het zwijgen. Indien de heer Van Duinen destijds meende, dat stren ger tegen den Directeur moest wor den opgetreden, had bij hiervan bij de behandeling dezer zaak moeten getuigen. De heer Van Duinen vindt het verder vreemd, dat de uitbetaling van de schadevergoeding niet in open bare zitting van den Raad is behan deld ook hierdoor zou ons prestige gedaald zijn. Het bedoelde bedrag moest betaald worden uit volgn. 125 der begrooting dienstjaar 1908, exploitatie der gas fabriek." Het is uwe vergadering be kend, dat alle uitgaven der fabriek, behalve die voor uitbreiding, onder éen artikel in uitgaaf op de Gemeen- te-begrooting voorkomen. Tijdens het doen der betaiing was het op dit ar tikel beschikbare bedrag nog ruim schoots voldoende zoodra het artikel overschreden moet worden, volgt een voorstel tot af- en overschrijving of tot wijziging der begrooting. In casu was dit niet noodig. Met tallooze uit gaven van alle takken van dienst wordt zoo gehandeld, 't geen geheel in overeenstemming is met de voor schriften en waarop door uwe ver gadering nimmer eenige bemerking is gemaakt. In de derde plaats is volgens den schrijver ons prestige gedaald door dat in verschillende bladen een o n- volledig bericht betreffende de schadevergoeding voorkwam. Het prestige van ons college schijnt vol gens den heer Yan Duinen in verband te staan met de al of niet volledig heid van berichten in dagbladen. Het is daarom niet overbodig, uitdrukke lijk te vermelden, dat voor dergelijke berichten in geen enkel opzicht eenige verantwoordelijkheid door ons college gedragen wordt. Het spreekt intusschen van zelf, dat zoowel het niet-indienen van eenig voorstel tot wijziging der he- grooting, als het voorkomen van een onvolledig courantenbericht op zich zelf geen reden kan zijn voor den heer Van Duinen, te meenen, dat het prestige van ons college daalt. Beide punten brengt hy dan ook in verband met de houding van ons college tegen den Directeur van de gasfabriek. Hierin achten wy eene verdacht making opgesloten, die ons college beneden zyn waardigheid acht. De door den Directeur gebezigde woorden tijdens de behandeling van zyne reclame in zake de Inkomsten belasting in 1905, getuigen zeker niet van voorzichtigheid had hy kunnen vermoeden, dat van deze uitdrukking op dergelijke wyze, als thans plaats heeft, gebruik gemaakt zou worden, dan ware hy waarschijnlijk behoed zamer geweest. De aangehaalde mede deeling op zich zelf bevatte voor ons geen nieuwe waarheid. Zonder twijfel kan iedere Directeur van een tak van dienst, door geen buitengewone activiteit aan den dag te leggen, de flnancieele uitkomsten van het aan zyne leiding toevertrouwd bedrijf minder doen zijn dan by gewone plichtsbetrachting, zonder dat het veelal mogelijk zal zyn, hem op plichts verzuim te wijzen. Dat een ambtenaar hierop wijst, pleit voor zijne eerlijk heid een ambtenaar, die zich niet bewust is, steeds in alle opzichten het Gemeentebelang te behartigen, zal zich wel wachten voor dergelijke uit drukkingen. In het begin van deze nota is nog aangehaald de volgende alinea van het schrijven vau den heer Van Duinen „Pleit de kennelijke uitsluiting van leveringen aan de Gemeente in alle dienstvakken sinds 9 April j.l. (den dag waarop de firma haar rekest in zond voor de rechtvaardigheid van hem of hen, die beslissen over leve ringen 't Riekt mij naar wraak en U?" Deze bewering isj onwaar. Behou dens kleinigheden is o.a. in Juli voor openbare werken eene bestelling van f 51.42 opgedragen. Wij betreuren het, dat een lid uwer vergadering, die alle gewenschte in lichtingen kan krijgen, het goed vindt, eene dergelijke onjuiste bewering te publiceeren, daarbij de rechtvaardig heid in twijfel trekkende, en vragen derwijze het vermoeden uitspreekt, dat bij het opdragen van leveringen wraak uitgeoefend wordt. Met leedwezen richten wy deze nota tot U. Door het schrijven van den heer Van Duinen niet te be spreken, achten wij het Gemeente belang evenwel ernstig geschaad. Dat een lid uwer vergadering uit drukkelijk verklaart, mededeelingen ter wille van het prestige van ons college niet aan „de groote klok" te hangen, mogen wij niet zonder ernstig protest toelaten. Eene dergelijke be scherming van ons college wordt door ons afgewezen. Indien er weikelijk handelingen door ons college verricht worden, die van dien aard zyn, dat ze ons prestige doen dalen, dan brengt de plicht van het Raadslidmaatschap mede, in het belang der Gemeente te spreken, daar waar het behoort, d.i. in uwe vergadering. Door de handel wijze van den heer Van Duinen, n.l. in een dagblad te publiceeren, dat hij als Raadslid ter wille van het prestige van Burgemeester en Wethouders zwijgt, wordt wantrouwen gekweekt en daardoor het Gemeentebelang ernstig gesfchaad. Hiertegen met nadruk te protes teeren, achten wij onzen plicht. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. De Burgemeester, WUIJTIERS: De Secretaris, J. G. STENFERT KROEï'E. Vergadering van de 1ste af- deeling van den Gemeenteraad op Maandag 7 December 1908. Tegenwoordig de beeren E. L. Vis ser, Voorzitter A. A. Hamers, S. J. van Duinen, D. Gerritsen, A. M. Tromp van Holst, N. Veis Hevn en W. Salomons, benevens de Burgemeester, jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers, en de Secretaris, mr. dr. J. G. Stenfert Kroese. Afwezig de heeren J. W. Jorissen en mr. J. Heyligers, welke laatste schriftelijk mededeelde, dat bij hulde brengt aan het beleid waarmede de onderhandelingen zijn gevoerd en verklaart zich te kunnen vereenigen met het concept-besluit tot wijziging der concessie. Tot rapporteur wordt aangewezen de heer D. Gerritsen. Aan de orde is de behandeling eener concept-concessie voor de.Utrechtsche Waterleiding Maatschappij in deze Gemeente. Een der leden verklaart Burgemees ter en Wethouders hulde te brengen voor het werk, dat zij hebben gele verd hy vindt echter, dat daaraan ontbreekt een uiteenzetting van een eigen exploitatie, zoodat hy zonder nadere inlichtingen zich niet met de voorstellen zou kunnen vereeni gen. Hij vindt, dat Burgemeester en Wethouders de Maatschappij nogte veel in bescherming nemen; zijns inziens geeft de houding van de Maatschappij geen aanleiding tot consideratie. Naar zijne meening is eigen exploi tatie verreweg het beste en voorzeker is het moment voor het nemen van een besluit daartoe gunstig, want heeft de Utrecbtsche Maatschappij eenmaal de concessie en heeft zy de prise d'eau en verdere gebouwen, enz. overgebracht, zoodat zij vr(j is van Utrecht, dan staat zij veel sterker. Nu geeft de Maatschappij, om de concessie te krijgen, op allerlei onder- deelen toe. Hy brengt nog in herinnering hoe b(j eene beproeving der brandkranen alles mooi was, maar toen het er op aankwam, bij brand, was de druk wed.r geheel onvoldoende. Vele inge zetenen vooral de bewoners van den Berg, zouden ongerust zijn als zij wisten hoe de toestand was. Hij zou wenschen dat de geheim houding van de rapporten, enz. ophield, en dat de ingezetenen kennis konden krijgen van alle bijzonderheden, terwijl hij van oordeel is, dat als de Water leiding-Maatschappij bemerkt, dat de Gemeente ernstig denkt over eene eigen waterleiding, zij ook hare hou ding wel zal veranderen. A 1 le leden sluiten zich aan bij de hulde voor het werk, door Burge meester en Wethouders verricht en voor hetgeen zij hebben verkregen maar de meesten verklaren in principe voor eigen exploitatie te zijn en een onderzoek naar de kosten, enz. wen- schelyk te vinden Een derledeu merkt nog op, dat als de Utrechtsche Waterleiding Maat schappij de concessie aanvaart, zooals deze wordt voorgesteld in het con cept-besluit, zij er dan voordeel in moet zien en dan moet zulks ook voor de Gemeente mogelijk zyn. Een der leden wijst er op, dat de Waterleiding Maatschappij steeds in eene onzekere positie verkeert, wat betreft de Gemeente Utrecht, want na 1921 kan deze de vergunning in trekken tot waterlevering aan Amers foort en de kling op de Soesterheide waar binnen geen water mag worden gehaald is zoo groot, dat op dat terrein geen andere prise d'au kan komen. Verder kan Utrecht verlangen het zelfde tarief als Amersfoort. DeVoorzitter zegt dat, B. en W. het ingediende voorstel dan ook niet zouden gedaan hebben als de van kracht zijnde concessie binnen een paar jaar afliep, maar deze loopt nog tot 1942. De Burgemeester merkt op, dat door den Raad twee jaar geleden aan Burgemeester en Wethouders is opgedragen, een nieuwe concessie te ontwerpen het college meent aan die opdracht te hebben voldaan. Er is heel wat werkt verricht en veel ge confereerd om tot dit resultaat te komen. Nimmer is echter opgedragen, ook de mogelijkheid of wenschelykheid van eigen exploitatie te onderzoeken. Hij gelooft, dat Burgemeester en Wet houders moeten waarschuwen voor eigen exploitatie en ook in een der rapporten wordt deze afgeraden, maar als de Raad een crediet wil geven, zullen Burgemeester en Wethouders natuurlijk bereid zyn, een advies van een deskundige in te winnen. De Voorzitter gelooft niet,dat de Maatschappij met de concept-conces sie winst zal maken, maar voor een groote Maatschappij, gevestigd op ver schillende plaatsen, is dat niet strikt overal noodig. Hy wijst er verder op, dat men bij brand niet alleen op den druk van de waterleiding moet vertrouweneven min zal deze voldoende kunnen zijn bij Gemeente-exploitatie. Voert men den druk te sterk op, dan zouden op enkele plaatsen in de Gemeente de buizen springen. Een der leden verklaart zich niet te kunnen voorstellen, dat de Utrecbtsche Waterleiding Maatschap pij alleen ten genoege van Amers foort zou werken daar zouden de aandeelhouders zeker tegen opkomen er moet dus winst behaald worden, maar al was dat gedurende eenige jaren bij eigen exploitatie niet het geval, dan nog vindt hij het zooveel waard, vry te zyn, dat men er eenige jaren van groote uitgaven voor over moet hebben. Een der leden wijst er op, dat o.a. te Nykerk de waterleiding van gemeentewege wordt geëxploiteerd. De Voorzitter merkt op, dat do kosten vergelijkenderwijs in deze Gemeente, met een uitgebreide kom, zeer veel hooger zjjn. De Burgemeester vraagt, wel ke meerdere voordeelen de leden had den verwacht in de nieuwe concessie, en wat de leden nu wenschen dat de Raad besluit tot een eigen water leiding, of dat aan Burgemeester en Wethouders wordt opgedragen, door een deskundige een uitgebreid onder zoek te doen instellen en daarvoor een crediet wordt toegestaan. Hy wyst er op, dat als men nu tot eigen exploi tatie besluit en het onderzoek van den deskundige valt ongunstig uit, het niet waarschijnlijk is, dat de Utrechtsche Waterleiding Maatschap pij tot de zelfde concessie als nu be reid zal zyn. De leden verklaren zich in be ginsel voor eigen exploitatie, maar nadat nog besproken is de positie waarin de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij zich bevindt tegenover Burgemeester en Wethouders, wat betreft de vaststelling van tarieven, als ook de concurrentie die de Ge meente zoo moeten aanbinden by eigen exploitatie, spreekt de afdeeling als hare meening uit, dat Burgemeester en Wethouders aan hunne opdracht hebben voldaan, maar dat een onder zoek moet worden ingesteld naar de wenschelykheid en mogelijkheid van eigen exploitatie en daarvoor een crediet moet worden toegestaan, en wordt besloten de verdere behande ling der concept-conceseie aan te houden. De rapporteur D. GERRITSEN. EEN REDE VAN DE RIJKS KANSELIER. In de gister gehouden vergadering van den Rijksdag gaf de Rijkskanse lier de volgende uiteenzetting ten beste. Men heeft de vraag opgeworpen, waarom wy een afwijkende houding hebben aangenomen tegenover de quaestie der internationale beperking van de oorlogsmarines. In de eerste plaats merk ik op, dat ons een dergelijk voorstel niet gedaan werd. Wij hebben, evenals andere Mogendheden, niet eerst sedert de hervorming van de Rijksfinanciën in ternationale beperking van legers en vloten voor op zichzelf gewenschte zaak gehouden. Onze terughouding in deze werd veroorzaakt door twijfel aan de practische uitvoerbaarheid. Al leen de technische bezwaren schijnen mij tamelijk groot, Het gaat niet al leen om een deplacement van oorlogs schepen en hun aantal. De vlootaan- bouw heeft nog andere zijden, die niet over het hoofd gezien kunnen worden. En dan, waar zyn de criteria, die dan gelden moeten Zelfs als het ge zamenlijk bedrag van de tegenwoor dige belangen op de wereldzee kan berekend worden, hoe zouden dan rechtvaardige bedoelingen van on rechtvaardige onderscheiden kunnen wordenhoe zouden de belangen van oeconomische vooruitzichten gemeten kunnen worden als technische uit vindingen hoe zou men de gevolgen kunnen overzien Wij staan midden in Europa op de strategische ongunstigst denkbare plaats, onze toerustingen zijn door de noodzakelijkheid aangegeven, dieeischt, dat we ons naar verschillende zijden moeten kunnen verdedigen. Ik spreek het niet tegen, dat de politieke toestand van Europa op het oogenblik niet bijzonder behagelyk is, en bovendien is het zeker, dat onze vrede ernstig bedreigd zal worden op het oogenblik als wy onze krijgs toerustingen zouden verminderen. (Zeer juist.) De omvang van onze oorlogstoe rusting ter zee is b(j de wet vastge steld, uitgaande van het standpunt van verdediging van onze kusten en bescherming van onze handelsbe trekkingen. Door onze geographische ligging, die onze veiligheid ten allen tijde afhankelijk stelt van de sterkte van ons landleger, en door de maat van onze flnancieele krachten, is het ten eenenmale uitgesloten, dat onre vlootaanbouw grooter omvang »j aannemen dan by de wet volgea defensie-eischen is aangegeven. Men zegt, dat zich in de Marokko- quaestie verschillende invloeden heb ben doen gevoelen. Het Ministerie van Buitenlaudsche Zaken ressorteert on der mij en daar duld ik by- en onder- stroomingen. (Onrust aan de linker zijde.) Ten slotte heeft de afgevaardigde Harssmann het optreden van Oosten- ryk-Hongarije gelaakt. Oostenryk-Hon- garye is ons sedert een menschen- leeftijd een trouw bondgenoot geweest. Laten wy dus de moeilijkheden, waarin zich de Donaumonarchie bevindt, niet door onvruchtbare critiek verhoogen. (Zeer juist! aan de rechterzijde.) Wy staan aan de zijde van Oosten- rij k-Hongarye en laten, terwijl wij daardoor ook de zaak van den vrede meenen te dienen, geen twijfel over betreffende de onverbreekbaarheid van dit verbond (levendig bravo geroep I) en den ernst waarmede wy onze plich ten als bondgenoot opvatten. (Leven dige toejuichingen. GROOT BRITANNIË. In de Londensche voorstad Maiden- bead, zou eergisteren in een zaal van het gemeeentehuis een vergade ring van suffragettes plaats hebben. Een groot aantal personen, die zich geërgerd hadden over het optreden der sufiragettes in de jongste vergadering door den Bond voor Vrouwenkiesrecht in Albert Hall belegd, waar zij het den kalmen strijdsters voor vrouwen kiesrecht onmogelijk hadden gemaakt, rustig het betoog van Minister Lloyd George te hooren, die door genoemden bond was uitgenoodigd als spreker, kwam nu wraak nemen. Nauwelijks had een der suffragettes het woord genomen, of een helsch lawaai ontstond. Men begon groote bellen te luiden en op trompetten te blazenvoetzoekers werden door de zaal geslingerd en ten slotte liet men een aantal groote ratten losl Onder oorverdoovend gegil vluchtten de dappere strijdsters, die gevangenis en politie plegen te trotseeren in een zijzaaltje, waar zy zich verbarri- cadeerden. Het dreigde nog tot verdere onge rechtigheden to komen, maar de in middels aangerukte politie wist al gauw de orde te herstellen. In diplomatieke kringen te Lon den zoo schrijft de Tagl. Rund schau heerscht de overtuiging, dat de ziekte van Koning Eduard veel ernstiger is dan ambtelijk erkend wordt. Ondanks de ambtelijke ver klaring, volgens welke de toestand van den Koning verbeterd is, gelooft men ook in geneeskundige krin gen, dat de ziekte van den patiënt opzijn] gevorderden leeftijd tot ernstige bedenkingen aanleiding geeft, en zelfs de naaste omgeving van den Koning verwacht van zyn verblijf te Brighton niet de beterschap, waarvan de amb telijke mededeeling spreekt. TURKIJE. De Kólnische Zeitung verneemt d.d. heden uit KonstantinopelOok van daag is er geen kans op opheffing van het boycot. Ondanks verschillende beloften, zal de Porte het niet wagen, tegen de aanstichters van het boycot ernstig op te ,treden of de sjouwers van het tolkantoor te ontslaan. Er zyn teekenen, dat het geduld van Oostenryk-Hongarije opraakt. In lijnrechte tegenspraak met deze bewering is het telegram uit Weenen, dat men in dit blad vindt, volgens hetwelk er een ontspanning merk baar is. Volgens de Prester Lloyd, is het antwoord van Oostenrijk op de laatste Russische nota in verzoeningsge zinde bewoordingen gesteld, zoodat de weg voor een voortzetting van de onderhandelingen geopend blijft. De Weensche correspondent van de Matin maakt melding van een ge rucht, volgens hetwelk Frans Jozel een eigenhandigen brief aan den Tsaar zou schrijven in antwoord op een brief vanj gelukwenschen met zyn jubileum. PERZIË. De toestand in Perzië wordt be paald onrustwekkend. Tot voor eeni- gen tijd was alleen de provincie Azerbeidsjar in opstand. De laatste berichten echter laten geen twijfel, of in geheel Perzië, behalve in de hoofdstad Teheran, heerscht volslagen anarchie. Het gerucht gaat, dat de Perzische grensprovincies binnenkort onder Turksch protectoraat zullen komen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2