DAGBLAD OMSTREKEN. voor AMERSFOORT en No. 24. VRIJDAG 29 JANUARI 1909. 6e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMIANDER". Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HM.F BLAD. BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON. DR. XAVIER. UIT DE PERS. Tet plaatsing van adverlentiën en reclames van buiten bet kanten Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. V. AlTA, IVarmoesstraat 76—78 te Amsterdam. Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Abounementsprij s Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4. Franco per post* id. - 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRA&T 18. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advarténtlên Vau 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10 (By abonnement belangrijke korting.) DE DU1TSCHE KEIZER. Dat keizer Wilhelm II thans een halve eeuw achter den rug heeft, geeft vele bladen aanleiding tot re trospectieve beschouwingen. Toen de keizer een knaap was, hadden de ge wichtige gebeurtenissen plaats, waar uit het Duitsche Rijk is geboren. Hij hoorde dagelijks spreken van groote daden, van overwinningen, van het gestadig voortrukken der Duitsche legioenen. Dat moest wel een sterken indruk op zijn verbeelding maken. Het klinkt ons een weinig zonderling, maar het is niet zoo vreemd dat koning Wilhelm van Pruisen, de eerste Duitsche keizer, in de redevoeringen van zijnen kleinzoon steeds „deGroote" wordt genoemd. Als knaap zag deze kleinzoon hem in de glorie van zoo vele overwinningen en hij stelde hem op eene lijn met de grootste figuren der wereldgeschiedenis. Endezen knaap wachtte meer dan een konings- en keizerskroon. Hy zag hoe alle vorsten van Duitschland zijn grootvader, eer biedwaardige figuur, als diens pala dijnen omringden en zijn borat zwol van trots. Hü zou eens keizer zijn hij zou het groote Duitsche volk, dat zoo schitterende overwinningen be haald had, leiden Men weet hoe hij het gedaan heeft. Aan den goeden wil heeft het hem zeker niet ontbroken. Zyn volk erkent en de wereld waardeert voor alles, dat Wilhelm II niet den roem van het bloedige slagveld heeft gezocht. Maar zijn zelfgevoel, versterkt dooi de houding van zjjne naaste omgeving sprak meermalen te luide. Men trok dan de schouders op en zweeg. Totdat het vorige jaar in November de be kende voorvallen plaats hadden, die leidden tot eene verwijdering tusschen vorst en volk. Men heeft sedert ge tracht de breuk te heelen en er is bij oppervlakkige beschouwing nog nauwe lijks iets van te bespeuren. Maar men kan het gebeurde niet vergeten. De bladen, die niet behporen tot de partij, welke den keizer als een afgod schjjnt te huldigeD, spreken in de verplichte golukwenschen op 's keizers vijftigsten verjaardag met groote vrijmoedigheid over deze voorvallen. Zij geven de hoop te kennen, dat zulke dingen nooit weer de verhouding tusschen vorst en volk zullen benadeelen. Zij vertrouwen op een nieuwen tijd, een „nieuwe aera" de woorden worden telkens gebruikt. Misschien maakt men zich illusies. Een nieuwe aera in 't leven te roepen dat hangt niet af van den keizer alleen. DE BALKAN-CRISIS. Het Russische Telegraafagentschap verneemt van bevoegde zijde, dat ten gevolge van de door de Bulgaarsche regeering getroffen militaire maatrege len aan de Oost-Roemeliscbe grens, de Russische regeering zich telegra fisch tot de Duitsche, de Oostenrijksch- Hongaaische, de Fransche, de Engel- sche en de Italiaansche regeering met een rondzendbericht gewend heeft, waarin de Russische regeeriDg de ge noemde groote mogendheden voorstelt op grond van een gemeenschappelijke overeenkomst zoowel te Sofia als te Konstantinopel in don volgenden geest vertoogen in te dienenDe militaire maatregelen aan de Turksch Bul gaarsche grens kunnen slechts ten uadeele van die twee landen strek ken en aan een succesvolle voortzet ting van de bemoeiingen der mogend heden om tot een vriendschappelijke overeenkomst tusschen Turkije en Bulgarije te geraken slechts hinder palen in den weg stellen. De mogend heden zullen alleen die cómbinaties sympathiek geziDd zijn, welke tot het gemelde doel zoudeD kunnen leiden z|j zijn echter van meening, dat de gedachte aan een grensveradering ten voordeele van een der twee partijen uitgesloten moet zijn, daar het op werpen van een dergelijke kwestie de betrekkingen tusschen Turkije en Bulgarije alleen maar slechter kan maken, en dientengevolge op den al- gemeenen toestand een ongunstigen invloed zou kunnen oefenen. Ten slotte wordt het noodzakelijk geacht voor een gunstig einde der onderhandelin gen, dat zoowel Bulgarije als Turkije zich onthouden van alle maatregelen welke als een bedreiging of uittarting opgevat kunnen worden. GROOT BRITANNIË. De bijeenkomst van de Engelsche Arbeiderspartij te Plymouth heeft met nagenoeg algemeene stemmen hare overtuiging uitgesproken, dat „de werk loosheid niet wordt veroorzaakt door onze vrijhandelspolitiek en niet ver holpen zal worden door eenige ver andering in ons fiscaal stelsel." ABESSYNIË. Negus Menelik ligt op sterven Telegrammen, aan het Fransche depar tement van buitenlandsche zaken ont vangen, hebben het medegedeeld. Men verwacht dat de heerscher over Abes- synië binnen een paar dagen zal over lijden. Yoorloopig voert keizerin Taitoe het regentschap. Men vreest dat bij den dood van den Negus onlusteD zullen uitbreken, waarbij de Europea nen gevaar loopen. Voor zoover in Europa bekend is, was Negus Menelik nog weinige weken geleden gezond, hoewel hij misschien toch zijn einda wel heeft voelen nade ren. Men zal zich herinneren dat hij zijn kleinzoon heeft aangewezen als troonopvolger, voorlcopig echtor zal deze nog wel onder regentschap van keizerin Taitoe moeten blijven. Van de keizerin is niet veel bekend, met name niet of zij den Europeanen goedgezind is. Men veronderstelt echter van wel, want zij gaat door voor een Christin. ITALIË. Messina begint meer eir meer te herleven, al voelt men er telkens gisteren nog weder schokken. Er worden steeds meer winkels in gericht de handelaren gaan weder zaken doen, en nu heeft ook een fabri- brikant vergunning gevraagd om op een terrein b|j de stad een groot houten hulpgebouw neer te zetten om daar zijn weverij in te vestigen, waar in hij vóór de aardbeving 400 arbeiders in dienst had. Dank z|j het mooie weer, vordert men goed met het bouwen van houten huizen en barakken en met de op gravingen. Men hoopt hij dat werk weldra nog meer arbeidskrachten te gaan gebruiken en dan het aantal dei- bedeelden aan wie nog steeds dage lijks kosteloos voedsel wordt verstrekt te kunnen verminderen. Ook te Reggio wordt de toestand veel heter. Het bouwen van barakken vordert good en men is er ook druk bezig met zoeken in het puin en met herstellen van den havenspoorweg. Nederlanden V enezueia. Sedert het eerste onderhoud van den Minister van Buitenlandsche Zaken met den Venezolaanschen afgevaar digde, Dr. Paul, zijn nog geen verdere mondelinge besprekingen gevoerd, doch zijn de onderhandelingen tusschen onze Regeering en Dr. Paul schriftelijk voortgezet. Naar verluidt betreffen deze niet slechts het wegruimen van de bestaande moeilijkheden, doch even zeer het voorkomen in de toekomst van dergelijke gespannen verhou dingen als tusschen Nederland en Venezuela bestaan hebben. De loop der onderhandelingen zal wellicht medebrengen, dat Dr. Paul langer te 's-Gravenhage blijft dan aan staanden Zaterdag, gelijk aanvankelijk zijn voornemen was, aangezien hij niet wenscht te vertrekken voordat alle gerezen quaestiën zijn opgelost en geenerlei ongunstigen indruk om trent Venezuela wil achterlaten. Van Den Haag zal hij naar Parijs vertrekken om daar nog eenige zaken te regelen, alvorens h|j naar Londen gaat. Nachtarbeid der Bak kers. Als bijzondere belangen van eene bepaalde categorie van industrieele of anderen niet genoeg door de Pers in het algemeen worden voorgestaan, gaat men over tot het stichten van een eigen orgaan. Dat hebben we meer gezien. Nu is er weer een voor beeld. Het Bakkers-Comité heeft tot de uitgave van een eigen orgaan be sloten in verband met de door het Comité als gevolg van de voorgestelde wettelijke maatregelen betreffende de afschaffing van den nachtarbeid in bioodbakkerijen verwachte belangryke Naar het Engelsch van MAX PEMBERTON. i) „Ik ben er zeker van. Daarom ben ik op het oogenblik hier. Denk eens na, u is vertrouwd met boeken voor mij zijn boeken eten en drinken. U houdt van mooie dingen ik kan er niet buiten. U is 6en verworpe- linge, u is hier vreemd ik ben ver bannen uit mjjn land en mijn huis. U hebt talenten, ik heb geld. Is dat niet wat de wereld „zaken doen" noemt? Laten we daarmee beginnen. Eerst de zaken en dan de vriendschap ja, er moet later vriendschap uit ont staan, juffrouw Venn." H|j legde zijn hand zachtjes op haar arm alsof hij haar verzocht om met hem mee te gaan. Toen Esther opkeek zag zij een paar vriendelijke oogen die schenen te zeggenik heb u noodig." Mouton, haar hond, legde zjjn kop op de knieën van den vreem deling en begon vriendschap te slui ten met hem. Zy beschouwde dat als een goed voorteeken en nam een be sluit zonder langer te aarzelen. „Ik zal uw zuster gaan opzoeken," zei hy. Z|j stapten in en het rijtuig reed weg. Esther dacht er aan. dat het nu niet langer noodig zou z|jn om in haar zolderkamertje te tobben over haar dagelijksch brood en dit stemde haar tot groote dankbaarheid. Dr. Xavier behandelde haar met een eerbied, waaraan zij in het geheel niet gewend was. De beschaafde ma nieren en de beleefde gezegden van den man van de wereld bevielen haar. H|j sprak tegen haar als tot zijn gelijke in kennis. „Wij denken aan hetzelfde," zei h|j, terwijl zij snel noordwaarts reden, naar Oxfordstreet en Marylebone. „Ik merk dat we de natuur van hetzelfde standpunt beschouwen, dat is een goed begin, dat zal ons een heel eind voorthelpen. U denkt er op het oogen- bli c over na dat het park toch zoo mooi is en ik houd mezelf voor dat het prachtig zou zijn, als er geen menschen in waren. Denk er eens over na hoezeer de menschen de aarde hare schoonheid tegenwoordig ontne men. Z|j vermenigvuldigen zich en verspreiden zich over de aarde. De steden strekken hare armen uitde bosschen, de rivieren, de weiden zijn verlaten. Binnenkort zal Engeland een stad z|jn. Z|j, die de eenzaamheid liefhebben, zullen ze eerst na ver scheiden dagen vinden. Duizend jaar geleden was hier op deze plek een groot woud. Toen hadt ge hier een huisje kunnen bouwen en er een week in wonen zonder een menschelijk wezen te zien. Nu wonen er twintig families in een huis, en moet men een heel eind loopen om van de menschen af te zijn." „Wij zullen die reis samen doen en onderweg studeeren. Ik zal u eenzame bergen en dalen toonen, die jaren van arbeid en reizen gekost hebben. Het boek der natuur bestaat uit verschei dene deelen iuffrouw Venn: slechts weinigen lezen het geheel uit. Het zou veel beter voor ons zijn als we het deden. Wy moesten niet zulke nonsens lezen als de uitgevers ons soms wil len leveren we moesten dat ver achten." Hy nam een geel ingebonden boek, dat voor hem lag en sloeg verontwaar digd eenige bladen omhet was een werk over het verval der eeuw, de zegepraal van een somberen Duitscher. „Die kerel is begonnen met de let ter „M", vervolgde de vreemdeling, „hij schrijft over den menschelijken modder, hij had met een K. moeten beginnen en over de kunst van te leven moeten schrijven, die denkende menschen zich eigen maken. Als ge hem de zon toont, dan zou het licht hem verblinden. Wy leven in een eeuw, die niet van zonneschijn houdt." Esther had Dog nooit iemand zoo hooren spreken. Zij gaf er zich mis schien eerst geen rekenschap van, hoe zeer zy onder den indruk was vau den spreker en met hoeveel aandacht zy naar hem luisterde; maarzij was zich bewust van een verlangen om te lui steren en van een gevoel van geeste lijke minderwaardigheid, waaraan zjj nog maar zeer zelden geleden had in gezelschap van anderen. Toen het rijtuig eindelijk stilstond, bevonden zjj zich voor een laag huis, dat door een zwaar houten hek was ingesloten. Er was een klein tuintje voor het huis, waarin veel lekker rie kende bloemen en struiken stonden. Ofschoon het huis heel veel geleek op de andere huizen, ontdekte Esther's scherpe blik toch weldra het verschil dat er bestond. Er waren geen ven sters in, of liever de vensters waren alle toegemetseld. Dat feit bracht haar niet weinig van streek en ze begreep volstrekt niet wat er de reden van was. Waarom zou iemand het zon licht vreezen, en dan voor alles een man van de wetenschap?! Ze was nog bezig om zichzelf af te vragen, foen de dokter, die bij het portier stond, tot haar verbazing haar vraag van te voren beantwoordde. „U ver baast u er over, waarom ik geen ra men heb," zei hij lachend, „kom maar broodprysverhooging alsmede andere nadoelen voor het publiek. D e T w i s t in d e S. D. A. P. Naar het Hbld. verneemt, zal de Tribunegroep nog voor hét a.s. buiten gewone congres der S. D. A. P. een bijeenkomst houden ter bespreking van de door deze groep aan te nemen houding b|j een eventueel ten nadeele van haar uitvallend votum van de partij. 'Tevens wordt besproken, welke houding aangenomen zal worden tegen over den op dit congres te stellen eisch van opheffing der Tribune of het brengen van dit blad der Marxisten onder contröle der party. Een waarschuwing. De Zutph. Ct. schrijft Hoe noodig het is dat van vrij zinnigen kant telkens weer wordt op gekomen voor het behoud der open bare school, blijkt uit een openhartige uitlating van Minister Heemskerk. In zijn antwoord op het afdeelings- verslag der Tweede Kamer omtrent liet wetsontwerp tot snbsidieering der bijzondere H. B. S. toch zegt de Minister „Dat de openbare school, zoo hij dit als by andere gedeelten van het onder wijs, meer de rol ging vervullen van aanvulling van het onderwijs dat uit eigeu beweging opkwam, is een wensch, ook door den Minister voor de toe komst gekoesterd. Maar volkomen heeft hy, zich rekenschap gevende van wat thans te doen stond, zich door- diongen gevoeld van de gedachte, dat naar verwezenlijking van dit ideaal op dit oogenblik niet mocht getracht worden." „Op dit oogenblik" niet dns la ter wel. Als de partyen van rechts in de Tweede Kamer maar weer over een meerderheid beschikken, sterk genoeg om hun wil door te drijven, dan zal men eens zien dat ook de „fluweelen hand" van dezen Minister krachtig zal meewerken om het openbaar lager onderwijs te drukken, om dat te maken tot aanvulling, welhaast uitzondering. mee binnen, dan zal ik het u laten zien Hy stak zyn hand uit, en zij ging met hem het huis binnen. Een oudachtige major-domo, een goed ge drilde Engelsche bediende, nam zijns meesters hoed en stok aan en vroeg hem of hy ontbeten had. Esther had nog nooit zoo'n vreemde vestibule gezien, als waarin zij een blik kon slaan, die was als de tuin uit het sprookjesland. „Ik zia dat mijn huis u bevalt," zei hij aangenaam aangedaan. „Vrou wen gaan altyd op den eersten indruk af, en op dat punt bestaat geen uit zondering. Als wy ontbeten hebben, dan zal ik u eenige mijner curiösi- teiten laten zien maar ik moet u eerst aan mijne zusier voorstellen zij is veel alleen, en zal in haar schik zijn dat zjj nu gezelschap kr|j ;t." Terwijl hij sprak sloeg hij tweemaal op een gong waarvan de trillingen nauwelijks we ;gestorven waren toen een goedgekleede vrouw de trap af daalde en met uitgestoken handen naar hem toekwam. Esther schatte haar op ongeveer dertig jaar het was een brunette met een Spaanschen gezichtsvorm, zwaar, zwart haar en bijzonder witte tanden die ietwat vooruit kwamen te staan als z|j glim lachte. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1909 | | pagina 1