DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
No. 35
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1909.
6e JAARGANG
Uitgave van de Naainl. Vennootschap „DE EEMLANDER",
Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Twee groote mogendheden
FEUILLETON.
DR. XAVIER.
BUITENLAND.
DG EEMLANDER
Hoofdredacteur R. G. RIJKEN S
Bureau: BREEDESTRAAT 18
Aboiinementspi-ij s
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.
Franco per post id. 5.60
Per 3 maanden id. - 1.
Franco per post id. - 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Telefoon Interc. 62.
iSÏÏA
Prijs der Advertèntiën
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „nitslnitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentieburean D. Y. ALTA, AYarmoesstraat 76—78 to Amsterdam.
De vorige week meldden telegram
men uit de Vereenigde Staten, dat de
wetgevende macht van den staat
Californië, niettegenstaande alle waar
schuwingen en vermaningen, besloten
had tot een maatregel die de Japan-
scke bondgenooten der Unie in hooge
mate moet ergeren de jonge Japanner-
tjes in Californië zouden niet op de ge
wone scholen worden toegelaten. Dat
besluit is zeer zeker naar het hart
der meerderheid van het Californische
volk. Het kan de Japanners niet uit-
j staan. Vroeger meende men en
meende Roosevelt dat men hier te
j doen had met eene agitatie der mach-
I tige werkliedenvereenigingen, Jdie de
1 Japanners, omdat zij geene hooge
eischen stellen, als „onderkruipers"
zouden willen weren. Maar men heeft
te doen met iets anders, met een in
gewortelde antipathie, met een vorm
van rassenhaat. Misschien wordt die
door de houding der Japanners ver
sterkt zij zijn niet ver van de mee
ning, dat Japan het voortreffelijkste
land en z|j het sterkste volk zjjn
hebben zy niet na de Chineezen de
Russen verslagen Zy zjjn nog al
verwaand en verwaandheid is eene zeer
onbeminnelijke eigenschap.
In Californië, waar het aantal Ja
panners vry groot is, heeft men het
best de gelegenheid om deze en andere
minder goede eigenschappen van deze
gele broeders op te merken. Men is
er den heer Roosevelt volstrekt niet
dankbaar voor zijne politiek, die ge
leid heeft tot een verbond tusschen
de Unie en het thans machtige eilan
denrijk der Stille Zuidzee.
De vriendschap der Unie werd door
de beide groote staten van het verre
Oosten gezocht, China streefde naar
eene toenadering, niet minder dan
Japan. Een Chineesch staatsman,
Tang-Sjeo Ji, verscheen, nadat een
Naar het Engelsch van
MAX PEMBERTON.
13)
Er zal zooveel voor ons te doen zijn
tusschen den dag van vandaag en het
eind van het seizoen, dat we geen
oogenblik moeten verliezen. Lieve kind,
denk eens even aan de toiletten die
ge u moet aanschaffen I Over een maand
naar Homburg, en dan gaan jagen te
Douwaine en vervolgens den winter
in de Villa Cara doorbrengen, wat
daarna komt wie weet? misschien
gaan we dan naar mijn eigen geliefd
Spanje en ons paleis te Cadi. En voor
al die gelegenheden moet ge toiletten
hebben hoe heerljjk om met iets te
beginnenEn ik heb zoo'n kast vol
dat ik een heele stad zou kunnen aan-
kleedenl Ik benjjd je I"
Esther was ietwat verbaasd-dat hare
toestemming aldus als reeds gegeven
beschouwd werd, want zij had geen
woord gezegd waaruit die toestemming
afgeleid zou kunnen wordenen haar
antwoord moest ook werkelijk nog
gegeven worden. Zjj was echter van
0ordeel dat het geen geschikt oogen
ander vergeefsche pogingen in deze
richting had aangewend, te Was
hington. Maar hij was niet gelukkiger
dan zjjn voorganger. De vorige week
is hij met een Duitsche stoomboot uit
Amerika in EDgeland aangekomeD
waarschijnlijk is zijne rol uitgespeeld,
want hij was eeü beschermeling van
Joean Sji Kai en dat te zijn geweest
is in China op 't oogenblik het tegen
deel van eene aanbeveling. Le heer
Roosevelt heeft ten gunste van Japan
beslist. Maar, dat doende, heeft hjj
tevens de Californiërs tegen zich in
't harnas gejaagd.
Nu is de vraag wat hij zal doen
om de Californische wetgeving tegen
de Japanners krachteloos te maken.
Ziende komen wat er gebeuren zou,
heeft de president of liever de Bonds
regeering bewerkt., dat het Huis van
Afgevaardigden te Washington een
wetsvoorstel aannam ten gunste van
alle buitenlanders, de „gelen" daar
onder begrepen. Maar zoolang de Se
naat dat wetsvoorstel niet heeft be
krachtigd, kan de Bonds-regeering
niet op wettige wjjze de anti-
Japansche maatregelen van Cali
fornië verhinderen. Ook meldde
een telegram voor eenige dagen,
dat de heer Roosevelt den gou
verneur van den staat Californië had
gevraagd of hij geen middel wist, om
de nieuwe wet van den staat Californië
tegen de Japanners te schorsen. Dat
middel bestaat en de vraag van pre
sident Roosevelt moet beschouwd
worden als eeu zachten aandrang om
het toe te passen. Zoo de Bondsregee-
ring niet kan iugrjjpen in de wetgeving
van de verschillende staten, de gou
verneurs van de Staten hebben het
recht van veto. Zij kunnen de toepas
sing verhinderen van wetten, die naar
hunne meening niet zijn in het alge
meen belang.
Of echter de heer Gilleth, gouver
neur van Californië, van zjjn veto-
blik was om daarover te spreken. Zij
vermeed dat onderwerp dus en trachtte
haar gastvrouw uit te hooren om zelf
wijzer te worden.
„Ik ben er van overtuigd, dat dr,
Xavier knap en vriendelijk is," zei zij
op innemend eenvoudige wjjze,Ik ben
er alleen niet zeker van, of men ge-
ljjk heeft met datgene te doen wat men
gaarne wil."
Julia nam haar hand in de hare en
trok haar naar zich toe alsof er al
een nieuwe vriendschapsband tuschen
haar bestond.
„Onzin, onzin!" mompelde zjj. „Al
wat mijn broer doet, is voor het heil
der menschheid. Ziet ge niet in kind
lief, hoeveel geluk er op aarde zou
komen als de vrouwen mooier gemaakt
konden worden I En gy gij zijt het
liefste sujet dat iemand zou kunnen
vindenWe zullen zoo trotsch op je
z|jn, Esther; men zal altijd aan je
denken als aan het moedige meisje dat
hare zusteren dien dienst bewezen
heeft."
Esther vertrouwde deze! handige
vrouw der wereld niet geheel en al, want
zjj vond haar oppervlakkig en jjdel,
maar de argumenten, die zjj gebruikte
waren zeer aannemelijk en het was
een feit dat een dergelijke gedachten-
gang haar dien dag geleid had, Alles
wel bezien, zei ze tot zich zelf, als het
werkelijk uit een wetenschappelijk oog.
recht zal gebruik maken, is zeer de
vraag. Waarschijnlijk zal, indien hij
daartoe toch overgaat, de verbittering
tegen de Japanners toenemen. Men
zal in Californië vragen of burgers van
de Vereenigde Staten zich moeten
onderwerpen aan een toestand, dien
zij in hun gemoed afkeuren en of de
Unie misschien een knieval moet doen
voor Japan.
Men houdt zich in de Vereenigde
Staten, maar vooral langs de West
kust en in Californië, overtuigd, dat
de politiek door den president tegen
over Japan Igevolgd uit den booze is
en de Unie benadeelen moet. Niet
weinigen zelfs zijn van meening dat
de bondgenoot van heden binnen af-
zienbaren tijd de vjjand zal worden.
Men wantrouwt de Japanners en
acht hen, naar sommige uitlatin
gen van de Amerikaansehe pers te
oordeelen, tot alles in staat. Men heeft
wetten gemaakt tegen den sterken
invoer van Japansche koelies. Maar
zij komen toch de wetten baten niot
veel. Alleen zjjn de Japanners zoo
voorzichtig niet direct in Californië te
landen zij gaan over Canada en kun
nen dan moeilijk geweerd worden-
En niet weinig Amerikanen zien in
de Japanners de officieren en soldaten
van een leger, dat eens een inval zal
doen in) de westelijke staten, waar
men door een vroeger verbljjf wegen
steg zal kennen.
Japan intusschen houdt zich merk
waardig kalm. De Japansche minister
van buitenlandsche zaken, baron Ko-
moera, verklaart telkens plechtig dat
Japan gelooft aan de welwillendheid
en de oprechtheid der Amerikaansehe
regeering. Maar bij zjjn laatste ver
klaring in 't Japansche parlement,
voegde IComoera de opmerking, dat
het presidentschap van Roosevelt ten
einde liep en dat h|j niet kon instaan
voor 't geen onder zijn opvolger zou
kunnen gebeuren. Waarschijnlijk zal
punt was dat hij die proefnemingen
wilde doen, dan bestond er geen reden
om haar toestemming niet te geven.
Het had dien dag een paar maal
geregend, maar nu was het heeilijk
weder en dus zag het park er prach
tig uit en was er een heele cavalcade
van open rijtuigen. De vermakelijk
heden van Londen liepen op hun eind
en de menschen waren blij dat zjj in
de frissche lucht konden rjjden. Toen
Esther pas in Londen was, was zjj
gewoon om door de paden te loopen
in de buurt van het standbeeld van
Achilles en nu horinnerde zy zich, hoe
zeer zij die rijke equipages had be
wonderd en de prachtige toiletten der
voorname vrouwen, die op haar neer
zagen. De verandering, die in éen dag
in haar leven was voorgekomen, ging
bijna haar begrip te boveu. Esther
merkte op dat haar gastvrouw door
velen herkend en gegroet werd. Esther
was blij, dat ze niet genoodzaakt werd
om tegen een van die menschen te
spreken. Ze was erg bang, dat als het
rijtuig bij Rotten-Row stil hield de een
of ander druk babbelende vrouw aan
haar voorgesteld zou worden en mis
schien zelfs haar geschiedenis zou
willen weten. Gedurende langen tijd
viel niemand hen echter lastig en
terwijl Julia alle kanten uitkeek, voort
durend tegen haar kennissen knikte
en haar vertelde welke voorname pe
de heer Taft wel het voorbeeld van
Roosevelt volgen, maar men is daar
van toch niet geheel zeker en wat
Komoera zeide is geen bedreiging
maar toch waarschijnlijk bedoeld als
eene waarschuwing, die niet in den
wind mag worden geslagen.
De heer Roosevelt heeft in de
laatste dagen van zjjne presidiale
waardigheid nog allerlei moeilijkheden.
Maar hij is niet de man om voor eene
moeilijkheid uit den weg te gaan
integendeel, men zou soms zeggen,
dat hij die zoekt.
DUITSCHLAND EN ENGELAND.
De Koning van Engeland is de gast
van den Duitschen Keizer in de hoofd
stad des Rijks Berlijn. Een schitterende
ontvangst is hem ten deel gevallen;
aan feestmalen, wapenschouwingen,
bals enz. geen gebrek.
Zullen koning Eduard en keizer
Wilhelm tusschen deze feestelijkheden
nog tjjd vinden voor politieke gesprek
ken? De Engelsche koning heeft blijk
baar daarop gerekend hij komt met
een gevolg van hooggeplaatste poli
tieke personen, generaals en admiraals.
En de correspondent van een Engelsch
blad zegt, wat wel, ook naar de
Duitsche bladen te oordeelen, het ge
val zijn zijn, dat zelden een vorstelijk
bezoek in Duitschland zooveel belang
stelling heeft gewekt.
Er is stof genoeg voor politiek onder
houd tusschen de vorstelijke personen.
Er zjjn quaesties in overvloed en het
is zeer wenschelijk, dat de groote
mogendheden, die zij vertegenwoor
digen, het daarover eens worden.
Koning Eduard komt waarschijnlijk
niet te Berl|jn om een verbond te
sluiten. Daarvan kan moeilijk sprake
zijn. Maar er zal al veel gewonnen
zjjn als misverstand en wantrouwen
worden weggenomen.
lu Engeland houdt men zich altyd
druk bezig met de verhouding tot
Duitschland. Thans weer naar aan
leiding van de vaststelling der sterkte
van de vloot. Men is het daarover
sonaadjes zjj waren, luisterde Esther
met veel genoegen, in de hoop om
zoo mogelijk onopgemerkt te blijven.
Ze had zich zelf juist gefeliciteerd met
het feit dat het haar gelukken zou,
toen zij zag dat haar gastvrouw plot
seling kleurde, of het van verbazing
of van vreugde was, wist zij niet.
Dadelijk daarop kwam een jonge man,
die gekleed was als alle wandelaars
om haar heen, maar niettegenstaande
dat toch opviel, naar het rijtuig toe
en stak zijn hand uit als iemand, die
zich verheugt over eene ontmoeting.
„Mademoiselle Julia, is het heusch
mademoiselle Julia?" Julia had een
oogenblik haar hoofd afgewend, alsof
ze liever niet gezien wilde worden,
maar toen de jonge man haar aldus
aansprak, keerde zjj zich tot hem en
antwoordde in het Fransch „O, Uwe
hoogheid! is u in Londen?" De jonge
man lachte goedig, leunde tegen het
portier, en liet zijn blik niet op Julia
rusten, maar op Esther, die naast haar
zat. Esther deed haar best om zijn blik
te vermijden en den indruk te geven
van met haar gedachten elders te zjjn
maar er was niets in zijn gezicht, dat
haar aantrok, en ze merkte tot haar
ergenis, dat ze hem telkens aankeek.
„Ja" vervolgde hij nog in het Fransch,
maar zoo langzaam, dat z|j het heel
goed kon verstaan. „Ja, ik ben in
Londen, mademoiselle en u zult mis
lang niet eens kunnen worden in het
Kabinet en er liepen zelfs geruchten
van eene ministerieele crisis. Dezer
dagen echter vertelde een telegram,
dat de onderhandelingen een gunstig
resultaat hadden gehad. Maar zooals
men weet, was ook de reorganisatie
of iiever de verdeeling van de vloot
aan de orde. In het feit dat Engeland
een sterk Noordzee-eskader heeft ge
vormd, kan men misschien eene be
dreiging, ten rainsteeene waarsch u wing
aan 't adres van Duitschland zien.
Maar de Engelsche bladdeu hebben
ons juist verzekerd dat daarvan geen
sprake was.
In Duischland intusschen hield men
zich eens weer bezig met de beweerde
pogingen om Duitschland „in te sluiten"
te isoleeren, welke poging juist van
koning Eduard zou zijn uitgegaan. Het
is een feit dat deze koning zich sterk
met de politiek inlaat en aldus een
niet te miskennen invloed uitoefent.
Dezen invloed nu, zeide men, richtte
zich tegen het Duitsche rjjk en als
de koning en zijne ministers overeen
komsten sloten met Frankrjjk, met
Rusland, zelfs met Japan, deden zij
dat om Duitschland machteloos te
maken.
Zij zouden echter niet geslaagd zjjn
beweren de politici, die van het „iso
lement" spreken, als niet de Duitsche
staatkunde sedert Bismarck, maar
vi. oral onder den tegen woord igen
rijkskanselier, zoovele onhandigheden
en, zelfs domheden had begaan. Dat
is ongeveer wat een geruchtmakend
artikel in het Berl. Tageblatt beweert.
Vorst von Bülow wordt tegenwoor
dig van verschillende zjjden aangeval-
len. Uitvoerig en met hartstocht heeft
de Duitsche pers het werk besproken
vau Stein, dat zooveel moeite als men
zich gegeven heeft niet waard was.
Deze Stein is een Duitsche Rus uit
de Baltische provincie. Hij studeerde
te Elburg en vestigde de aandacht op
zjjn dierbaren persoon door eene zeer
eigenaardige houding aan te nemen.
Hij werd journalist en behoorde als
zoodanig tot de uiterste rechterzijde.
In het nog al geruchtmakenden boek,
dat dezer dagen verscheen, heeft hij
beredeneerd, dat alle buitenissigheden,
die aan de persoonlijke politiek des
keizers werden toegeschreven, het
schien wel weten waarom 1"
Julia antwoordde niet dadeljjk op
dat gezegde, zij scheen erg ontstemd
te zyn en gaarne eeD einde aan het
gesprek te willen maken.
„Ik ken die reden niet, prins," zei
zjj, en voegde er dan bij, „en ik ben
er zeker van, dat mijn moeder op dat
punt niet wjjzer is.'
Het gezicht van den jongen man
betrok bij die woorden en hij kon die
verwarring, die haar antwoord ver
oorzaakte, niet verbergen.
„Ik dacht dat uw broer wel eens
geschreven zou hebben", vervolgde hjj
byna verwijtend, „maar daarvoor be
staat zeker wel eene verklaringals
gjj m|j dien uitleg zou willen geven,
ik logeer in Charidges hotel, wees zoo
goed om hem mjjn boodschap over te
brengen mademoiselle; het zijn
maar vier woorden: „het spijt den
prins 1"
Julia's gezicht had bjjna zjjn gewone
kleur weer aangenomen en zjj scheen
ook haar zelfvertrouwen weer terug
te krijgen.
Wordt vervolgd.)