DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
No. 75
DINSDaG 30 MAART 1909.
6e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMUNDER".
Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
DR. XAVIER.
BUITENLAND.
MLANDER
Hoofdredacteur R. G-. RIJKENS.
Abonnementsprijs
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad
Franco per post id.
Per 3 maanden id.
Franco per post id.
Afzonderlijke nummers
f 4.—
- 5.60
- 1
- 1.40
- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 18.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertóntlën
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing tan adtcrtentiën cd reclames van liuitcn liet kanton Amersfoort in dit lilad is „uitslnitend" gerechtigd liet Algemeen Kinnen- en Buitcnlandseli Advertentiebureau D. ALTA, Warmoesstraat 76—78 to Arastordam.
De quaestie van het ontslaan van
onderwijzeressen wanneer deze een
huwelijk aangaan, is door de motie
van Kalken ook in deze gemeente aan
de orde gesteld.
Kr is over deze zaak reeds veel
ook in ons blad geschreven en van
verschillende zydrn heeft men er het
licht op laten vallen, zoodat we ons
dan ook niet vlijen er nog veel nieuws
over te kunnen schrijven doch van
de redactie van een courant wordt,
en met recht, verwacht, dat ook zij
hare meening verkondigt omtrent
brandende vraagstukken van deD dag.
Men kan deze zaak uit verschillend
oogpunt bezien, behalve uit dat van
het belang van de gehuwde onder
wijzeres zelf en van haar gezin. Want
uit dit oogpunt willen wy de quaestie
niet besprekende staatszorg mag
zich zoover niet uitstrekken wat voor
haarzelf en haar gezin dienstig is,
bljjve aan het oordeel van de gehuwde
onderwijzeres en van haar man en aan
hen alleen.
Maar de eerste vraag, die zich in
deze materie voordoet, is er een van
juridisclien aard. Is het overeen te
brengen met de Wet, wanneer een
Gemeenteraad een gehuwde onder
wijzeres om reden van haar huwelijk
ontslaat
Deze vraag is naar onze meening
afdoende beantwoord door een onzer
kundigste juristen, mr. J. A. Levy,
die in eene van helder oordeel ge
tuigende brochure heeft geschreven,
dat bij een dergelijke wijze van ont
slaan acht te zijninbreuk op ele
mentaire rechtsbeginselen.
Hy redeneert aldusOntslag is
straf van natureonze wet noemt
't ontslag straf (zie art. 37, 38 Onder
wijswet).
Van ontslag wegens plichtverzuim
spreekt onze wet niet. Dat behoeft
Naar het Engelsch van
MAX PEMBERTON.
51)
.Sedert ik den naam van mijn ge
maal draag heet ik Esther de Mesdina-
Celiik ben drie en twintig jaar."
De beide mannen keken haar aan
alsof ze zich over haar antwoord er
gerden.
„Dat is alles goed en wel, maar we
wilden uw Engelschen naam weten,
madame."
„Dan heet ik Venn Esther Venn,
de dochter van majoor Venn, een
Engelsch officier."
Zjj schreven haar naam gewichtig
op, met krassende pennen. De tweede
vraag betrof haar echtgenoot.
„Wees zoo goed ons mee te deelen
onder welke omstandigheden u Zijne
Hoogheid prins Arthur hebt leeren
kennen 1"
„Ik heb hem ontmoet in het huis
van mijn vriend den hertog van Mon-
talvan."
„U is eenige maanden lang de
secretaresse van den hertog geweest,
niet waar, u was bij hem in betrek-
ook niet, omdat 't vanzelf spreekt.
Daarvoor geldt art. 19 Onderwijswet
j° 30.
Is 't huwelijk op zichzelf plicht
verzuim 7 Neen. Men straft, op grond
der verwachting, dat uit 't huwe
lijk plichtverzuim voortvloeien kan.
Straf, ten eenenmale zonder aan
wijsbaar motief, is derhalve de eerste
geweldpleging aan den Rechtstaat.
Verder
Art. 1. Strafv. luidt:
„Niemand mag tot straf vervolgd of
veroordeeld worden, dan op do wijze
en in de gevallen bij de wet voorzien."
De woorden „bij de wet" beteeke-
kenen niet alleen een voorschrift,
rechtstreeks van 't Staatsgezag uit
gegaan Wet in formeelen zin
maar tevens, iedere verordening van
de daartoe wettelijk bevoegd verklaar
de macht, zij 't de provinciale, zij 't
de gemeente-wetgeving.
Men heeft herhaaldelijk beproefd
om, bij verordening van den Raad te
doen uitspreken, dat op het huwelijk
eener onderwijzeres ontslag volgt. Die
proef is mislukt, en moest mislukken,
omdat zy art. 30 der Onderwijswet
rakelings omverloopt.
En nu neemt men als geniepige
noodhulp een motie. Een motie is
niet voor vernietiging vatbaar, want
zij is niet eene algemeens verordening
en toch moet zy fatsoenshalve wor
den toegepast.
Bereikt wordt door zoo'n motie
le dat de Raad, art. 30 Onderwijs
wet aanvullende, eigenmachtig op den
stoel des landwetgevers zich plaatst
2e dat de Raad, langs een omweg
straffend, de waarborgen van art. 166
vlg. Gemeentewet, weerloos maakt
3e dat de Raad zyn opzet zoo han
dig bemantelt, dat het, door hooger
gezag, niet kan worden achterhaald.
Wetsontduiking noemt mr. Levy
dit en tracht men zoo'n daad te ver
goelijken door het schjjnschoone mo
king
„Ik was zyn secretaresse niet, ik
was er voor gezelschap van zyne
zuster. Ik heb hem wel is waar in
zijn laboratorium geholpen, maar ik
beschouwdo my zelve niet als zyn
ondergeschikte."
„Do gezelschapsjuffrouw van zyne
zuster, maar niet zyn ondergeschikte,
en in dien tyd vond u de gelegenheid
om kennis te maken met Zijne Hoog
heid, prins Arthur?"
„Neen, de prins vond de gelegen
heid om kennis te maken met mij.
Hij werd aan my voorgesteld door
dr. Xavier."
„Door wien. madame?"
Esther had vergeten, dat zy het
incognito van den hertog niet kenden.
„Door dr. Xavier, den hertog u is
werkelijk erg dom."
Zy staken hunne hoofden bijeen en
bespraken het geval fluisterend. Toen
zy drie A vier regels hadden neerge
schreven, vervolgde een van hen: „U
hebt zyne Hoogheid zeker vaak ont
moet, madame hy was zeker dik
wijls in uw gezelschap 1"
„Ik heb hem eens te Londen en
driemaal te Parijs ontmoet voor ons
engagement."
„Sta me toe op te merken, dat u
geen tyd verloren hebt."
„U kunt zoo lomp zyn als u wilt,
ik ben geheel weerloos."
tiefbelang van 't onderwijs, dan
valt deze poging onder de nog leelyker
rubriek: het doel heiligt de middelen.
Tot zoover mr. Levy.
Ons schynt deze redeneering uiter
mate logisch en we zijn in booge mate
belangstellend te vernemen, wat de
voorsteller der motie hiertegen zal
hebben aan te voeren. Want men mag
natuurlijk verwachten, dat de beer
van Kalken, als zyn motie aan de
orde komt, deze zal toelichten en zal
trachten het bovenstaande te ont
zenuwen.
Een andere zijde van bet vraag
stuk is de moreele.
Gegeven twee jongelieden, die ieder
voor zich te weinig verdienen om een
huwelijk aan te kunnen gaan, doch
die samen genoeg salaris genieten om
aan trouwen te denken. Nu komt de
gemeente en zegt, als ge samen
trouwt, verliest een uwer de betrek
king.
Het gevolg zal dan kunnen zijn dat
men samen gaat wonen, zonder een
huwelijk te sluiten. Door het aan
nemen der motie zullen dus minder
gewenschte toestanden in de hand
kunnen worden gewerktwe behoe
ven hierover niet verder uit te weiden.
En nu „het belaDg van het onder
wijs", waarmede door de voorstanders
van de motie zoo geschermd wordt.
Zeker, het kan niet in het belang
van het onderwijs zijn, indien aan
eene onderwijzeres veelvuldig verlof
moet worden toegekend wegens
laat ons zeggen ziekte. Maar bij
hoeveel onderwijzers komt het, in
dezen tijd van zenuwziekten, niet
voor dat hui. verlof moet worden ver
leend tot herstel van gezondheid
En we hebben uit de discussies,
gehouden in den Gemeenteraad van
Amsterdam kunnen zien nadat de
befaamde statistiek vau den wet
houder de Vries aan eene revisie was
onderworpen dat voor algemeene
„Ik hen zoo vrij, 'iet °P dat punt
niet met u eens te zyn. Uwe ant
woorden zyn uwe beste verdediging,
wees voorzichtig met wat u zegt, uwe
woorden zullen voor uw rechters her
haald worden."
„Is het wel noodig om al die moei
te te doen
„Hoog noodigWy moeten er ach
ter komen onder welke omstandig
heden u zijne Hoogheid tot dit be
spottelijke huwelijk hebt overgo-
haald."
Esther kromp ineen onder die ge-
meene beschuldiging.
„Als ik myzelve moet verdedigen
dan moet dat tegenover heeren zyn,"
zei zij driftig.
„Dus u weigert om te antwoorden I"
„Ja."
Hy schreef haar woorden neer
haar koppigheid scheen hem plezier
te doen. De volgende vraag die hy
deed, betrof de huwelijksvoltrekking.
„Wy hebben begrepen, dat er in
de kerk St. Eustache een dienst ge
weest is. U weet zeker wel, dat zoo'n
contract absoluut geen waarde heeft
in Spanje
„Ik weet niets van Spanje af. Te
oordeelen naar het weinige, dat ik
hier gezien heb, ben ik trots op mijne
onwetendheid 1"
„Wij zullen u voorlichten, ma
dame."
redenen van ziekte enz. de gehuwde
onderwijzeres niet noemenswaard méér
verzuimt dan de ongehuwde.
Welnu, tegenover de betrekkelijk klei
ne schade,die hetonderwijs ondervindt,
wanneer de gehuwde onderwijzeres
in de school wordt gehandhaafd, staat
de veel grootere en niet onder cijfers
te brengen schade, wanneer men de
gehuwde onderwijzeres uit de school
bant. Dan zal men verloren doen gaan
voor ons openbare onderwijs de groote
opvoedende kracht, die van de moeder
onderwijzeres uitgaat.
Wat die schade beteekent, heeft
men maar eens te vragen aan paeda-
gogen van naam.
Wie op het behoud van die groote
kracht by ons openbaar onderwijs is
gesteld, kan niet anders dan tegen de
motie—v. Kalken stemmen.
We spraken daar van openbaar
onderwijs. Er wordt telkens en tel
kens weer beweerd, dat dit nu eens
een onderwerp is, waarmede de poli
tiek niets te maken heeft. Het is van
a. r. zyde zoo vaak gezegd, dat we eraan
zijn gaan twijfelen. En merkwaardig
is het ook, dat alle kerkelijken op dit
stuk eensgezind denken. Als ze er
werkelijk geen partyzaak in zagen,
zouden dan niet enkelen hunner tegen
het ontslag zijn, evenals enkele vrij
zinnigen in Amsterdam enz. ervóór?
Zou het ook kunnen zijn, dat zij
begrijpen dat de dom hen gehate open
bare school een duw krijgt, als zij die
school van eene goede opvoedende
kracht berooven
De vrijzinnige raadsleden mogen ook
deze vraag eens in hun gemoed over
wegen.
DE BALKAN-CRISIS.
De Kölnische Zeitung geeft in een
blijkbaar officieus artikel een exposé
„Wees dan zoo goed om te begin
nen. U zult een goede leerling in mij
vinden. Ik heb nog veel te leeren."
„Vergeet niet dat sommige studie
gevaarlyk is.
„Dat vergeet ik ook niet. Wees zoo
goed om op te schrijven, dat ik een
Engelsche vrouw ben en dat ik in de
Engelsche ambassade getrouwd ben.
Ik denk dat het hun wel zal interes
seeren."
De twee mannen keken elkaar iet
wat verbaasd aan. Dit waien niet de
inlichtingen, die zij hier kwamen halen.
Maar haar woorden werden toch op
geschreven, met veel pengekras en
verscheidende inktvlekken.
„U is dus te Parijs getrouwd en
van daar naar het kasteel te St. Qi-
rons vertrokken, madame? Was u
van plan daar te blijven of naar uw
eigen land terug te keeren
„Myne plannen waren die van myn
gemaal. Dat is nog zoo. U moet keusch
liever geen tijd verknoeien."
„We hebben geen haast, madame.
We hebben al den tyd. Misschien zelfs
meer, dan u lief is*.
„Moet ik dat als eene bedreiging
opvatten
„Als u er ons toe dwingt, ja
„En waarmee bedreigt u mij
Hij trok zyne schouders op.
„Met gerechtigheid, madame."
„Dat moet eene ongewone straf zijn
van den stand van zaken, dat we in
hoofdzaak weergeven.
Nu zyn ook Engeland en Oostenryk-
Hongarye het eens geworden over de
veelbesproken formule. Nadat Rusland
zonder voorbehoud de erkenning van
de inlyving van Bosnië en Herzego-
wina heeft uitgesproken, konden En
geland en Frankrijk wel niet Russi-
scher zijn dan de Russen zelf, en al
waren ze dat geweest, dan zou de
publieke opinie het nergens, ook niet
in Engeland en Frankrijk, begrepen
hebben. Enkele Duitsche bladen spre
ken op een sensationeelen toon van
een schitterende overwinning van
Duitschland en van een een nederlaag
der politiek van de Westelijke Mo
gendheden. Dit nu is niet in overeen
stemming met de werkelijkheid. JIn
den loop der verwikkelingen wijzigde
de bezetting van het diplomatieke
schaakbord zich herhaaldelijk, maai
de grondtoon is toch ten allen tijde
geweest, dat alle Mogendheden wilden
voorkomen, dat de Servische quaestie
een uitslaanden brand veroorzaakte.
Daarom konden ook dikwijls do ver
diensten erkend worden, die Frankrijk
zich verwierf door een rustige wel
overwogen behandeling van de quaes
tie, evenzeer als het nu de ver-
dienst van Rusland is geweest, dat
het algemeene belang den voorrang
toekende boven Slavophile nei
gingen en het zyn vrienden, Frank
rijk en Engeiand, mogelijk maakte tot
eensgezindheid te geraken met de
Donaumonarchie, zonder daardoor met
deze beiden in conflict te komen. Stelt
men zich dus op een hooger standpunt,
dat moet men geen beschouwingen
gaan houden wie overwinnaar of over
wonnene is. De zank van den vrede
en van het verstand heeft gezegevierd,
want het ware onverstandig geweest,
wegens de Servische standjes, in Europa
den oorlog te doen uitbreken. Als in
den loop der onderhandelingen is ge
bleken, dat Duitschland nietdequan-
tité négligeable is, waarvoor men bet
dikwijls gehouden heeft, dan heeft dit
bijgedragen tot het behoud van den
vrede, en kan ook voor de toekomst
zyn nut hebben.
Engeland en Oostenrijk zyn het nu
eens geworden op ongeveer het vol
gende standpuntServië heeft zich te
in dit land".
„U is onbeschaamd."
„Neen, ik zeg de waarheid".
De Spaanjaard legde nijdig zjjn pen
neer. Hy was niet vlug met zijn tong
en kon niet antwoorden op zulke
waarheden als koeien. Hy zat een
oogenblik terneergeslagen en zwijgend
voor zich te kijken, dan nam hy zyn
pen weer op en vervolgde
„In geval men u de vrijheid hergaf,
zoudt u ons dan de verzekering wil
len geven, zyn Hoogheid niet meer te
molesleeren
„Zijn Hoogheid te molesteeren
Mjjn eerewoord Weet u wel wat u
zegt
Zeker wel, madame, wjj eischen die
verzekering."
Zij stond kalm en beslist van haar
stoel op. Haar gezicht was vuurrood,
maar dat kon men niet zien in het
schemerachtige licht.
„Dan zeg ik u eens en voor goed,
dat ik weiger u nog eeD vraag te
beantwoorden 1
Zjj waren verbaasd over haar op
treden.
Zy was naar de deur geloopen en
trachtte haar te openen maar ze was
gesloten en dus moest zij qr voor
blijven staan. Zij stampte met haar
voet op den grond en trachtte tever
geefs hare aandoening te onderdrukken.
Wordt vervolgd.)