DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 77. DONDERDAG 1 APRIL 1909. 6e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Veaaootsehap „DE EEMLANDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Vrouwcnplicht. FEUILLETON. DR. XAYIER. MLANDEB Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Abounementspr ij s Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad Franco per post id. Per 3 maanden id. Franco per post id. Afzonderlijke nummers f 4.— - 5.60 - 1.— - 1.40 - 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. Prijs dor Advertöntlën Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) - 0.08 - 0.10 Tot plaatsing ran advertontiën on roclames van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „nitslnitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau B. V. ALTA, Warmoesstraat JG—78 te Amsterdam. Over bovenstaand onderwerp sprak gisterenavond in een openbare bijeen komst van de afd. Amersfoort van den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht, Mevr. tVynaendts Francken-Dyserinck. Nadat de presidente, mej. Heerma van Voss de aanwezigen welkom had ge- beeten, hield de spreekster een zeer belangwekkende rede, waaraan we het volgende ontleenen. De Bond voor Vrouwenkiesrecht heeft een tweeledig doel n.l. om pro paganda te maken voor het vrouwen kiesrecht en om de vrouwen de ge legenheid te geven van maatschappe lijke vraagstukken op de hoogte te komen. Vandaar het organiseeren van cursusvergaderingen, waar verschil lende punten worden besproken. Dat is echter niet het terrein waarop by voorkeur de spr. zich beweegt, maar de afd. Amersfoort was er bijzonder op gesteld, dat zij persoonlijk zou komen, omdat zy de eerste propaganda- rede had gehouden en nu had ze toe vallig een artikel liggen, dat zy bij wijze van cursus wenscht voor te lezen. Op den voorgrond wenscht ze te stellen, dat ze mogelijk wel meeningen zal uiten, waarmee men het niet eens is. Dat behoeft niemand te weerhouden toch lid te worden, want wat ze zegt is haar persoonlijk gevoelen en niet dat van den Bond, die trouwens in dergelijke vraagstukken geen stand punt inneemt. Vrouwenplicht is aangekondigd, om dat met de meer juistere benaming van vrouwendienstplicht of vrouwen leerplicht mogelijk verwarring zou zyn gesticht. Vorig jaar Mei is in „de Gids" van de hand van den oud-minister Staal een artikel verschenen over vrouwendienst plicht. Wanneer een man als generaal Staal het belangrijk genoeg vindt om daarover te schrijven, is het dat ook zeker voor de vrouwen. Reeds in 1902 heeft bet vraagstuk van vrouwendienst plicht zich aan Spr. opgedrongen en heeft ze er op gewezen. Echter niet met veel succes. En dat zal ook wel het artikel ▼an generaal Staal niet hebben. Opmer kelijk is het, dat in ultra-feministische kringen de zaak wordt doodgezwegen. Naar het Engelsch van MAX PEMBERTON. 53) Dat kunt ge niet, lieve Esther. Ik heb het zoo dikwijls geprobeerd, en dus weet ik het. Het is absoluut on mogelijk 1" Haar opgewektheid was aansteke lijk en dus lachte Esther hartelijk, terwijl ze zich aankleedde. Zy voelde zich veel beter na haar langen slaap, en toen zjj in den spiegel keek, zag zy tot haar verbazing, dat er een klein blosje op haar wangen lag en dat haar oogen helder stonden. Het was een mooie, heldere mor gen. Een frisch briesje had den nevel van de bergtoppen weggevaagd en de lucht was zoo rein en zoo ijl, dat de gletschers in de verte schitterden als juweelen. In d6 valleien lag de dauw nog op de heuvels en de bosschen, die in het zonlicht schitterend groen waren. Op het binnenplein zag Esther een goed gedrilde compagnie infanterie excerceereu. Bij iederhekjstonden schild wachten, flinke kerels met witte jassen aan, zilveren helmen op, en op het Het streven naar rechten heeft het vervullen van plichten by velen op den achtergrond gedrongen, maar zoo dra publieke rechten worden gevraagd, moeten wel degelijk maatschappelyke plichten daartegenover worden gesteld. Oorspronkelijk isjdaar wel op gewezen, maar de beweging is in handen van drijfsters geraakt, die alleen oog had den voor de rechten. De opleiding der vrouw moet echter hand in hand gaan met het haar toekennen van rechten. Met den Prediker kan men ook ten opzichte van dit vraagstuk zeggen ,Er is niets nieuws onder de zon." Reeds tijdens het schrikbewind werd by de Nationale conventie een verzoek ingediend. Eerst veel later echter neemt de beweging wezenlijke vormen aan. In 1891 beeft Heleue Lange op een congres te Dresden gezegd „Als ik een vromen wensch mag uitspreken, dan zou het deze zyn, dat de jonge vrouw, evenals de jongeman, die zyn dienstjaar moet uitdienen, één jaar in een maatschappelijke inrichting werk zaam zou moeten zijn." Dat is de grens dus zeer ruim getrokken. De Zwitsersche econoom Hilty alsook generaal Staal hebben het oog op de werkzaamheden der vrouw bij het Roode Kruis in het leger, zy willen haar als noncombattanten Zien op treden. En in een rapport van de Ver- eeniging voor vrouwenkiesrecht wor den voor de vrouwen alle plichten opgeeischt, ze willen in geen enkel opzicht bevoorrecht worden boven de mannen. Dr. Lingbeek wenscht een algemee- nen dienstplicht van de vrouw ten opzichte van de hygiëne en de voe dingsleer. Verschillende economen be weren, volgens hem, dat veel van de maatschappelyke misère ontstaat, doordat de vrouwen niet berekend zyn voor haar taak. Ook behoeft aan nationaliseeren der hygiëne nooit gedacht te worden,zonder een verplicht dienstjaar voor de vrouw, daar het gewichtigst deel der hygiëne afhangt van huis en huis gezin. De militair verwacht verbetering van het Roode Kruis, de geneesheer van zyn vak, straks voegt zich daarbij de vroedvrouw, die voor haar werk zaamheden de grootste verwachtingen groote plein voor de kathedraal speelde een militair muziekkorps. De menschen zagen er vroolyk uit en hadden iets druks in de manier van zich voort te bewegen, en er was geen spoor meer van de onrust, die er gisteren in de stad heerschte. „Zij denken, dat de prins vandaag zal komen", zei Marguerite, als ant woord op een onuitgesproken vraag „maar niemand weet precies wat er gebeuren zal. Mijn vader beweert, dat het geheel van het leger afhangt. Natuurlijk zouden er een heele massa zyn, die prins Arthur trouw zouden blijven, als zy maar durfden maar ik geloof, dat hij te verstandig is om nu hier te komen. De menschen zullen den hertog uitlachen, als hy niet komter zijn er, die hem nu al uit lachen. Zoodra ik eenig nieuws weet, zal ik gauw hierheen komen, ik zou zoo graag uw vriendin willen zyn, lieve Esther". Esther bedankte haar met een lichten handdruk en ging haastig voort met zich zelf aan te kleeden. Zij durfde dat kind niet te vertellen, wat haar woorden voor haar betee- kenden. Haar eigen geloof dat Arthur zou komen, kon niet aan het wanke len gebracht worden, maar aan den an deren kant had zij maar een heel flauw idee van de wetten, die hem bedreig den of van de intrige, die zyn val koestert. Velen vestigen dus hun ver trouwen op de vrouw. Tot moederplicht wil Marie von Schmidt iedere vrouw opgeleid zien. Iedere vrouw heeft zich van het 18de tot haar Jlste jaar beschikbaar te houden om opgeroepen te worden voor moeder-dienstplicht, teneinde te leeren haar plichten als moeder. De onge huwde moeder wil zjj 3 maanden voor de bevalling en 9 maanden daarna opgeroepen zien, wat zeker wel het aantrekkelijkste in haar stelsel is, aangezien het vraagstuk van het bui tenechtelijk kind er zeer bij zou win nen. Eigenaardig is het, dat Marie von Schmidt in het kader treedt van Dr. Lingbeek, wat betreft het voor uitgaan van de hygiëne. Haar denk beelden zijn sterk militair ingede.ld, maar men moet daarbij niet vergeten, dat zy een afstammelinge is van een oude Duitsche officiersfamilie, wat natuurlijk invloed oefent op haar ideeën. Voor ons on-militaire Hollan ders behoeft dat ook volstrekt geen reden te zijn, het goede er niet in te erkennen. In Frankryk was het dr. Madeleine Pelletier die verschillende artikelen in haar blad „La suffragiste" wjjddeaan dit vraagstuk. En ook uit Zweden mengt zich een stem in het kooi, waar Ellen Key zich uitdrukkelijk voor een weerplicht van de jonge vrouw heeft uitgelaten. Wjjlen Marie Jungius had bij de Nationale Tentoonstelling van Vrou wenarbeid een hoekje ingericht voor arbeidsmateriaal onzer hedendaagsche volleerde jonge dames. Men vond er tennisrakets, een fiets, waaiers, me nu's, balboekjes, een deeltje Tauchnitz enz. en daarnaast werd een overzicht gegeven van vele zaken waaraan dringend behoefte was, alle werk zaamheden, waaraaan de jonge dames konden meewerken om de maatschappij gelukkiger te maken. Dat was in 1898 en nu, tien jaar later, is er wel wat verbeterd, maar er valt nog ge noeg te doen. De school voor Nationalen arbeid werd ondertusschen opgericht, maar moest nog een jaar gesloten blijven, omdat er te weinig leerlingen kwa men. De ouders zagen niet in het groote nut van de dochters iets meer te trachtte te bewerken. Het noodlot had haar gevangen in de mazen van zyn net, en zy verbeeldde zich, dat alleen een wonder haar zou kunnen redden. Zij kleedde zich vlug aan en ont beet in de kleine kamer, die tot haar appartementen behoorde. De kleine Marguerite had haar een bezoek van madame Julia aangekondigd, en kort na het ontbyt kwam deze spraakzame vrouw de kamer binnen ruischen en omhelsde haar met al het vuur van een hartstochtelijk ras. „Mijn lieve kleine Esther!" riep zy bijna weenend uit, „dat we elkaar zoo moeten ontmoeten hoe is het mogelijk, dat gy dat zyt?" Esther stond haar toe, dat zij haar op eiken wang kuste, maar liet zich door die handige actrice niet om den tuin leiden, en luisterde, zonder eenige aandoening naar haar zenuwachtig gebabbel. „Ik dank u zeer," zei zij, „ik wist natuurlijk wel, dat u komen zou." Julia begon zich dadelijk te excu- seeren. „Och mijn lieve kind, dat wij nu de oorzaak moeten zyn van uw on geluk wij, die zooveel van u hiel den 1 Ik verwijt het my zelve bittert Als ik naar u kijk en zie, hoe vree- selijk gij veranderd zijt als ik aan onze gelukkige dagen van vroeger denk, dan neem ik het mjjzelve kwa- laten leeren dan het verbeuzelen van den tyd in allerlei nietigheden, waar door het leven leeg blyft en dat Dr. Cath. van Tusschenbroek aanleiding gaf haar waarschuwing omtrent het gebrek aan levensenergie bij de vrouwenlijke jeugd te doen booren. Als de verplichting bestond, zouden de ouders er zich zeker gemakkelijker by neerleggen, nu wordt het vaak niet noodig geoordeeld, dat het meisje leert nuttig te zijn. Er is een massa arbeid die om afdoening roept en heel veel ongebruikte vrouwenkracht, die daar voor kan worden aangewend. Tal van zaken liggen op neutraal terrein, waarvoor alle vrouwen zich kunnen beijveren. Wanneer zij verplicht wa ren een jaar in nuttige omgeving werkzaam te zyn, zoudenjze niet meer tot de beuzelarijen terugkeeren. Men zou in tal van zaken uitstekende krachten en bekwame leidsters ver krijgen. De maatschappij zou dus di rect nut ;trekken uit vrouwendienst plicht, maar het indirect nut zou nog grooter zyn, daar een vaste grondslag zou worden gelegd voor een degelijker leven. Tal van inrichtingen, zieken- huizeu, weeshuizen, scholen enz. zou den de krachten kunnen opnemen. De hoofdzaak is slechts, dat ieder vrouw verplicht wordt minstens een jaar werkzaam te zyn ten nutte van de gemeenschap, volgens vastgesteld schema. Natuurlijk zal dat geld kosten, ook omdat ouders de verdiensten van hun dochters niet kunnen missen. Maar dat geld is wel te krijgen als men de jonge dames, wier leege levens men zal nuttig maken, maar laat betalen. De onderlinge samenwerking van rijk en arm zal aanleiding geven tot heel wat beter begrijpen van elkander en zal heel wat klassenstrijd overbodig maken. De armen en rijken zullen veel van elkander leeren en een be tere maatschappelijke verhouding zal daardoor ontstaan. Prophylactisch zal het verplichte dienstjaar ongetwijfeld een groote waarde hebben. Ook zal een algemeen diestjaar een einde maken aan het laatste bezwaar dat in ernst tegen vrouwenkiesrecht kan worden aangevoerd. Freule Hart- sen heeft eens gezegd, dat op elk ge lijk, dat ik je heb laten gaan. Maar niemand wilde naar mij luisterenik smeekte Frans om je niet in Parys te laten hy wilde mij niet aan- hooren „Zy zal er door lijden," zei ik, ik was slimmer dan hy Het was haar gelukt om er Esther in een oogenblik van te overtuigen, dat zij zru moeten lijden, en dat ze erg veranderd was. Boosaardigheid, gehuld in den mantel der zoogenaamde genegenheid, is altijd een leelijk ding. Het gelukte Julia de Montalvan niet, het mooi te doen schijnen. „En dus zijt ge werkelijk zyn vrouw. Ja, het telegram deelde het ons mee! Mijn broer heeft het on middellijk in de couranten doen op nemen. Hij kon niet voorzien, dat men er zoo vreeselijk verontwaardigd over zou zyn. Cadi is een klein ko ninkrijk en do geest is er zeer repu- blikeinsch. Verbeeld je, dat een vry volk zoo dom zou zijn, dat het zyn vorst niet toestaat om zyn eigen vrouw te kiezenWat doet het er toe, of ge niet van adel zjjt of geen Spaansche van geboorte 1 Gij hebt de vriendschap van mijn broeder geno ten, dat moest voldoende zijn. De stad moet alle gezond verstand ver loren hebben, nu ze zich op zoo'n manier gedraagt. Den heelen dag door opstootjes en er gebeuren zulke vree- selyke dingen, dat ik ze je niet durf bied van maatschappelijk werk, be hoefte is aan der vrouwen hulp. Tal van vrouwen verwaarloozen echter haar plichten en zoolang zij dat doen, ziet fr. H. geen reden haar het kies recht toe te kennen. Daartegen valt niet te argumenteeien alleen daden moeten hier spreken. Bezwaren tegen vrouwendienstplicht bestaan niet. De Nationale Vrouwen raad moet de zaak aanpakken en samen werking zoeken met de vrouwenraden in Zweden en andere landen. Men zoekt eenig verband met het streven uaar gelijkheid met den man. Vrouwen dienstplicht is echter leerplicht en geen zoeken naar een aequivalent voor het dienen in het leger. Het is alleen een streven om meer te geven aan den staat dan tot nu toe moge lijk is. Ten slotte het in practijk brengen van het beginsel. Aanvankelijk werd alleen gedacht aan ziekenverpleging. En de bezwaren daartegen geopperd'^ zijn in Duitschland niet bestaande ge- bleken. De Evang. Diaconieverein in Berlyn-Zelendorff heeft n.l. een dienst jaar doen vervullen door meer dan 2» 3000 vrouwen. En de practijk heeft; geleerd, dat de vrouw haar tijd beter leert indeelen, zich meer bewust wordt van haar physieke kracht, een dieper inzicht krijgt in de maatschappelyke" ellenden, haar gezichtskring verruimt en haar levensvisie verdiept. Zelfop voeding is hetde mogelijkheid tot economische zelfstandigheid wordt haar geopend. Zoo oordeelen zy, die het dienstjaar hebben meegemaakt, En de leider der Diaconieverein zegt t Het ware alleszins te wenschen, dat' dit ook in grooter omvang in staats- ziekenhuizen werd ter hand genomen, tot een zegen voor de volksgezondheid. Wel zou het bezwaar kunnen zijn, dat er ten slotte meer verplegenden komen dan zieken. Daarom is bet standpunt ook uitgebreid. Hoe is die uitbreiding in concreto te denken Voor liet meerendeel zoekt de vrouw nog haar plichten in huis en huisge zin. Daaraan moet men zich dus aan passen, want in weerwil van tbeoriën over gezinsontbinding en coöperatief samenleven, blijft de moeder nog het middelpunt van het gezin en valt er in huishoudwerk, dat volstrekt niet oververtellen I En nu spreken ze er over om den Prins te veroordeelen. God helpe ons en zorge er voor, dat*,n prins Arthur in de bergen blijft I Als hy hier komt, is hy verloren 1" Esther gaf een andere wending aan het gesprek door ee.i ietwat onaange name vraag. „Ik vertrouw op den invloed van dr. Xavier," zei zij. „Aangezien het zyn schuld is, dat ik mijn echtgenoot in moeilijkheden heb gebracht, zal zijn eergevoel hem voorschrijven dat jï hij my helpen moet. Ware dit niet het geval, dan zou ik inderdaad wan hopig zjjn 1 Maar ik bid u, laat mjj niet vergeten, dat de hertog mijn vriend is." Madame Julia nam haar zakdoek van haar oogen weg en keek haaf ietwat uitvorschend aan. „Mijn broeder is het verpersoonlijkte eergevoel", zei ze ernstig. „U dankt het aan hem, dat u hier in het paleis v.:rbljjf houdt, terwijl de raad u naar de gevangenis had willen laten over brengen. Hij zal voor u doen, wat hij kan. U vergeet echter mijn beste, dat hij maar over éen stem beschikt, en dat hy er verscheiden tegen heeft. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1909 | | pagina 1