WEERBERICHT.
Thermometerstand
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
EONINEL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 1 April 1909.
Hoogste barometerstand 770.4 m.M.
te Seydisljord laagste 747.1 m.M. te
Haparanda.
Verwachting tot den avoud van 2
April 1909.
Wind Afnemende Noordelijke, later
krimpende wind.
Gesteldheid van de lucht: Afne
mende bewolking, aanvankelijk buiig.
TemperatuurLater hooger.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12
uur 759 m.M.
Vorige stand te 12 uur 758 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 58
Laagste hedennacht F. 44
Hedenmiddag 12 uur F. 41
minderwaardig, is dan mannenwerk
nog veel te doen.
Hoe nu alle meisjes werk te geven
ityoeilyk is dat op te geven. Maar
tjipsokomos en de Bond voor Zieken-
"verpleging zullen wel een -statistiek
Kunnen geven omtrent de krachten
die nog te gebruiken zijn en zoo be
staat op ander terrein ook nog veel
behoefte aan hulp.
Vrouwendienstplicht is het overdenken
i alleszins waard. Als men tegen staats
inmenging is, probeere met het zon-
Ber dat, maar men hoede zich er voor,
met het badwater het kind weg te
werpen.
Na nog eens gewezen te hebben op
het verschil tusschen de ultra-femi
nisten, wier streven meer e?n nivel
leeren in zich draagt en de meer ge
matigde elementen, die het vrouw zijn
wenschen voorop te stellen bij het
eischen der voor de vrouw bestemde
beroepen, eindigt Spr. haar met veel
aandacht gevolgd betoog.
In de pauze werden eenige vragen
ingeleverd die door spr. werden be-
autwoord.
Hoe denkt U over ont
slag aan onderwijzeressen
dieinhethuwelijk treden?
Spr. is heel blij, dat de vraag zoo
gesteld is en niet gevraagd wordt hoe
de Bond er over denkt, want die neemt
in dergelijke vraagstukken geen stand
punt in. Persoonlijk wil zij echter wel
zeggen dat ze het een grenzelooze
onrechtvaardigheid acht. Het stand
punt der tegenstanders is zoo sterk
mogelijk. Spr. heeft inr. J. A. Levy
en den heer Ketelaar er hun meening
over hooren uiten en kan met hen
volkomen meegaan. De werkgever
heeft alleen te vragen hoe is de per
soon als vakmensch Is het onder
wijs goed, dan heeft de gemeente niet
het recht om in te grijpen. In andere
landen als Frankrijk en België bijv.
neemt men bij voorkeur gehuwde on
derwijzeressen om het groote nut voor
de school.
De onderwijzeres moeder zou haar
huiselijke- en moederplichten niet kun
nen waarnemen Van idëeel stand
punt is daar zeker veel voor te zeggen
en spr. kan zich ook niet voorstellen,
dat een onderwijzeres die in staat is
behoorlijk te leven van het salaris van
den man, nog in school zou blijven.
Maar daarover heeft de gemeente niet
te oordeelen, deze heeft niet te mora-
liseeren. Het zou niet onaardig zijn
ook eens na te gaan of de gemeenten
ook geen gehuwde werksters in dienst
heeft. Mogen die wel aan het gezin
worden ontrokken
De mannen zijn toch niet zulke
sukkels, dat de gemeenten voor hen
behoeven op te komen. Dat is zoo
kindermeidspelen,zooallerbelachelijkst,
dat men er met zijn verstand niet
bij kan. .Het is beneden de waardig
heid van een gemeente, die zich er
buiten heeft te houden. Zeker als er
geen dwingende omstandigheden zijn,
moet de vrouw het liefst thuis blijven,
maar in tal van kringen moet de
vrouw arbeiden en er is geen enkel
recht om in te grijpen.
Verder waren er nog eenige vragen
gesteld omtrent het v -rschil tusschen
den Bond en de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht, waarover in ons
blad reeds eenige malen is geschreven,
zoodat dit verschil onzen lezeis bekend
kan zijn.
RUSLAND EN DUITSCHLAND.
Pas is de eene onaangenaamheid
de wereld uit, of de andere doemt weer
op. Nu is het in Rusland dat men
verbitter t is op Daitschland.
Chomjakof, de voorzitter van de
Russische Doema, heeft in het Nowoje
Wremja van Dinsdag een verklaring
gezet, waarin hij zegt, dat Rusland's
erkenning van de inly ving van Bosnië
een vernedering is. De Duitsche nota
bedreigde Rusland en stelde volgens
hem zelfs de mogelijkheid in het voor
uitzicht, dat de Duitsche korpsen op
een bepaalden datum, 7 April, Rusland
zouden binnenrukken. Rusland, besluit
hij, is nu in de macht van Berlijn en
het oorlogsgevaar blijft bestaan.
Het Nowoje Wremja schrijft verder,
dat prins Billow's kaimeerende frazes
in den Rijksdag evenvele beleedigingen
voor Rusland waren.
Andere Russische kranten laten zich
in denzelfden geest uit.
GROOT BRITANNIÊ.
Men is tegenwoordig enthousiast in
Engeland in betrekking tot vloot-
plannen.
Balfour, is Dinsdagavond in een
groote vergadering van unionisten in
Islington over de vlootpolitiek aan
het woord geweest.
Hij zeide o. m.Uit de verklaring
van de regeering zelve is volstrekt
duidelijk, dat zij de belangen van het
rijk op de belangrijkste en kwetsbaarste
punten heeft verwaarloosd. Het zij
verre van mij, om haar vaderland
lievende gezindheid in twyfel te trek
ken, maar waarom speelt zij geen
eerlijk spel? Was het haar plicht niet
met alle mogelijkheden rekening te
houden en het lot van het rijk niet
aan een draadje te hangen, Eugeland's
meerderheid ter zee over welke andere
natie, hoe matig ook, of welk verbond
van naties ook te handhaven.
De zaak is nu voor de openbare
meening gebracht, met wonderbaar
lijken uitslag. Onder het volk is een
gevoel van groote bezorgdheid voor
de toekomst en vastberadenheid voor
het heden ontstaan, dat zelfs de weer-
barstigste leden van de regeering niet
kunnen negeeren. Balfour prees het
besluit van Nieuw-Zeeland, dat een
bevolking heeft die maar een vijfde
van Londen bedraagt, om een Dread
nought ter voldoening aan een onmid
dellijke behoefte ten geschenke te
geven. Uit dit oogpunt is het aanbod
afgewezen (geroep van schande
maar het is, min of meer voorwaar
delyk, aanvaard, voor het geval de
Dreadnought later noodig mocht wezen.
De regeering, zei Balfour, schijnt die
Dreadnought te beschouwen als een
verlichting voor den Engelschen be
lastingbetaler, maar niet als een ver
meerdering van de sterkte van de
vloot. Laat z(j het blijde aannemen,
niet als een verlichting van [onzen
last, maar als meedere zekerheid voor
het rijk.
Balfour besloot met de fiscale her
vorming, lot stijving van 'slandsschat
kist en tegemoetkoming aan te toe-
mende behoeften aau te bevelen.
GRIEKENLAND.
Gistermorgen sloten alle handelaren
van Athene en Piraeus hun winkels
en belegden een bijeenkomst om ver
zet aan te teekenen tegen de houding
van den directeur der douanen te
Piraeus, als gevolg van vele onregel
matigheden in den dienst. Zij ver
zochten den directeur te ontslaan.
Van die bijeenkomst ging men naar
het paleis om aan den Koning een
request en de grieven der handelaren
voor te leggen. Het hoofd der politie
met agenten en gendarmes wilde den
toegang tot het paleis met geweld be
letten, waarbjj de handelaren tegen
den grond gegooid en mishandeld
werden. De Koning bemerkte wat
er voorviel en gaf last, dat de politie
zich terug zou trekken en de hande
laren te laten betoogen. Een afvaar
diging van de handelaren diende zich
bij den Koning aan en stelde hem
een request ter hand, waarbij zy zich
beklaagden over de. houding der po
litie. De Koning heeft hiervan een
onderzoek gelast.
Het schijnt du, dat de regeering
van oordeel is, dat dit onderzoek een
gebrek aan vertrouwen verraadde, en
zy heeft haar ontslag ingediend.
Onderdirecteur R ij k s-
postspaarbank. De Minister
van Waterstaat brengt ter kennis, dat
te vervullen is de betrekking van
onderdirecteur van de Rijkspostspaar
bank te Amsterdam, aan welke be
trekking eene jaarwedde is verbonden
aanvankelijk van f 4000, welko tot
f 4500 kan klimmen.
Sollicitanten, die den leeftijd van
35 jaren bereikt en dien van 45 jaren
niet overschreden hebben, worden
uitgenoodigd zich vóór 16 April a. s.
bij gezegeld adres tot Hare Majesteib
de Koningin te wenden.
DeHollandsc h-B e 1 g i s c h e
Commissie. Naar wij vernemen
zal de Holiandsch Belgische Commisie
in voltallige vergadering in den Haag
bijeenkomen in de tweede helft der
maand April. Men is tot overeenstem
ming gekomen aangaande de uitvoering
van vonnissen in beide landen.
De heer Marez Oyens is te Brussel
aangekomen ten einde besprekingen te
voeren met der, president van een der
subcommissies betreffende de verlaging
van het posttsrief. Beweerd wordt
dat men tot een oplossing zal geraken.
Sedert eenige weken zijn aan
onderscheidene tijdelijke schrijvers der
Rijksverzekeringsbank namens het be
stuur dier Bank mededeelingen van
aanstaand ontslag gezonden. In het
geheel is reeds aan pl. m. 60 schrijvers
de ontslagbrief ter hand gesteld, steeds
met, een ruimte van zes weken tus
schen den dag der kennisgeving en
den datum van ontslag.
Jaarverslag der vereeniging
„Amersfoortsche Industrie- en Huis
houdschool," over 1908 uitgebracht in
dealgemeene vergadering van 30Maart
1909.
Aan de Leden der Vereeniging.
Ingevolge het bepaalde in art. 10
der statuten wordt U by dezen het
jaarverslag over 19üS aangeboden.
I. Leden.
Het aantal leden der Vereeniging,
thans 241, verminderde door vertrek
met een twaalftal, welk verlies naar
wjj hopen in het nieuwe jaar spoedig
weder zal zyo aangevuld.
II. Bestuur.
Het bestuur werd in het atgeloopen
jaar, in de algemeene vergadering v n
20 Februari, aangevuld met één lid,
deu heer J. W. Middelburg, zoodat het
thans bestaat uit 7 dames en 6 heeren.
Wegens drukke ambtsbezigheden
zag de heer J. I.dok zich genoodzaakt
de functie van voorzitter neer te leg
gen. In zijne vergadering van 30 April
koos het bestuur den heer T. Sanders
tot zyn opvolger.
III. Leerlingen en Onder-
w Ij s.
Het getal der leerlingen ve: meer
derdein 1908 toch werd de school
bezocht door 249 leerlingen tegen 223
het jaar te voren. Daarvan behoorden.
76 meisjes totdendieDstbodenstand
verder waren er 7 gehuwden,
77 kinderen van ambachtslieden,
33 kleinhandelaars,
38 ambtenaren engroot-
handelaars,
9 militaireD beneden
den rang van officier,
9 officieren.
Het aantal leerlingen van elders
heeft in het afgeloopen jaar 14 be
dragen.
Met betrekking tot het betalen
van schoolgelden zyn de leerlingen als
volgt verdeeld
19 leerliDgen kosteloos
101 beneden 6 gulden per
jaar,
19 betalende 6 gulden per
jaar,
41 612 gulden
per jaar,
13 12—24 gul
den per jaar,
11 24—30 gul
den per jaar,
45 boven 30 gul
den per jaar,
Totaal 249 leerlingen, waarvan dus
ruim de helft behoort tot de categorie,
die aan schoolgeld het minimum be
drag of daar beneden betaalt, of wel
kosteloos de school bezoekt.
In 1903 werden door de school 8
vakgetuigschriften uitgereikt, n.l. 2
voor huishoudkundige, 4 voor hulp in
de huishoudirg en 2 voor dienstbode.
De twee huishoudkundigen zetten haar
studie voort om het diploma als
leerares bij het huishoudonderwys te
behalen, terwijl de vier, die in het
bezit kwamen van het getuigschrift
voor hulp in de huishouding, over
gingen in het derde leerjaar, teneinde
ook het diploma te verkrijgen als
huishoudkundige. Aan de twee leer
lingen, die de school verlieten met
getuigschrift als dienstbode, werden
de door haarzelve aan de school ver
vaardigde kleedingstukken tot be
looning, by wijze van uitzet, medege
geven.
Voor de leerlingen der dienstboden
opleiding, 12 in getal, werd door het
Bestuur een lidmaatschap van „Het
Groene Kruis" genomen a f0.50 per
leerlinge het plan is dit voor genoem
de opleiuing te blijven doen tot een
maximum van 24 leerlingen. Deze
verkrijgen daardoor, in gevallen dat
zulks noodig is, recht op behandeling
door een wykzuster.
Het internaat der school, met Sep
tember 1908 geopend, begon metslechts
twee interne leerlingen. Dat dit getal
aanvankelijk niet grooter was, heeft
het bestuur wel eenigszins teleurge
steld toch had het ook deze goede
zijde, dat de hierbij betrokken leer
krachten zich nu successievelijk op de
hoogte van de nieuwe taak kunnen
stellen. „Chi va piano va sano" en
op den duur zal het langzame begin
voor de verdere ontwikkeling van ons
internaat zeker blijken niet ongunstig
te zijn geweest.
Ten slotte een enkel woord over
den loop van het onderwijs meer in
het algemeen. Terwijl by het oprich
ten der school het doel moest zijn om
naast het vakonderwijs, als overgang,
ook voorbereidend onderwijs te geven,
is het gebleken, dat langzamerhand
aan een deel van dit voorbereidende
onderwijs steeds minder behoefte be
staat.
Dit feit is vooral hierom een ge
lukkig verschijnsel, wijl er uit blykt
dat onze school zich meer en meer
heeft leeren aanluiten aan de bestaande
inrichtingen van onderwijs in deze
gemeente en omdat de betrekkelijk
groote kosten tot nu toe hieraan be
steed, voor aanzienlijke vermindering
vatbaar zijn.
Dit is noodig, omdat de zeer
belangrijke ontwikkeling van ons vak
onderwijs van 1906 (29 leerlingen) tot
in 1908 (56 leerlingen) en met op
brengsten respectievelijk van f 769
en f1407 het onmisbaar heeft gemaakt
de lessen voor het vakonderwijs met
daaraan gepaarde kosten voortdurend
meer uit te breiden, laatstelijk in Mei
1908 met eene klasse lot opleiding
voor costuumnaaister.
Zooals uit het financieel overzicht
hierachter zal blijken, is de begrooting
van 190S ten gevolge hiervan over
schreden, evenals door enkele andere
bijkomendo omstandigheden, die daar
zijn toegelicht.
Bij het opmaken der begrooting voor
1909 bleek, dat de cursussen voor
dames, die betrekkelijk de grootste
bijdrage tot de schoolgelden verstrek
ken, dit jaar niet onbelangrijk minder
opbrachten dan in de voorgaande
jaren en tevens, dat in tegenstelling
met de belangrijke vermeerdering der
leerlingen voor het eigenlijke vakon-
deiwijs, die voor het Fröbel-onderwys
en voor kinderjuffrouw constant op
hetzelfde geringe getal bleveD, terwijl
die voor het huisvlijtODderwijs zelfs
in aaDtal verminderden.
Uit een en ander bleek toen duide
lijk aan het bestuur, dat reorganisatie
van het onderwijs een dringende eisch
was. Aanstonds werd dan ook over
gegaan de hoofdlijnen daarvoor vast
te stellen.
Aangenomen werd de wenscbeljjk-
heid tot afschaffing van den voorbe
reidenden cursus B, waaiaan zooals
gezegd is, steed» minder behoefte, bleek
te bestaanverder kon belangrijke
inkrimping der uitgaven voor het
Fröbelonderwijs verkregen worden
stappen zyn gedaan om hiertoe te
komen.
Afschaffing van den cursus voor
huisvlijt en van onderwijs in Engelsch
en Duitsch bleek mogelijk, en ook
wenschelijk, daar deze beide vakken
minder eigenaardig op onze school
tehuis behooren, wanneer de voorbe
reidende cursus B wordt afgeschaft.
De door al deze maatregelen te ver
krijgen bezuinigingen zullen, naar wij
vertrouwen, het bestuur in staat stel
len, niet alleen om het verbroken
financieel evenwicht te herstellen,
maar tevens om voort te gaan op den
weg langs welken bet eigenlijke vak
onderwijs steeds meer tot ontwikke
ling en bloei zal worden gebracht.
IV. Onderwijzend perso
neel.
Met ééne uitzondering bieef in 1908
het onderwijzend personeel hetzelfde
als in het daaraan voorafgegane jaar.
Mejuffrouw F. M. Stoll, leerares in
koken en voedingsleer, verwisselde
wegens familieomstandigheden, tot
groot leedwezen van he( bestuur hare
betrekking aan onze school met eene
te 's Gravenhage zij werd hier op
gevolgd door mejuffrouw E. G. Goos-
zen, leerares aan de Departementale
school te Breda.
De plichtsbetrachting, waarmede het
personeel der school ook gedurende
het afgeloopen jaar weder werkzaam
was, wordt door het bestuur gewaar
deerd.
V. Overdracht van de Frö
belschool.
De overdracht van de Fröbelschool'
aan het Nut, waartoe op 10 Juli 1907
door de algemeene vergadering be
sloten was, had met het begin van
1908 plaats.
VI. Het nieuwe schoolge
bouw.
Ons nieuw en doelmatig schoolge
bouw, Bekesteinsche laan 23, sinds
December 1907 gedeeltelijk in gebruik,
werd in de eerste maanden van 1908
voltooid, waarop het met 1 Sep
tember geheel in gebruik genomen
werd en den 17en daaraanvolgende in
tegenwoordigheid van autoriteiten en
genoodigden feestelijk werd ingewijd.
De Voorzitter kon verklaren, dat de
houw geheel naar eisch was geschied
en ook de uitgetrokken bouwsom vol
doende zou zyn.
Ook is sedert gebleken, dat het ge
bouw in zijn geheel volkomen aan de
gestelde eischen voldoet. Van de ver
warmingsinrichting kan hetzelfde ge
tuigd worden.
De exploitatiekosten van het ge
bouw blijven binnen het oorspronke
lijk geraamde bedrag.
VII. De Financien.
De rekening en verantwoording over
1907 werd, gelijk zij, overeenkomstig
advies van de daarvoor aangewezen
commissie uit de Vereeniging, in de
algemeene vergadering van 20 Febr.
1908 was vastgesteld, blijkens missive
van 9 Maart 1908, afd. H. M. O. No.
1268, door Z. Exc. den Minister van
Binnenlaudsche Zaken goedgekeurd en
eveneens door Burgemeester en Wet
houders van Amersfoort, wat door
hen werd medegedeeld by schrijven
van 26 Mei 1908, afd. I no. 292.
Goedgekeurd werd ook op de op 4
November 1908 door de algemeene
vergadering aangenomen begrooting
1909, ten bedrage van f 14850 aan
inkomsten en uitgaven en wel door
Z. Exc. den Minister van Binnenland-
sche Zaken bij schrijven van 18 No
vember 1908, afd. H. M. O. no. 7399
en door Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort blijkens missive van
20 November 1908, afd. I no. 1530.
Na bovenstaande mededeelingen is
het noodig ditmaal nog een bijzonder
woord te wijden aan den financieelen
toestand onzer vereeniging.
Gelijk hiervóór, bij het hoofdstuk
„Leerlingen en Onderwijs*, reeds werd
opgemerkt, heeft de vry snelle wijzi
ging en ontwikkeling van ons onder
wijs het bestuur min of meer verrast,
zoodat eerst in het najaar van 1908
de toestand ons volkomen duidelijk
voor oogen stond. Hoewel toen dade
lijk voorbereidende stappen werden
gedaan om te komen tot eene reor
ganisatie, was het toch niet mogelijk
bestaande cursussen, wier bezoek niet
voldeed aan de verwachting, terstond
op te heften of te vereenvoudigen,
maar zal dit slechts mogelijk zyn aan
het einde van het loopende schooljaar,
met Juli 1909zoodat een nieuwe
toestand eerst intreden kan met Sep
tember e.k.
Het gevolg van een en ander is,
dat vermoedelijk ook 1909 niet geheei
zonder tekoit zal kunnen sluiten, tenzij
de schoolgelden veel ruimer vloeien
of bijzondere maatregelen genomen
worden.
Daar het eerste niet te verwachten
is, heeft het bestuur gemeend geen
anderen maatregel te mogen voorstel
len dan het sluiten eener rentelooze
leening, af te lossen uit eveDtueele
overschotten van volgende jaren, Da-
dat telkenmale eerst aan alle andere
geldelijke verplichtingen geheel zal
zijn voldaan.
Volgens onderstaande berekening zal
deze leening de som van f 1000 of
f1500 moeten bedragen.
Het geheele tekort op de exploitatie
over 1908 beloopt, volgens de rekening
en verantwoording en de daarbij ge
geven toelichting, f 1626.46'.
Door de eerste afflossing van f500
op de leening van f 15000 een jaar uit
te stellen, waarvoor de goedkeuring
der aandeelhouders werd gevraagd
en verkregen, en door verder de rente
betaling ad f675 nu en ook in het
vervolg te verschuiven van 31 Dec.
op 1 Januari daaraanvolgende, dus op
een volgend boekjaar te boeken, (eene
verschuiving, die hoewel theoretisch
minder juist, geheel in overeenstem
ming is met de praktijk), wordt het
deficit herleid tot f 451.46$, gelijk de
rekeniDg en verantwoording aanwijst.
Zooals bij „Leerlingen en onderwijs"
reeds werd uiteen gezet, kan de reorga
nisatie van het onderwijs niet worden
ingevoerd vóór September 1909 en
blijven dus de kosten der tegenwoor
dige regeling nog gedurende acht maan
den op het loopende jaar drukken.
Vandaar dat het volkomen even
wicht tusschen ontvangsten en uit
gaven niet vóór 1910 kan worden ver
kregen en voor het loopende jaar nog