EE RBE RICHT.
Thermometerstand
V
r
MEDEDEELINGEN VAN HET
EONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 uur.
Do Bildt, 20 Jan. 1910
Hoogste barometerstand 767.5 m.M. te
Coruna, laagste 742.9 m.M. te Riga.
Verwachting tot den avond van 21 Jan. 1910.
Matige tot krachtige meest W.-lijke wind.
Gesteldheid van de luchtVeranderlijke
bewolking, waarschijnlijk nog regen- of
sneeuwbuien.
Temperatuur: Dezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
751 m.M.
Vorige stand te 12 uur 749 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 44
Laagste hedennachtF. 33
Hedenmiddag 12 uurF. 41
Een uittreksel uit de notulen onzer
vergadering, voor zoo ver dit op deze
aan gelegen beid betrekking heeft, leg
gen wy U hierbij over.
Naar aanleiding van de in de ge
noemde Raadsvergadering gevraagde
inlichtingen, deelen wij U mede, dat
de Gemeente-geneesheer dr. A. H. C.
van Driel en de heel- en vroedmeester
dr. H. W. Schreuder het stadsgedeelte
bezoeken, dat men, den straatweg
van Hoevelaken, Kampstraat, Lange-
straat, Utrecbtsehestraat en Utrecht-
schen straatweg in de aangegeven
richting volgende, aan de linkerhand
heeft, iet overige stadsgedeelte maakt
de wijk van den Gemeente-geneesheer
Jorissen en den heel- en vroedmeester
Morren uit.
Voorts verwjjzen wij U naar den
hierbij overgelegden staat over de
jaren 19071909, waaruit het aantal
Gemeente-patiënten en hun ge'al ver-
pleegdagen blijkt, verdeeld naar de
Gemeente geneesheeren en Gemeente-
heel- en vroedmeesters, die de opname
hebben voorgeschreven.
Indien andere geneesheeren opname
noodzakelijk achten, wordt hun daar
toe strekkend verzoek steeds afgetee-
kend door een Gemeente geneesheer of
Gemeente-heel- en vroedmeester. Van
eenige patiënten in de jaren 1907 en
1908 staat het niet vast of zij recht
streeks op verzoek van een Gemeente
geneesheer of Gemeente-heel- of vroed
meester zijn opgenomen dan wel naar
aanleiding van een verzoek van een
geneesheer, die niet in dienst der Ge
meente staat. Ten einde de cijfers zoo
zuiver mogelijk te geven, zijn beide
rubrieken niet onder de opgegeven
getallen medegerekend.
Wat nu de overgelegde cijfers be
treft, moeten wij opmerken, dat deze
naar onze meening van geen invloed
zjjn op de vraag, die U thans bezig
houdt. Wjj deelen z6 mede, omdat in
Uwe vergadering cijfers gevraagd zijn,
maar wijzen er daarbij tevens uit
drukkelijk op, dat zjj o.i. ten aanzien
van de voorgestelde motie van geen
belaDg zjjn.
Ten aanzien van de motie zelve vesti
gen wij er uw aandacht op, dat deze
in haar tegenwoordigen vorm naar
onze meening niet kan worden aan
genomen. Gelijk reeds in uw vergade
ring van 26 October 1909 is betoogd,
zal, na eventueele wijziging van de
instructie van den Gemeente-genees-
I' heer, niet een oproeping van sollici
tanten kunnen plaats hebben, alvorens
de betrokken ambtenaar in de ge-
legqfiheid gesteld is, zich te beraden
of hij al dan niet onder de gewijzigde
instructie werkzaam wil blijveD.
Ten slotte hebben wy de eer U te
kennen te geven, dat wij het wensche-
lyk blijven achten, in deze zaak eene
beslissing te nemen, wanneer de be
noeming van den betrokken genees
heer expireert.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
l)e Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Uittreksel uit de notulen van
de vergadering van Burgemeestei
en Wethouders der Gemeente
Amersfoort, gehouden op Donder
dag 11 November 1909.
Tegenwoordig de heerenjhr. J.
W. A. Barchman Wuijtiers, Burge
meester M. L. Celosse en Th. Sanders,
Wethouders, en de Secretaris mr. dr.
J. G. Stenfert Kroese.
De notulen van de vergadering van
4 November worden gelezen en goed
gekeurd, enz.
In de vergadering wordt, daartoe
uitgenoodigd, de geneesheer Jor>ss n
binnengelaten.
De Burgemeester deelt hem mede,
dat Burgemeester eu Wethouders
gaarne, naar aanleiding van de motie,
door den heer Rjjkens voorgesteld,
over deze aangelegenheid met hem
willen spreken.
De heer Jorissen antwoordt, dat hy
dit zeer op prijs stelt, maar toch nog
liever had gehad, dat Burgemeester
en Wethouders hierover met hem had
den gesproken vóórdat zij de Memorie
van antwoord opstelden, omdat hij nu
toch eenigszins verdacht is gemaakt.
Burgemeester en Wethouders ant
woorden daarop, dat zij het beter
vonden hun antwoord vast te stellen
alvorens den heer Jorissen tehooren;
dat in de Memorie van antwoord in
geen enkel opzicht eenige verdacht
making is opgesloten, eu dat dit ook
in 't geheel niet in hunne bedoeling
heeft gelegen.
De betrekkelijke zinsneden worden
daarna voorgelezen.
Wat nu de zaak zelve betreft, deelt
de heer Jorissen in hoofdzaak het
volgende mede
Het ziekenhuis heeft geen belang
bij een groot aantal 3de klasse patiën
ten het Bestuur heeft zich nimmer
laten terughouden door mogeljjke
schadeposten, daar, waar het geldt de
zieken zoo goed mogelijk te verplegen.
Dit laatste is alleen het doel der
vereeniging, die eene liefdadige ver-
eeniging wil zijn. Door eene groote
massa zieken wordt het ziekenhuis
niet gebaat, omdat de onkosten per
zieke en per verpleegdag pl.m. f 1.88
bedragen. De Directeur staat geheel
buiten de financieele regeling en heeft
daarmede niets te maken.
De Directeur geniet in 't geheel
geen voorrechten't is als 't ware
een eeretitel, die gegeven is voor de
vele moeite, die de heer Jorissen zich
gegeven heeft voor de tot standko-
ming van het ziekenhuis. Slechts bij
technische zaken, bijv. den aankoop
van instrumenten, wordt hij geraad
pleegd.
Iedere Gemeente-geneesheer en Ge
meente-heel- en vroedmeester kan de
patiënten der Gemeente doen opne
men.; in dat opzicht geniet de Direc
teur ook geen voorrecht boven de
anderen. Slechts bij twijfelachtige ge
vallen, n.l. wanneer omtrent do be
smettelijkheid eener ziekte geen
zekerheid bestaat, moet de Directeur
gekend worden.
De conclusie van den heer Jorissen
is dan ook, dat er geen stryd is als
men de zaak goed inziet en dat hij de
motie van den heer Rjjkens eenvou
dig onzinnig vindt.
Van de zijde van Burgemeester en
Wethouders wordt gezegd, dat de
motie in dezen vorm niet kan worden
aangenomen.
De Burgemeester zegt daarna, dat
naar zijn oordeel voor den sehijn al
thans, de combinatie ongewenscht is
en hij daarom op den duur combina
tie ongewenscht acht.
Aldus gelezen en goedgekeurd
in de vergadering van 18 Novem
ber 1909.
(get.) WUIJTIERS.
(get.) J. G. STENFERT KROESE.
MOTIE.
De Raad gelezen de discussies in
de tweede afdeeling gehouden inzake
de al of niet wenscheljjkheid der
combinatie van de betrekkingen van
Gemeente-geneesheer en Directeur van
het St.-Elisabeth's Gast of Ziekenhuis,
Gezien het advies van Burgemeester
en Wethouders in deze zaak,
Oordeelt genoemde combinatie on
gewenscht,
noodig het Dagelyksch Bestuur uit
ten spoedigste een voorstel in te die
nen lot wijziging in dien geest dei
betrokken instructie en, na vaststolling
daarvan, een oproeping van sollicitan
ten te doen naar de betrekking van
Gemeente-geneesheer.
(w. g.) RIJKENS.
Q. O, Qj C—I QJ
ftK;3i>
ft-
do® P o
2 2. O
O 02 cc'
2 ca - o co
O 3* D CO
O
1 <3
P
O «3
<$g gg
«2 2 B
CO
d -3
O O d
t—O
Ci ooi
OCH 00 co
O co^o
CD d
CCW
GO CO O
HET STELSEL VAN Dr. KUYPER.
Voor de afdeeling Amersf iort van
den Ned. Prot. Bond trad gisteren
avond als spreker op Prof. Dr. B. D.
Eerdmans uit Leiden, met het onder
werp Het stelsel van Dr. Kuyper.
Spreker begon met er op te wjjzen
dat de antirevol. pari ij de antithese
vooral op den voorgrond heeft gesteld.
Zy heeft deze kunstmatig gekweekt,
door de gedragslijn, die Groen sinds
1862 koos, te volgen. Sinds 1862 wilde
Groen de liberalen tot een consequente
neutraliteit drijven, die geenszins aan
de liberale politiek eigen was, om dan
daarna op de kortzichtigheid der li
beralen te wijzen en het als hunne
meening voor te stellen alsof men het
hoogste, het godsdienstige, eenvoudig
uit de staatkunde zou kunnen uit
schakelen. Kuyper heeft de leiding
van Groen voortgezet. Wie zich met
het antirev. standpunt bezig houdt,
moet zijn werken bestudeeren want
hij is de erkende leider, wiens meening
gezag heeft.
'Wanneer wy zijn denkbeelden be
studeeren zien wij echter, dat zij zich
Diet met de antithese-leuze laten ver
eenigen. De bovennatuurlijke wereld
beschouwing is de grondslag van deze
leuze, doch Kuyper wil geen suprana-
turalist meer zyn.
Spreker geeft nu een korte schets
van de hoofddenkbeelden van dr. K.
Zyn doel is de Gereformeerde leer in
rapport te brengen met het bewust
zijn van onzen tijd. Hierdoor blijft
er echter van de Gereform. leer niet
veel over.
De natuurlijke mensch meet worden
wedergeboren. Deze wedergeboorte is
een proces in het onbewuste leven,
geen nieuwe schepping. Door de
wedergeboorte herkent de mensch in
de Schrift het werk des Heiligeü
Geestes. De Schrift bevat Daast de
menschelijke elementen de openbarings-
elemeDten Gods.De Schrift is geen tuig
huis van bewijsplaatsen, maar een orga
nisme. De wedergeborene is door deze
wedergeboorte behouden. De bekeering
is tot de behoudenis Diet noodig. Het
doel van de Kerk is dan ook niet de
menschen tot de zaligheid te brengen,
maar om de wedergeborenen te ver
eenigen om Gods naam in de wereld
te prijzen.
God is de alomtegenwoordige. Zyn
mogendheid werkt in alles. Al wat
geschiedt is echter vooruit beschikt
in de Besluiten voor de Schepping.
Een verandering in den toen bepaalden
oop der dingen is niet mogelijk. Het
gebed is daarom Diet een vragen,
maar een zich stellen onder Gods
Besluit. God zou een gebed Diet kun
nen verhooren als Hij wilde, want Hy
is gebonden aan Zijn eigen Besluit.
Bjj de Schepping komt niets by en
er gaat niets af. Een wonder is dan
ook niet een openbaring van een
ander dan de natuurlijke kracht, maar
het is een rechtzetten van dat wat
scheefgetrokken was.
Deniet wedergeborenen zijn door de
Algemeene Genade tot positief goed
in staat. De wereld valt mee, maar
de kerk valt tegen, zegt dr. K., want
in de wereld werkt de algemeene ge
nade, doch in de kerk werkt de zonde
nog na.
Na een korte pauze betoogde spre
ker dat dit stelsel in strijd is met de
Heilige Schrift en de Belijdenis.
De geheele Schrift gaat uit van het
begrip der bovennatuurlijke wereld
beschouwing. God schept de wereld,
maar is zelf de wereld niet. Hij ver
hoort gebeden, d.w.z. Hy doet iets
anders geschieden dan zonder dat
gebed het geval zou zijn geweest. Hy
heeft berouw en wisselt van besluit.
Kuyper tracht dit weg te redeneeren.
Doch de Schrift spreekt duidelijk. K.
zet het wijsgeerig determinisme over
in Gereformeerd dogmatischen toon
aard.
Wanneer K. ronduit verklaart met
de oude bovennatuurlijke wereldbe
schouwing te breken (E Voto deel I
bladz. 238) wordt hiermede het onjuiste
der antithese-leuze bewezen. Het won-
dergrip van Kuyper past niet op de
wonderen des bijbels, omdat een
wonder thuis hoort in de boven
natuurlijke beschouwing.
De Schrift en de Belijdenis leeren
dan ook de Voorzienigheid Gods,
waarvan K. niet wil weten.
De Schrift wordt gezegd organisch
geopenbaard te zijn en niet mechanisch.
Hierdoor wordt het echte karakter
der oude Openbaring opgeheven.
De Wedergeboorte is in Schrift en
Belijdenis een proces in het bewuste
■even. K. verandert de leer tegen de
Schrift in ter wille van de Statistiek.
Het blijkt dat op deze wyze de weder
geboorte geheel van beteekenis ver
andert.
De levenspractyk wordt ook een
geheel andere door het aanvaarden
van de middelen der wereld. Dit blykt
uit de veranderde houding ten opzichte
van verzekeringswezen en voorbehoed
middelen.
Het is zonderling dat het contract
tusschen de Geref. kerken en deViije
Univ. verbiedt iets tegeD de Belijdenis
te leeren, terwijl er Diemand meer
tegen heeft geleerd en leert daD dr.
A. Kuyper.
Wanneer christelijk gereformeerden
zich verzetten is er bij de anti-rev.
slechts spotds. Bos en prof. Linde
boom hebben reeds meermalen op K's
afwijkingen gewezen, doch K. heeft
aller oor.
Het bedenkelijke van dit alles is, dat
de verdeeldheid die de antithese-leuze
onder protestanten heeft gebracht
Rome doet winnen. Rome zwijgt,
maar weet zich te bevoordeelen. Het
is veel slimmer dan dr. K. en de zij
nen. Van deze zijde dreigt ernstig
gevaar. Nu bergt men de leuze wol
zoowat op en spreekt van jde neutrale
zone, noemt de bijzondere openbaring
maar een aanvulling, over welker toe
passing de wedergeborenen zelf het