1B1PS DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 31. MAANDAG 7 FEBRUARI 1910. 7e JAARGANG. Het gebrek aan verlofoffleieren en middelen tot verbetering. FfiUILLETON. HET DOODENMASKER. DE GEHLANDEB Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERT ENTIEN Per jaar "met geïllustreerd Zondagsblad f 4.—. Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. fl.Franco per post Van 1 tot 5 regels f0.40. Voor iederen regel Buiten het Kanton Amersfoort per regel meer f0.08. fO.lO. (Bij id. fl.40. Afzonderlijke nummers f0.06. abonnement belangrijke korting.) Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buitan het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algomeon Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam. II. (Slot). Verdient een groot gedeelte der Nederlandsche jongelingschap strenge afkeuring, dat z(j hun mannenplicht verzaken, ook de regeering en vele besturen hebben niet minder schuld. „Wordt van den kant der Regeering wel alles gedaan, om het (goede doel) in de hand te werken vraagt de redactie van de Eemlander, en zij geelt daarop een ontkennend antwoord, door te wijzen op het stelsel der vier- maanders en de in m(jn vorig opstel genoemde houding der jonge beroeps officieren en der militaire autoriteiten tegenover de verlofoffleieren. Wat de viermaanders aangaat, zegt dat blad verder„W(j zijn nu eenmaal nog „geen militair volk en nog altijd prijst „men zich gelukkig als men vrü loot „en als men kans ziet er met 4 maan- „den af te komen, geeft men zich „niet op voor verlofofficier." Volkomen juist. Het instituut der viermaanders in zijn tegenwoordigen vorm moet zoo spoedig mogelijk ver dwijnen. A qui le dites-vous? Zou ik willen vragen jaar in jaar uit heb ik dit in het openbaar uitgesproken, en gelukkig mogen we ons rekenen, dat de minister Sabron, met wiens denkbeelden minister Cool instemt, zich ook reeds voor die aanschaffing heeft verklaard. Zoodat wij thans wel mogen hopen, dat dit spoedig zal geschieden. Maar ook daarna komt men er niet zonder invoering van kaderplicht. De Eemlander schijnt die invoering niet te wenschenvan de door hem genoemde maatregelen ver wacht hjj veel meer dan van wette lijke bepalingen, welke de meer ont- Naar het Engelsch van HORACE ANNESLEY VACHELL. 100) Zijn vertrokken gezicht bracht haar zoozeervan streek, dat bet haar moeite kostte om „ja* te mompelen. Dan kunt u niet weten, dat hij datgene gedaan heeft, wat u het meest verafschuwt 7" Téphany 'keek naar Carne, anders zou zij Michael hebben zien opspringen en zjjn mond openen, hij drukte zijne lippen echter dadelijk weer vast op elkaar. Wat gaat u dat aan zei Téphany. Ik heb m(jn antwoord al. U weet het niet. Het kan mij niets schelen wat Ossory gedaan heeft, maar het zal u misschien heel veel kunnen schelen 1" Hoe zijt ge er achter gekomen vroeg Michael. Zelfs op dat oogenblik van uiterste spanning merkte Téphany op, dat al het leven verdwenen was uit het wikkelden zullen dwingen, zich voor hunne taak als reserve-aanvoerders te bekwamen. „Men kan dan mis schien wel aan die jongelieden de „noodige wetenschap bijbrengen, doch „wat heeft men daaraan als zjj niet „met alle toewijding hun ambt ver hullen", zoo 'eest men daar. Daarmede kan ik het niet eens z(jn Gaarne geef ik toe het is reeds gebleken dat de bedoelde maat regelen gunstig zullen kunnen werken, maar afdoende zullen zij naar ik meen niet zjjn. De ervaring heeft toch steeds geleerd, dat, loffelijke uitzonderingen in de studentenwereld daargelaten, de Nederlandsche jongelingschap tot vol voeren van hare verplichtingen jegens het vaderland moet worden ge dwongen. Volkomen juist zegt de Eemlander, dat men zich gelukkig prijst als men vrijlootvoor ruim een dozijn jaren bloeide nog het rempla- ganten-stelsel, en toen de wet op den persoonlijken dienstplicht was in gevoerd, wierpen de jeugdige intel- lectueelen zich op het instituut der viermaanders. Al die verschijnselen wijzen er o]dat alleen dwang het hyper-vrijlievende volk van Neder land er toe zal kunnen brengen, iedereen zijn ware plaats in het leger te doen innemen. De eerste eiscb, welke men in deze aangelegenheid aan de Regeering be hoort te stellen, namelijk dat de vier maanders in hun tegenwoordigen vorm moeten verdwijnen, is reeds genoemd. Maar daarmede gaat zij nog volstrekt niet vrij uitzij mag niet langer toe laten, dat allerlei besturen maat regelen nemen, die het stelsel van verlofofficieren tegenwerken. En dat is maar al te zeer het gevaleen feit, dat ook in de Tweede Kamer werd geconstateerd, is, dat zelfs ge meentebesturen weigeren,' geschikte gezicht en de stem van haar geliefde. Er heerschte een oogenblik een diepe stilte. Yvonne heeft me een deel van de geschiedenis verteldhet was niet veel, maar toch genoeg om mijne nieuwsgierigheid op te wekken de rest heb ik gehoord van een kennis van me, die te Port Navalo schildert." U kunt juffrouw Lane vertellen, wat u weet," zei Michael. Neen, neen ri.-p Téphany uit. Het is het eenige wat nu ge beuren kan," zei Michael. Hy keek Carne strak aan de jonge man was zichzelf nu weer meester en bijna even kalm als Michaelzijne opwinding scheen nu op Téphany overgegaan te z(jn. Vertel het me dan zelf, Michael." Haar toon was hartstochtelijk smee- kend. Carne keek op zij, met een lich ten blos op zijn gezicht. Zult gij het haar vertellen, Os sory Juffrouw Lane zal alles hooren, wees daar maar zeker van I" Michael," riep Téphany, „is dat nu noodig? Kunt ge het me niet al leen vertellen Ik zal heengaan, als ge dat liever wilt, Ossory I" personen als ambtenaar aan te nemen, omdat zij nog militaire dienstplichten hebben te vervullen. Algemeene ver ontwaardiging ontstond, toen dit feit schandelijk werd genoemd, maar is er tot nu toe iets is tegen gedaan Wel is in anderen zin iets goeds tot stand gekomen, nl. onder de mi nisteries Kuyper en De Meester. Bij Koninklijk Besluit toch van 3 Mei 1901 (Staatsblad No. 103) is bepaald, dat burgerlijke ambtenaren, die ter vervulling van hunnen militie- of landweerplicht onder de wapenen of in werkelijken dienst zijn, in hunne burgerlijke betrekking van rechtswege als met verlof afwezig worden be schouwd, en bij het dergelijk Besluit van 28 November 1905 (Staatsblad No. 310) is die bepaling ook toepas selijk verklaard op burgerlijke amb tenaren, die bü het reservepeisoneel der landmacht in dienst treden. Wie zijn echter burgerlijk ambtenaar? Volgens artikel 4 van eerstgenoemd besluit zijn het die personen welke van een vaste of tijdelijke aanstelling voorzien, in een burgerlijke Rijks betrekking werkzaam zjjn en wier bezoldiging uit 's Rijks kas wordt gekweten, zoomede zij, die bij de wet als burgerlij ke amb tenaren zijn of zullen wor den aangemerkt. Dat deze Koninklijke besluiten door mij gewaardeerd worden, zal niet nader behoeven te worden toegelicht Maar zoo lang de wet niet is tot stand gekom;n, bedoeld in de hier boven gespatieerde woorden, is het toch nog niet eens half werk. Werd hetzelfde recht toegekend aan allen, die in dienst zijn van openbare be sturen en zoo mogelijk zelfs van bij zondere persolien, beide met name te noemen, dan zou ongetwijfeld een groote stap in de goede richting zijn Ga niet heen," zei Michael. Hij weudde zich tot Téphany en voegde er langzaam bij „Om Carne recht te laten wedervaren." Waarom zoudt ge met hem re kening houden vroeg Téphany min achtend. „Denkt mijnheer Carne, dat hij zichzelf zal schoon wasschen dooi u in mijn hoofd zwart te maken?" Ik geloof, dat bet beter is, als ik wegga," zei Carne weer. Neen,' zei Michael. Van af dat oogenblik was het dui delijk, dat Ossory de andere twee be- heerschte, aangezien hij sterker was dan een van hen. Carne zei niets Téphany leunde tegen de tafel onder den indruk van het onbewegelijke van Michael's gezicht, waarvoor ze geen verklaring kon vinden. Waarom heeft Yvonne er tegen u over gesproken vroeg Michael. Ter w'lle van Yannik." Van Yannik?" Zij had gehoord, dat ik Yannik wilde laten poseeren. Wij spraken er over. In den loop van het gesprek, zei zij, dat er zich vroeger een dergelijk geval had voorgedaan, dat een leerling van Jeröme, een jongman, die buiten gewoon veel beloofde...." Sla dat over," zei Michael, „r-en gedaan. O zeker, ik weet wel, dat in zulk een wet groote mazen zouden z(jn, waar gemakkelijk door te krui pen is, maar ik twijfel niet of steeds meer zou de wet naar de bedoeling worden toegepasteven goed als thans de persoonlijke dienstplicht zonder tegenstand wordt aanvaard. Nog een andere tegenwerping ver wacht ik, namelijk deze, dat alleen algemeen dienstplicht afdoende ver betering kan brengen, omdat thans tegen één dienstplichtige twee geheel vrijgestelden staan en dus de open bare besturen en andere werkgevers veel te ruime keuze hebben bij be noemingen. Deze opmerking, werd zjj gemaakt zou ik willen bestrijden met de tegen-opmerking, dat zelfs bij invoering van algemeenen dienstplicht tegenover eiken dienstplichtige nog altijd één geheel vrijgestelde van militie- en landweerplicht zal staan, afgekeurd om eeno reden, die hem slechts zelden ongeschikt zal maken voor den burgerlijken dienst. Mazen blijven dus ook dan bestaan, al zijn ze wat minder groot. Dit wordt niet gezegd, om den algemeenen dienst plicht te bestrijdenherhaaldelijk, zoowel in de Kamer als in dit blad, heb ik gezegd, dat ook ik dien niet vrees. Het besef dat weerbaar zijn een dure plicht is, en Nederland gevaar loopt, by 'en conflict tusschen nabu rige mogendheden in het gedrang te komen, dringt meer en meer door de oprichting van de vereeniging Volksweerbaarheid, de instelling van reservekader, de invoering van per soonlijken dienstplicht, de uitbreiding van het leger en de in het leven geroepen landweer, hebben ten gevolge gehad, dat de defensiebelangen in steeds ruimeren kring ter sprake ko- meisje had overgehaald om voor hem te poseeren...." A ha 1" riep Téphany uit, ter wijl ze haar oogen wijd opende. Dat dat meisje schandelijk be handeld was geworden en dat het eind van de geschiedenis een onuitspreke lijke ellende en haar dood was geweest." En heeft ze u verteld, dat ik die man was Dat heb ik geraden." Ga voort 1" Dat heb ik geraden, toen gij m(j bij u liet komen gij maakte een toe speling en die bleef hangen." Dat herinner ik mij," zei Mi chael. De rest was zeer eonvoudig. Het treurspel was klaarblijkelijk niet in Pont-Aven afgespeeld. Maar hoe was Yvonne het dan te weten gekomen Ik herinnerde mij, dat zij in de buurt van Port-Navalo familie had en dat gij daar geschilderd hadt. Ik schreef aan een vriend en kreeg gisteren zijn antwoord." Hjj gaf Michael een brief. Wordt wi'olgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1