woensdag 2$ maart 1910.
7e jaargang
DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
feuilleton"
buitenland.
No.
Bnitenlandsch Voorbeeld.
Quinnion de Philosoof.
DE EEMLANDER
Hoofdredacteur R. 8. RIJKEN S.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
y ffijSL
PRIJS DER ADVERT ENTIEN:
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.—. Franco per
post id. f6.60. Per 3 maanden id. f l.-r-. Franco per post
id. f 1.40. Alzonderlijke nummers f0.05.
Van 1 tot 5 regels 10.40. Voor iederen regel mee 10.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeon Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam.
In enkele plaatsen is het commu
nale brandverzekeringswezen aan de
orde geweest, maar voor zoover wy
weten, heeft men er in Nederland nog
geen geschikten vorm voor gevonden.
Het is zeker een punt van staats
bemoeiing waarvoor op het eerste
gezicht daarom iets is te zeggen, om
dat de gemeenschap de zorg draagt
voor de brandblusscbicg en brand-
voorkoming en deze dus niet ten on
rechte zou kunnen verlangen, dat zij
zelf onmiddellyk de vruchten plukte
van haar zorgen. Doch bjj nader in
zien is het probleem niet zoo een
voudig en doen zich verscheiden
moeilijkheden voor, die niet maar zoo
ineens zijn op te lossen en dus ook
vermoedelijk oorzaak zijn dat op dit
gebied nog zoo weinig is tot stand
gebracht.
Wil men weten, wat hier gedaan
is in streken, die met ons land al
thans eenige overeenkomst vertoonen,
dan moet men zich als in zooveel
gevallen richten tot het vrjje volk
der Zwitsers, dat van nieuwigheiden
lang niet zoo afkeerig is als de
Nederlanders en lang Diet bang is om
een nieuwe hervorming in te voeren,
op gevaar af van tot de conclusie
komeD, dat men rechtsomkeert moet
maken.
In Zwitserland dan vinden wij in
het kanton Vaux (Waadtland) een
staatsmonopolie van brandverzekering.
In het kanton Glarus treedt de staat
als brandverzekeraar in concurrentie
met de particuliere maatschappijen.
In de katons Freiburg en Aargau
dwingt de staat de burgers om zich
bij particuliere maatschappijen te ver
zekeren, terwjjl elders veelal de toe
stand is als bij ons.
GUY BOOTHBY.
Wat is nu het oordeel over de met
de verschillende systemen verkregen
resultaten Zeer onzeker. Het is den
mensch nu eenmaal zelden gegeven
objectief te oordeelen. En zoo ziet
men het dan ook gebeuren, dat vage
tegenstanders van een theorie zich op
een zelfde kanton beroepen om aan
te toonen dat de theorie zoo goed en
zoo slecht in de praktijk opgaat.
Slechts over één dingismeu het eens.
Dat alle bemoeiingen van de kantous
met het verzekeringswezen slechts
ten gevolge hebben gehad, dat ook
het particuliere verzekeringswezen
buitengewoon bloe.t, zoodat b. v. de
particuliere levensverzekering in de
laatste twintig jaar in Zwitserland
haar zaken verdubbeld heeft.
En dit geldt Diet alleen voor brand
verzekering. Ook op het gebied van
levens- en volksverzekering zijn de
particuliere maatschappijen bizonder
sterk vooruitgegaan, ofschoon ook op
dit gebied de kantons hier en daar
de zaken zelf ter hand hebben ge
nomen.
Het opmerkelijkste verschijnsel op
dit gebied is de samenwerking tus-
schen de Zwitsersche post en een
groote binnenlandsche Volksverzeke
ringmaatschappij. Die samenwerking
bestaat daarin, dat de post het stor
ten van de premie gemakkelijk maakt,
vooral door de maatschappij in staat
te stellen gewone postzogels in be
taling aan te nemen. Wil men dus
zijn premie betalen, dan plakt men
op een daarvoor bestemde kaart post
zegels tot bet verschuldigde bedrag
en zendt die in gesloten couvert aan
de maatschappij. Deze kan die post
zegels weer bij de posterijen inwisse
len tegen bijbetaling van een kleine
provisie (een ten honderd) en zoo
komt dus de levensverzekeringmaat
schappij °P d® allereenvoudigste wijze
19)
Miju hersenen schenen in mijn hoofd
rond te draaien met een snelheid van
millioenen mijlen in een seconde. Het
scheen mij onmogelijk toe, dat het
waar kon zijn.
Ik durfde nauwelijks de vraag te
doen, die mij op de tong lag, uit vrees
dat ik zou ontdekken, dat hij toch
met mij gespeeld had.
Hij merkte mijn aarzelen op en ik
denk, dat hü tot de conclusie kwam,
dat ik niet op de betrekking gesteld
was.
U behoeft het niet aan te nemen,
merkte bij met eenige minachting in
zijn stem op. Ongetwijfeld beschouw
de hjj mij nu toch als een leeglooper
van beroep, zoodat hij zich in mij ver
gist moest hebben. Begrijpende wat
er in zijn geest omging, haastte ik mij
hem uit den droom te helpen.
Ik hoop, dat u zooiete niet van
mij zult denken, begon ik haastig,
want het is verre van mij dit edelmoe
dig aanbod af te slaan. Integendeel, ik
maakte mij ongerust, dat dit alles
niet waar zou kunnen zijn. Als u
denkt, dat ik in staat zal zijn de plich
ten aan die betrekking verbondeD, te
vervullen, dau beloof ik u, dat ik zoo
hard mogelijk zal werken opdat u over
mij tevreden is. Ik ben u dankbaar
der dan ik kan zeggen, en ik zal mijn
best doen dat door iets meer dan
woorden te bewijzen.
In dat geval vraag ik u excuus
voor de vergissing, die ik beging, was
vlug zijn antwoord.
Ik ben blij het te hooren. Dan
kunnen wij dus de zaak als beklon
ken beschouwen. Laten wij elkaar
daar de hand op geven.
Wy deden dat, en toen ik denk,
dat ik overspannen was door alles
wat ik h-id meegemaakt weetik al
leen nog, dat mijn krachten mij be
gaven, ik liet mijn hoofd in de han
den ziDken en snikte als een klein
kind. Mijn nieuwe chef stond van zijn
stoel op en wandelde naar het ven
ster, alsof hij niets ongewoons had op
gemerkt. Na enkele minuten was ik
mijzelf weer, en hg kwam terug.
In dien tijd was er een vast voor
aan haar geld. Tegenover deze bepa
ling staan zekere naastingsbepalingen
ten behoeve van den Bond, doch de
hoofdzaak is zeker dat hier de Bond
in beperkte mate een nieuw wettig
betaalmiddel schept, dat als zoodanig
ook elders en op ander gebied uit
stekende diensten zou kunnen ver
richten.
Zoo radikaal als overigens het Kan
ton Vaux op het gebied der brand
verzekering is, is geen der kantons
op levensverzekeringsgebied, ook
Waadtland niet. Wel hebben Vaux en
Neuehatel kantonale kassen voor Volks
verzekering.
Het eerste der beide kantons geeft
zoo gelegenheid tot het verzekeren
van ouderdomspensioen tot een maxi
mum van 1200 francs per jaar. De
staat draagt voor betalingen ten bate
van kinderen en ook nog op andere
wjjze bjj en bevordert ook schoolspaar-
kassen, die eveneens verzekering
trachten te geven. Een curieus voor
beeld hiervan
Geeft men 10 centimes per dag
voor een kind uit tot zyn 16de levens
jaar, dan zal dit kind van af zyn
zestigste jaar recht hebben op een pen
sioen van 666 francs 'sjaars.
In Neuchdtel gaat het weer anders.
Daar kan ieder, gezond of niet gezond,
ook bg de staatskas zijn leven ver
zekeren of zich een ouderdomspensioen
verzekeren. De premie is voor allen
gelyk het nadeel, dat de kas draagt
door het ongunstige risico der zieken,
wordt na aftrek van een wachttijd
geheel gedragen door het kanton.
Bovendien geeft de staat nog bijslagen
en draagt zij de administratiekosten
van deze verzekering. Het succes moet
echter zeer gering zijn.
In St. Gallen is de toestand weer
heel anders daar geeft het kanton een
bijslag, wanneer de burgers wenschen
nemen in mij gerijpt. Het zou voor
beide parijen beter zijn, als ik dat
dadelijk ten uitvoer bracht.
Mijnheer Quinnion, zoo begon
ik, mijn uiterste best doende om mijn
stem volkomen onder bedwang te
houden, voordat we verder gaan moet
ik u mijn levensgeschiedenis vertellen,
om u op de hoogte te brengen, hoe ik
in dezen ellendigen toestand ben ge
komen. Het is niet meer dan behoor
lijk tegenover u en tegenover mijzolf,
dat u die geschiedenis kent.
Als het u gemak kan geven het
te vertellen, ga dan uw gang, ant
woordde hij, terwijl bij een nieuwe
sigaar opstak, Als het onaaugename
herinneringen wakker roept, over za
ken, die liever vergeten moesten wor
den, doe het dan niet. Ik zal toch
waarschijndelijk dezelfde gedachte
omtrent u houden. Het effect van een
bekentenis hangt dikwijls af van de
wijze, waarop zij gedaan wordt.
Sommige menschen zouden mis
schien ontmoedigd geworden zyn
door deze rondborstige woorden, ik
niet. Misschien omdat ik geen reden
had het te zijn, wat, gij zult het toe
stemmen, een enorm groot verschil
maakt.
Mijn naam is Cyrii Armitage,
30 en 50 jaar bij een bepa 1de binnen
landsche maatschappij een levensver
zekering of ouderdomsrente verzekering
te sluiten, een bijslag die in normale
gevallen o. a bedoeld is om naast de
levensverzekering ook een invalidi
teitsverzekering te scheppen.
Men ziet het, een heel boeket van
allerlei bloemen, die in den verzeke-
ringshof bloeien. En in elk geval een
verzameling bloemen, die nadere stu
die overwaard is. Want al moet men
toegeven, dat Zwitserland niet Neder
land is en iets wat in Vaux, Neu
ehatel of St. Gallen mogelijk is,
daarom nog niet per se ook in Ne
derland gaat, aan den anderen kant
verlieze men toch ook niet uit het
oog, dat er tusschen den Zwitser en
den Nederlander veel punten van
overeenstemming zijn, zoodat het niet
onwaarschijnlijk is, dat een inrich
ting, welko in het kleine vrjje land
der bergen voldoet, ook in het kleine
vrije land van het water op hare
plaats zal zijn. En daar do Neder
lander in het algemeen zeer geneigd
is om zich aan den buitenlander te
spiegelen, in de meening dat hjj zich
zacht spiegelt, daar zouden wij hem
vooral willen verwijzen naar den niet
te veel gebruikten Zwitserschen spie
gel, die het allerzachtst belooft te
werken.
FRANKRIJK.
Het wordt hoe langer hoe duide
lijker dat Duez niet alleen voor zich
zelf maar vooral ook ten behoeve der
congregaties zjjn verduisteringen heeft
gepleegd.
Uit de correspondentie welke Duez
begon ik. Mijn vader was predikant
van Bapton St. Mary, in Sussex, een
ambt dat hem gegeven was door zijn
oudsten broer en mijn oom, Sir
Cuthbert Armitage een gentleman,
van de oude school. Toen ik den
leeftijd bereikt had, was ik zoo ge
lukkig een plaatsje te krijgen als
leerling te Eton, vandaar ging ik naar
de universiteit. Ik was daar nog geen
drie maanden, toen mijn vader stierf,
mij achterlatende aan de zorgen van
zijn broer, die mij van dat oogenblik
af als zjjn erfgenaam en aangenomen
zoon beschouwde. Niemand zou vrien
delijker voor mij hebben kunnen zyn
dan hij; en ik deed mijn best hem
dat zooveel mogelijk te laten blijken.
Maar hjj had nog een neef, het kind
van zjjn zuster, Gilbert Feversham,
die mij haatte, en opgestookt door
zijn moeder, deed hü alles wat in
zyu macht was om mij uit het hart
van den Squire te verdringen. Zeker
had ik eenige schulden gemaakt aan
de universiteit, maar zy werden hon
derdvoudig overdreven.
(Wordt vervolgd).