DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 74. DONDERDAG 31 MAART 1910. 7e JAARGANG BUITENLAND. FEUILLETON. Quinnion de Philosoof. BINNENLAND. DE EEMLANDEB Hoofdredacteur B. O. BIJKENS. ABONNEMENTSPRIJS Per jaar mot geïllustreerd Zondagsblad f4.Franco per post id. f6.60. Per 3 maanden id. II.Franco per post id. fl.40. Alzonderlijke nummers fO.Cö. Bureau - BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 tot 6 regels 10.40. Voor iederen regel mee 10.03. Buiten het Kanton Amorsfoort per regel f0.10. (Bij abonnement belangrijke korting.) Tot plaatsing van advertontiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uilsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amstordam FINLAND GEKNECHT. Reeds lang wezen de teekenen er op, dat het spoedig met de Finsche autonomie zou gedaan zijn. Deeenige hoop, die nog bestond, was, dat de Tsaar-grootvorst acht zon slaan op de door de verschillende groepen inge diende verzoekschriften, waarin ver zocht werd het grootvorstendom te regeeren in overeenstemming met de wetten des lands. Als antwoord daarop is echter een wetsontwerp verschenen, dat aan de rechten van Finland vrjj wel een einde maakt. De grondslagen van de staatsinrich ting van Finland worden vastgesteld en gewijzigd langs den weg der alge- meene Rijkswetgeving op initiatief van den tsaar. De gewichtigste kwesties zijn de deelneming van Finland aan de Rijks uitgaven, de dienstplicht, de vaststel ling van de zaken die in het belang des Rijks aan de bevoegdheid der Finsche gerechtshoven moeten worden onttrokken, het vaststellen van wette lijke bepalingen nopens de openbare vergaderiogeD, de wetgeving betref fende de pers en de maatschappelijke vereenigingen, het vaststellen van wettelijke bepalingen in zake den in voer van buitenlandsche drukwerken, de vaststelling der tolverhouding tus- schen Finland en de andere deelen van Rusland, het Finsche geldwezen, post, telefoon, luchtscheepvaart en spoorwegen, alsmede de rechten der buitenlanders in Finland. Het wetsontwerp voorziet verder in de vertegenwoordiging van de Finsche bevolking in den Rijksraad en de Doema. De Finsche Landdag zal één lid van den Rijksraad en vijf leden van de Doema kiezen. In de toelichting wordt o.a. gezegd, dat het wetsontwerp slechts ten doel heeft, Rusland in de Finsche grens streek zjjn onuitroeibare rechten en zijn meest gewichtige belangen te verzekeren, echter wordt in het ge heel niet beoogt de vernietiging van de binDenlandsche autonomie van Finland of van den volksaard der Finnen, noch ook een aanslag op hunne beschaving. Dat men in Finland wel eenigszins anders het ontwerp beziet spreekt van zelf. Aan de Times wordt reeds bericht, dat de Finnen zullen ant woorden met een tegenvoorstel tot uitbreiding van de tegenwoordige be voegdheden van den Landdag. En in dien Stolypin's wetsontwerp door de Doema wordt aangenomen, zullen zij er ieh van onthouden een lid naar den Rijksraad en vijf leden naar de Doema af te vaardigen, zooals de wet bepaalt. Als laatste middel beoogt men een algemeene staking of een boycott tegen de regeeringsinstellingen in Finland. In elk geval is de toestand urnstig. FRANKRIJK. In de Dinsdag gehouden zitting van den Franschen Senaat, heeft minister-president Briand, op de vraag van de heeren de Lamarzelle en Le Provost de Launay, wolke houdiDg de regeering denkt aan te nemen bij de aanstaande verkiezingen, verklaard, dat hij er voor zal waken, dat van de zijde der ambtenaren geen pressie op de kiezers zal worden uitgeoefend. In Frankrijk komt het namelijk zeer dikwijls voor, dat de prefecten in hunne districten de verkiezingen leiden, en daar deze ambtenaren gewoonlijk aan de zijde der iegeering staaD, is hunne inmenging der oppositie natuurlijk een doorn in het oog. VAN GUY BOOTHBY. 23) Hoe weinig had ik toen gedacht, dat ik vier en twintig uur later zou genieten van een souper veel aanlok kelijker, dan zjj konden krijgen. Na het souper trokken wij onze stoelen bij het vuur en zaten daar te rooken tot tegen middernacht. Toen overviel mij een gewaarwording van afmattinghet was mij of men met zware gewichten op mjjn oogleden drukte, totdat ik ze met den besten wil van de wereld niet meer open kon houden. De waarheid was, dat ik to taal uitgeput was alle aandoeningen van dezen avond hadden mij een bo- venmenschelijke kracht verleend, maar de natuur kreeg ten slotte de over hand en ik was genoodzaakt mij te onderwerpen. Toen ik weder wakker werd, duurde het eenigen tijd, voor ik begreep waar ik was. Nog half slapend verbeeldde ik mij weer terug te zijn in het huis van mijn oom. Mijn slaapkamer had daar op het plein voor den stal uitgekeken, en ik verwachtte ieder oogenblik het geluid der paarden te zullen hooren, klaar om uit te gaan. Dat kwam echter niet, ik rekte mjj geeuwend uit en keek om mij heen. Waar ter wereld was ik Voor zoover ik na kon gaan, had ik deze kamer vroeger nooit meer gezien. Alles daarbinnen was mij vreemd. Zelfs de vonn en bouw van het houten ledikant was andeis dan ieder ander, waarin ik tot nu toe geslapen had, terwijl de meu belen van denzelfden stijl waren. De kamer zelf was van een lambrizee- ring voorzien en een zacht karpet bedekte den vloer. Ik keek naar mijn kleeren, maar zij waren nergens meer te zien. Toen kroop ik het bed uit, en trok de gordijnen van het venster op zijde. Ik bad rnjj die moeite kunnen be sparen, want alleen een kale muur kwam te zien. Toen ik weer in 't bed terugkroop, kwam mijn geheugen mij te hulp. Ik herinnerde mij mijn ontmoeting met Justus Quinnion in de Dooden- Iaan het diner in het kleine res- Thans echter zal er voo.i gewaakt worden, dat deze hooge ambtenaren geenen invloed op de verkiezingen zullen oefenen. De minister ver klaarde er voor te zullen zorgen, dat het algemeen kiesrecht zich zou kun nen uiten in volkomen onafh nkelyk- heid, opdat later den gekozenen niet voor de voeten kan worden geworpen, dat zü hunne verkiezing te danken hebben aan pressie, door regeerings- ambteDaren geoefend. Deze verklaringen werden met le vendige toejuichingen ontvangen. ITALIË. Het nieuwe ministerie is er met Luzzatti als minister president. De basis van het kabinet is aldus: de liberale rechterzijde is vertegen woordigd door Luzzatti en Fani, de Giolittiaansche linkerzijde door Todesco, Giuffelli en Facta, de uiterste radicale linkerzijde door Sachi en Credazo, de democratische linkerzijde door Raineri, het linker centrum van den Senaat door di San Giuliano. Het regeeringsprogram is niet met zekerheid bekend; vermoedelijk ;al het eenigszins anti-clericaal zjjn, door invloeden van links. GRIEKENLAND. De door den Koning gisteren in het parlement voorgelezen boodschap zegt, dat de afgevaardigden geroepen zijn om overeenkomstig de grondwet te arbeiden aan het werk der her vormingen om de grondwettige voor schriften betreflende binnen- en bui tenland uitwerking te doen hebben. De beroering, uitgelokt door een pijnlijk nationaal voorval, bracht een ernstige politieke crisis teweeg. De openbare meening eischte een veran dering van het politieke beleid. Hot ontslag der ministers bracht de poli- taurant en het souper daarna in zjjn eigen huis. Ook was er iets, dat mij aan een andere omstandigheid van dien avond herinnerde, want mijn kin en het onderste gedeelte vanmijnlin- kerwang waren heel pijnlijk een souvenir aan de kracht van de heks die mij in de straat geslagen had, toen ik op weg was naar de kapel in de Pouncetstraat. Ik hief mijn hand op om daaraan te voelen en deed nu weer een andere ontdekking. Mijn stoppelige baard was verdwe nen, en mijn wangen en kin waren even glad als die van een meisje. Maar wanneer en waar was ik ge schoren, en door wien wa9 dat werk verricht? Niet in staat die vraag te beantwoorden, was ik wel genoodzaakt haar te laten rusten. Omdat zekere philosofische aard mij niet geheel vreemd was, keerde ik rnjj om en ging weer slapen. Toen ik weer wakker werd, was het als antwoord op een tikken aan de deur. Ik verzocht wie het ook was, binnen te komen, en daarop kwam de eigenaardigste kleine gestalte van een Franschman biDnen, dien men zich maar kan denkeD. Hjj was stel lig niet grooter dan drie voet zes duim, en misschien is dat zelfs nog tieke sommiteiten ertoe, mij den uit weg te wijzen. Ik acht rnjj gelukkig, vast te stellen dat het parlement bijna eensgezind de zienswijze inzake de herziening van de niet fundamen- teele artikelen der grondwet goed keurt. De kamer voor de grondwetsher ziening zal beslissen, welke artikelen herzien moeten worden. Da Koning eindigde, met de afge vaardigden te danken voor hun toe wijding aan vaderland en dynastie. SERVIË. Weer komt uit Belgrado het bericht dat de afdanking van den Servischen koning Peter binnen kort te ver wachten is Dit bericht is wel nog niet bevestigd, maar algemeen vindt het toch wel geloof. Koning Peter is door tsaar Nicolaas in Petersburg om zoo te zeggen ais een koning van de tweede klas behandeld de tsaar heeft n.l. noch een orde van hem aangeno men, en ook op het station niet openlyk afscheid van hem genomen. De aftreding van den koning in het belang der dynastie en van den Ser vischen staat is derhalve niet on waarschijnlijk. Ontsla g—d r. de Gelder. De Amsterd. Raad besloot gisteren met 30 tegen 11 stemmen om èn het onderzoek naar de door dr. De Gelder in zijne memorie gesignaleerde mis standen bij de Gemeentelijke Electri- citeitswerken, èn dat naar de motie ven van het dezen ingenieur-onder directeur bij die werken gegeven eervol ontslag, op te dragen aan een raadscommissie. De herhaaldelijk door den wethou- wel wat veel gezegd. Zijn armen wa ren zoo lang, dat als hij rechtop stond de toppen van zijn vingers meer dan een duim over zijn knieën heenreikten. Zijn knevel was scherp gepunt, zijn haar droeg hij zoo kort, dat het onmogelijk geweest zou zijn hem er bij vast te houden, terwijl zijn linnengoed onnavolgbaar sneeuw wit was. Na zachtjes de deur achter zich gesloten te hebben kwam hij naar mij toe en begroette mü met een diepe buiging zooals men zou kunnen verwachten van een Lord Chamber lain bij een receptie aan het hof. Ongetwijfeld was dit de waarde Alphonse, wiens kookkunst ik den vorigen avond zooveel reden had ge had te bewonderen. Hij wenschte mij „goeden morgen" in 't Engelsch en toen ik hem in 't Fransch antwoord de welke taal ik gelukkig in staat ben vloeiend te spreken was het mannetje in den zevenden hemel van verrukking. Van dat oogenblik af babbelde hy zonder ophouden door. Hij hoopte, dat mijnheer goed gesla pen had. Dat hij niet gestoord was door den storm. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1