WEERBERICHT.
Thermometerstand
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.60 uur.
De Bildt, 15 April 1910.
Hoogste barometerstand 765.0 m.M. te
Horta, laagste 738.6 m.M. te Scilly.
Verwachting tot den avond van 16 April 1910.
Matige tot krachtige Z.-lijke tot Z.W.-lijke
wind.
Gesteldheid van de luchtZwaarbewolkt,
waarschijnlijk nog regenbuien.
TemperatuurKouder.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
750 m M.
Vorige stand te 12 uur 748 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 66
Laagste hedennachtF. 48
Hedenmiddag 12 uurF. 62
deD Bond ter verkrijging van een
wettolijke regeling van den rechts
toestand der burgerlijke ambtenaren
heeft aan da besturen der politieke
partijen in Nederland een rondschrij
ven gezonden, waarin wordt uiteen
gezet, dat het van veel belang is
voor de ambtenaren en voor den
Staat, dat er een wettelijke regeling
van den rechtstoestand der burger
lijke ambtenaren tot stand komt.
Hiervoor wordt de hulp door den
Bond ingeroepen.
De volgende vragen worden gesteld
1. Acht uwe partij het noodig, dat
er tot stand kome een wet regelende
den rechtstoestand der burgerlijke
ambtenaren
Mocht het antwoord op deze vraag
onverhoopt ontkennend zijn Waarom?
2. Acht uwe party de totstandko
ming dier wet urgent
3. Acht, zoo uwe partij zich te
dezer zake niet heeft uitgesproken,
het hoofdbestuur deze wet van genoeg
belang om de partij een uitspraak
omtrent wenschelijkheid en urgentie
voor to stellen
4. Is het hoofdbestunr genegen,
der partij voor te stellen het punt
de regeling van den rechtstoestand
der ambtenaren zoo urgent te ver
klaren, dat de leden der Staten-Gene-
raal, behoorende tot uwe partij, wor
den aangezocht de totstandkoming
zooveel mogelijk te bevorderen, en
dat eventueel bij de eerstvolgende
verkiezingen hiermede ten ernstigste
rekening moet worden gehouden.
5. Acht uwe partij 't noodig, dat
de wet regelende den rechtstoestand
der ambtenaren hun ten volle waar
borgt de uitoefening hunner grond
wettelijke en staatkundige rechten
6. Indien uwe partij beperkingen
noodig acht, welke beperkingen en
waarom
7. Is, zoo door uwe partij geenerlei
uitspraak te dezer zake |is gedaan,
het hoofdbestuur genegen, de 5de en
6de vraag der partij ter beslissing voor
te leggen.
Administratie Rijks-
verzekeringsbank. Naar aan
leiding van een schrijven van de
Kamer van Koophandel te Haarlem,
gericht aan alle K. v. K. in Neder
land, heeft de Kamer te Enschedé be
sloten te berichten, dat ook zij zich
niet kan vereenigen met de omslach
tige administratie en werking der Rijks
verzekeringsbank, voortvloeiende uit
de Ongevallenwet.
In dit schrijven wordt de wensche
lijkheid uitgesproken om de bijhouding
en opzending der loonlijsten te doen
vervallen, daar deze zoowel werk
gevers als het bestuur der Bank om
vangrijken arbeid geven. In over
weging wordt gegeven het bijhouden
van een duidelijk loonboek voor te
schrijven en dit steeds ter beschik
king te stellen van agenten der Rijks
verzekeringsbank of hunne vertegen
woordigers.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Gisterenavond hield de vereeniging
„Handel en Nijverheid" haar maand
vergadering in de Zwaan onder voor
zitterschap van den heer S. J. van
Duinen. Na opening der vergadering
leest de secretaris de notulen van 15
Maart j.l., die onder dankzegging
worden goedgekeurd.
1. Rekening en verant
woording van den penning
meester.
De heer Th. J. Nieuwendijk brengt
namens den commissie tot nazien
hiervan verslag uit en deelt mede,
dat alles in orde is bevonden. De in
komsten bedroegen: contributie f510;
schenking van den heer Jac. Reuten
f50; incasso wezen f 17.80totaal
f567.80. De uitgaven bedroegen
f 718.20, zoodat er een nadeelig saldo
is van f 150.40.
Uit de toelichting van den penning
meester blijkt, dat het nadeelig saldo
van f 150.40 geen zorgen behoeft te
geven voor de toekomst. De vorige
penningmeester was nalatig geweest
met het betalen van posten van het
vorig jaar en het incassowezen, zoo
dat het tekort verminderd met die
bedragen reeds aanmerkelijk kleiner
wordt. Bovendien kan op eenige
posten bezuinigd worden, zoodat over
dit jaar de rekening wel zal sluiten.
De voorzitter zegt den heer v.
d. Wal dank voor zijn nauwkeurig
beheer, waarna de penningmeester
wordt gedechargeerd.
2. Jaarverslag.
De heer v. d. Wal brengt hierna
het jaarverslag uit, waaraan we het
volgende ontleonen Het ledental is
met 7 vooruitgegaan en bedraagt
thans 205. Het incassobureau is door
den vorigen administrateur niet in
bloei achtergelaten, thans gaat het
echter weer veel beter. De verschil
lende werkzaamheden der vereeniging
worden er in gememoreerd de oogst
is niet heel groot, maar toch is zeker
niet alles vruchteloos geweest. Wat
nu gezaaid is, zal mogelijk later
vruchten dragen. Geen gehoor vond de
vereeniging voor de verlegging van
den weg naar Birkhoven en evenmin
kwam de verbetering van do raarkt-
toestanden. Het rapport inzake de
Arbeidsbeurs voor Amersfoort zal
zeker later resultaat afwerpen. Succes
had de vereeniging met het verzoek
voor een publieke telefooncel op het
station, terwijl de eerste besprekingen
omtrent een electrische centrale,
waaraan nu het Gemeentebestuur
werkt, in Handel en Nijverheid zijn
gehouden.
Het rapport omtrent gesplitste be
stekken wordt veel gevraagd, een be
wijs dg.t het gelezen wordt. Ook de
kwestie der Handelsschool is door
de vereeniging aangepakt. Met er
kenning wordt gewag gemaakt van
de welwillendheid, waarmede de op
gaven van personen die van hier
vertrekken en zich hier vestigen door
het Gemeentebestuur worden verstrekt.
Het verslag eindigt met een opwek
king tot eendrachtige samenwerking
voor de belangen van den middenstand.
De voorzitter dankt den se
cretaris voor zijn kort en zakelijk
verslag en hoopt, dat het slot door
de leden zal worden ter harte geno
men dan zal voor de vereeniging
een tijd van meerder bloei aanbreken,
dan tot nu het geval was.
3. Bestuursverkiezing We
gens periodieke aftreding van de heeren
J. v. d. Meiden, J. v. d. Wal Kzn. en
A. Wagenaar, waarvan de laatste
wegens drukke werkzaamheden niet
meer in aanmerking wenscht te
komen.
De voorzitter deelt mede, dat
het bfi hem gerijpte plan om te be
danken niet in goede aarde is ge
vallen. Van verschillende zijden is bij
hem aangedrongen om op het besluit
terug te komen. De reden van zijn
heengaan lag buiten de grenzen van
de vereeniging, en niet in eenige
minder goede verstandhouding met de
overige bestuursleden. Daarvan is
geen sprake. Een der leden heeft hem
echter overtuigd, dat het beter was
als hij zijn besluit introk, waarom hij
op zijn heengaan is teruggekomen.
(Applaus).
De voorzitter dankt voor het ap
plaus en deelt verder mede, dat en
candidaatstelling is ingekomen voor
de heerenS. J. v. Duinen, Joh. G.
F. v. Acht6rbergb, J. v. d. Meiden,
R. Smit, G. Berns, J. W. Eggink, P.
J. Frederiks, Th. J. Nieuwendijk en
J. v. d. Wal Kzn.
Het bestuur heeft eveneens dezelfde
heeren candidaat gesteld behalve de
heeren G. Berns en J. W. Eggink.
Horkozen worden de beeren J. v.
d. Meiden en J. v. d. Wal Kzn en
gekozen de heer Th. J. Nieuwendijk,
die hunne benoeming aannemen.
4. Contante betaling en
maandrekeningen.
De heer v. d. Meiden zegt,
dat er een weinig enthusiaste stem
ming hiervoor is gebleken, waarom
hij wenscht voor te stellen het idee
te bevorderen door onder de bevol-
kingsljjst een clausule te plaatsen,
waardoor steeds de aandacht van het
publiek op het goede van contante
betaling wordt gevestigd, in de hoop,
dat de bladen dit gratis zullen wil
len opnemen.
De voorzitter vereenigt zich
met dit voorstel, daar ook hij meent,
dat Amersfoort voor dezen maatregel
nog niet rfi'p is. De bladen zullen
zeker wel bereid worden gevonden,
die zaak ter harte te nemen. De
vereeniging is groote dankbaarheid
verschuldigd aan de Pers, die steeds
zoo uitvoerig opneemt wat in de ver
gaderingen wordt besproken. Den
goeden naam, dien de vereeniging ge
niet, heeft ze in de eerste plaats te
danken aan de Pers, waarom de voor
zitter een woord van dank brengt
voor die groote bereidwilligheid.
De heer Fontein zou willen,
dat de winkeliers ook in hun win
kels een spreuk ophingen, de con
tante betaling rakende.
De voor-.itter hoopt, dat de
idee van den heer Fontein ingang zal
vinden, waarna hij de discussie sluit,
het voorstel van den heer v. d. Mei
den als aangenomen verklarende.
5. Ingekomen stukken.
De voorzitter deelt mede dat
ingekomen zijn:
Ben schrijven van B. en W., dat
de opgaven van personen, die de stad
verlaten of zich hier vestigen zullen
worden verstrekt, onder voorwaarde,
dat alle bladen in do gelegenheid zul
len worden gesteld ze gelijk op te
nemen.
Van den Bond van Handelsver-
eenigingen een waarschuwing om aan
geen onbekenden te Haulerwijk te
leveren.
Van den Middenstandsbond een
verzoek om opgaven van het aantal
leden en inzake de inrichting te dezer
stede van het incasio- en informatie
wezen. Dit laatste met het oog op
een goede regeling hiervan voor het
geheele land met een centraal-'oureau.
Verder nog van den Middenstands
bond een missive inzake de oprichting
van credietbanken voor den midden
stand. Zal in de bestuursvergadering
en later in de ledenvergadering be
handeld worden.
6. Rondvraag.
De heer Gregorius deelt
mede, dat een zekere J. v. d. Berg Jr.
papierfabrikant, Oude Schans 68, Am
sterdam, papier levert en daarbij een
mooi snjjapparaat cadeau geeft. Men
bestelt het papier bij den reiziger,
teekent een koopbriefje voor minstens
100 K.G. en ontvangt dan voor veel
geld slecht papier, terwijl het appa
raat niets waard is. Wanneer niet
spoedig betaald wordt, volgt een dag
vaarding en het eind is dan, dat men
moet betalen. De brieven worden
allen door genoemden fabrikant ge
registreerd, zoodat de kosten zeer
hoog worden. De kantonrechter voelt
wel, dat hier zwendel is, maar kan
er ook niets tegen doen.
De heer Eggink wijst er op,
dat dit niet alleen Amersfoort geldt,
maar het heele land. Het ligt z.i. op
den weg van Handel en Nijverheid
aan dezen zwendel paal en perk te
stellen.
De voorzitter vindt het een moei
lijke zaak en meent dat het eenigste
wat de vereeniging kan doen is pu
bliciteit.
De heer Frederiks trekt de
moraal uit deze geschiedenisKoop
in eigen stad. In Amersfoort kan men
evengoed terecht.
Hierna wordt de vergadering ge
sloten.
IS THEOSOFIE
GELOOF OF WETEN
Over bovenstaand onderwerp sprak
gisterenavond in de Remonstrantsche
kerk de heer J. de Jager van Amster
dam. Spr. begon met er op te wijzen,
dat er menschen zijn, die in het geloof
bevrediging vinden, maar verstandige
menschen verlangen, dat hun wereld
beschouwing zich aansluit bij hun
overige kennis. Men dient dus eerst
een zekere hoeveelheid kennis te be
zitten, de voorkennis. De gewone
telegrafie zou men de voorkennis kun
nen noemen van de draadlooze en
evenzoo moet men kennis van ver
schillende zaken hebben, wil men de
theosofie begrijpen. De meeste men
schen missen die voorkennis, die
noodig is voor waardeering en het op
de juiste waarde schatten der theo
sofie.
Ongeveer 100 jaar terug ontdekte
Mesmer het dierlijk magnetisme. Hjj
gaf de theorie, die tal van beoefena
ren vond en de onderzoekingen na
hem gedaan bewezen, dat magnetisme
werkzaam is in alles en het sterkst
wel in den mensch. Verschillende
proeven hebben bewezen, dat het
menscheljjk lichaam steeds filer
wordt en een grootere gevoelig
heid verkrfigt. De studie hieromtrent
is vooral in Engeland druk be
oefend. In 1882 werd daar een Ge
nootschap opgericht voor zielkundig
onderzoek, waarvan alleen de mannen
der wetenschap lid waren. Zfi hielden
zich bezig met wat de menschen ge
dachten lezen zouden uoemon. De re
sultaten, die zfi verkregen waren ver
rassend. Een gedachte van een sterk
mensch, werd overgebracht op een
ander persoou en uit hun onderzoe
kingen ontstond de helderziendheid,
zoowel in de toekomst als in het
verleden. Voor de menschen, die de
kennis van die duidelijk waargenomen
verschijnselen bezitten is de juistheid
van de theosofie aan te toonen, voor
hen is het dus weten. Alles komt
dus aan op het al of niet bezit van
de voorkennis. Spreker zet dit uit
voerig uiteen en behandelt hierbfi de
reïncarnatie, die steun vindt in de
evolutieleer welke de reïncarnatie zelfs
zeer waarschijnlijk maakt Met tal van
citaten van bekende theosofen toont
spr. dat aan.
Het geloof, dat de menschelfike
ontwikkeling gaat van lagere tot
hoogere wezens is dus geen hypothese
voor hen, die de studie doormaakten
noodig tot het juiste begrip daarvan.
Tal van geleerden hebben dan ook
de juistheid dezer ontwikkeling er
kend en bewezen.
Mist men die kennis, dan kan men
zich de reïocarnatie niet verklaren en
voor dezulken zal het dus geloof
moeten zijn. Maar door het verwerven
van de noodige kennis, krfigt men
tevens de zekerheid en wijkt het ge
loof voor weten.