DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 127. Te JAARGANG VRIJDAG 3 JUNI 1910. NABETRACHTING. FEUILLETON. Quinnion de Philosoof. DE EEMLANDEH Hoofdredacteur 5.. Cr. RIJKEN S. Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Intcrc. 62. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERTENTIEN Per jaar mot geïllustreerd Zondagsblad f 4.Franco per n i Van 1 tot 6 regels f0.40. Voor iederou regel het Kanton Amersfoort per regel abonnement belangr(jko korting.) meer f0.08. f0.10. (Bij id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05. Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- on Buitenlandsch Advertentiebureau D.Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 to Amsterdam Weinig zaken hebben de laatste jaren de politieke hartstochten zoozeer in beweging gebracht als de Kuyper- Lehmann-Westmeyer-affaire die de af- geloopen week tot zulke heftige dis cussies in de Kamer aanleiding heeft gegeven. En daartoe was wel reden. Het fold hier toch niemand minder dan den eens oppermachtigen Minister-presi dent, die in ons land alsof hjj het hoofd van den Staat was, den scepter voerde, de binnen- en buitenlandsche politiek beheerschte en zjjn creaturen overal aan baantjes en eereambten hielp. Het gold hier den „van God gegeven Lei der", den man die de antirevolutio naire partij en de christelijke coalitie groot en sterk heeft gemaaktden „geestelijken voorganger" van een groot deel der natie, den godsgezant, die een kunstig theologisch-staatkun- dig stelsel ineen had gezet en tot in de kleinste bijzonderheden de conse- quentiën uit zjjn „christelijke begin selen" en „ordinantiën Gods" in lijvige boekdeelen en scherp-gepunte drie starren bad geboekstaafdhet gold den apostel der zedelijkheid, die fel- striemend de zonde en verdorvenheid geeselde welke volgens hem uit de paganistische leerstellingen voortvloei de. En ziedaar nu dien heerscher, dien voorganger, dien prediker van morali teit en christelijkheid aan de kaak gesteld als huichelaar, als knoeier, als lintjesverkwanselaar door tusschen- komst van een vrouw van verdachte zeden, die hij geldelijk ondersteunde ziedaar nu dien voorman met hulp van die vrouw aan het gelden bijeen scharrelen voor de verkiezingskas zijner partij en wie weet met welke andere doeleinden, onder belofte van ridderorden aan de milde gevers zie daar dien held van zedelijkheid, bla kende van verontwaardiging over der VAN GUY BOOTHBY. 74) Om den man, die ons inlichtte, een fooi te kunnen geven, ging Grigson naar zijn betrouwbaarheid informee- ren en keerde terug met de mededee- ling, dat ten slotte onze vermoedens toch juist bleken te zjjn. De nieuw- aangekomene was Justus Quinnion, en niemand anders. Met lofwaardige voorzorg had Grig son den ouden dorpeling met een fooi overgehaald, niet alleen zijn mond te houden, maar het hem ook dadelijk te laten weten, als zjjn bezoeker nei ging mocht toonen weer te vertrekken. Of wij al dan niet op zijn eerlijk heid zouden kunnen vertrouwen, moest nog bewezen worden. Om begrijpelijke redenen was het ons plan hem een bezoek te brengen, nadat het donker paganisten verdorvenheid, obscure geldmannen in zijn huiselijken kring introduceeren en hun adviezen ver- leenen omtrent den besten weg om snel e n ridderorde te „verdienen", nadat zjj aan de bedoelde juffrouw van verdacht allooi een portefeuille met geld hadden ter hand gesteld om die te brengen aan den banierdrager der christelijkheid. Welk een onthulling, welk een ont maskering, welk een vernedering voor den ontmaskerde de openbaarma king van zulke feiten Eerst maakte de aangevallene een onhandig excuus, toen ging hij „buitenaf", daarop, na lang zwijgen, kwam degroote „boete doening", getemperd door het „eere woord", dat het „verband" tusschen de feiten niet bestaan had. En toen werd de Kamer door den 'eider der sociaaldemocraten, den he^r Troelstra, die deze zaak inderdaad meesterlijk heeft weten te stellen in het juiste licht, geplaatst voor een on dubbelzinnige vraag: acht gij het, al dan niet noodig, dat over de gepleegde feiten het volle licht schijnt Wilt gij al dan niet een enquête Dat de meer derheid die vraag in ontkennenden zin heeft beantwoord, is onzen lezers be kend. Maar het loout de moeite, nog eens na te gaan, op welke motieven die afwijzing der enquête berustte. Over dejuridische argumenten tegen de ontvankelijkheid der enquête, door den heer Lohman bjjeengescharreld, spreken wij niet. Het waren niet an ders dan verlegenheidsargumenten, pogingen om aan de verwerping een schoonen glimp van billijkheid te geven en om aan een debat over de hoofd zaak te ontkomen. Evenmin gewagen wjj hier van de politieke handigheidjes maarmede men het debat trachtte to verplaatsen naar de staking van 1903 of de vroegere positie der liberale partij, d°°r de be wering dat wraakneming over de in 1903 geleden nederlaag voor den heer was geworden. De dag ging langzaam voort. Om geen stoornis te brengen in de ge woonten van de herberg, aten wij om half één, en brachten den middag binnenshuis door, omdat een zware mist, die van de heuvels af het dorp geheel omving, het uitgaan allesbe halve anlokkelijk maakte. Tegen het eind van den middag klonk van buiten het rollen van wie len. Ik snelde naar het venster van mijn kamer en toen mij omkeerend greep ik Grigson bij den pols en trok hem naast mij. Hoe dik de mist ook was, konden wij toch nog zien, dat de nieuw aangekomene niemand an ders was dan Fe versham eu zjjn satelliet. Grigson aarzelde geen oogenblik, maar was al op weg naar beneden, voordat ik tijd had, mij er in te den ken, wat hjj van plan was. Natuur- ljjk was hjj heengegaan om de hotel houdster te waarschuwen, dat zjj het geheim van onze aanwezigheid in huis niet moest bekend maken, op straffe dat wjj dan dadelijk zouden vertrekken. Troelstra, verbittering over het ver lies van bun macht bjj de overige partjjen links het motief was waarom van dien kant op een enquête werd afgestuurd. Maar wij vragen de aan dacht voor meer zakelijke motieven, welke in het midden zjjn gebracht. Vooreerst achtten velen de enquête onnoodig. Men wist reeds genoeg. Maar terecht verklaarde de heer Limburg namens de vrijzinnig-democratische Kamerclub, dat, waar velen in de Kamer mee den dat over deze zaak nog meer licht diende te schijnen, de vrijzinnig-democraten, al vondeo ook zjj dat de feiten die bekend waren reeds verpletterend voor Dr. Kuyper waren, de enquête niet wilden tegen houden door er tegen te stemmen In de tweede plaats werd van rechts groote nadruk gelegd op het eerewoord van Dr. Kuyper. „Wie vóór de enquête stemt, zegt daarmede dat Dr. Kuyper eigenlijk een schurk is", aldusdeheer Loeff. Eilieve, waarom heeft Dr. Kuyper eigener beweging zjj 't ook waar- schjjnljjk niet zonder eenige zachte pressie van den kant zjjner vrienden na en ondanks zjjn eerewoord de benoeming uitgelokt van een eereraad Heeft hjj daarmede dan zichzelf tot schurk geproclameerd Neen zij die het onderzoek in deze zaak schuwden en tegenhielden, zjj waron het die daarmede te kennen gaven, aan de schuld van Dr. Kuyper te gelooven. En die overtuiging wordt nog versterkt wanneer men let op het derde argument tegen de enquête aangevoerd: men mocht het gebeurde Dr. Kuyper niet aanrekenen omdat hij zoo bijzonder naïef is, dat hjj niet ziet wat een ander ziet. Met andere woor den de man is eigenljjk ontoereken baar. Maar van wie pleit men de on toerekenbaarheid Van onschuldigen Neen. Slechts misdadigers tracht men op die wijze aan de hun toekomende straf te onttrekken. En onwillekeurig Hoe wonderlijk het ook mag klin ken, het bleek later, dat zjj haar be lofte gehouden had. Om contact met den vjjand te ver mijden, gebruikten wij dien avond onze thee in een bovenkamer, en vroegen ons af wat de volgende daad in dit drama zou zjjn. Het einde was zelfs dichter bij dan wjj vermoedden. Tegen zeven uur kwam de dorpeling, de hospes van Quinnion, bij ons met het bericht, dat zijn gast teruggekeerd was van een wandeling, in wat de menschen ge woonlijk een zeer zenuwachtigen toe stand noemen. Na een poosje was hij weer uitgegaan en sinds dien hadden noch de man, noch zijn familie hem weergezien, ofschoon een buurman had beweerd, dat hjj hem den kant vau de heuvel op had zien gaan in de richting van een hooge rots in den omtrek bekend als Greystone Tor. Wjj moeten hem vinden,—zeide ik vlug. Wjj kunnen hemopzoo'n avond niet alleen op zulk een gevaar lijken weg laren wandelen. Als ge bereid zijt naar hem te gaan zoeken, dan ga ik mee. verried dan ook de katholieke heer Loeff, die dit argument met byzondere voorliefde hanteerde, wat er in hem omging, toen hjj zeide„ik wil den heer Kuyper niet op het schavot hel pen brengen." Inderdaad, dat heeft de rechterzijde bezield bjj het stemmen tegen de en quête. Daar waren er wel velen, die met den mond hun geloof in het eere woord van Dr. Kuyper beleden heb ben maar in werkelijkheid wilden zjj geen onderzoek, omdat zjj de ge volgen daarvan duchtten voor Dr. Kuyper en daardoor indirect wellicht ook voor zich zelf in zekeren zin be grijpen dat de rechterzijde in het al gemeen en de anti-revolutionaire partjj in het bijzonder den man niet totaal heeft willen afmaken,aan wien zij zulke bijzonder groote verplichtingen heeft men kan eveneens begrijpen dat het voor de rechterzijde een bittere pil om te slikken zou zijn geweest, als ten gevolge van de enquête de incarnatie van haar politiek als een huichelende konkelaar aan de cband- paal zou worden genageld maar het belang van het land staat liooger dan het partij- of coalitiebelang. En het landsbelang had geëischt, indien dan de rechterzijde Dr. Kuyper deze laatste vernedering eener enquête had willen besparen, dat van dien kant ruiterlijk en onomwonden, unaniem en in krachtige bewoordingen was afgekeurd hetgeen door Dr. Kuyper is verricht in deze treurige affaire en dat zoo doende gebleken was dat ook voor de meerderheid der Kamer inderdaad de enquête daarom onnoodig was omdat zjj in Regeeriugs-praktijken als van Dr. Kuyper een gevaar ziet voor het land. Maar vrees voor haar prestige in den lande, reactionaire bevliegingen om het gezag van een oud-Minister- president hoog te houden, overblijf selen vau de oude persoonsvergoding van Dr. Kuyper en dergeljjkeouzake- ljjke motieven deden de rechterzijde Goed I antwoordde Grigson. Ik zal eens vragen of de hotelhoud ster ons een bekwamen gids kan meegeven. Toen met den vinger op den dorpe ling wijzend, voegde hjj er bij Deze kerel zou daarvoor niet te gebruiken zjjn. Toen hjj ongeveer tien minuten later terugkwam, was het om ons te vertellen, dat Feversbam en zijn Ita liaan ongeveer een half uur geleden het hotol hadden verlaten, en de diensten van een man hadden aange nomen, die hen tot gids zou zjjn in de richting van den heuvel, dien de arme Justus ter wille van zjjn leven beklom. Pas eenige dagen later ontdekten wij, dat de trouwelooze hospes van Quinnion zjjn inlicht ngen aan beide partjjen had verkocht, terwijl wij na- tuurljjk de laatsteu waren, die ze kiegen. Over de klimpartjj, waaraan wij ons nu andeihalf uur lang moesten onderwerpen, wil ik maar liever zwjjgen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1